De mysterieweg bij Plato en Socrates – podcast 6 van de serie van twaalf inloopochtenden 2023 in Haarlem

 

MYSTERIESCHOLEN 1MYSTERIESCHOLEN 2MYSTERIESCHOLEN 3 – MYSTERIESCHOLEN 4 – MYSTERIESCHOLEN 5 – MYSTERIESCHOLEN 6 – MYSTERIESCHOLEN 7 – MYSTERIESCHOLEN 8MYSTERIESCHOLEN 9 – MYSTERIESCHOLEN 10 – MYSTERIESCHOLEN 11 – MYSTERIESCHOLEN 12

Van januari tot en met juni 2023 organiseerde het Informatiecentrum Rozenkruis Haarlem de twaalfdelige lezingencyclus ‘Mysteriescholen en de universele wijsheidsleer’ . Bij elke informatieochtend is ook een podcast gemaakt en beschikbaar gesteld. Hierboven is podcast 6 van 12 te beluisteren en hieronder volgt de transcriptie. Van september 2023 tot en met juni 2026 staan de inloopochtenden in Haarlem en Arnhem in het teken van de driejarige leergang Eeuwige wijsheid nu! Zie het activiteitenoverzicht voor de programmering. 

De mysterieweg bij Plato en Socrates

De kring van filosoferenden rond Socrates en Plato is te beschouwen als een mysterieschool. Deze school bevatte niet alleen de leringen over het doel en de weg van een mysterieleerling maar men kan deze weg aan de hand van de overgeleverde dialogen van Plato ook heel concreet en aanschouwelijk nagaan. Men kan hem in vijf aspecten of treden (fasen, trappen, stappen) indelen, die echter niet scherp af te bakenen zijn. Ze overlappen elkaar ruimschoots.

De eerste trede is die van het inzicht. Het gaat hierbij aan de ene kant om het bewuste inzicht van de leerling, dát, en hóé hij aan de zintuiglijke wereld en haar programma gebonden is , en anderzijds om het leren en ervaren van nieuwe opvattingen, ‘inzichten’, die betrekking hebben op de wereld van de Geest.

Beide soorten inzicht zijn afhankelijk van elkaar. Want zonder de werkzaamheid van de geestelijke wereld in de mens, ontbreekt de basis waarop hij zijn verstrengeling in de wereld van de zintuigen zou kunnen opmerken. En zonder inzicht in deze verstrengeling zal hij niet bereid zijn impulsen uit de geestelijke wereld in zich toe te laten.

De ergste vijand van de ‘ommekeer’, waar het op de mysterieweg om gaat, de inbeelding is, dat men precies weet wat bepaalde eigenschappen, principes en feiten inhouden. De illusie dat men iets weet over het doel van het menselijk leven of over het wezen van de mens, of dat men op de hoogte is van de eigen actuele positie van de ziel, is de grootste hinderpaal voor een werkelijk inzicht. Het inzicht, dat leidt tot de bereidheid die boeien die aan de wereld der verschijnselen binden te verbreken. Het belangrijkste voor een leerling die aan het begin van een mysterieweg staat, is een eind te maken aan de eigen intellectuele of gevoelsmatige, onterechte zelfverzekerdheid. Dat hij er goed aan doet, alle illusies opzij te zetten en het feit onder ogen te zien dat hij niets zeker weet over zichzelf en het levensdoel dat ten grondslag ligt aan het menselijk bestaan.

De mysterieleerling zal aan het begin van de weg inzien dat zijn verstand hem in de steek laat bij de beslissende vragen naar het waarvandaan, het waarheen en het waartoe van het leven . Pas wanner de filosoof-mysterieleerling toegeeft: ‘Ik weet dat ik over de beslissende levensvragen niets weet’ ontstaat in hem een nieuwe openheid. Dan wordt het hem mogelijk, de waarheid over deze vragen stukje bij beetje uit zijn eigen innerlijk naar boven te laten komen en is hij niet afhankelijk van een blind geloof en ook niet van een ontoereikende verstandswerking.

Dit inzicht is niet in de eerste plaats een door logisch redeneren ontstaan begrip, maar een innerlijke ervaring. Daardoor krijgt de mens bewustzijn van de structuur van de werkelijkheid die ook in hemzelf aanwezig is. Daardoor komen er veranderingen in zijn bewustzijn en krijgt hij maatstaven voor zijn bestaan.

