De bekende Nederlandse romanschrijfster Hella S. Haasse (1918-2011) begint haar moderne werk De Meester van de Neerdaling (1973) met de volgende intro: ‘Satan héét maar niet de overste dezer wereld, hij ís het inderdaad. Hij regeert deze wereld. Men zal een vijand niet overwinnen als men tracht voorbij te zien hoe gevaarlijk hij is’. Het eerste deel van de roman heet dan ook ‘De duvel en zijn moer’ en het werk is gekenschetst als een spannend spel van waarheid en verbeelding. Vooral spannend wordt het als ‘uitkomt’ hoe een bestaande hiërarchische verhouding de energie van (jonge) jongens gebruikt/misbruikt voor eigen ‘geestelijke’ doelen. Het is aan de lezer ter beoordeling of dit inderdaad waarachtige geestelijke doelen zijn.
Sinds het uitkomen van het beroemde boek van Marylin Ferguson The Aquarius Conspiracy (De Aquarius Samenzwering) ongeveer veertig jaar geleden zijn de basiswaarden van van het astrologische luchtteken Waterman onder invloed van een agressieve economische cultuur ‘verwaterd’ oftewel: van de flower-powerimpuls – voorzover deze impuls niet gecommercialiseerd kon worden – is vrijwel niets terecht gekomen. Deze waarden zijn in de wereld hard op weg in hun tegendeel te verkeren.
Fergusons oogmerk om een bijdrage te leveren aan ‘persoonlijke en maatschappelijke transformatie in de jaren tachtig’ heeft in ieder geval in dat decennium van crisis schipbreuk geleden voor wat betreft de sociale transformatie. De jaren tachtig vormen juist het begin van veel sterkere marktwerking, naar het neoliberale model van Reagan en Thatcher, dat allerminst Aquarius-elementen (die horen bij het Aquarius Tijdperk) laat zien. Maatschappelijk was daarmee ‘the dawning of the Age of Aquarius’ verduisterd en verdampt.
Tegelijkertijd met het verwateren van de idealistische watermanwaarden is het denken in termen van samenzweringen, van de theorie van ‘conspiracy’ óók verwaterd, vooral cultureel-sociaal-filosofisch: Het is not done om in samenzweringen te ‘geloven’; men beschouwt het als een teken van onvolwassenheid als je de werkelijkheid nog ziet in het perspectief van een samenzwering die overal om je heen toeneemt. Onvolwassen, omdat het een hang laat zien naar een eenvoudige verklaring van die werkelijkheid. Vaak vanuit angst; vanuit een zwart-wit denken ten opzichte van de krachten en machten die je in je werkelijkheid ervaart. ‘Kinderlijk’, zegt men dan, of ‘Was het maar zo simpel’.
Ook de complexiteit van de processen die spelen op het wereldtoneel speelt een rol. Wie die een beetje kent, zet bij voorbaat een vraagteken bij simpele samenzweerderige theorieën die belasterend zijn of beledigend voor sommige bevolkingsgroepen, klassen en inkomenscategorieën. Een andere belangrijke reden is dat de voedingsstof voor samenzweringstheorieën bij uitstek, de tweedeling van de koude oorlog, sinds 1989 is komen te vervallen.
Inlegkunde
Een belangrijke reden om het denken in termen van samenzweringen voorts te negeren, is het verbod op het bewijs uit het ongerijmde, zoals destijds in de wiskunde verordineerd: Je kunt wel de signalen en situaties in de actuele werkelijkheid proberen in te passen in je theoretisch model, maar eigenlijk geef je je dan over aan een soort ‘inlegkunde’. En dat kan gemakkelijk leiden tot zelfbedrog. Zeker als men samenzweringstheorieën wil verklaren uit het onzienlijke, uit de niet-materiële wereld.
Dat zijn ‘bewijzen uit het ongerijmde’ die zich keren tegen het ‘gezonde verstand’. En is een benadering van de wereld en de medemens die stelt dat zij gemanipuleerd is door onzichtbare krachten niet gebaseerd op voorzichtigheid en zelfs angst, in plaats van op empathie en bereidwillige hulpvaardigheid? En is dat dan niet iets waarmee een mogelijke‘ liefdewet’ op geen enkele manier gediend is?
Gezond verstand
Dit zijn allemaal factoren die een immuniserende werking hebben gehad op de realiteit en op sociaal-economische processen en actualiteiten. De samenleving werd als het ware immuun gemaakt voor samenzweringstheorieën: deze waren altijd te pareren vanuit de media, vanuit heersende sociaal-economische inzichten of vanuit zichzelf belangrijk vindende platforms.
