Citaten van Katherine Tingley

BESTEL THEOSOFIE: HET PAD VAN DE MYSTICUS

In het boekje ‘Theosofie, het pad van de mysticus’ doet de theosofe Katherine Tingley (1847-1929) in eenvoudige en directe taal een beroep op ons om onszelf te zijn, ons hogere zelf, en op ons innerlijke vermogen om ons eigen karakter en leven te vormen. Zelfbeheersing en zelfonderzoek, discipline en dienstbaarheid openen de weg naar ons hogere zelf en leiden ons naar een wereld van de geest waar we een diepere werkelijkheid vrij van alle uiterlijke schijn zullen vinden. Hieronder volgt een selectie van  citaten, spreuken en aforismen uit dit compendium van het werk van Katherine Tingley.

Als de aspirant blijft streven, en hij zich niet door falen of vallen laat ontmoedigen, maar dat steeds laat volgen ‘door net zoveel moedige worstelingen omhoog’, dan krijgt hij altijd steun en raad van de goddelijke ‘daimon’, de krijger; en de overwinning, hoe ververwijderd ook, staat vast. 

Als de mens zich kan verheffen door de kracht van zijn goddelijk erfdeel, het gezag van zijn spirituele rechten, dan wordt zijn denken verhelderd en trekt de sluier op die de waarheid verbergt.

Als u uw kalmte en evenwicht bewaart, voortdurend blijft streven zonder u om de resultaten te bekommeren, zult u, voor u het weet, de zege hebben behaald.

Als we de toekomst ingaan met deze machtige zielskracht van universele liefde, brengen we in de atmosfeer waarin we leven en ademen, iets dat er voordien niet was – zaden die wortel schieten en opkomen en bloeien in het hart van iedereen met wie we in aanraking komen.

Bij een juiste instelling van hart en verstand, ontstaat er een weldadige vrede, die niet van boven op ons neerdaalt, want we bevinden ons er middenin.

Binnenin u is het zielsleven, en indien u dat leven naar buiten wilt brengen, zal het u de waarheid onthullen; het zal u licht geven bij iedere stap die u zet. 

Boekenstudie alleen zal de leerling weinig baten; er is iets meer nodig: het volledig begrijpen van de leringen is pas mogelijk als het leven in overeenstemming wordt gebracht met die leringen. 

De beginselen van de theosofie zijn zonder waarde, tenzij ze in daden worden omgezet. Het heeft geen zin in de boekerij van ons intellectueel bestaan ideeën op ideeën te stapelen – en het daarbij te laten.

De belangrijke taak die we hebben is onze ideeën en aspiraties concreet tot uitdrukking te brengen, ze tot iets wezenlijks en praktisch te maken; kortom, ze in daden om te zetten.

De diensten die het verstand in de meest spirituele zin kan bewijzen zijn onbeperkt wanneer het door een juiste opvoeding is getraind en in evenwicht gebracht, en het binnen zijn muren de hoge en onwrikbare beginselen van een echte levensfilosofie weerspiegelt.

De geest van haat is zo diep in onze natuur doorgedrongen – opgezogen als het ware, zoals de regen door de aarde wordt opgezogen – dat er oneindig veel spirituele zonneschijn, oneindig veel spirituele kracht en een verheven hoop nodig zijn om ons op dat hogere peil te brengen, dat de belofte van uiteindelijke volmaking inhoudt.

De grote wervelende draaikolk van het menselijk leven houdt het denken gevangen in een nachtmerrie van begoocheling.

De helpers van de mensheid, de oudere broeders, zijn, evenals wij nu, door de donkere vallei gegaan om de uiteindelijke bevrijding te verwerven. Ons pad is gemakkelijker, omdat zij het al zijn gegaan, gemakkelijker ook door de liefde en het mededogen die zij naar ons uitzenden.

De mens kan zijn hoge verwachtingen slechts in vervulling zien gaan en de waarheid leren kennen, door zichzelf in de hand te houden en zijn in kiem allesoverheersende bestaan als ziel te erkennen en te verwezenlijken.

De mens werd in deze wereld geboren om het hogere te bereiken, en om dat te doen moet hij strijden, zoals het kind worstelt om door de poorten van de geboorte te gaan.

De menselijke gedachte bezit een onmetelijke kracht, en de spirituele wil zou universele vrede kunnen schenken en die absoluut handhaven, als de mens er maar een beroep op wilde doen.

De mensheid heeft lange tijd door de duistere vallei van bittere ervaringen gedoold; maar de bergtoppen zijn weer zichtbaar, overgoten met de gloed van het eerste ochtendgloren en de belofte van een nieuwe Gouden Eeuw; opnieuw wordt een pad gewezen dat leidt naar het rijk waar de goden verblijven.

