Hypnotisme, magnetisme en handoplegging – hoofdstuk 17 van ‘Elementaire wijsbegeerte’

 

BESTEL ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE VAN HET MODERNE ROZENKRUIS

De onderstaande tekst is hoofdstuk 17 uit het boek Elementaire wijsbegeerte dat J. van Rijckenborgh publiceerde in 1950. Daarin geeft deze stichter van de geestesschool van het Rozenkruis zijn visie op hypnotisme, magnetisme en handoplegging. 

Na het spiritisme in zijn verschillende aanzichten te hebben beschouwd, moeten wij nu de aandacht vestigen op nog enkele andere hoogst gevaarlijke en afkeurenswaardige toepassingen van zekere krachten.

Hypnotisme

Deze naam duidt een proces aan dat plaatsvindt, wanneer iemand met een krachtige wil, door toepassing van een occulte methode, een zwakkere mens in een soort trance brengt. Als deze laatste eenmaal in zulk een toestand verkeert, zal hij alles doen wat de hypnotiseur hem suggereert. Zulk een praktijk is volkomen zwartmagisch en moreel en fysiek hoogst gevaarlijk.

  1. De hypnotische trance kan op twee wijzen tot stand komen:
    doordat de hypnotiseur zich op de medulla van zijn cliënt concentreert;
  2. doormiddel van de hypnotische blik, dat wil zeggen door concentratie op de ogen.

Als de hypnotische overheersing maar lang genoeg wordt toegepast, is het sujet geheel van de hypnotiseur afhankelijk geworden. Het eigen bewustzijn heeft dan geen controle meer over het lichaam en zulk een mens wordt dan geleefd. De hypnotiseur kan zijn telepathische bevelen zelfs op grote afstand geven, het sujet moet dienovereenkomstig reageren en wordt aldus tot allerlei handelingen gedreven. Een dergelijke magie is natuurlijk een zeer grote zonde en wordt karmisch zwaar gestraft.

Vreselijke misdaden, zoals moord, diefstal en seksuele uitspattingen, worden onder zulk een dwang bedreven. En als de cliënt uit de hypnotische slaap ontwaakt, weet het – evenals dit bij vele mediums het geval is – van het gebeurde niets. Het ondergaat alleen fysiek de gevolgen.

Het zal de leerling bekend zijn dat er van het hoofd twaalf paar zenuwen uitgaan, de twaalf paar hersenzenuwen. Alle organische en andere vitale lichaamsfuncties worden volkomen door deze twaalf paar zenuwen beheerst.

Door de hypnotische concentratie worden deze vierentwintig zenuwstromen totaal verstoord. Het eigen bewustzijn kan ze op den duur niet meer beheersen en zo wordt het sujet geheel van de hypnotiseur afhankelijk. Het kan op een gegeven moment nagenoeg niet meer zonder de hypnotiseur leven. Evenals een verslaafde morfinist of opiumgebruiker niet meer buiten zijn narcotica kan leven, zo wordt het cliënt zonder de hypnotiseur als een wrak. Deze binding wordt dan nog van de zijde van de cliënt dikwijls als ‘liefde’ aangezien !

Als een mens in hypnotische toestand verkeert, splitst het hoofd van het levenslichaam zich in twee delen, en ziet men een helft aan weerskanten van het grofstoffelijke hoofd over de schouders hangen of als een soort kraag rond de hals. Het levenslichaam van de hypnotiseur komt daarvoor dan in de plaats. Na beëindiging van de hypnotische toestand vindt herstel slechts ten dele plaats en is het lichaam totaal gedesorganiseerd.

Aangezien de ethers rond het hoofd vooral weerspiegelende ethers zijn, begrijpen wij dat er geen enkele ervaring kan worden ingeëtst. De cliënt wordt daardoor herinneringsloos en ontvangt dus ook geen ervaring: het leven is voor zulk een mens nutteloos. Dit in een mensenleven te veroorzaken is een afgrijselijke misdaad.

Hypnose gebruiken voor medische doeleinden, zoals dat in de moderne psychologie wel gebeurt, is om dezelfde redenen hoogst afkeurenswaardig en buitengewoon gevaarlijk, zowel voor de medicus als voor de patiënt. Immers, de medicus maakt een binding met de patiënt, zodat op den duurde patiënt geheel en al zijn dokter is: hij denkt, leeft en spreekt als zijn dokter; hij kan niet meer buiten hem en leeft onder de suggestie van de arts. Tot hij tenslotte wordt losgelaten. Hij is dan misschien van een bepaald complex genezen, doch heeft in andere zin onberekenbare schade opgelopen, namelijk aan de vierentwintig zenuwstromen.

