Het oerchristendom als mysterieschool – podcast 7 van de serie van twaalf inloopochtenden 2023 in Haarlem

 

MYSTERIESCHOLEN 1MYSTERIESCHOLEN 2MYSTERIESCHOLEN 3 – MYSTERIESCHOLEN 4 – MYSTERIESCHOLEN 5 – MYSTERIESCHOLEN 6 – MYSTERIESCHOLEN 7 – MYSTERIESCHOLEN 8MYSTERIESCHOLEN 9 – MYSTERIESCHOLEN 10 – MYSTERIESCHOLEN 11 – MYSTERIESCHOLEN 12

Van januari tot en met juni 2023 organiseerde het Informatiecentrum Rozenkruis Haarlem de twaalfdelige lezingencyclus ‘Mysteriescholen en de universele wijsheidsleer’ . Bij elke informatieochtend is ook een podcast gemaakt en beschikbaar gesteld. Hierboven is podcast 7 van 12 te beluisteren en hieronder volgt de transcriptie. Van september 2023 tot en met juni 2026 staan de inloopochtenden in Haarlem en Arnhem in het teken van de driejarige leergang Eeuwige wijsheid nu! Zie het activiteitenoverzicht voor de programmering. 

Het oerchristendom als mysterieschool

Ook het oerchristendom was een mysterieschool. De leer van het oorspronkelijke christendom, de weg die de eerste christenen gingen, de weg die de stichter van het christendom ging en zijn verhouding tot zijn leerlingen – dit alles is precies in overeenstemming met de eigenschappen van mysteriescholen die ook in Egypte, bij Pythagoras en bij Plato en Socrates te vinden zijn.

Er zijn echter veel hindernissen om tot het inzicht te komen dat het oerchristendom een mysterieschool zou zijn geweest. Zo is bij voorbeeld het misverstand ontstaan dat het christendom in feite een ‘geloof ‘ is – geloof opgevat als een systeem van theologische meningen.

Het ‘christelijk geloof ’ is voor de buitenwereld een soort staatkundig beschermd cultuurgoed geworden. Voor de individuele christen is het een complex van over het algemeen ongetoetste, van buitenaf overgenomen overtuigingen, die betrekking hebben op bovennatuurlijke, existentieel belangrijke zaken. De religieuze begrippen die hem door ouders, leraren en geestelijken zijn aangereikt beschouwt hij als de waarheid en hij put er troost en zingeving uit voor zijn leven.

Bij een nader onderzoek van de teksten van het Nieuwe Testament blijkt echter dat voor de oerchristenen en de stichter van het christendom zelf het christendom absoluut geen ‘geloof’ in de letterlijke zin van het woord was. Voor hen ging het om geestelijke ziele-processen die steeds plaatsvinden in een mysterieschool: het openbreken en tot bewustzijn laten komen van bepaalde niveaus in de mens, die tot op dat moment latent waren geweest. Het is een bewustwordingsproces, waarmee een totale wezensverandering van de mens van start gaat.

De mens in wie deze processen zich afspelen, leeft uit andere krachten en volgens een andere ordening dan voorheen en wordt daardoor een ánder mens Deze krachten en deze ordening worden hem niet van buitenaf meegedeeld of ‘ingepompt’, maar de mogelijkheid tot ontplooiing hiervan is vanaf het begin in hemzelf aanwezig, zoals in alle mensen. Alleen wordt hun ontwikkeling door de zintuiglijke wereld – en door een star geloof – verhinderd.

Christendom betekent, volgens het inzicht en de ervaring van de eerste christenen, de ontplooiing van het ware zelf van de mens, waardoor het onware zelf dat steeds de boventoon heeft gevoerd, verdwijnt. Een van buitenaf als ‘geloof ‘overgenomen christendom is als vernis, waarmee een figuur geschilderd wordt. De mens neemt een wereldbeschouwing over, die hem, misschien zonder dat hij het merkt, door opvoeding en traditie ingegeven wordt. Maar bij de mysterieprocessen, die ook in het oerchristendom plaatsvonden, verft deze figuur, de mens, zich – om nog even bij deze beeldspraak te blijven – van binnenuit en geheel en al met een nieuwe kleur, die dan ook uiterlijk zichtbaar wordt.

