BESTEL DE DANS VAN HET AL – LICHT OP NAG HAMMADI NU
De bovenstaande video toont opnamen die gemaakt zijn tijdens het eerste symposion van een serie van zeven symposia op het conferentiecentrum Renova over grote zeven wijsheidsstromingen: gnosis, hindoeïsme, boeddhisme, taoïsme, kabbalah, soefisme en universele spiritualiteit. Dit eerste symposion in deze serie ging over gnosis en de teksten zijn gepubliceerd in ‘De dans van het al – Gnosis in de oudheid – Licht op Nag Hammadi’ nu, symposionreeks 24. Tijdens dat symposion werd het boek Gnosis in de oudheid – Nag Hammadi in context van professor Roelof van den Broek gepresenteerd. Hieronder volgt de transcriptie van de video.
BESTEL DE DANS VAN HET AL – LICHT OP NAG HAMMADI NU – SYMPOSIONREEKS 24
Marjan Uljée
Het is voor iemand niet mogelijk iets te zien van de dingen die werkelijk bestaan tenzij hij eraan gelijk wordt.
Zo gaat het niet met de mens in de wereld.
Hij ziet de zon zonder een zon te zijn.
En hij ziet de hemel en de aarde en alle andere dingen zonder deze dingen te zijn.
Zo gaat het wel met de plaats van de waarheid.
Je zag iets van die plaatst, en je werd er gelijk aan.
Je zag geest, en je werd geest.
Je zag Christus en je werd Christus.
Je zag de Vader en je werd tot Vader.
Daarom zie je hier alles en niet jezelf, maar daar zie je jezelf.
En wat je ziet, zul je worden.
Professor Roelof van den Broek
Het gaat, naar mijn inzicht, in de gnosis van de oudheid ten diepste om het wezen van de mens. Om zijn herkomst, zijjn huidige situatie en zijn bestemming. En als u dan gaat kijken en vragen: ‘Wat zijn dan de belangrijkste elementen van die gnosis in de oudheid?’ Dan is dat allereerst de overtuiging dat de wezenskern van de mens, zijn meest innerlijke innerlijk, afkomstig is uit een goddelijke wereld van licht en vrede en daarnaar moet terugkeren, maar op allerlei manieren wordt vastgehouden in de materiële wereld waarin hij of zij verstrikt is geraakt.
Het tweede aspect is dat dit inzicht in de herkomst, de huidige situatie en de bestemming betekent tegelijk zijn bevrijding uit de omklemming van het materiële bestaan en zijn terugkeer naar de goddelijke wereld. Reeds nu in beginsel en zeker na de dood.
Zelfkennis en godskennis zijn twee kanten van dezelfde zaak. Als je werkelijk jezelf kent, ken je ook God. En als je echt God kent – en dan niet een beetje zo van ‘ik ben God in het diepste van mijn gedachten’, maar als je echt God kent, dan ken je ook pas jezelf.
Volgend aspect: deze kennis is echter niet het gevolg van een rationele redenering, maar van een innerlijke verlichting. Het is iets als de liefde, het overkomt je. Innerlijke verlichting die berust op een openbaring vanuit de goddelijke wereld.
En tenslotte: dit geestelijke inzicht, die gnosis, is niet voor iedereen toegankelijk, maar alleen voor hen die het waardig zijn, en daarom dient in ieder geval de kern ervan geheim gehouden te worden. De gnostische beweging in de oudheid is een esoterische beweging.
Dat prachtige loflied van Jezus dat uit de vroegste gnostieke overleveringen stamt, is in zijn poëtische lieflijkheid wel een bewijs dat die vroege gemeenschappen van de gnosis niet in de eerste plaats mentaal-filosofische scholen waren, maar groepen waarin de beleving centraal stond, zoals professor Van den Broek vanmorgen ook al uitlegde. En George Mead die meerdere keren hierover schrijft plaatst het ontstaan van deze hymne rond 130 na Christus. En in het nieuwe boek van professor Van den Broek wordt ongeveer 200 aangehouden. En daarmee behoort het tot de oudste christelijke teksten, ongeveer gelijktijdig met de geheime woorden van Thomas.
De mensen in deze groepen kwamen bijeen omdat zij bewogen waren door de impuls die met de komst van Christus samenging en die zij vooral innerlijk wilden begrijpen. Want in de mens is iets dat niet van die materie-natuur is, maar dat van Osiris–Isis liefde komt. Licht uit licht. Het herkent de dans, is ondeelbaar één met deze oorsprong. Eer zij u Vader. En wij die in een kring rondgingen antwoordden hem met ‘amen’. Wat, daarvan uitgaat, dat is de zoekende kracht van de liefde, is licht van een bijzondere aard.