Het is altijd af te keuren als leek met occulte krachten te werken. Ook de arts werkt hier met krachten die hij niet kent. Nog erger is het natuurlijk wanneer de zwarte magiër zijn slachtoffer willens en wetens ten behoeve van zelfzuchtige doeleinden onder hypnose brengt.

Magnetisme

Om ongeveer dezelfde redenen wijzen wij het magnetisme af; wij signaleren het als een gevaar zowel voor de magnetiseur als voor de patiënt en tevens als een gevaar voor de gehele mensheid. Als iemand ziek is, ligt de werkelijke oorzaak altijd bij de mens zelf. De fouten van het verleden of het heden wreken zich in het lichaam en maken het zwak of vatbaar voor diverse gevaren.

Een volledige kopie van ons lichaam vinden wij in het levenslichaam. Dit lichaam voert, in overeenstemming met onze staat-van-zijn, de krachten aan die wij tot instandhouding van het grofstoffelijke lichaam nodig hebben. Door middel van het levenslichaam worden planetaire ethers en interplanetaire kracht, die op de planetaire ethers inwerkt, getransmuteerd en aan het stoflichaam overgedragen.

Iedere cel in ons lichaam heeft zijn etherisch dubbel. Als de etherische cel gezond is, moet de overeenkomstige stoffelijke cel dus eveneens gezond zijn. Onze gedachten, onze gevoelens, ons willen en ons begeren beïnvloeden op hun beurt bij voortduring ons levenslichaam. Als nu een orgaan ziek is, zien wij ook het overeenkomstige etherische orgaan kwijnen en ziekelijk vibreren.

Tijdens het ziekbed wordt er een natuurlijke poging tot herstel gedaan. Het is een periode waarin de mens zich meestal van zijn beste zijde doet kennen: een ziek mens is dikwijls een lief mens. De pijn of de angst of de zwakte brengt hem een zekere mate van mentale en morele reiniging en harmonie. Het ziekbed verschaft aldus een mogelijkheid tot herstel van de normale, gezonde vibratie van het etherlichaam. Slaagt deze poging, dat wil zeggen, herstelt zich het etherlichaam, dan is ook fysiek gezond worden slechts een kwestie van tijd. Tenzij de organen te zeer beschadigd zijn of de mens ook tijdens zijn ziekte zijn ware aard niet verloochenen kan of niet tot werkelijke rust kan komen.

Een serieuze arts kan het herstelproces van de natuurlijke functies uitstekend beïnvloeden door het verstrekken van hulpmiddelen, het voorschrijven van een dieet, enzovoort, maatregelen die de fundamentele natuurlijke processen niet aantasten, doch integendeel ondersteunen. Hier kan de intelligentie, de ware kunde, de mens te hulp komen.

Indien evenwel een mens, hetzij arts, hetzij kwakzalver of leek, ingrijpt in de diepste fundamentele levensfuncties van een mens, die verband houden met de werkelijke staat-van-zijn van de zieke, dan is dat altijd verkeerd, ook al wreken de gevolgen zich niet direct of al zijn die gevolgen niet altijd zichtbaar. Ook een werkelijk geestelijke genezer kan heel veel ten dienste van de patiënt doen, doch hij zal niet de zonde begaan in te grijpen in de fundamentele levensfuncties, buiten of boven zijn eigen staat-van-zijn.

Dat doet de magnetiseur wél! Hij voert, zonder eerstehands kennis, zonder kennis van de fundamentele levensfuncties en van de oorzaken van de ziekte, zijn ethervibraties in het lichaam van de patiënt. Zijn levenslichaam gaat daardoor de plaats innemen van dat van de patiënt. Daardoor forceert hij de situatie, zowel geestelijk als lichamelijk. Ook verstoort hij dikwijls de zenuwstromen van de zieke en doet daardoor een ongewenste binding met hem ontstaan. Hij neemt het karma van zijn patiënt over en moet daarvoor vroeg of laat heel veel lijden.

De magnetische geneeswijze brengt ernstige gevaren met zich:

1. voor de magnetiseur;
2. voor de patiënt;
3. voor de gehele mensheid.

