De mysteriën van Christus voor wie het geheim begrijpen wil – visie van Hans Stolp op het esoterisch christendom


BESTEL DE MYSTERIËN VAN CHRISTUS

In zijn nieuwste boek ‘De mysteriën van Christus, dat zal verschijnen op 20 juli 2021 bij uitgeverij AnkhHermes, vertelt Hans Stolp op geheel eigen wijze over het esoterisch christendom, dat zo anders kijkt naar de geheimen die zijn verbonden met Jezus Christus dan dat de kerkelijke traditie dit doet, en anders dan het gnostieke christendom dat gebaseerd is op transfiguratie. Waarom, vroeg Hans Stolp zich als kind al af, kreeg hij wel drie verschillende namen: Jezus, Christus en Jezus Christus? Met die verschillende namen zijn mysteriën verbonden. Na jarenlang onderzoek naar de vraag ‘Wie is Jezus?’ vertelt hij in dit boek over de mysteriën van de kosmische Christus, van Jezus van Nazareth, van Jezus Christus en van de Christus.

Hans Stolp vertelt zijn lezers dat zij wat hem betreft niets hoeven te geloven van wat er in dit boek staat omdat de tijd van geloven op gezag van een ander of autoriteiten definitief voorbij is. Hij schrijft: ‘Hoe waar is het dat zelfs het diepste donker geschenken in zich draagt. Hoe waar is het dat het donker de geboortegrond van een nieuw en hoger inzicht en van een hoger bewustzijn is. Hoe waar dat Christus ons dan zo nabij komt.’

TEN GELEIDE

Heel mijn leven staat in het teken van twee geheimen: Wat is de dood? en: Wie is Jezus Christus?Aan het eerste thema heb ik vele boeken gewijd. Een paar maanden geleden werd bijvoorbeeld mijn boek Wat gebeurt er als je doodgaat? weer opnieuw uitgebracht. Steeds meer mensen willen begrijpen wat de dood nu eigenlijk is en hoe het verder gaat als je sterft. En tot mijn vreugde heb ik mogen ontdekken dat er over dit thema zoveel meer te vertellen valt dan velen zich bewust zijn.

Maar ook aan het tweede thema, Wie is Jezus Christus? heb ik meerdere boeken gewijd. Nu ben ik inmiddels 78 jaar, een leeftijd waarop ik vaker dan vroeger terugkijk op het leven dat achter mij ligt, maar waarop ik anderzijds ook verwachtingsvol vooruitkijk naar het leven na de dood dat mij wacht.

Het terugkijken op de jaren die achter mij liggen vervult mij met een grote dankbaarheid, omdat ik daarbij zie hoe ik door de jaren heen een groeiend inzicht mocht krijgen in de beide grote levensthema’s die mij als kind al bezighielden en waar ik toen niets van begreep.

Vanuit die dankbaarheid wil ik graag de inzichten die ik in dit leven mocht opdoen over de mysteriën van Jezus Christus in dit boek neerleggen. Want ik voel me rijk door de mij geschonken inzichten – en die rijkdom wil ik zielsgraag delen met wie daarvoor openstaat.

Jaren geleden was ik op het eiland Patmos waar de apostel Johannes het laatste boek van de Bijbel schreef: De Openbaring van Johannes. Tijdens mijn verblijf daar kreeg ik een droom die mij tot op de dag van vandaag is bijgebleven. Ik zat in een kerk tussen vele mensen die luisterden naar de dominee. Op een gegeven moment, on­verwacht, gaf de dominee mij het woord. Toen zei ik heel spontaan, zonder daarover na te denken: ‘Christus is ge­storven in de kerken. Hij leeft er niet meer’. En terwijl ik dat zei, begonnen de tranen over mijn gezicht te stromen. Opnieuw zei ik: ‘Christus is dood, Hij is opnieuw gestor­ven in de kerken’. De dominee keek mij vriendelijk aan. Hij zei niets. Maar ik zag herkenning op zijn gezicht, en begrip. Toen werd ik wakker. Mijn gezicht was nog nat van de tranen.

