Anam Cara – John O’Donohue over mystiek uit de Keltische wereld – jubileum: 25ste editie

BESTEL ANAM CARA – MYSTIEK UIT DE KELTISCHE WERELD

In ‘Anam Cara’ (wat zielsvriend betekent) neemt de Ierse dichter, priester en filosoof John O’Donohue u mee op reis naar het ‘Eiland van heiligen en geleerden’, waar zij hun eigen Anam Cara zullen ontdekken. Hij onderzoekt een wereld waarin alles is vervuld van goddelijkheid: de rivieren, de heuvels, de zee en de lucht, de dieren en de planten. In een combinatie van filosofie, onderricht en spiritueel inzicht introduceert O’Donohue de spirituele nalatenschap van de oude Kelten. Hij voert zijn lezers naar een plaats waar de schikgodinnen niet worden gevreesd, waar Gods gepassioneerde kant wordt verheerlijkt en waar de mysteries van het dagelijks leven worden gevierd.

De cycli van leven en natuur naspeurend, put dit inspirerende boek uit de heilige wateren van Ierlands spirituele nalatenschap – van de Kelten en hun druïden, van de ‘imbas’ (sagen) van de rondzwervende barden en van de gewijde bronnen van de christelijke kloosters. O’Donohue onthult geheimen die ons opnieuw in verbinding brengen met de wereld om ons heen en de schatten in onze eigen ziel.

EEN: HET MYSTERIE VAN VRIENDSCHAP

Licht is grootmoedig

Als u ooit in de gelegenheid bent geweest vroeg in de morgen voordat de dag aanbreekt buiten te zijn, zult u hebben opgemerkt dat de donkerste tijd van de nacht vlak voor de dageraad valt. Het duister verdiept zich en wordt anoniemer. Als u nooit in de wereld was geweest en nooit had geweten wat een dag is, zou u u nooit hebben kunnen voorstellen hoe het duister wijkt, en hoe het mysterie en de kleuren van een nieuwe dag aanbreken. Licht is ongelooflijk grootmoedig maar ook zachtmoedig.

Als u let op de manier waarop de dag aanbreekt, leert u hoe licht het duister kan overhalen. Heel bedreven en geleidelijk verschijnen de eerste vingers van licht aan de horizon en trekken ze de mantel van duisternis van de wereld weg. Stilletjes ziet u voor u het mysterie van een nieuwe dageraad, een nieuwe dag. Emerson zegt: ‘De dagen zijn van God, maar niemand vermoedt het.’ Het is een van de tragedies van de moderne cultuur dat wij het contact hebben verloren met deze primaire toegangen tot de natuur. De urbanisering van het moderne leven is erin geslaagd ons te verbannen uit dit vruchtbare thuis zijn op onze moeder aarde.

Uit de aarde gevormd zijn wij zielen in stoffelijke vorm. Wij dienen in harmonie te blijven met onze innerlijke stoffelijke stem en ons verlangen. Maar deze stem is niet langer hoorbaar in de moderne wereld. Daarom zijn we ons niet eens bewust van ons verlies, en de pijn van onze geestelijke ballingschap is des te intenser omdat wij niet of nauwelijks begrijpen waar zij vandaan komt.

In de nacht rust de wereld. Bomen, bergen, velden en gezichten zijn bevrijd van de gevangenis van de vorm en de last van het gezien worden. Binnen de beschutting van de duisternis kruipt elk ding terug in zijn eigen natuur. De duisternis is de oude moederschoot. De tijd van de nacht is de tijd van de moederschoot. Onze zielen komen tevoorschijn om te spelen. De duisternis maakt alles vrij; de strijd om identiteit en de behoefte om indruk te maken, vallen weg. Wij rusten in de nacht. De dageraad is een vernieuwende tijd, een tijd van mogelijkheden en beloften. Alle elementen van de natuur – stenen, velden, rivieren en dieren – bevinden zich plotseling opnieuw in het nieuwe morgenlicht.

Zoals de duisternis rust en bevrijding brengt, brengt de dageraad ontwaken en vernieuwing. In onze middelmatigheid en ons gebrek aan aandacht vergeten we dat we het voorrecht hebben in een wonderlijk heelal te leven. Elke dag onthult de dageraad het mysterie van dit heelal. De dageraad is de ultieme verrassing; hij maakt ons bewust van het onmetelijke ‘daarzijn’ van de natuur. De prachtige, subtiele kleuren van het heelal verheffen zich om iedereen te bekleden. Dit wordt weergegeven in de uitspraak van William Blake: ‘Kleuren zijn de wonden van het licht.’ Kleuren brengen de diepte van de geheime tegenwoordigheid in het diepst van de natuur aan het licht.

