De grote paradox – strofe 58 van de Tao Teh King van Lao Tse vertaald – E.J. Welz en C. van Dijk

LEES MEER EN DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN TAO EN TEH

Ingetogenheid van de heerser brengt de mensen tot welstand;
zijn bemoeizucht schept slechts ellende.
Wat hem een kwaad toeschijnt, dat kan allengs ten goede keren;
wat hem goed toeschijnt, dat kan gaandeweg een kwade wending nemen.
Wie voorziet de loop der dingen tot aan het einde?
Een dolende heerser brengt zelfs redelijke mensen van hun stuk.
Hoe lang is dwaling reeds het lot der mensen!
Daarom is de Wijze ordelievend zonder stroefheid;
onderscheidend zonder scherpte; voortvarend met zelfbeheersing;
verlicht zonder te verblinden.

De groote paradox – Acht en vijftigste Spreuk

515

Daadloos toeziend leiding geven
Is een zegen voor den Staat.
Aan de weefstoel van het leven
Weeft een elk zijn eigen draad.

516

Waarom anderen vrijwaren
Voor wat òns het leven leert?
Laat toch ieder zelf ervaren.
‘t Doen voor and’ren is verkeerd.

517

Ongeluk? Ge komt het tegen,
Ga het lachend tegemoet.
Ongeluk verkeert in zegen,
Zooals eb verkeert in vloed.

518

Heden leven, morgen sterven,
Wat ge hebt ligt in Uw hand.
Heden winst is morgen derven.
Zoo is ‘s levens buitenkant.

519

‘t Is een eeuwig zich herhalen,
Went’ling om ‘n centrale zon:
Boven zijnd’ vangt g’aan te dalen.
Elk wint eens den ‘Marathon’.

520

Recht gaan is een boog beschrijven.
Rechtuit loopt ge d’aarde rond.
Zoo kan ‘t goed zijn, dàar te blijven,
Waar men in den aanvang stond.

521

‘n Goede daad kan ‘t booze wekken,
Want in iedre goede daad
Zal een beet’re iets ontdekken,
Dat zijn goedheid tegenstaat.

522

‘t Eeuwig menschelijke dwalen
Staart zich blind op ‘t schoon effect,
Dat het even zooveel malen
In een waan-idee ontdekt.

523

Wat is dan volmaakt geheeten,
Naar den menschelijken norm?
Ieder vierkant wordt gemeten
Naar zijn streng besloten vorm.

524

Zoo een hoek, waarvan de lijnen
Vloeien in d’oneindigheid,
Kan slechts aan het oog verschijnen
Als een hoek in ruimt’ en tijd.

525

Het is VAST, men kan ‘t aanschouwen.
Door de hand kan ’t aangeraakt.
Toch moest ‘t zich uit ‘t ‘NIETS’ opbouwen:
In den Geest was ‘t reeds volmaakt.

526

Wij zien licht en schaduwbeelden
Als een glanzend kleuren-feest.
Ach wij armen en misdeelden,
‘n Schaduw zien wij van den Geest.

BESTEL TAO EN TEH