De mysticus is iemand die steeds in het bewustzijn van zijn goddelijke natuur leeft. Hij voelt intuïtief het goddelijk leven in alle dingen en ziet achter het uiterlijke, dat van voorbijgaande en vergankelijke aard is, het innerlijke, dat onvergankelijk en eeuwig is.

De stormloop van de mensheid in haar streven naar betere dingen is zeer, zeer krachtig, en toch dwalen zovelen af van het pad van het licht. Omdat ze hun goddelijke aard, de goddelijke leidende kracht in hen uit het oog hebben verloren, dwalen ze her en der, zoeken ze het nu hier dan daar, in dit en dan weer in een ander boek, enzovoort, hun leven lang.

De taak van The Theosophical Society dwalingen, misvattingen, onbroederlijkheid en onverdraagzaamheid uit te bannen, en daarvoor liefde en vertrouwen, juist handelen en de zuivere waarheid in de plaats te stellen; in de hele wereld nieuwe denkbeelden te verspreiden voor hen, die daaraan de meeste behoefte hebben; de menselijke geest te verlossen van vooroordeel en angst, en het menselijk leven van dwalingen. 

De theosofie is het innerlijk leven van iedere godsdienst; ze is geen nieuwe religie, maar is zo oud als de waarheid zelf.

De verkeerde weg wordt ten onrechte de gemakkelijke weg genoemd. In werkelijkheid is het de moeilijke weg. Het pad van zelfoverwinning is de gemakkelijke weg, als we het slechts zo goed mogelijk volgen en zoals het behoort.

De verstandelijke vermogens van de mens zullen zich nooit ten volle ontplooien, tenzij hij de verlichting bereikt die voortvloeit uit de kennis van de ziel.

De ware leer is geheim en verborgen; niet door de leraar, maar door de aard van de leringen zelf, en om haar te verwerven, moet de leerling binnengaan door de enige deur die toegang verschaft – het leven te leiden.

De ware mysticus is degene in wie de ziel steeds werkzaam is en hem steeds aanspoort tot mededogen in denken en handelen.

De wereld gaat al gebukt onder het gewicht van louter intellectualisme. Zij heeft iets meer nodig, en dat meerdere is het op actieve en praktische wijze tot uitdrukking laten komen van die ideeën, van die spirituele beginselen, in iedere daad in het leven.

Een grote ontdekking, die ieder mens zelf moet doen, is het feit dat de menselijke natuur tweevoudig is, en dat er onophoudelijk een strijd gaande is tussen het hoger en het lager zelf, tussen de engel en de demon in de mens.

Een leraar is iemand die u naar het licht leidt; die u toont hoe u de hulp en bijstand kunt inroepen, die in de stilten van het leven, in de stilten van ruimte en tijd, in de nederige stilten van de plicht verborgen liggen.

Een leraar kan zijn best doen de waarheid over te dragen, maar als de intuïtie van de leerling niet is ontwikkeld, althans niet tot zekere hoogte, is zijn poging nutteloos.

Een nieuwe hoop en nieuwe moed brengt de harten van duizenden nu al in beweging. Een boodschap van liefde en broederschap is in de wereld uitgegaan. Broederschap – dat is de grondtoon van de nieuwe eeuw.

Er bestaan subtiele en invloedrijke krachten die onder de druk van egoïstisch begeren de meest verheven idealen zullen ontheiligen, de hoogste drijfveren vernietigen, de beste voornemens tenietdoen. Ze dringen het stoffelijk brein binnen, werken daarop in, en gebruiken het voor destructieve doeleinden.

Er is ons geleerd naar de schijn te oordelen, alleen te letten op de stoffelijke, uiterlijke mens en het verstandelijk denken; we hebben het bestaan genegeerd van het innerlijk leven, van het werkelijke zelf van de mens, het zelf dat achter de sluiers van de begoocheling kijkt en de dingen ziet zoals ze zijn.

Het is de verbeelding, als een bevrijdende kracht erkend, die de juwelen van poëzie en andere kunsten voortbrengt, en het is het denken, door die kracht op de juiste manier geleid, dat ons allen op een hoger plan zal brengen.

Het is in de stilte dat we de sleutel zullen vinden, als we besluiten ernaar te zoeken, die in ons wezen boeken van openbaring zal openen.

Het kritieke punt van de cyclus ligt achter ons; de ergste vuurproef is voorbij; geen krachten van hemel of hel kunnen de opwaartse ontwikkelingsgang van de mensheid langer stuiten. De scharen van het licht zegevieren reeds.

Het materialisme en de zuiver intellectuele opvattingen hebben de mens meegevoerd in het woelige water van onrust en onvrede, terwijl aan de werkelijke mens, de goddelijke mens, geen aandacht is geschonken. 