De Keltische cirkel van verbondenheid

In heel de Keltische poëzie zijn de kleur, de kracht en de intensiteit van de natuur te vinden. Hoe schoon herkent zij de wind, de bloemen, het breken van de golf op het land? De Keltische spiritualiteit vereert de maan en aanbidt de levenskracht van de zon. Vele van de oude Keltische goden waren verbonden met de bronnen van de vruchtbaarheid van en het thuis zijn in de natuur. Omdat de Kelten een natuurvolk waren, was de wereld van de natuur zowel iets wat er was als een metgezel. De natuur voedde hen; in de natuur voelden zij zich het meest thuis en zij voelden zich er het diepst mee verbonden.

De Keltische natuurpoëzie is vol van deze warmte, verwondering en verbondenheid. Een van de oudste Keltische gebeden is een gebed met de naam ‘St. Patricks borstplaat’; de diepere naam ervan is ‘De schreeuw van het rendier’. Er is geen scheiding tussen het subjectieve en de elementen. Het subjectieve wordt integendeel juist door de elementaire krachten bezield en verheven:

‘Vandaag stond ik op
door de kracht van de hemel,
het licht van de zon,
de stralen van de maan,
de gloed van het vuur,
de schicht van de bliksem,
de jacht van de wind,
de diepte van de zee,
de vastheid van de aarde,
de hardheid van de rots.’

De Keltische wereld is vol nabijheid en verbondenheid. De Keltische geest vereerde het licht. Dat is een van de redenen waarom de Keltische spiritualiteit in onze tijd opkomt als een nieuw gesternte. Wij zijn eenzaam en verloren in onze hongerige transparantie. Wij hebben wanhopig behoefte aan een nieuw en vriendelijk licht waarin de ziel kan schuilen en haar oude verbondenheid met ons kan openbaren. Wij hebben behoefte aan een licht dat zijn verwantschap met het duister heeft behouden. Want wij zijn zonen en dochters van de duisternis en van het licht.

Wij zijn altijd op reis van de duisternis naar het licht. Allereerst zijn wij kinderen van de duisternis. Uw lichaam en uw gezicht vormden zich het eerst in de zoete duisternis van de schoot van uw moeder. Uw geboorte was een eerste reis van de duisternis naar het licht. Heel uw leven leeft uw geest in het duister van uw lichaam. Elke gedachte die u hebt, is een moment van licht, een vonkje vuur dat oplicht in uw innerlijke duisternis. Het wonder van de gedachte is haar aanwezigheid in de nachtzijde van uw ziel; de schittering der gedachte wordt geboren in het duister.

Elke dag is een reis. Wij komen uit de nacht in de dag. Alle creativiteit ontwaakt op deze eerste drempel waar licht en duister elkaar beproeven en zegenen. U vindt alleen evenwicht in uw leven als u de stroom van dit oude ritme leert te vertrouwen. Ook het jaar is een reis met hetzelfde ritme. Het Keltische volk had een diep besef van de cirkelvormige aard van onze reis. Wij komen vanuit de duisternis van de winter in de mogelijkheden en het bruisende leven van de lente.

Uiteindelijk is licht de moeder van het leven. Waar geen licht is, kan geen leven zijn. Als het aangezicht van de zon zich van de aarde zou afwenden, zou elk menselijk, dierlijk en plantaardig leven, zoals we dat kennen, verdwijnen. Dan zou de aarde opnieuw bevriezen en met ijs worden overdekt. Licht is de verborgen tegenwoordigheid van het goddelijke. Het houdt het leven in stand. Licht is een koesterende aanwezigheid. Het geeft de natuur warmte en kleur. De ziel ontwaakt en leeft in het licht. Het helpt ons af en toe een glimp op te vangen van de verborgen diepten in ons.

Zodra mensen begonnen te zoeken naar de zin van hun leven werd het licht een van de krachtigste metaforen om de eeuwigheid en diepte van het leven uit te drukken. In de westerse traditie en vooral ook in de Keltische traditie is het denken vaak vergeleken met licht. Door zijn helderheid werd het intellect bestemd tot de plaats van het goddelijke in ons.