Het was een droom die mij diep raakte en die precies tot uitdrukking bracht wat ik diep vanbinnen beleefde: een diep verdriet over het feit dat steeds meer mensen (binnen, maar ook buiten de kerken) de innerlijke verbinding met Christus verliezen. Maar tegelijk gaf deze droom mij ook een krachtige impuls om anderen over de Christus te vertellen op een manier die hen misschien wel kan raken en overtuigen.

Het is deze impuls, net zoals mijn waarneming dat steeds meer mensen in deze tijd de innerlijke verbinding met de Christus verliezen, die mij ertoe brengt om dit boek te schrijven.

Veel heb ik in mijn leven te danken aan anderen: aan Carl Gustav Jung, aan Swedenborg, aan de mystici, aan de Nag Hammadi-geschriften en ga zo maar door: we staan altijd op de schouders van anderen. Maar het meest heb ik te danken aan Rudolf Steiner, wiens boeken ik pas op latere leeftijd begon te lezen. Eerst moest ik kennelijk mijn eigen gedachten en inzichten ontwikkelen, voordat ik mij mocht verbinden met de grote Meester van deze tijd, die ons zoveel inzicht heeft gegeven in het esoterisch christendom. Vooral naar hem gaat mijn liefde en dankbaarheid uit.

Denk overigens niet dat ik de inzichten van Rudolf Steiner blind heb overgenomen, dat zou hij zelf ook niet hebben gewild en dat past ook niet bij mijn aard. Maar datgene waarop mijn ziel bij het lezen meteen zei: Ja, zo is het, ik voel dat dit waar is, nam ik in mij op en droeg ik voortaan mee als een weten van mijn ziel.

U hoeft overigens wat mij betreft niets te geloven van wat er in dit boek staat: de tijd van geloven op gezag van een ander is definitief voorbij. Maar misschien zijn er inzichten of thema’s die u raken en waarvan uw ziel zegt: ja, ik voel dat het zo moet zijn. Neem die inzichten dan mee en laat ze uw leven verrijken.

Wanneer u als lezer(s) er zo mee omgaat, geeft mij dat de ruimte om zonder mitsen en maren te schrijven hoe ik er tegenaan kijk en waaruit voor mij de mysteriën van Jezus Christus bestaan.

Dat ik in mijn leven zo intensief met dit thema bezig ben geweest heeft ook te maken met het feit dat ik de Christus een enkele keer heb mogen aanschouwen. Dat was ingrijpend en aanvankelijk ook verbijsterend. Ik heb er lange jaren over gedaan om die ervaringen te verwerken. Ook heb ik er lang naar moeten zoeken hoe die ervaringen nu eigenlijk mogelijk waren en hoe ik die zou kunnen begrijpen. Waarom kwamen ze op mijn weg en wat wilden zij mij zeggen? Vanuit die jarenlange bezinning en vanuit de inzichten ontstond dit boek.

De schildering op de voorzijde van dit boek is gemaakt door mijn man Harm Wagenmakers. Hij gaf het de titel: De grote wachter op de drempel. Ieder mens die sterft en een innerlijke verbinding heeft met Christus, zal hem, de grote wachter op de drempel, mogen zien als hij sterft. Want daar, op de drempel van de dood, is het Christus die ons omhult met liefde, met begrip voor de vele fouten die wij maakten en met inzicht. Hij is het die ons opvangt en ons met zijn allesomvattende liefde geneest van de geestelijke verwondingen die wij op aarde opliepen.

Tot de diepste ervaringen van mijn leven behoort deze: dat Harm – toen hij met Kerst 2018 door de poort van de dood ging – schouwend mocht zien wat hij met dit schilderij had willen uitdrukken. Christus wachtte hem op en werd zijn metgezel in het nieuwe leven dat toen voor hem begon. Van die ervaring maakte Harm mij deelgenoot.