Het mes van de chirurg kan pijn doen, maar alleen om genezing te brengen. Zo kan ook de leraar soms wonden maken, maar alleen met het doel de spirituele gezondheid te herstellen.

Het pad van de mysticus is in zekere zin een verborgen pad, en een stil en wonderlijk pad. Toch is het toegankelijk voor alle mensen, en het is zo eenvoudig en nabij, dat velen die het willen betreden, er zich toch van afwenden, in de mening dat het iets anders is

Hij in wie de ziel zich voortdurend openbaart – hij is de ware mysticus, en voor hem is de theosofie geen onvruchtbaar gedachtestelsel, maar een licht, een leermeester, een metgezel die altijd oproept tot daden van mededogen en steeds aanspoort tot het hogere.

Hoeveel tijd wordt er verspild, hoeveel denkwerk verricht en energie gebruikt om in naam van de vrede een nieuwe orde der dingen te scheppen – terwijl men het ware, het eenvoudige, het enige middel om dit te doen, uit het oog heeft verloren. Broederschap is het middel; ze is de grondtoon van de nieuwe eeuw. Universele broederschap betekent universele vrede.

Iedere poging onze ideeën of inzichten aan anderen op te dringen is een onrechtmatige daad tegenover hun ware natuur, hun dieper zelf.

Ik geloof dat, als we de verbeelding doen opstijgen in de wereld van spiritueel en creatief denken – en daar geen angst voor hebben – ze dingen kan scheppen die veel weg hebben van wonderen.

Laat de mens dapper de eerste stap doen naar een eerlijk zelfonderzoek, met een moed waardoor hij zich door geen enkele hindernis op zijn pad laat weerhouden, en hij zal spoedig merken dat hij de sleutel bezit tot wijsheid en tot de kracht zich vrij te maken.

Laten we onze kracht verzamelen, en niet alleen tegen het kwaad in ons eigen wezen protesteren, maar ook tegen het kwaad dat van anderen wordt gesproken, en tegen het kwaad, aangericht door hen die de naam van de waarheid gebruiken als dekmantel voor hun ongerechtigheid.

Niet uw daden maar uw motieven worden in de weegschaal van de goddelijke gerechtigheid gewogen.

Nooit mogen we het licht, onze verplichtingen of onze goddelijkheid uit het oog verliezen, indien we het heilige karakter van onze roeping willen beseffen.

Nu is het de dag van de opstanding. Opziende, zal de mens bemerken dat de oude idealen in ere zijn hersteld, en ziende zal hij leven.

Om iets hogers te bereiken, moet de mens de omstandigheden meester worden, door alle beperkingen heen breken en in zijn streven volharden tot hij spirituele volmaking bereikt.

Onbewust kunnen we de broeders van de schaduw in de kaart spelen door een achteloze gedachte, een lichtvaardig gesproken woord. Daardoor kunnen we hun destructieve werk steunen totdat wat in ons een gedachte was, een schrikbarende kracht wordt, die allengs sterker wordt, totdat ze ten slotte tot een nationale ramp leidt.

Onder de druk van alles wat er in de wereld gebeurt – veel van wat we nu zien en veel van wat we later zullen zien gebeuren aan onbroederlijkheid die leidt tot waanzin en despotisme – wordt onze gelofte een lichtbaken in ons hart, een lichtbaken in de wereld.

Ons verstand heeft iets heel wonderlijks; hoewel het inderdaad tot het stoffelijk wezen van de mens behoort heeft het zelfs iets heiligs, omdat het als een bloem door de stralen van de spirituele zon wordt beschenen. Maar wanneer een egoïstisch verlangen dat licht buitensluit, schijnen zijn mogelijkheden om voor lagere, destructieve doeleinden te worden gebruikt, onbeperkt.

Succes wordt niet zonder inspanning verkregen, zonder langdurige en vaak herhaalde inspanning, maar de intensiteit en noodzakelijkheid van de strijd, het verlangen om zich in te spannen, tonen aan dat er in het hart al een levende kracht is, die om een krachtige en onwankelbare houding van dienen vraagt en die dat zal belonen op een manier die alle begrip te boven gaat.

Te lang heeft de arme mensheid aan de zelfkant van waarheid en licht geleefd; te lang heeft ze hulp van buiten gezocht; te lang is de innerlijke goddelijke natuur verduisterd en zijn de schaduwen van het uiterlijk leven ten onrechte voor de werkelijkheid gehouden.

U komt in aanraking met een mystieke wet, wanneer u zich in uw verbeelding grootse dingen voorstelt, want u opent een deur naar nieuwe vermogens in uzelf.