‘Ik geloof niet zo in samenzweringstheorieën’ is een veelgehoorde en gewaardeerde uitspraak. Met de bijklank van: ‘Je bent eigenlijk naïef en je gebruikt je gezonde verstand niet als je daar wel in gelooft.’ Een beetje zoals de bestrijders van kwakzalvers, sceptisch over alles wat niet aangetoond kan worden langs de strenge regels van een wetenschapsfilosofisch systeem. Maar dat is een systeem dat niet meer a priori het alleenrecht op de waarheid heeft. En het ridiculiseren en ontkennen van het bestaan van samenzweringen – tot en met het verbod om het denken die kant op te laten gaan – kan leiden tot een blokkade die het zicht op de werkelijkheid beperkt.
Want zoveel is wel duidelijk uit het verleden: samenzweringen hebben altijd bestaan en ook in deze onze tijd kan je samenzweringen zeker niet uitsluiten. Sterker nog, juist in deze tijd krijgen samenzweringen, of bijvoorbeeld kartelafspraken op bedrijfsniveau, goed de kans om hun ‘kop’ op te steken, om de ‘dzjinn’ weer uit de fles te krijgen.
Media en manipulatie
Het idee dat bedrijven, religieuze organisaties, veiligheidsdiensten, nationalistische instituten, machtsconglomeraties zolang onschuldig zijn tot hun rol in negatieve zin bewezen is, biedt vrijwel geen mogelijkheden om samenhangende netwerken te ontmaskeren of potentiële complotten bloot te leggen. Denk aan de neergeschoten MH17-vlucht, de tabakslobby, Trumpisme, wapenhandel, farmaceutische industrie, orgaanhandel. En dat zijn dan nog ‘materiële’ voorbeelden die vanwege hun manipulaties en de mediabeheersende invloed iedere bewijsvoering proberen te ontkrachten.
Zelfs de openbaarmaking van honderden miljoenen emails (Panama-papers, Wikileaks, megalekken in de digitale huishouding) die frauduleuze praktijken tot en met samenzweringstendenzen blootleggen, schijnen ons niet erg te deren. Samenzweringstheorieën die getuigen van niet-materiële actoren (bijvoorbeeld Paulus’ boosheden in de lucht) hebben vooronderstellingen nodig die plausibel zijn, die zo geloofwaardig zijn, dat ze in de materiële wereld zichtbaar zouden kunnen worden. Anders zou de samenzwering speculatief blijven; luchtfietserij. En soms is het mogelijk deze veronderstellingen echt te rechtvaardigen in de materiële wereld. En dat een verbod op samenzweringsdenken deze feiten ook niet kunnen blokkeren. Wat er dan gebeurt…
Hella Haasse, een groot Nederlandse romanschrijfster, heeft in haar boek ‘De Meester Van De Neerdaling’ aangegeven wat er dan kan gebeuren: degene die feitelijk ontmaskert, wordt niet alleen in de feiten ontkend en tegengewerkt, maar belachelijk gemaakt en uiteindelijk (in haar roman) met behulp van de kerk krankzinnig verklaard. En dat is geen fictie, maar het is een klassiek en telkens weerkerend fenomeen. Het is een vorm van machtspolitiek handelen uit wanhoop.
BESTEL DE MEESTER VAN DE NEERDALING
Uitschakelen
Het is een bijna universeel patroon: negeren, verdacht maken, ridiculiseren, openlijke oppositie gesteund door de media, ‘fakenews’ en het op één of andere manier uitschakelen van de klokkenluider. Gandhi beschrijft dat proces en het is een lot dat vaak tot een fatale fysieke afloop heeft geleid; denk hierbij aan zowel de katharen als de manicheeën.
In de hermetische teksten wordt dat proces als volgt weergegeven: ‘Daarom vallen zij die gnosis bezitten niet bij de grote massa in de smaak, en omgekeerd. Zij worden voor gek verklaard en hoongelach wordt hun deel, zij worden gehaat en veracht, en mogelijk zelfs gedood. Want… het kwaad moet noodzakelijkerwijs hier beneden verblijf houden, omdat het hier in zijn domein is. Want zijn domein is de aarde, niet de kosmos, zoals sommigen eens godslasterlijk zullen beweren’ (Corpus Hermeticum IX).
Als iets ontmaskerend is, is het wel het licht van de Gnosis. Het betekent ook dat het licht van de Gnosis altijd weer aantoont hoe niet-lichtkrachten samenspannen tegen de eeuwigheidskrachten van het Pleroma, van de volheid maar ook aantoont dat het ‘complot’ het uiteindelijk niet zal kunnen ‘winnen’.