Gevaren voor de magnetiseur

Als de magnetiseur zijn geneesmethode uitoefent, neemt hij ziek fluïde van zijn patiënt af en geeft zijn ‘gezonde’ fluïde aan de patiënt terug. Het zieke fluïde, bestaande uit ethers, trekt in de arm van de magnetiseur omhoog en associeert zich met de etherische substantie van diens eigen organisme. De magnetiseur tracht een deel van dit zieke fluïde weer te verwijderen door het ‘af te slaan’ of ‘af te spoelen’ in stromend water. Dit ‘afslaan’ geschiedt evenwel zeer ten dele. Zodra het zieke fluïde in de arm optrekt tot boven de elleboog, kan het niet meer op zulk een eenvoudige wijze worden verwijderd, doch het verspreidt zich door het gehele lichaam van de magnetiseur.

Het natuurlijke weerstandsvermogen zal nu op normale wijze de strijd moeten aanbinden tegen de opgenomen schadelijke miasmen, doch op den duur zal het lichaam, hoe sterk en vitaal ook, het slachtoffer worden van deze voortgezette vergiftiging. Zonder enige uitzondering wordt iedere magnetiseur vroeg of Iaat slachtoffer van zijn beroep. Ernstige zenuwstoringen, kankerachtige ziekten en tuberculose zijn de meest voorkomende gevolgen.

Gevaren voor de patiënt

Men zou met deze gang van zaken nog vrede kunnen hebben en een zekere bewondering kunnen hebben voor deze mensen, vanwege hun offerbereidheid, ware het niet dat er door de magnetische geneeswijze tevens zeer grote gevaren voor de patiënten worden ontbonden. Wij zagen reeds dat er ziek fluïde van de patiënt wordt afgenomen. Het zieke fluïde komt nimmer in onvermengde toestand voor, doch is steeds verbonden met gezonde ethers, die bij voortduring uit de atmosfeer worden aangevoerd en door de organen met interne secretie in een, voor iedere mens weer andere en geëgende, vibratie worden getransmuteerd. Het door de magnetiseur afgenomen fluïde heeft derhalve eveneens betrekking op etherkrachten die hun natuurlijke werking in het lichaam nog moeten vervullen, zodat nu de organen met interne secretie worden geforceerd en overbelast.

Bovendien zijn de etherkrachten, die de magnetiseur uit zijn organisme aan de patiënt overdraagt, dermate individueel gekleurd, en is hun vibratieschaal zo particulier, dat zij nimmer de taak van de organen met interne secretie kunnen ontlasten, doch absoluut desorganisatie teweegbrengen. De gevolgen zijn dan ook een steeds korter worden van de pijnloze of klachtenloze perioden en een hoogst ongewenste binding tussen magnetiseur en patiënt. In deze binding ontstaat er een associatie tussen beider etherische lichaam met dikwijls hoogst sensuele gevolgen.

Voorts ontwikkelen er zich gevaren voor de patiënt vanwege het feit dat de vertrekken waarin de magnetiseurs hun patiënten behandelen, voorraadschuren vol onheil zijn. Eenvoudig esoterisch onderzoek maakt onmiddellijk duidelijk dat de van de patiënt afkomstige afgeslagen ethers een dikke, wolkachtige, loodgrauwe koek vormen, die als een onsmakelijk tapijt de vloer van de vertrekken bedekt. In deze massa, die soms tot kniehoogte reikt, parasiteren tal van schadelijke etherische levensbeginselen. En daarin worden de patiënten behandeld! Aldus worden zij vele malen gecureerd van het ene, om tenslotte als cadeau het andere mee naar huis te nemen, waarvoor zij krachtens hun organisme vatbaar zijn. Als zij later ziek worden, wie zal dan zeggen dat zij geslachtofferd zijn door de magnetische geneeswijze? Dezelfde gevolgen zijn mogelijk als de magnetiseur zijn patiënten niet aan huis ontvangt, maar hen bezoekt in hun eigen huis.

Magnetiseurs met een grote praktijk hebben etherische lichamen die gelijkenis vertonen met toestanden van ernstige vervuiling, en het zich openstellen voor dergelijke ethers is alleen te verklaren uit de onkunde die er met betrekking tot elementair esoterische zaken bij het grote publiek bestaat.

Gevaren voor het publiek

Men zou zich desnoods ook bij deze betreurenswaardige situatie kunnen neerleggen, daar iedere mens het recht heeft zich te laten helpen of zich te laten slachtofferen, ware het niet dat door deze praktijken tevens de volksgezondheid wordt aangetast. Het afslaan van de van de patiënt afgenomen ethers geschiedt, zoals beschreven, óf in de vertrekken der operateurs, óf uit het open raam, óf in stromend water. Soms in vuur, op grond van de onjuiste mening dat vuur etheratomen vernietigt. Het vuur ontbindt etherorganismen en ethervormen, doch de aldus vrijgekomen etheratomen zijn bij lange na niet onschadelijk.