Toen de menselijke geest begon na te denken over het op een na grootste mysterie van het leven, het mysterie van de liefde, werd licht ook altijd gebruikt als een metafoor voor haar kracht en tegenwoordigheid. Wanneer de liefde in uw leven, in de nacht van uw hart, ontwaakt, is het alsof de dageraad in u aanbreekt. Waar eerder anonimiteit was, is nu intimiteit; waar eerder angst was, is nu moed; waar eerder in uw leven lompheid was, is er nu een ritme van gratie en bevalligheid; waar u eerder potsierlijk was, bent u nu sierlijk en in harmonie met uzelf. Wanneer de liefde in uw leven ontwaakt, is het als een wedergeboorte, een nieuw begin.

Het menselijk hart wordt nooit voltooid geboren.

Hoewel het menselijk lichaam op een bepaald moment voltooid wordt geboren, is de geboorte van het menselijk hart een voortgaand proces. Het wordt geboren in elke ervaring van uw leven. Alles wat u overkomt, heeft het potentieel u te verdiepen. Het doet in u nieuwe domeinen van het hart geboren worden. Patrick Kavanagh brengt deze zin van de zegen van wat gebeurt als volgt onder woorden: ‘Loof, loof,loof/ de wijze waarop het gebeurde en de wijze waarop het is.’

In de christelijke traditie is de doop een van de schoonste sacramenten. Ertoe behoort een speciale zalving van het hart van de baby. De doop komt voort uit de joodse traditie. Voor het joodse volk is het hart het centrum van alle emoties. Het hart wordt gezalfd als een belangrijk orgaan voor de gezondheid van de baby maar ook als de plek waar al zijn gevoelens zich zullen nestelen. Het gebed beoogt dat het nieuwe kind nooit gevangen wordt of verstrikt raakt in valse innerlijke netwerken van negativiteit, wrok of zelfvernietiging. De zegeningen beogen ook dat het kind een voortdurende stroom van gevoelens in zijn leven heeft, dat zijn gevoelens de vrije loop hebben en zijn ziel uit de wereld voeren en van de wereld verrukking en vrede ontvangen.

Tegen de oneindigheid van de kosmos en de stille diepten van de natuur straalt het menselijk gelaat als een icoon van intimiteit. Het is hier, in deze icoon van menselijke tegenwoordigheid, dat het goddelijke in de schepping zichzelf het meest nabij komt. Het menselijk gelaat is de icoon van de schepping. Ieder mens heeft ook een innerlijk gelaat dat altijd wordt gevoeld maar nooit gezien. Het hart is het innerlijk gelaat van uw leven. De menselijke reis streeft ernaar dit innerlijk gelaat mooi te maken. Hier wordt liefde in u verzameld.

Liefde is absoluut vitaal voor een mensenleven. Want alleen liefde kan het goddelijke in u doen ontwaken. In liefde groeit u en komt u tot uzelf. Als u leert lief te hebben en uzelf te laten liefhebben, komt u tot de kern van uw eigen geest. Dan bent u warm en beschut. Dan bent u volkomen een met uzelf in het huis van uw verlangen waar u thuishoort. In die groei en die thuiskomst ligt de onverwachte bonus in het liefhebben van elkaar.

Liefde begint met aandacht geven aan anderen, met een daad van liefdevolle zelfverloochening. Dit is de voorwaarde waaronder wij groeien. Zodra de ziel ontwaakt, begint de zoektocht en kunt u nooit meer terug. Vanaf dat moment ontbrandt in u een bijzonder verlangen dat u nooit meer doet dralen in het laagland van zelfgenoegzaamheid en gedeeltelijke vervulling. Het eeuwige dwingt u ertoe het te verlaten. U bent er niet meer toe genegen compromissen te sluiten of de dreiging van gevaar u ervan af te laten houden naar de hoogste vervulling te reiken. Als dit spirituele pad zich voor u opent, kunt u de wereld en de levens van anderen een ongelooflijke grootmoedigheid schenken.

Soms is het gemakkelijk naar buiten toe grootmoedig te zijn, te geven en te geven en te geven en toch gierig tegenover uzelf te blijven. U verliest het evenwicht van uw ziel als u een gulle gever bent maar een slechte ontvanger. U moet gul zijn voor uzelf teneinde de liefde die u omgeeft te ontvangen. U kunt lijden onder een wanhopige behoefte liefgehad te worden. U kunt lange jaren zoeken op eenzame plaatsen, ver buiten uzelf.

Toch is deze liefde de hele tijd maar een paar centimeter bij u vandaan. Zij bevindt zich aan de deur van uw ziel, maar u was blind voor haar aanwezigheid. Door een of andere kwetsuur is er in het hart een deur dichtgeslagen en bent u onmachtig hem te openen en liefde te ontvangen. Wij moeten oplettend blijven om te kunnen ontvangen. Boris Pasternak heeft gezegd: ‘Als er een groot moment op de deur van uw leven klopt, is die klop vaak niet luider dan het kloppen van uw hart, en het is erg gemakkelijk hem niet te horen.’