Wat gebeurt er nu in deze tijd met ‘signalen’, ‘bewijzen’ die duidelijk in de richting van een complot gaan, nu steeds duidelijker wordt dat er georganiseerde machtscomplexen zijn die sturend in de wereld opereren. Er zijn op vele vlakken ontmaskeraars, démaskeerders, onthul- lers, ontdekkers van georganiseerde structuren die met geld, macht, onderdrukking, verslaving, politiek te maken hebben.
En er zijn krachten – en wij kunnen ze als ’duister’ of ‘satanisch’ beschouwen – die met alle middelen pogen zulk een démasqué niet alleen te verhullen, maar ook onschadelijk te maken. In feite – zo suggereert ons Hella Haasse – is Satan de overste deze wereld. En het valt niet mee om dat op een zichtbaar niveau inzichtelijk te maken, om de heersende invloeden daarachter te benoemen, laat staan om processen te beschrijven die de duistere invloedssfeer in stand houden en zelfs proberen uit te breiden. Daar komt bij dat je je kunt afvragen waarom je dat zou doen, waarom zou je dat willen? Want juist door je er mee bezig te houden versterk je die invloeden. Minstgenomen stel je het vrijkomen van die invloed ‘uit het onzichtbare’ er door uit.
Nuchter bekijken
Toch zien we in de gnostieke leringen van de Pistis Sophia, en ook in de hermetische geschriften, een belangrijke analyse van de ‘onreine’ geesten, van de verworden entiteiten die leven van de energie van mensen, die hun voeding putten uit de levensverrichtingen van de mensen. Het kan van nut zijn daar nuchter en vanuit het perspectief van onze tijd naar te kijken: hoe manifesteren deze archontische en eonische krachten zich nu?
J. van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) heeft zich in Démasqué gewaagd aan een atmosferische profetie in termen en begrippen. Ze mogen wellicht wat gedateerd overkomen, maar ze passen desalniettemin in de geest van de gnostieke leer: de boosheden in de lucht zullen niet aarzelen alle mogelijke technische, psychologische en mentale hulpmiddelen, zichtbaar of onzichtbaar, in te zetten om hun voeding te garanderen: hun ‘food supply’ uit menselijke energie.
Ook Rudolf Steiner (fakkeldrager van het Rozenkruis 16) heeft over de heersende geesten in het niet-materiële uitspraken gedaan, toen hij schreef dat ahrimanische krachten meer dan negentig procent van de macht grijpen, maar nooit honderd procent zullen winnen: de laatste procenten zullen ze onmogelijk kunnen verwerven. Er zal een evenwicht ontstaan temidden waarvan de Christus-impuls zich atmosferisch kan manifesteren. Tevens beschrijft hij de opkomst van sterk explosieve krachten, die hij de ‘asurische’ krachten noemt. Zij zijn confronterend, onontkoombaar en machtig, en als ze negatief uitwerken, doordat de mens de transformatie niet aangaat, kunnen ze destructief in elke microkosmos huishouden. Deze krachten slingeren dan als het ware de energie uit de menselijke microkosmische stelsels.
Van belang voor ons is wat de waarde van profetieën is in de ontketende tijden waarin we leven. Want profetieën zijn mentale beelden die suggereren een sprongetje in de tijd te kunnen maken om de mensheid te waarschuwen en goed voor te bereiden op een meestal bedreigende toekomst (dystopie) en – soms – gerust te stellen met een beeld van een paradijselijke toekomst (utopie). De waarde ervan lijkt aan devaluatie te lijden. Profetieën of denkbeelden zijn toch projecties vanuit een bepaalde tijd, in een periode dat niet mentale beeldvorming, maar directe handeling in de microkosmoi is vereist. ‘Handlungsbedarf’ , noodzaak tot handelen, noemt de Duitse filosoof Jürgen Habermass dat.
Intuitio Dei
Het strooien van denkbeelden met betrekking op eender welke toekomst blijkt een niet betrouwbare speculatie te zijn (Jiddu Krishnamurti) want ons denken is niet op het Licht geënt: het ‘schouwen in het licht der eeuwigheid’, zoals Spinoza propageert, is niet louter een mentale activiteit. Het is ons niet gegeven met ons huis-tuin-en-keuken pragmatisme dat ook nog eens ‘profit’ zoekt, het eeuwige waar te nemen.
Onze Intuitio Dei, onze zuivere en onpersoonlijke intuïtie als basis voor dat verheven schouwen in het licht der eeuwigheid is er niet meer. Er zijn wat dat betreft in Engeland al filosofen die ervoor pleiten om het vijfde hoofdstuk van Spinoza’s Ethica te schrappen en ook een Nederlandse natuurkundige als Vincent Icke neemt Spinoza’s begrip van oneindigheid en eeuwigheid niet serieus en ziet dat als een wetenschappelijke misstap.