De kamers van de magnetiseurs kunnen worden schoongemaakt. Het feit dat de afgenomen ethers meestal zwaarder zijn dan de lucht maakt dit mogelijk. Doch waar komen de ethers die uit de betrokken kamers worden verwijderd terecht? Op straat! Waar komen de ethers terecht die uit open ramen worden afgeslagen? Op straat! Waar komen de ethers terecht die in stromend water worden afgespoeld? In de riolen, via deze in grachten en daarna… op straat! En de ethers die in het vuur worden geworpen, vallen er ten dele buiten en komen veranderd of in oude toestand… op straat!

Zo constateren wij dat het niets kwaads vermoedende publiek ernstig gevaar loopt door het etherische vuil, dat aldus aan de gemeenschap wordt overgedragen. Dit gevaar is zeer sinister, omdat niemand de gevolgen ervan kan controleren en niemand in geval van ziekte de directe oorzaak kan opsporen. Om al deze redenen verheft de School van het Rozenkruis haar stem tegen de magnetische geneeswijze en acht zij de meest onbeholpen vorm van schoolgeneeskunde verre te verkiezen boven een dergelijk avontuur. Iedere vorm van occultisme wordt uit de School van het Rozenkruis geweerd en in al het bovenstaande vindt de lezer de verklaring waarom onder andere magnetiseurs niet als leerling kunnen worden toegelaten.

Handoplegging

Men heeft dikwijls de magnetische geneeswijze willen vergelijken met handoplegging, een wijze van genezen die in de christelijke heilige boeken wordt aangeduid. Zulk een vergelijking is echter absoluut onjuist. Om te magnetiseren moeten de brandpunten van de levenslichamen van de magnetiseur en zijn cliënt  in elkaar grijpen. Dit is alleen mogelijk op enige centimeters afstand van het stoflichaam. Zodra echter, zoals bij handoplegging, de beide stoflichamen elkaar raken, ontstaat er wel ethervermenging, maar geen etheropneming. De invloeden die wij ondervinden als wij bijvoorbeeld iemand een hand geven, liggen niet op etherisch terrein.

Door handoplegging stroomt er spinaal geestvuur in het lichaam van de patiënt. Als dit persoonlijk-eigenwillig geschiedt met het ineigen spinale vuur naar-de-natuur, bereikt men geen effect, maar de handeling is zondig en schadelijk voor de handop- legger zelf.

In de juiste situatie is het de Heilige Geest, die van het spinale geestvuurstelsel gebruik maakt. De Heilige Geest geneest evenwel niet, maar versterkt het geestelijke centrum en de natuurlijke geneeskrachten van het lichaam van de patiënt. Zieken, die bijvoorbeeld krachtens hun wezen geadeld zijn de hulp van de Heilige Geest te ontvangen, kunnen aldus tot onmiddellijke genezing komen. Evenzo kinderen, uit hoofde van hun onschuld.

De methoden van de werkelijke handoplegging kunnen niet onderwezen worden in het profane leven, noch er intellectueel worden bestudeerd. Zij behoren tot de Innerlijke School. Ieder die de geschiktheid en waardigheid daartoe bezit, kan deze School binnengaan.

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

  1. De drie vermogens die gewekt moeten worden
  2. De Christushiërarchie of Geestesschool
  3. Magie
  4. Inwijding
  5. Wat wordt ingewijd
  6. Involutie – evolutie
  7. Het rad van geboorte en dood
  8. Microkosmische reïncarnatie
  9. De samenstelling van de aarde en het dialectische levensveld
  10. De drievoudige, negenvoudige en twaalfvudige samenstelling van de mens
  11. De zevenarmige kandelaar en de menselijke tempel
  12. Het proces van regeneratie en wereldredding
  13. De nieuwe wereldbroederschap en de gevaren van de kerk
  14. Spiritisme (I)
  15. Spiritisme (II)
  16. Spiritisme (III)
  17. Hypnotisme – magnetisme – handoplegging
  18. Levenshouding en vegetarisme
  19. Levenshouding en nicotine, alcohol en andere narcotica
  20. De kosmische twee-eenheid (I)
  21. De kosmische twee-eenheid (II)
  22. Onze verhouding tot staat en politiek
  23. Onze verhouding tot het esoterische levensveld
  24. Het gebed
  25. De Bijbel
  26. Het Gouden Rozenkruis

Woordverklaring

BESTEL ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE VAN HET MODERNE ROZENKRUIS

LEES OVER DE ZES BOEKEN VAN DE BOVENSTAANDE HOEKSTEENSERIE