In het eerste geval blijft de mens die hij was, en verandert alleen zijn uiterlijk aanzicht en houding. In het tweede geval worden krachten in hem werkzaam die verborgen waren geweest. Deze krachten veranderen hem van binnenuit volledig – terwijl hij hier bewust deel aan heeft en zijn medewerking aan verleent.

Daaruit blijkt dat een oorspronkelijke christendom een weg was. Ook dit klinkt de moderne christen vreemd in de oren. Hij beschouwt zichzelf, door zijn geloof in bepaalde bovennatuurlijke feiten en door deze feiten zelf, als verlost, levend in een toestand van genade. Daar verandert dan verder niets meer aan, hij kan deze toestand alleen steeds weer opnieuw bevestigen. Maar wanneer het christendom een radicale wezensverandering betekent, dan is het ook logisch dat het hier om een weg, om een innerlijk proces moet gaan waar deze wezensverandering uit voortkomt. In het oerchristendom werd deze weg , de mysterieweg , bewust gegaan en benadrukt .

DE STICHTER VAN DE OERCHRISTELIJKE MYSTERIESCHOOL

Jezus is de stichter van de oerchristelijke mysterieschool. In hem waren de krachten en de ordening van de Geest, het ‘Woord’, in bijzondere mate werkzaam geworden. Door zijn speciale band met de wereld van de Geest, kon hij zonder hulp van andere mensen de weg van ommekeer gaan en anderen voorleven. Vervolgens gaf hij aan anderen, zijn mysterieleerlingen, de krachten door die nodig waren om deze weg te kunnen gaan.

Als Jezus was hij, net als alle andere mensen, uit het ‘vlees’  en uit de ‘wil des mans geboren’. Maar het ‘Woord’ had in Jezus een nieuwe identiteit ontwikkeld. Het had het verduisterde licht in hem weer aangestoken, de ‘heerlijkheid van de Geest’ weer tot leven gewekt, zodat hij een zoon van de Vader, van de Geest geworden was.

In Jezus had de Geest zich volkomen met het ‘vlees’ verbonden en dit aan zich dienstbaar gemaakt, zodat het vlees weer een uitdrukkingsvorm van de geestelijke wereld, van het ‘Woord’, kon worden.’Het Woord is vlees geworden’ ( Johannes 1:14 ): op deze manier wordt de volkomen éénwording van Geest en materie in Jezus aangeduid.

In Jezus heerste de materie niet meer over de Geest en was het licht niet meer verduisterd, zoals gewoonlijk in de mens van de zintuiglijke wereld. De individuele Geest leefde vanuit de kosmische Geest, het ‘Woord’, en gebruikte de materie als uitdrukkingsvorm. Daardoor werd het mogelijk dat de mensen achter de uiterlijke Jezus, het innerlijke, de ‘heerlijkheid van de Geest’ konden aanschouwen (Johannes 1:14) – als zij maar bereid waren op hun beurt ‘de ogen van hun hart’ door het licht te laten openen.

DE WEG VAN DE LEERLINGEN VAN JEZUS

De weg die de discipelen van Jezus als leerlingen van zijn mysterieschool gingen, staat heel precies beschreven in de evangeliën. Als voorbeeld dient het evangelie van Marcus .