Als de Intuitio Dei werkzaam wordt, het waarnemen van de roos in het innerlijk, dan doorziet men de samenhang, de onderlinge afhankelijkheid van alle systemen, machtsconcentraties, archonten, media in de wereld van de tijd. Men ziet de structuren in machtspatronen, manipulatietechnieken, hoe ze ontstaan juist door het ongebreidelde denken in de tijdruimte van de menselijke levensgolf. In het Licht van de Eeuwige verdwijnt de complexiteit per definitie in het ‘apeiron’, ‘het totaal onbegrensde’ van de Grieken. Dan zijn beide waar: alles is samenzwering, maar niets houdt stand in het onbegrensde van de godheid.
Als gezegd wordt ‘alles zal verwaaien wat op het Licht niet is geënt’ betekent dat dan meteen dat structuren, patronen, ordeningen alleen tijdelijk kunnen zijn? Gelukkig geeft de Griekse mythologie ook aan dat het niet zozeer chaos is die de tijdruimte regeert, maar dat integendeel structuur en ordening, maat en regel in de kosmos heersen. Niet Uranos heerst over de wereld van de tijdruimte, maar Chronos, die structuur, ritme, ordening en vastigheid geeft aan de materiële en niet-materiële werkelijkheid. Dus in principe zal de wereld zich daar ook naar richten.
In de analyses van de gnostieken en hermetici met betrekking tot de overheersing van de archonten en eonen in de geestelijke wereld staan gnosis en pleroma als het ware loodrecht op die machten. De Gnosis maakt duidelijk geen deel uit van de hiërarchische archontenhuishouding.
Kapstok
In de oudtestamentische beschouwing en beleving had men een kapstok, een anker in de tijd nodig in dezelfde voorchristelijke periode: Chronos was daarvoor ideaal, de hiërarchisch structurerende kracht en godheid, demiurg, zou als Saturnus de top-down patronen inblazen en macht en verhoudingen in de tijd ‘regelen’.
Plato had dat ideaal ook zo bepaald: Chronos zou voor ieder de Kosmos dienen te ordenen. Chaos zou beteugeld worden en zijn, vrijheid in een dressuur van rondgangen getemd worden, vrijheid zou niet kunnen ontsporen in bandeloosheid en gekte. Creativiteit van een kunstenaar stond op een tweede plan bij Plato. En ook de geldhuishouding zou gereguleerd kunnen worden binnen controleerbare systemen en regels.
Geldhandelaren konden de tempel binnenkomen. De markt was overal, dus ook in de tempel. En nu, in de laatste eeuw is dat eerder beheersbare systeem een heersend systeem geworden. Het maakt korte metten met de menselijke waarden, ‘de wereld is een tanende wildernis geworden en temidden van die aangerande weelderige wildernis van de natuur is de wereld een gekkenhuis’ (Krishnamurti). En de vrijheid in welke uitingsvorm dan ook mag alleen nog binnen een verdienmodel creatieve kracht tonen.
- Kunnen we nog structuur ontdekken in de samenhangende onderdelen van dat gekkenhuis, dat wij mensen met onze ongebreidelde driften en sloopacties van de wereldse werkelijkheid hebben gemaakt?
- Zijn er nog regels en wetmatigheden te ontdekken die als strenge oppassers van de archontische machthebbers eenduidig heersen?
- En als dat zo is, als die samenhang gedefinieerd kan worden in een machtsspel dat een spiritueel kartel vormt, een afsprakenlijst kent en volgens een bepaalde manier werkt, kunnen we dat dan een samenzwering noemen? Geen profetie, geen complottheorie, maar een heuse conspiracy?
- En zou je die samenzweerders, zowel in het zienlijke als in het onzienlijke dan ook kunnen benoemen?
- En als je dat allemaal zou kunnen, wie help je daar dan mee, welke progressie in de alontwikkeling steun je dan?
- Welke opening naar empathie en werking van een onpersoonlijke liefdewet zou daar dan mee gediend zijn?
- En welke zelfverwerkelijking – misschien op termijn – zou daarmee mogelijk worden?
- Welke ‘overwinning’ in geestelijke zin zou daarmee voor mensen perspectief bieden in een permanente bewustzijnsopklaring?