U zult uw toevlucht moeten nemen tot het intuïtieve deel van uw natuur, want de intuïtie is de werkelijke, de mystieke leraar. Het is de stem van de ziel in de mens.

Verouderde theorieën over religie en het leven verliezen hun geloofwaardigheid, lang gevestigde geloofsvormen en gewoonten worden prijsgegeven, en er breekt in de wereld een onweerstaanbare kracht door, die de armoede van het religieuze leven van de mens aantoont.

Wanneer een mens door een krachtig pogen zijn natuur heeft gezuiverd, wanneer hij kan zeggen: Satan, ga achter mij! – dan heeft hij zijn voeten op het pad van zelfontwikkeling gezet. Hoewel hij bij elke wending van het pad tegenover zijn lagere natuur kan komen te staan, kan hij nooit falen als zijn bedoelingen zuiver zijn.

Wanneer de mens in zijn denken en geheugen dat wat hij dan als waar ervaart, zo registreert dat latere bezwaren en twijfels uitgesloten zijn, wanneer hij zijn innerlijke waardigheid gestand blijft, en alle elementen van zijn natuur – zijn lichaam, verstand en gevoelens – in de juiste banen leidt, dan zullen vanaf dat ogenblik kracht en vreugde zijn deel zijn in het leven.

Wanneer het hogere, onsterfelijke deel in ons overheerst, zijn kennis en vrede ons deel. Wanneer het lagere regeert, wordt de ziel, die niet op haar hoede is, bestookt door alle elementen van duisternis en wanhoop in het menselijk leven.

We hebben heden meer geloof en vertrouwen nodig en dan zullen we in omstandigheden verkeren waarin alles mogelijk is; waarin alles wat we aanraken zal opbloeien en vreugde en blijdschap aan anderen zal schenken.

We hebben tegenwoordig meer te lijden van de klasse van boosdoeners die zich hullen in schijnheiligheid en zich onverdacht onder de mensen bewegen, dan van de klasse van de erkende misdadigers.

We kunnen ons niet veroorloven negatief te zijn, want de tegenstrevende krachten rusten niet, en als we van moment tot moment niet waakzaam zijn, of verzuimen de tijd te vullen met scheppende ideeën en bezielende gedachten, zullen deze ogenblikken door de ‘vijand’ worden benut en worden geladen met schadelijke energieën en invloeden.

We leven in een kritieke tijd, en willen we het punt bereiken waarop gemoedsrust mogelijk is, dan moeten we de nadruk leggen op de goddelijke aard van de mens – en wel op zo’n mooie en oprechte manier dat het vraagstuk van het onrecht, dat nu niet kan worden opgelost, zal worden verklaard.

We staan op het keerpunt van onze wereldgeschiedenis, en er wordt op ons een beroep gedaan om op edele, verstandige, moedige, juiste wijze en zonder gehechtheid onze taak te volbrengen.

Wijsheid komt niet voort uit een vermeerdering van gesproken of geschreven onderricht; wat u bezit, is voor duizend jaar genoeg. Wijsheid komt voort uit plichtsbetrachting, en ontstaat in de stilte, en alleen de stilte geeft er uitdrukking aan.

Wil de wereld ooit een beter oord worden, dan moeten we gaan denken en handelen als goddelijke zielen.

Willen we de mensheid op een nieuwe manier helpen, dan moeten we op een nieuwe manier gaan denken.

Willen we de waarheid vinden, dan moet ons streven worden gekenmerkt door een zekere mate van vastbeslotenheid, van vastberadenheid; en toch is de waarheid overal om ons heen, en beweegt zich als in een onzichtbare stroom in de atmosfeer waarin we leven.

Willen we drinken uit de bron van het geluk, dan moeten we het valse van het ware leren onderscheiden.

Zelfs de atomen van ons lichaam kunnen door het vuur van het goddelijk leven worden beïnvloed en in harmonie worden gebracht met het denken en de ziel, beheerst door het hoger zelf, zoals een groot musicus zijn instrument beheerst.

Zij, die door de louterende processen, het zuiverende vuur van lijden zijn heengegaan, zullen spirituele kennis verwerven, als ze er slechts naar willen zoeken. Ze zullen de ware overwinning behalen – de overwinning over het zelf. Ze zullen de voorlopers zijn van de nieuwe orde; de lichtbrengers voor de komende generaties.

Zodra we onze gedachten afstemmen op de hoge beginselen van dienen en broederschap, opent zich ons hart, wordt ons denken helder, en zal het nieuwe licht waarnaar we verlangen, doorbreken.

Bron: ’theosofie, het pad van de mysticus’ door Katherine Tingley

BESTEL THEOSOFIE: HET PAD VAN DE MYSTICUS