De eerste druk van het bijzondere en mooi uitgegeven boek Tao, Universeel bewustzijn – Teh, Universeele bewustwording uit 2019 (een heruitgave van de vertaling van de Tao Teh King of Daodejing van Lao Zi door E.J. Welz en parafrasen door C. van Dijk) was vrij snel uitverkocht. Het heeft eventjes geduurd, maar de tweede en ongewijzigde druk is nu verkrijgbaar. Hieronder volgen strofe 63 en de bijbehorende parafrasen.
Bedrijf onbedrijvigheid.
Beoefen lijdelijkheid.
Proef smaakloosheid.
Zie het grote in het kleine, het veel in het weinige.
Stel deugd tegenover ondeugd.
Begin bescheiden en klein om het grote en grootse te volbrengen.
‘s Werelds grote en grootse dingen hebben bescheiden en kleine beginselen.
Daarom zijn grote dingen nimmer ‘s Wijzen vooropgezet doel:
zó volbrengt hij vanzelf grote dingen.
Wie lichtvaardig belooft, die zal zijn woorden zelden gestand doen.
Wie alles gemakkelijk acht, die zal grote moeilijkheden ondervinden.
Daarom doet de Wijze alsof alles moeilijk ware,
en hij ontgaat dusdoende alle moeilijkheden.
De macht van het geringe – Drie en zestigste Spreuk
554
De menschelijke wil, de motor onzer daden,
Is niet gelijk de Wil, die goed noch kwaad belet.
De Goddelijke Wil doet kiemen alle zaden,
De menschelijke wil schiep een Procrustus bed.
555
Wij zeggen; ‘Ik gevoel’, alsòf wij iets bedrijven,
Doch ‘t ‘Ik’ wordt als een snaar door trilling aangedaan.
Zoo moet de ondervinding in ons wakker blijven,
Totdat wij in het ‘IK’ de menschheid ondergaan.
556
Wat Groot schijnt in ons oog, ach ‘t heeft niets te beduiden:
Is ‘t hoog – ‘t kan hooger nog, is ‘t breed – ‘t kan breeder zijn.
Het hoogste Noorden is gelijk aan ‘t laagste Zuiden,
Vanaf de Zon gezien is onze aardbol klein.
557
De velen zijn gering bij meerd’ren vergeleken,
In ‘n druppel water woedt een strijd om het bestaan.
Eén vonkje is genoeg om ‘n woud in brand te steken.
Zoo kan het Vele door ‘t geringere vergaan.
558
Dat wat wij weten is slechts ‘n deel van ‘t niet vermoedde:
Het Goddelijke sluimert in Zijn stof gewaad.
Leert dus het booze zien als prikkel tot het Goede,
In ‘n tweevoudig aanzien toont zich Gods gelaat.
559
Wat nu ondoenlijk lijkt, is eenmaal licht begonnen.
Tilt g’ied’ren dag Uw kind, dan heft ge straks een mensch.
Zoo wordt de dunne draad tot ‘n vast gewaad gesponnen
En bloeit een wereld op uit een verborgen wensch.
560
Zoo is het ook gesteld met de gemeenschapsvragen:
Heel het ontzag’lijk ingewikkeld staatsbestel
Werd eenmaal in zijn oer-bewusten staat gedragen,
Zooals in de cocon de schitt’rende libel.
561
Wie waarlijk wijs is zoekt geen kracht in groote daden
En rukt geen boomen uit die diep geworteld staan,
Maar strooit in will’ge aarde weder nieuwe zaden,
Als straks het eene kiemt zal ‘t andere vergaan.
562
Daarom, wie veel belooft zal zeker weinig geven.
Wij dienen toe te zien wat uit een zaadje groeit.
Beloften zijn gebonden aan een sterf’lijk leven,
‘t Ligt niet in onze hand of ‘t plantje welkt of bloeit.
563
Wie licht-geloovig is zal weinig houdbaars vinden,
De ‘Steen der Wijzen’ ligt niet voor een elk te grijp.
Wie naar ‘n beginpunt zoekt moet ‘t kluwen eerst ontwinden.
De vruchten die men plukt, zij werden langzaam rijp.
564
Neemt niets in ‘t leven licht en wikt en weegt Uw drijven.
Denkt steeds aan het ‘waarom’ en ‘wat’ Uw daden leidt
En maakt een duid’lijk spoor voor hen die achterblijven,
Dan valt de weg U licht, hoe traag g’ook voorwaarts schrijdt.