Socrates zegt dat leren een zich weer her-inneren is. Hier ligt de veronderstelling ten grondslag dat alle beslissende inzichten – de inzichten betreffende de structuur van geestelijke en de zintuiglijke wereld – reeds onbewust in het innerlijk van de mens sluimeren. Hij is eigenlijk altijd al verbonden geweest met dat, wat hij nog moet gaan herkennen, met de wereld van de oorsprongen en de onsterfelijkheid; er zijn alleen veel belemmeringen, zoals zijn gebondenheid aan de wereld van de zintuigelijke waarneming en zijn vooroordelen en denkbeelden, die de eenwording met de wereld van de oorsprong in de weg staan. Als deze belemmeringen opzij geschoven worden, kunnen de oorspronkelijke waarheden weer in het bewustzijn bovenkomen, zoals iets wat allang bekend, maar slechts vergeten was.

Leren in het kader van de geestelijke wereld betekent dus niet dat men zich feiten inprent, zoals men zich feiten uit de zintuiglijke wereld inprent, het betekent niet bewijsvoeringen te plegen en conclusies te trekken, maar het gaat om openheid voor nieuwe ervaringen, om het ontdekken van waarheden die altijd al sluimerend aanwezig waren in de mens.

Het tweede aspect van de mysterieweg in de school van Socrates en Plato (volgens het inzicht in de begrensdheid van het eigen wezen) was de ervaring van de krachten die de mens aanzetten tot ommekeer en bewustwording van het geestelijke. Socrates spreekt over de ‘demon’ in zijn borst, Socrates bedoelt hier met demon niets negatiefs of kwaads, Integendeel, het is juist een drang in zijn eigen borst, die hem van de zintuiglijke wereld aftrekt naar de geestelijke wereld toe. De demon is te zien als een voorbode van de geestelijke wereld die in de leerling bewust en werkzaam wordt, een kiem van de ware identiteit van de mens, die zich door alle belemmeringen heen zou kunnen ontplooien.

Er is nog een andere kracht in de borst van de mens die hem helpt op de weg van ommekeer, of die hem tot deze weg leidt, ook een ‘demonische kracht’. Plato noemt deze kracht Eros. Eros is op twee niveaus werkzaam. In de eerste plaats op dat van het aardse leven. Hier is het de drang in de mens ‘tot voortbrenging in het mooie’ zoals Plato zegt: tot scheppende vormgeving, zowel in het materiële als in het ideële, bijvoorbeeld door het scheppen van een kunstwerk. Ten tweede werkt Eros als doortocht naar de onsterfelijkheid. Het is de kracht die bemiddelt tussen de gebonden mens en het nieuwe zijn. Zij werkt in de mens als een intens verlangen naar verlossing van de gebondenheid aan de zintuiglijke wereld, naar uiteindelijke gelukzaligheid, naar vrijheid.

Eros is het verlangen naar de totstandkoming van de in het innerlijk van de mens aanwezige ware identiteit van de mens. Eros is de begeerte een nieuw wezen voort te brengen dat dat in de gewone mens wacht op zijn geboorte en ontplooiing. Dit wezen, het ware zelf, is één met de ordening van de Geest, onvergankelijk en de mysterieleerling laat dit levensperspectief in zijn geest toe, verlangt er naar en heeft het lief. Men zou deze liefde ook op kunnen vatten als het geloof in de mogelijkheid van het leven in de Geest, een vurig geloof dat resulteert in een motorische kracht die de realisering van het geloofde snel dichter bijbrengt – geen geloof in de zin van het voor waar aannemen van een dogma. Alleen, deze kracht van Eros, van het dynamisch geloof in een leven volgens de orde van de Geest, brengt de orde van de Geest in de mens tot ontplooiing en verschaft hem de mogelijkheid de belemmeringen opzij te zetten.

Het derde aspect van de mysterieweg is: het zich uiteindelijk afkeren van de zintuiglijke wereld en het zich toewenden naar de wereld van de Geest. Als dit zich afkeren op basis van de twee voorafgaande treden, inzicht en geloof, vrijwillig ondernomen wordt en slaagt, zal het de ziel die loskomt van de verstrengeling in de veelheid en vergankelijkheid, opnieuw mogelijk zijn tot diep besef van de waarheid te komen. Men zou ook kunnen zeggen: de ziel zal dan zo stil en rustig geworden zijn dat de waarheid, de ordening van de Geest zich aan haar kan tonen. Zij wordt door de waarheid verlicht.

Deze ontwikkeling, waarbij de ziel zich losmaakt van de verstrengeling in de zintuiglijke wereld, wordt omschreven als ‘sterven’. Wie het proces van afwending en losmaking bewust voltrekt, ‘sterft’ vrijwillig. Hier wordt niet gedoeld op zelfmoord of een verlangen naar de dood als schijnbare oplossing voor alle tegenspoed. Waar het omgaat is de bewuste scheiding van ziel en lichaam.