Het is vreemd ironisch dat de wereld macht en bezit liefheeft. U kunt erg succesvol zijn in deze wereld, door iedereen worden bewonderd, talloos veel bezittingen hebben, een lieve familie, succes in uw werk en alles wat de wereld kan geven, maar desondanks toch volkomen verloren en ellendig zijn. Als u alles hebt wat de wereld u heeft te bieden maar u hebt geen liefde, dan bent u de armste der allerarmsten.

Elk menselijk hart hunkert naar liefde. Als u de warmte der liefde niet in uw hart hebt, is het niet mogelijk dat u echt het leven viert en ervan geniet. Hoe hard, competent, zelfverzekerd of gerespecteerd u ook bent, wat u ook vindt van uzelf of anderen van u vinden, het enige waar u diep naar verlangt, is liefde. Waar we ook zijn, wie we ook zijn of wat we ook zijn, of op wat voor soort reis we ook zijn, we hebben allemaal liefde nodig.

In zijn Ethiek wijdt Aristoteles verscheidene hoofdstukken aan een beschouwing over vriendschap. Hij baseert vriendschap op het idee van goedheid en schoonheid. Een vriend is iemand die voor de ander het goede verlangt. Aristoteles ziet in hoe in het complexe geheel van onze individualiteit ons innerlijk zich weerspiegelt en vervulling vindt in het ontdekken en onderhouden van vriendschap: ‘Onze gevoelens jegens onze vrienden weerspiegelen onze gevoelens jegens onszelf.’ Hij weet van het geduld dat nodig is om een echte vriendschap op te bouwen: ‘Het verlangen naar vriendschap komt snel op, maar vriendschap zelf niet.’ Vriendschap is de genade die ons leven verwarmt en veraangenaamt: ‘Niemand verkiest te leven zonder vrienden, ook al had hij alle andere goede dingen.’

Liefde is de natuur van de ziel

De ziel heeft even dringend liefde nodig als het lichaam lucht. In de warmte van de liefde kan de ziel zichzelf zijn. Alle mogelijkheden van uw menselijke bestemming slapen in uw ziel. U bent hier om deze mogelijkheden te verwezenlijken en te eren. Als er liefde in uw leven komt, ontwaken ongekende dimensies van uw bestemming, dimensies die zullen groeien en bloeien.

Het mogelijke vormt de geheime kern van de tijd. Oppervlakkig gezien is tijd vergankelijk. Ongeacht zijn droefheid of schoonheid loopt elke dag af en gaat voorbij. In zijn diepste kern is tijd herschepping. Tijd slaat acht op wat mogelijk is en zorgt ervoor dat niets verloren gaat of wordt vergeten. Dat wat aan de oppervlakte van de tijd lijkt te verglijden, wordt in feite herschapen en geborgen in het tabernakel van de herinnering. Het mogelijke vormt de geheime kern van creativiteit.

Martin Heidegger spreekt van de ‘ontologische prioriteit’ van het mogelijke. Op het diepste zijnsniveau is het mogelijke zowel de moeder als de herschapen bestemming van wat wij gebeurtenissen en feiten noe- men. Deze stille en verborgen wereld van het eeuwige is de ziel. Liefde is de natuur van de ziel. Als wij liefhebben en onszelf laten liefhebben, beërven wij steeds meer het koninkrijk van het eeuwige. Dan verandert angst in moed, wordt leegheid volheid en wordt afstand nabijheid.

De anam cara-ervaring leidt tot een vriendschap die zich niet laat schaden of beperken door scheiding of afstand. Een dergelijke vriendschap kan zelfs blijven bestaan als de vrienden ver weg van elkaar wonen. Omdat zij op het vlak van de ziel de barrières van imago en egoïsme hebben doorbroken, wordt de eenheid van hun zielen niet gemakkelijk verbroken.

Waar de ziel is ontwaakt, verandert de fysieke ruimte. Zelfs ondanks de afstand tussen hen kunnen twee vrienden op elkaar afgestemd blijven en het verloop van elkaars leven blijven aanvoelen. Met uw anam cara wekt u het eeuwige. In deze zielenruimte is geen afstand. Dit wordt fraai geïllustreerd tijdens de maaltijd in de film Babette’s Feast waar een oude soldaat spreekt tegen de vrouw die hij al vanaf zijn jeugd bemint, maar met wie hij niet mocht trouwen. Hij vertelt haar dat, ook al heeft hij haar sindsdien nooit meer gezien, zij altijd aan zijn zij is geweest.