Harm was het ook die mij de titel voor dit boek meegaf: De Mysteriën van Christus, voor wie het geheim begrijpen wil. Nu is, zoals ik eerder al schreef, de tijd van geloven voorbij. De engelen die vroegere generaties nog hielpen geloven, hebben zich wat meer teruggetrokken om ons mensen het grote geschenk van de vrijheid te geven. Daardoor kunnen wij de mysteriën van Jezus Christus niet langer zomaar geloven, wij moeten ze nu kunnen begrijpen. Dat wil zeggen: in de huidige tijd hebben wij inzicht nodig om ons met de mysteriën van Jezus Christus te kunnen verbinden.

Moge dit boek voor u als lezer(es) een kleine wegwijzer zijn op weg naar dat inzicht.

1. EEN MIJLPAAL IN DE GESCHIEDENIS

De mystici

Waarom, vroeg ik mij als kind al af, kreeg hij wel drie verschillende namen: Jezus, Christus en Jezus Christus? Ik voelde dat er met die verschillende namen grote geheimen verbonden waren. Maar niemand kon mij vertellen wat die geheimen dan wel waren. De dominee in de kerk wist het kennelijk ook niet; bij alles wat hij zondags vanaf de preekstoel over de Christus zei, kreeg ik als kind het gevoel: zo is het niet, het is anders. Maar hoe het dan wel zat wist ik natuurlijk ook niet.

De hooggeleerde professoren in de theologie konden mij – jaren later – die geheimen evenmin vertellen tijdens mijn theologische studie. Ik had daarop wel gehoopt en er veel van verwacht. Ook bij hen voelde ik steeds weer: dit klopt op de een of andere manier niet, het is die­per, anders. Maar hoe het dan wel zat? Ik wist het niet. Na mijn theologische studie ontdekte ik de mystici. Jakob Böhme bijvoorbeeld, Johannes van het Kruis, Hildegard von Bingen, Meester Eckhart, Johannes Tauler en zoveel andere middeleeuwers. Maar ook iemand als Emanuel Swedenborg, de Zweedse wetenschapper en mysticus uit de achttiende eeuw.

Wat heb ik van hun beelden en inzichten genoten! Bij hen voelde ik een dieper weten: alsof zij op de een of andere manier met de grote geheimen van Jezus Christus vertrouwd waren. Daarnaast voelde ik bij de meesten van hen een waarachtige, levende verbinding met de geestelijke wereld. Daardoor realiseerde ik mij dat hun inzichten op de een of andere manier uit die wereld voortkwamen.

Om een beeld te krijgen van hun manier van denken hoeven we alleen maar stil te staan bij de bekende Poolse arts en mysticus Angelus Silesius – hij leefde in de zeventiende eeuw – die zeer bekend werd vanwege de uitspraak: ‘Al was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren, maar niet in u, dan bent u verloren’. Maar ook deze prachtige tekst van Meester Eckhart is zo veelzeggend: ‘Wie verlichting en inzicht in alle waarheid wil verkrijgen, denke aan Gods geboorte in hem, in de grond van zijn ziel. Zodra hij zich daarvoor openstelt, komen alle zielen­ krachten tot leven en in één ogenblik ontvangt hij meer wijsheid dan wie hem ook leren kan.’

Een stortvloed van sprekende beelden

Zoals uit deze citaten duidelijk wordt, wijzen de mystici ons de weg naar binnen, naar het eigen hart: ons hart is de plaats waar de Christus geboren wil worden. De theologen daarentegen wezen meestal naar buiten: naar de Bijbeltekst, de kerkvaders, of de dogmatiek. Je kunt ook zeggen: de mystici spraken vanuit ervaring en beleving, de theologen vooral vanuit het (beperkte, rationele) denken en hun geloof. Maar als ik dan moest kiezen voor een van die beide wegen – en kennelijk was er geen andere keuze dan tussen die beide – sprak de weg van de mystici mij meer aan: wat zij zeiden, deed mij wat en dat was bij de teksten van de theologen zelden het geval.

Zo vond ik bij de mystici een levenssfeer die mij aansprak en mij op de een of andere manier vertrouwd was. Daarnaast ervoer ik bij hen een diepe verbondenheid met het mysterie van Christus. In elk woord dat ze schreven of spraken was die verbondenheid voelbaar en zij gaven daaraan met een diepe eerbied uiting. Vooral die eerbied en de innigheid van hun denken waren het die mij steeds weer raakten en die voeding gaven aan mijn ziel.