De filosoof, de mysterieleerling, maakt dus bewust scheiding tussen de ziel en het lichaam. In zoverre is het dus niet slechts een symbolische zegswijze dat de mysterieleerling wat betreft zijn oude wezen, dat wil zeggen wat betreft het doel dat hij in de zintuiglijke wereld had, sterft, maar een realiteit. Hij maakt zijn ziel reeds gedurende zijn leven los van het lichaam .

Het 4e aspect van de mysterieweg, is de bijzondere levenshouding van de mysterieleerling. Deze levenshouding is bedoeld als voorbereiding van de leerling op het uiteindelijke afscheid van de verstrengeling in de zintuiglijke wereld. De mysterieleerling zal zich vanaf het begin zó moeten proberen te gedragen dat hij door toorn, hartstocht, leugen of onmatigheid geen nieuwe banden aanknoopt in de zintuiglijke wereld, maar dat er langzamerhand juist afstand komt tussen hem en de oude verstrengelingen en banden. In een later stadium zijn deze levensregels kenmerkend voor het afscheid (van de zintuiglijke wereld) zelf.

Pas wanneer de mysterieleerling bewust volgens de ordening en uit de krachten van de Geest begint te leven, bezit hij de basis, waarop híj zijn banden met de zintuiglijke wereld voorgoed los kan maken. Wat eerst slechts een voorbereiding was, wordt dan de uitdrukking van de nieuwe inzichten en krachten die hij op zijn weg verworven heeft. Deze inzichten en krachten worden als vanzelf werkzaam in zijn levenspraktijk.

Het 5e aspect van de mysterieweg is de fase waar de leerling zich heeft los gemaakt van de verstrengelingen in de zintuiglijke wereld, hij heeft zich een innerlijke drang volgend toegewend naar de wereld van de Geest: hij heeft alle neigingen die hem nog naar de zintuiglijke wereld wilden terug trekken, laten ‘sterven’. Hij leidt dan een leven dat in overeenstemming is met de wetten van de Geest en de op de Geest afgestemde natuur. Het kan nu niet anders dan dat hij nu in toenemende mate vervuld wordt door de krachten van de Geest, omdat zijn ziel en houding steeds meer met de ordening van de Geest in overeenstemming gekomen zijn. De ordening van de Geest heeft er, als zijn eigenlijke identiteit op gewacht om zich in hem te kunnen ontplooien.

Hij ervaart de structuren van de geestelijke wereld, de scheppende krachten die in haar werken en de wetten volgens welke zij werken. Ze dringen nu door tot zijn bewustzijn, zodat de leerling een diep besef krijgt van hun bestaan. Dat is geen beseffen met het logisch redenerend verstand, maar de ervaring en bewustwording van deze structuren en krachten, in de mate waarin zij zich aan zijn ziel en lichaam aanpassen en deze doordringen. Hij ervaart bewust het goddelijke vuur.

Ontleend aan: ‘Mysteriescholen’ van Konrad Dietzfelbinger, Socrates en Plato (niet meer in druk verkrijgbaar)

PROGRAMMA

  • 10-01 Inleiding Mysteriescholen 1
  • 24-01 Inleiding Mysteriescholen 2
  • 14-02 Egyptische mysterie tradities 1, de mythe van Osiris en Isis
  • 28-02 Egyptische mysterie tradities 2, het Amduat, een voorstellingen de mysterieweg
  • 14-03 De school van Pythagoras, de leer en de vier wetenschappen van de pythagoreeërs
  • 28-03 Socrates en Plato, de gelijkenis van de grot, de mysterieweg bij Plato en Socrates
  • 11-04 Het oerchristendom als mysterieschool, de stichter van de oerchristelijke mysterieschool, Paulus, de leider van een mysterieschool
  • 25-04 De gnostieke mysteriescholen 1, de mysteriewijsheid van de gnosis
  • 09-05 De gnostieke mysteriescholen 2, de gnostieke mysterieweg
  • 23-05 De katharen, de mysteriewijsheid van de de katharen, Parzival als mysterie-epos
  • 13-06 De rozenkruisers, een mysterieschool van de moderne tijd
  • 27-06 Esoterische groeperingen, zoals onder andere antroposofie, theosofie en vrijmetselarij

PRAKTISCHE GEGEVENS

  • Data: 10 & 24 jan/14 & 28 feb./14 & 28 mrt./ 11 & 25 april/09 & 23 mei/13 & 27 juni 2023
  • Tijd: 10.00 – 11.30 uur, inloop vanaf 9.30 uur
  • Adres: Informatiecentrum, Zakstraat 2, Haarlem
  • Toegang: gratis / vrijwillige bijdrage

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN AANBEVOLEN BIJ DE CYCLUS OVER MYSTERIESCHOLEN