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord
Proloog

1. Het mysterie van vriendschap
Licht is grootmoedig
De Keltische cirkel van verbondenheid
Het menselijk hart wordt nooit voltooid geboren
Liefde is de natuur van de ziel
De umbra nihili
De anam cara
Intimiteit als een heilige ervaring
Het geheim van het nader komen tot de ander
Diarmuid en Gráinne
Liefde als oeroude herkenning
De cirkel van verbondenheid
De kalyana-mitra
De ziel als goddelijke echo
De bron van liefde in onszelf
De herschepping van de zinnen
Het gewonde geschenk
In het koninkrijk der liefde is geen wedijver

2. Naar een spiritualiteit van de zintuigen
Het gelaat is de icoon van de schepping
De heiligheid van de blik
De onbegrensdheid van uw innerlijke wereld
Het gelaat en de tweede onschuld
Het lichaam is de engel van de ziel
Het lichaam als spiegel van de ziel
Voor de Kelten zijn het zichtbare en het onzichtbare één
De Kinderen van Lir
Een spiritualiteit van verandering
De zintuigen als toegangen tot de ziel
Het oog is als de dageraad
Manieren van kijken
Smaak en spraak
Reukzin en ademhaling
Echt luisteren is aanbidden
De taal van het gevoel
De Keltische zintuiglijkheid

3. Eenzaamheid is lichtgevend
De wereld van de ziel is een verborgen wereld
Het gevaar van neon-waarneming
Geboren worden is verkoren worden
De Keltische onderwereld als weerklank
De herschepping van het ik – de bevrijding van de ziel
Er is geen spiritueel programma
Het lichaam is uw enige thuis
Het lichaam bevindt zich in de ziel
Natuurlijk zijn is heilig zijn
De dansende geest
Schoonheid houdt van verwaarloosde plaatsen
Gedachten zijn onze innerlijke zintuigen
Ascetische eenzaamheid
Stilte is de zuster van het goddelijke
De menigte in het diepst van onze ziel
Tegenstrijdigheden als schatten
De ziel houdt van eenheid
Naar een spiritualiteit van non-interventie
Een van de grootste zonden is het ongeleefde leven

4. Werk als een poëzie van groei
Voor het oog is beweging een feest
Groeien is veranderen
De Keltische eerbied voor de dag
De ziel verlangt ernaar zich uit te drukken
Pisreoga
Presentie als zielsstructuur
Zwakheid en macht
De val van een valse verbondenheid
Arbeid en verbeelding
Spontaniteit en stagnatie
Uw rol kan u verstikken
Sisyfus
De zalm der kennis
Het valse beeld kan u verlammen
De koning en het geschenk van de bedelaar
Werk waarvan u houdt brengt schoonheid voort

5. Ouder worden: de schoonheid van de innerlijke oogst
De tijd als een cirkel
De seizoenen in het hart
De herfst en de innerlijke oogst
De vluchtigheid van de tijd maakt van elke ervaring een schim
Het geheugen: waar onze verdwenen dagen zich heimelijk verzamelen
Tír na n-Óg: het land van de eeuwige jeugd
De eeuwige tijd
De ziel als tempel van de herinnering
Zelfmededogen en het binnenhalen van de innerlijke oogst
Bewaar altijd iets moois in uw hart
Het verlichte veld
Het hartstochtelijke hart wordt nooit oud
Het vuur van het verlangen
Ouder worden: een uitnodiging tot een nieuwe eenzaamheid
Eenzaamheid: de sleutel tot moed
Wijsheid als evenwicht en genade
De ouderdom en de schatten van de schemertijd
Ouderdom en vrijheid

6. De dood: de horizon bevindt zich in de bron
De onbekende metgezel
De gezichten van de dood in het dagelijks leven
De dood als de bron van angst
De dood in de Keltische traditie
Als de dood op bezoek komt…
De caoineadh: de Ierse rouwtraditie
De ziel die het lichaam kuste
De Bean Sí
Een goede dood
De doden zijn onze naaste buren
Het ik en de ziel
De dood als een uitnodiging tot vrijheid
Het niets: een gezicht van de dood
Wachten op het vullen van de leegte
De geboorte als dood
De dood doorbreekt onze gescheidenheid
Zijn ruimte en tijd anders in de eeuwige wereld?
De doden zegenen ons

Dankbetuigingen
Verder aanbevolen literatuur

BESTEL ANAM CARA – MYSTIEK UIT DE KELTISCHE WERELD

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE KELTEN