Er was echter één ‘maar’: de mystici gaven de geheimen van Christus niet op een logische, samenhangende en begrijpelijke manier weer. En dus niet op de manier van denken die de mens van tegenwoordig nu eenmaal eigen is. Het was meer een stortvloed van sprekende beelden en diepzinnige gedachten die op mij altijd de indruk maakte van water dat stroomt uit een verborgen bron. Maar in die veelheid van beelden en gedachten kon ik ten aanzien van het thema dat mij zo bezighield – wie is Jezus Christus? – maar moeilijk een samenhangend geheel vinden. En omdat ik nu eenmaal een mens van deze tijd ben, wilde ik zo graag op een heldere en logische manier begrijpen hoe het nu precies zit met de mysteriën van Christus.

De Nag Hammadi-geschriften

Al spoedig ontdekte ik ook de Nag Hammadi-geschriften. Dat zijn evangeliën en andere christelijke geschriften die in 1945 in Egypte gevonden werden en die stammen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Deze geschriften werden weliswaar niet in de Bijbel opgenomen, maar geven wel het diepere weten van de christelijke ingewijden uit de eerste eeuwen van onze jaartelling weer.

Van deze geschriften is inmiddels het evangelie van Thomas het meest bekend geworden: een verzameling korte spreuken of teksten die een diep inzicht in de menselijke ziel verraden. De inzichten die psychiaters als Freud, Jung, Adler en zoveel andere wetenschappers eeuwen later ontdekten – de grondslagen van de psychologie – kun je hier al vinden, maar dan in beeldvorm. Een van de meest bekende logia (zeg maar: spreuken) uit het Thomasevangelie luidt:

Jezus zei:
Wie het Al denkt te kennen maar niet zichzelf
blijft volkomen in gebreke.’

Zoals in alle Nag Hammadi-geschriften wordt ook in deze tekst benadrukt hoe belangrijk het is om de weg naar binnen te gaan: zelfkennis vormt de basis van alle kennis. Wie zichzelf niet kent, zal de wereld daarom nooit (echt) kunnen begrijpen: die kent alleen de buitenkant van de dingen. Vandaar dat boven de ingangspoort van de tempel in Delphi stond: Gnothi seauton, wat ken uzelf betekent. Het heiligdom stond in Griekenland (in Delphi dus) en stamt uit de voorchristelijke tijd. De bezoekers van het heiligdom kregen deze raad mee: alle (ware) kennis begint met het inzicht in jezelf.

Vergis je niet: dit is een belangrijk inzicht, juist ook voor onze tijd. Want het betekent dat wetenschap die zich alleen maar op het object (buiten zichzelf) richt, en niet ook op zichzelf, nooit de essentie van het object zal kunnen begrijpen. We hebben dan te maken met een wetenschap die zich alleen op de (materiële) buitenkant richt, maar voorbijgaat aan de essentie, de geest. Anders gezegd: je krijgt geen verbinding met het wézen van dat object, alleen maar met zijn buitenkant. 

Hoe langer ik de teksten uit de Nag-Hammadi-geschriften met mij meedroeg, hoe meer ik het grote belang ervan begon in te zien. Juist voor onze tijd die zich vooral richt op de materie, maar die de geest vergeet, zijn ze van onschatbare betekenis.

De Nag Hammadi-geschriften hebben ons een dieper inzicht in het ontstaan en het begin van het christendom gegeven. In feite brachten deze geschriften een revolutie in de theologie teweeg: ze laten zien dat er in de eerste eeuwen van onze jaartelling in de kringen van ingewijden heel anders, diepzinniger en diepgaander werd gedacht over de mysteriën van Christus dan de theologie eeuwenlang heeft geweten en beseft: esoterische geheimen komen hierin aan het licht. Bijvoorbeeld de geheimen die met het kind Jezus verbonden zijn, of de geheimen die ten grondslag liggen aan de opstanding van Jezus Christus.