INHOUDSOPGAVE
- Schijn en wezen – Eerste Spreuk
- Waarde bepaling – Tweede Spreuk
- Het ware leiderschap – Derde Spreuk
- De harmonie der sferen – Vierde Spreuk
- De bron – Vijfde Spreuk
- Het scheppingsmysterie – Zesde Spreuk
- Groei naar binnen – Zevende Spreuk
- Aanpassing – Achtste Spreuk
- Matigheid – Negende Spreuk
- Zelf-tucht – Tiende Spreuk
- Het nut van de stof – Elfde Spreuk
- Het juiste inzicht – Twaalfde Spreuk
- Van genade en schande – Dertiende Spreuk
- Het ontastbare – Veertiende Spreuk
- Het verloren ‘weten’ – Vijftiende Spreuk
- Het tijdelijke en het eeuwige – Zestiende Spreuk
- Dictatorschap – Zeventiende Spreuk
- De paradijsvloek – Achttiende Spreuk
- De eeuwige begeerte – Negentiende Spreuk
- Waarachtige wijsheid – Twintigste Spreuk
- De eeuwige vervulling – Een en twintigste Spreuk
- Hoogere wiskunde – Twee en twintigste Spreuk
- Aandoening van het gemoed – Drie en twintigste Spreuk
- Betrekkelijkheid der stof – Vier en twintigste spreuk
- Het ordenend principe – Vijf en twintigste Spreuk
- Het zinnelijk begeren – Zes en twintigste Spreuk
- Misbruik van macht – Zeven en twintigste Spreuk
- De innerlijke kracht – Acht en twintigste Spreuk
- Oplossing der tegenstellingen – Negen en twintigste Spreuk
- Het waarachtig goede – Dertigste Spreuk
- Rede en geweld – Een en dertigste Spreuk
- Bevruchtend principe – Twee en dertigste Spreuk
- Het ware onderscheidingsvermogen – Drie en dertigste Spreuk
- Eeuwige cirkelgang – Vier en dertigste Spreuk
- De stem der stilte – Vijf en dertigste Spreuk
- Beperktheid van onzen gezichtskring – Zes en dertigste Spreuk
- In harmonie met het oneindige – Zeven en dertigste Spreuk
- Trappen van deugd – Acht en dertigste Spreuk
- Het ware zelf – Negen en dertigste Spreuk
- Involutie – Veertigste Spreuk
- Waarachtige en vergaarde kennis – Een en veertigste Spreuk
- Universeele bewustwording – Twee en veertigste Spreuk
- Gebondenheid van den wil – Drie en veertigste Spreuk
- De toetssteen – Vier en veertigste Spreuk
- Relativiteit – Vijf en veertigste Spreuk
- De staat als organisme – Zes en veertigste Spreuk
- Ken u zelven – Zeven en veertigste Spreuk
- Ware ontwikkeling – Acht en veertigste spreuk
- Moraal als axioma – Negen en veertigste Spreuk
- De mystieke drie-eenheid – Vijftigste Spreuk
- Idealisme als realiteit – Een en vijftigste Spreuk
- Wet van oorzaak en gevolg – Twee en vijftigste Spreuk
- Sociale ethiek – Drie en vijftigste Spreuk
- Hiërarchie – Vier en vijftigste Spreuk
- Worden en vergaan – Vijf en vijftigste Spreuk
- Woord en zin – Zes en vijftigste Spreuk
- Eeuwige wisselwerking – Zeven en vijftigste Spreuk
- De grote paradox – Acht en vijftigste Spreuk
- Doen en laten – Negen en vijftigste Spreuk
- Organische samenhang – Zestigste Spreuk
- De groote loutering – Een en zestigste Spreuk
- Het onbeschrijflijke – Twee en zestigste Spreuk
- De macht van het geringe – Drie en zestigste Spreuk
- Voorkomen en genezen – Vier en zestigste Spreuk
- Occulte vermogens – Vijf en zestigste Spreuk
- Voorwaarde tot bereiken – Zes en zestigste Spreuk
- Grondwaarheden van het leven – Zeven en zestigste Spreuk
- Stijd der vreedzamen – Acht en zestigste Spreuk
- Hoogere strategie – Negen en zestigste Spreuk
- De weg der velen – Zeventigste Spreuk
- De ziekte der geleerden – Een en zeventigste Spreuk
- Vrees is een spookbeeld – Twee en zeventigste Spreuk
- Lafheid en moed – Drie en zeventigste Spreuk
- Gerechtigheid is nimmer wraak – Vier en zeventigste Spreuk
- De massa en de leider – Vijf en zeventigste Spreuk
- Het zwakke overwint het sterke – Zes en zeventigste Spreuk
- Evenwicht in den cosmos – Zeven en zeventigste Spreuk
- Dienen is meester zijn – Acht en zeventigste Spreuk
- Het waarachtige Corpus Juris – Negen en zeventigste Spreuk
- Hymne aan den vrede – Tachtigste Spreuk
- De schoone voleinding – Laatste Spreuk
Bron: Tao, Universeel bewustzijn – Teh, Universeele bewustwording van E.J. Welz en C. van Dijk
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER TAO VAN ROZEKRUIS PERS