Het merkwaardige is dat iedere mens wel een zekere angst kent als hij hiermee te maken krijgt. Alsof hij de confrontatie niet aandurft met dat imago coelestis, met dat beeld van de hemel in hem, in de mens. Maar ons grootste verlangen wekt haar en haar stralende schoonheid wekt ons tot bewustzijn. Maar haar grootsheid en het perspectief ervan vervullen ons met groot ontzag. En het kan ons verlammen. En vandaar: ‘Vluchten wil ik en ik wil blijven.- ‘Amen!’
Daarom deze middelaar. Daarom zegt hij: laten wij voor ik aan die mensen wordt overgeleverd een hymne tot de Vader zingen en dan weg gaan naar wat voor ons ligt. En hij beval ons een kring te vormen door elkaars handen vast te houden, kwam zelf in het midden staan en zei: ‘Antwoord mij met amen.’ En dan wordt het stil in ons. Vreemd, blij stil. Vol verwachting.
Laetitia Olsmeijer
Zolang deze onwetendheid hun angst en verwarring, onstandvastigheid, gespletenheid en verdeeldheid inboezemden, waren er vele illusies waardoor zij bezeten waren en ijdele dwaasheden alsof ze in slaap verzonken waren en ten prooi waren aan verwarde dromen. Zij vluchtten ergens heen of zij zitten anderen op de hielen zonder de kracht te hebben om hen in te halen. Zij zijn in gevechten gewikkeld en delen slagen uit. Of zij krijgen zelf slaag. Zij vallen van grote hoogte of vliegen door de lucht zonder vleugels. Soms lijkt het of men hen wil vermoorden, terwijl er toch niemand is die hen belaagt, ofwel is het dat zij zelf mensen vermoorden. Hun handen zitten vol bloed. Tot op het moment dat zij ontwaken die dat alles moesten meemaken.
Peter Huijs
In het oorspronkelijke christendom wordt hij de vriend van de mensheid genoemd. Jezus, of hij bestaan heeft of een kosmische mythe is, hij staat symbool voor de mens van de grootheid, van het pleroma. En hij is het die deze voluit ontsluit. Eerst ontsluit en dan volmaakt en in zijn meest onbaatzuchtige vorm voor ons te zien stelt.
In de ogen, de oren en de beleving in die dans van de eerste gemeenschappen verandert deze impuls het perspectief van dat oude Egyptische denken waarover wij gesproken hebben. Begrepen wordt eindelijk wat die aloude broederschap van Hermes gedurende eeuwen heeft proberen over te dragen aan de nog jonge menselijke ziel. Vol vreugde en ontzag weten zij en beseffen zij wellicht voor het eerst die bijeen zijn in deze kringen van de gnosis, ervaren zij deze mysteries, die bovenzinnelijke waarheid en wijsheid niet meer buiten hen, maar in het innerlijk van de mens gecelebreerd worden. De mens, hij is niet meer de beschouwer van de mysteries, nee, hij is er deel van. Hij kan er niet zonder. Zoals de kosmos deel van hem is, en niet zonder hem kan. En zo bezien is die lofzang veel meer dan een lied dat een al of niet bestaand hebbende leraar met zijn leerlingen celebreerde.
Jezus, vriend der mensheid, neemt de mens bij de hand en leidt de dans. En zij, bijeen in hun geheime gnostieke gemeenschappen, beleven de lofzang en de dans lyrisch. Zij waren geen droge denkers en filosofen die ongelofelijke systemen uitdachten en opschreven. Nee, zij probeerden uit te drukken wat niet te zeggen valt.
Laetitia Olstmeijer
Zo is het ook gegaan met hen die de onbewustheid van zich afgeworpen hebben, als waren zij als de slaap die zij voor niets achten, evenmin als zij de droombeelden voor echt houden. Maar zij laten hun illusies achter, als waren zij een droom in de nacht. En de gnosis van de Vader beschouwen zij als het licht. Zo is het gesteld met een ieder. Hij sliep toen hij nog onbewust was en zo komt hij tot bewustzijn als ontwaakte hij. Al heil de mens die tot zichzelf en ontwaakt.
Bron, De dans van het al, gnosis in de Oudheid, licht op Nag Hammadi nu, Symposionreeks 24
BESTEL DE DANS VAN HET AL – LICHT OP NAG HAMMADI NU