Het zijn geschriften waarin ik nog regelmatig snuffel en waaraan ik mij laaf: alleen al de geest die uit deze geschriften spreekt doet mijn ziel zo voelbaar goed. Maar ook bij deze geschriften liep ik tegen hetzelfde probleem aan als bij de mystici: ze bevatten een veelheid aan indrukwekkende beelden en grootse inzichten, maar geven geen samenhangend en begrijpelijk inzicht in de Mysteriën van Christus.

Die ene kwellende vraag

Samenvattend kan ik stellen dat de geschriften van de mystici en de Nag Hammadi-geschriften jarenlang mijn geestelijke voedingsbron zijn geweest: ik heb veel aan hen te danken. Maar toch bleef er diep in mijn ziel een verlangen knagen naar meer: waar zou ik een samenhangend inzicht kunnen vinden in de mysteriën van Jezus Christus dat ook mijn denken zou bevredigen en dat mij het inzicht zou kunnen geven waarnaar ik al een leven lang zocht? Met het verstrijken van de jaren doofde langzamerhand de hoop dat ik ooit nog een antwoord zou vinden op die vraag.

De vondst die mijn leven bepaalde

In mijn boek over Rudolf Steiner vertelde ik eerder al dat ik vijfentwintig jaar geleden toevallig op een vlooienmarkt een paar boeken van Rudolf Steiner vond. Vier boeken om precies te zijn – en elk van die boeken bevatte een toelichting op een van de vier Bijbelse evangeliën. Ik kocht ze voor een schijntje: een gulden per stuk (het was nog in de tijd voor de invoering van de euro). Maar hoe goedkoop ze ook waren, wat bleken ze kostbaar te zijn voor mij. Omdat ik een diepe liefde koesterde voor het Johannesevangelie, maar ik tegelijk besefte dat het mij maar niet lukte door te dringen tot de diepere laag, de verborgen boodschap die in dit evangelie besloten lag, had ik al vele commentaren gelezen. Maar niet een van die boeken had mij echt verder gebracht.

Maar toen ik na terugkomst van de vlooienmarkt de toelichting van Rudolf Steiner op het Johannesevangelie begon te lezen, voelde ik een toenemende opwinding: dit is de uitleg en de toelichting waar ik een leven lang naar gezocht heb. Ik heb de hele dag gelezen en hoewel het geen gemakkelijke stof is ben ik tot diep in de nacht doorgegaan. Ik kreeg al lezend zelfs rode oortjes van opwinding en beleefde een intense vreugde: hier vond ik de heldere en logische taal waarmee de grote geheimen van Jezus Christus een voor een, maar tegelijk als een samenhangend geheel beschreven werden. Zo staat deze dag in mijn herinnering opgetekend als een dag met een gouden rand.

De Akasha kroniek

Sindsdien ben ik ook andere boeken van Rudolf Steiner gaan lezen. Bijvoorbeeld het boek dat de titel Het Vijfde Evangelie kreeg. Daarin beschrijft Rudolf Steiner de gebeurtenissen uit het leven van Jezus Christus vanuit het perspectief van zijn leerlingen: vanuit wat zij in die tijd, toen zij samen met Jezus Christus, hun Meester, optrokken, hebben gevoeld en ervaren. In het boek staan vijf lezingen die Rudolf Steiner in 1913 in Oslo (dat toen nog Kristiania heette) gaf. In die lezingen beschrijft hij het ene na het andere grote mysterie uit het leven van Jezus Christus.

Maar waar haalde hij die inzichten vandaan? Hij vond die in het ‘wereldgeheugen’ dat de Akasha kroniek wordt genoemd. Maar wat moeten wij ons bij die term voorstellen? Ed Taylor schrijft daarover: Ieder mens heeft dagelijks duizenden ervaringen, gedachten en belevingen: wat gebeurt daar eigenlijk mee? Reeds lang bestaat de opvatting dat al deze gebeurtenissen worden ingeschreven in een ‘vijfde element’, dat bijvoorbeeld in de hindoeïstische traditie ‘ether’ wordt genoemd en door Jung ‘het collectief onbewuste’. En net zoals ieder mens kan leren de opgeschreven herinneringen te lezen, zo be­ staan er ook manieren om de in de Akasha kroniek inge­ schreven gebeurtenissen te lezen.

