Zelf-tucht – strofe 10 van de Tao Teh King en een berijming door C. van Dijk

BESTEL TAO EN TEH

LEES MEER EN DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN TAO EN TEH

Hieronder volgt strofe 10 van de Tao Teh King (of Daodejing) van Lao Zi (of Lao Tse) in de vertaling van E.J. Welz en parafrasen door C. van Dijk. 

Maak uw verstand één met uw intuïtie
en laat er geen tweestrijd zijn.
Toom uw levenskracht
en maak haar gelijk aan die van een boreling.
Volg niet het dwaallicht van uw intellect,
en uw deugd zal geen gevaar lopen.
Regeer het land met mensenliefde,
en ge kunt het zonder bedrijvigheid stellen.
Ook de poorten des Hemels
openen en sluiten zich in vrouwelijke lijdelijkheid.
Geleerdheid is niet van node,
waar intuïtie doordringt.
Voortbrengen zonder gevoelens van eigenbaat;
voeden, weldoen, vermeerderen
zonder gedachte aan wederkeerigheid;
voortstuwen zonder leider te willen zijn:
dit is het geheim van de hoogste kracht.

Zelf-tucht – Tiende Spreuk

69

Waar ziel heerscht over zinnen,
Het fijne boven grof.
Daar zal het ‘wezen’ winnen,
En past zich aan, – de stof.

70

Mensch zijn, is opwaarts streven.
Een bloem naar zon gericht.
Het Geest’lijke voedt ‘t leven.
Het duist’re drinkt het licht.

71

Zelfopvoeding leidt tot gelijkheid van aard.
Zich zelve kennen, is anderen doorschouwen.
Wie tot medemenschen een afstand bewaart,
Kijkt door een bril, in plaats d’ oogen te vertrouwen.

72

Voorbeeldig is, wiens oordeel werd verruimd,
Wie rein is, kan een ander niet besmetten.
Wie and’ren oordeelt, heeft de kans verzuimd
In ‘n stil moment, eens op zich zelf te letten.

73

Gevoel van and’ren sparen, doet zelf-tucht in ons groeien.
Gemeenschap grondt op wederkeerigheidsgevoel.
Wat laag is moet omhoog en wat hoog is zich besnoeien.
Zóó lost zich ‘t Ego op, in ‘t hoog gestelde doel.

74

Lotwisseling voert tot ontvankelijkheid.
Wie zelf dooreengewoeld werd, leert stormen begrijpen.
Slechts in doorploegde aarde kan ‘t korenzaad rijpen.
Koren geeft brood, brood onafhankelijkheid.

75

Het ware inzicht toont de onbelangrijkheid van ‘t weten.
Het weten dat op ‘t uiterlijk verschijnsel is gebouwd.
Inzicht is schouwen-in, daarbij zichzelf volmaakt vergeten,
Terwijl de wetenschap ‘t object vanuit zich zelf beschouwt.

76

‘Scheppen dus en verder geven.’
Vlam zijn, die ontbranden doet.
Dat’s de groote wet van ‘t leven,
Is de stuwkracht in ons bloed.

77

Werken dus en niet gewinnen.
Wat is rijker zijn dan rijk?
Wie een goudveld wil ontginnen,
Wint het goud uit slib en slijk.

78

Overgroeiend geen geweld te plegen.
Heerschen en niet over-heerschend zijn.
Schaduw biedend – is de palm een zegen,
In de eindloosheid van de woestijn.

Bron: Tao, Universeel bewustzijn – Teh, Universeele bewustwording van E.J. Welz en C. van Dijk

BESTEL TAO EN TEH