Men kan zich voorstellen dat er velen zijn die zo’n haarscherpe gnostieke analyse niet nodig vinden. Zij willen de noodzaak voor een opgang in Aquariuswaarden niet ontlenen aan ontmaskeringen. Het is niet per se nodig om Satan zichtbaar te maken, we kunnen het inzicht abstract houden en in zelfovergave aan de werkzaamheid van het Licht ons veld van licht en kracht spreiden. We weten dat Satan de wereld regeert, maar hij verleidt ons niet, we hebben onszelf immuun gemaakt voor zijn verzoekingen.
Geen troost, maar inzicht
Maar is dat werkelijk zo? Hebben we die overwinning echt al zo gevierd? Het Griekse wereldbeeld biedt geen troost, alleen maar inzicht. Volgens de schrijfster Marjoleine de Vos biedt dat wereldbeeld ‘het inzicht, dat weliswaar het mensenleven ellendig is, maar dat er toch niets heerlijker is dan het licht van de zon te zien. Leven! – en anderen helpen leven.’ En het kwaad? Is een mensenleven dan niet ellendig? De Vos geeft toe dat er eigenlijk wel troost zou moeten zijn, want ‘er is zo onbegrijpelijk veel onrecht in de wereld dat mensen willen geloven in een beter leven’. Desnoods in een hiernamaals.
De verdringing en compensatie die hier optreden zou je het Spinoza-criterium kunnen noemen; het leven in een hiernamaals als troost, als beloning dat je het in de wereld hebt volgehouden – iets wat Spinoza als ‘onredelijk’ afwees. Want een in de tijd uitgesteld ‘eeuwig nu’ is natuurlijk geen nu, netzomin als een profetie de werkelijkheid in de tijd echt kan overbruggen. In de christelijke heilsopenbaring gaat het om een overwinning in de wereld, in de tijd, in alle lichamen.
Hella Haasse zegt over het satanische: ‘Men zal een vijand niet overwinnen als men tracht voorbij te zien hoe gevaarlijk hij is’. En wanneer dat gevaar zich laat zien in verhoudingen van uitbuiting vanwege gezag, van maatschappelijk en financieel-economische en psychologische hierarchieën die onderdrukking en slavernij vragen van jeugdige onderdanen, van dwangmatige en opgelegde inverdieneffecten dan is de menselijkheid en de vrije creativiteit geblokkeerd.
Zo wordt de transformatie naar een Aquariusbewustzijn, en een nieuwe ziel, problematisch. De kern van de begrippen hiërarchie en archont bevat niet voor niets ‘arch’. Dat is de zeer oude aanduiding waarmee een negatief reguleren van de wereld en mensheid wordt doorgevoerd. Gnostieke teksten geven aan dat archonten de menselijke geest in eigendom nemen en zijn perceptie manipuleren. Ze geven voorts aan hoe archonten (in een ander frequentiebereik) verborgen blijven en in staat zijn om illusies te manipuleren en overtuigingen in te prenten. ‘Men zal een vijand niet overwinnen als men tracht voorbij te zien hoe gevaarlijk hij is’.
Uranusinwijding
Dat is precies de reden dat J. van Rijckenborgh heeft gewaarschuwd en zelfs geprofeteerd dat iedere leerling zijn houding zal dienen te bepalen voor de illusies en manipulaties van de archontische werkingen. En al eerder heeft hij aangegeven hoe de potentiële Aquariusmens de vijand overwint, namelijk door een Uranus-ingewijde te worden, door wat hij noemt het doorlopen van de eerste en tweede zevenkring, door die eerste twee fasen van het pad te doorleven en te doorlopen.
‘Een Uranus-ingewijde bezit alle mystiek scheppende vermogens van de eeuwigheid die in de tijd moeten worden ingevoerd, tot een opstanding of tot een val’ (bron: Het Christelijke Inwijdingsmysterie, Dei Gloria Intacta). Deze mystiek scheppende vermogens doorkruisen in de elektrische en magnetische werkingen alle archontische krachten en machten. In de vervulling van de machtige onpersoonlijke liefdewet zullen de oude hiërarchische structuren worden opgeheven. Heeft deze Aquariusmens dan geen structuur nodig?
Door de eerste twee zevenkringen te doorlopen heeft zich een ziele-configuratie gevormd die een zuivere en levendige structuur garandeert en zo de Uranus-ingewijde vrijwaart van oude archontische patronen. Deze patronen kunnen geen enkele vat meer krijgen op de bevrijde ziel die door haar werkzaamheid en gerichtheid zelf het onderhoud van de vorm, van de bevrijde en bevrijdende structuur en gestalte, spontaan verricht. En een aquarius-‘complot’ als persoonlijke transformatie is dan werkelijkheid geworden door onpersoonlijke liefdedienst.
Bron: Pentagram 2018 nummer 2