Rudolf Steiner beschikte over het unieke en ongehoorde vermogen – dat in de verre, verre toekomst ieder mens die dat wil zich eigen zal mogen maken – om te lezen in de Akasha kroniek. Dat wil zeggen dat hij in staat was zich te verbinden met de gevoelens van mensen uit vroeger tijden en dat hij aan de hand daarvan inzicht kon krijgen in de gebeurtenissen die aan deze gevoelens ten grondslag lagen. Dat was echter niet gemakkelijk. Rudolf Steiner vertelt daar zelf over: ‘Ik ervaar veel moeilijk­ heden en moet me erg inspannen als het erom gaat beel­ den die met de geheimen van het christendom verband houden, uit de Akasha kroniek te halen.

Rudolf Steiner had al wel eerder iets verteld over de geheimen van Jezus Christus. Maar dit was de eerste keer dat hij zo uitvoerig en zo diepgaand vertelde over de mysteriën van Jezus Christus zoals hij die in de Akasha kroniek had waargenomen. Zoals ik hierboven al aangaf, deed hij dat vanuit de gevoelens en ervaringen van de discipelen van Jezus Christus. Zo vormen deze lezingen uit het jaar 1913 in Oslo een keerpunt in de geschiedenis: niet eerder was ons het inzicht in de mysteriën van de Christus op zo’n heldere manier aangereikt. Op een manier die voor de moderne mens te volgen en te begrijpen is.

Een mijlpaal in de geschiedenis

Andrej Belyj – een leerling van Rudolf Steiner – was bijna drieëndertig jaar oud toen hij die bijzondere lezingen in Oslo bezocht. Hij werd, zoals hij zelf vertelde, diep geraakt. In zijn boek waarin hij zijn herinneringen aan Rudolf Steiner beschreef, vertelde hij dat deze altijd goed voorbereid was bij een lezing en dat hij de stof die hij wilde brengen ook altijd helder geordend en doordacht had. Maar dat was hier, in Oslo niet het geval: het ging dit keer bij de eerste lezing van die bijzondere reeks heel anders. Belyj vertelt: ‘Hij vloog gewoon naar binnen: er sprong (letterlijk) een soort – vergeeft u mij de uitdruk­king – verward mens met een borstelige haardos (die helemaal in de war opzij stond) het podium op.’ 

De aanwezigen waren geschokt, verbaasd en verontrust. Belyj vertelt verder: ‘Hij maakte de indruk van een man die met een enorme krachtsinspanning de Sinaï had be­ klommen, daar bepaalde dingen had gezien, en plotseling geschokt was door iets wat hij niet had verwacht. Pas toen hij de lessenaar beklom begon hij te overdenken hoe hij ‘dat’ moest overbrengen: voor het eerst richtte hij toen zijn blik op het materiaal dat nog niet gerangschikt was om te worden uitgelegd.

Toen dus, bij die gedenkwaardige lezingen in Oslo in 1913, kwamen de mysteriën van de Christus voor het eerst naar buiten op een heldere, logische en samenhangende manier die past bij de moderne mens. Daarom vormen die lezingen een mijlpaal in de geschiedenis van de mensheid.

Rudolf Steiner maakte oude teksten begrijpelijk.Later ontdekten onderzoekers dat door de beschrijvingen van Rudolf Steiner van de mysteriën van Jezus Christus allerlei geheimzinnige uitspraken uit de Dode Zeerollen (geschriften van de Essenen uit de eerste en tweede eeuw v.Chr.) en de Nag Hammadi-geschriften begrijpelijk werden. De betekenis van vele van die uitspraken waren tot dan toe verborgen gebleven. Maar nu werd, dankzij Rudolf Steiner, inzicht in de diepere betekenis van vele raadselachtige woorden mogelijk.