Inzicht

De weg , de mysteriën begint altijd met het inzicht dat het zo niet door kan gaan . Men ervaart het leven dat door de zintuiglijke wereld en de invloeden uit het onbewuste wordt bepaald , als onbevredigend .
Daarom trekken in het Marcusevangelie de mensen naar Johannes de Doper, die tot boetedoening maant. Zij laten zich symbolisch reinigen door het water van de rivier de Jordaan en belijden hun ‘ zonden ‘. (M. 1:5 )
‘ Zij belijden hun zonden ‘ betekent dat zij zich van hun afscheiding van de wereld van de Geest en hun situatie in de zintuiglijke en de demonische wereld bewust geworden zijn.
Daarom zegt ook Jezus , evenals Johannes de Doper
‘Het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u ‘ ( Marcus 1 :15 ).
Als er in een mens besef komt van een geestelijke wereld  –  ‘het Koninkrijk Gods is nabijgekomen’  – gaat hij begrijpen dat zijn leven tot op dat moment niet paste bij zijn ware zelf . Hij keert zich om : hij ‘bekeert ‘ zich .

Dit inzicht en de daaruit volgende houding van de mens zijn de eerste stappen op de mysterieweg. De mens neemt afscheid van zijn oude leven en richt zich op nieuwe mogelijkheden. De afwending van het oude leven is de ‘bekering ‘, dat wil zeggen een toewending tot het nieuwe geloofsleven .

Geloof en levenshouding

Het geloof , het tweede aspect van de mysterieweg, wordt bij Marcus zo beschreven dat Jezus enkele vissers uitnodigt : ‘Komt achter Mij en Ik zal maken , dat gij vissers van mensen wordt ( Marcus 1 :17 ). De geroepenen laten hun netten achter en volgen Jezus .

Jezus vertegenwoordigt een toestand van zijn , die in harmonie is met het rijk van de Geest . Het roepen van zijn leerlingen betekent dat hij ze confronteert met de nieuwe bestaanstoestand waar hij de verpersoonlijking van is, en ze uitnodigt , zelf ook deze mogelijkheid na te streven .
Zij voelen zich hierdoor aangetrokken , geven hun oude gerichtheid op de zintuiglijke wereld op en stellen zich open voor de nieuwe mogelijkheid.

Het betreft hier dus niet een blind nalopen of het zich onderwerpen aan een autoriteit, niet om een voor-waar-aannemen van heilsfeiten en een geloof in dogma’s ( die er toen nog niet waren ), maar om de ontdekking dat een heel ander bestaan dan het gewone mogelijk is en het aanvaarden van de gevolgen die voortkomen uit deze ontdekking.

Het geloof betekent openheid voor een leven uit de krachten van de Geest. Jezus spreekt in het Johannes evangelie: ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven’ (Johannes 3 :36).
Jezus wil ermee zeggen : wie de mogelijkheid van het ware zijn voor zich opent, die ik zelf verwerkelijkt heb, zal zijn doel bereiken – het leven in de wereld van de Geest.

Bereikt een mens dit doel dan wordt hij gelijkertijd een ‘visser van mensen’. Hij krijgt dan, zoals Jezus zelf , de beschikking over krachten, waarmee hij andere mensen uit de levenszee van de zintuiglijke wereld kan vissen. Hij zal hun de weg van de mysterieleerling tonen en hen in staat stellen deze te gaan.

In deze fase van het geloof stellen de nieuwe mysterieleerlingen zich meer en meer open voor de krachten uit de geestelijke wereld. Op deze basis kunnen zij proberen een leven te leiden dat de doorstroming van deze krachten zo weinig mogelijk belemmert. Zij zullen stap voor stap een eind maken aan hun conflicten met en bindingen aan de zintuiglijke wereld.

Zij kunnen in dit stadium van de mysterieweg er zelfs toe bijdragen dat ook de conflicten van andere mensen worden beëindigd. Jezus geeft zijn leerlingen de opdracht op deze wijze, in zijn naam , in de wereld te werken.

Ontleend aan: ‘Mysteriescholen’ van Konrad Dietzfelbinger, Het oerchristendom als mysterieschool (niet meer in druk verkrijgbaar)

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN AANBEVOLEN BIJ DE CYCLUS OVER MYSTERIESCHOLEN