Occulte vermogens – strofe 65 van de Tao Teh King en een berijming door C. van Dijk

DOWNLOAD HET GRATIS DEEL VAN TAO EN TEH

De Ouden, die Tao volgden,
verspreidden geen veelweterij in het land;
zij hielden het volk simpel van geest:
betweters zijn lastig te regeren.

Doch ook regerende betweterij brengt ellende over het land,
terwijl haar tegendeel het land tot geluk strekt.

Hij, die dit beseft, zal hierin voorgaan en, voorgaande,
blijk geven van een uitzonderlijke deugd,
die het land zegen brengt.

BESTEL TAO EN TEH

Occulte vermogens – Vijf en zestigste Spreuk

De Ouden in ervaring die het ‘Tao’ kenden,
Zij zwegen over dit geheimste heiligdom,
Wel wetend dat profanen zich naar ‘t duister wenden,
Want zetten levenskrachten in vernieling om.

Als zeek’re krachten eenmaal in den mensch ontwaken
En deze wordt zich van zijn groote macht bewust,
Zonder zich van zijn laag’re zelfzucht los te maken,
Dan wordt het vuur een brand, die in zijn sintels bluscht.

Daarom moet men profanen niet ‘t geheim onthullen:
Verblindt niet ‘t bloote oog door al te fellen schijn.
Een volk te leiden heet: Een groote taak vervullen,
Zelf in de schaduw staand’ een voorlichter te zijn.

Dit is in waren zin de hoogste deugd betrachten.
Zoo bouwt zij steen voor steen de heil’ge kathedraal,
Die eenmaal door de loutering van de geslachten
Tot incarnatie wordt van ‘s menschen ideaal.

Verborgen kracht – geheimnis – eeuwig ongeschonden,
O stille, klare bron, waaruit het leven welt.
In allerdiepste wezen zijn w’aan U verbonden,
Uit ‘t Groote ‘Eene’ vloeit de veelheid ongeteld.

Bron: Tao, universeel bewustzijn – Teh, universeele bewustwording door W.J. Weltz en C. van Dijk