Zo wordt er bijvoorbeeld in de Dode Zeerollen gesproken over de komst van twee Messiassen: een koninklijke Messias en een priesterlijke Messias. Dat was een raadselachtige uitspraak, we kennen immers uit de Bijbel maar één Messias. Deze tekst werd dan ook pas begrijpelijk toen onderzoekers zich realiseerden dat Rudolf Steiner had verteld dat er tweeduizend jaar geleden niet één Jezuskind heeft geleefd, maar dat er twee Jezuskinderen waren: een koninklijk Jezuskind en een priesterlijk Jezuskind. In hoofdstuk 11 vertel ik meer over dit mysterie.

Ook onbegrijpelijke Bijbelteksten werden plotseling inzichtelijk. De grote verschillen tussen de vier evangeliën onderling bijvoorbeeld, of het wonderlijke verhaal over de twaalfjarige Jezus in de tempel uit het Lukasevangelie. Hoe meer onderzoekers de inzichten van Rudolf Steiner naast oude overleveringen legden, hoe vaker het gebeurde dat er op die oude overleveringen plotseling een nieuw licht viel. En dat nieuwe licht, het werd in 1913 in Oslo voor het eerst zo diepgaand en als een samenvattend geheel aan de mensheid geschonken. 

De vernieuwing van het esoterische christendom 

Zijn de inzichten die Rudolf Steiner ons schonk nieuw? Ja en nee. In feite behelzen zijn inzichten een nieuwe vorm van het eeuwenoude oorspronkelijke christendom: het spirituele of esoterische christendom. ‘Esoterisch’ betekent ‘geheim’; het gaat om inzichten die de ingewijden al kenden en die door de eeuwen heen in het geheim werden doorgegeven. Rudolf Steiner maakte deze geheimen openbaar én schonk ze ons in een geheel nieuwe vorm: logisch, helder doordacht en dus in een vorm die bij de moderne mens past. 

VOOR WILMA

Het hoogste licht, het diepste donker:
we gingen er stap voor stap doorheen.
Maar al gaande werden sluiers weggenomen
en zagen wij ongekende vergezichten.

Hoe waar is het dat zelfs het diepste donker
geschenken in zich draagt. Hoe waar is het
dat het donker de geboortegrond van een nieuw
en hoger inzicht en van een hoger bewustzijn is.
Hoe waar dat Christus ons dan zo nabij komt.

De grens tussen leven en dood vervaagt,
je ervaart hoe je geholpen en gedragen wordt.
Je innerlijke ogen gaan open en voortdurend
ervaar je de stille band met hen die ons zijn
voorgegaan. Je weet jezelf geborgen.

Het donker van het leven: zelfs dan, ja,
juist dan zijn we zo geborgen en worden wij gedragen.
Dat te ervaren heeft ons rijk gemaakt.
Een rijkdom die ons verandert en vrede schenkt.

INHOUDSOPGAVE

Ten geleide

Deel I Intro 17
1 Een mijlpaal in de geschiedenis
2 Jezus werd de Christus
3 De grote geheimen ofwel de mysteriën
4 Het plan voor de redding van de mens

Deel II De mysteriën van de kosmische Christus
5 De afdaling van de Logos
6 De redding van het leven op de Oude Saturnus en de Oude Zon
7 De redding van het leven op de Oude Maan en de huidige aarde
8 Twee geschenken: schone zintuigen en rechtop lopen
9 Lucifer en de reuzen
10 Het verlies van het atavistische herinneringsvermogen

Deel III De mysteriën van Jezus van Nazareth
11 De twee Jezuskinderen
12 De scholingsweg van Jezus
13 Jezus en de Essenen
14 Een beslissend gesprek

Deel IV De mysteriën van Jezus Christus
15 De ontmoeting met Lucifer en Ahriman
16 Wat van Jezus Christus uitging
17 De Stille Week begint
18 Witte of Heilige Donderdag
19 Jezus Christus sterft: de zon gaat op
20 Stille Zaterdag: Pasen begint in de geestelijke wereld
21 Pasen: de opstanding

Deel V De mysteriën van de Christus
22 Veertig dagen – dan: Hemelvaart
23 Pinksteren
24 Het vijfde offer van Christus
25 Wat komen gaat

Noten

Bron: ‘De mysteriën van Christus voor wie het geheim begrijpen wil’ door Hans Stolp

BESTEL DE MYSTERIËN VAN CHRISTUS