De gnosis in de nieuwe tijd – paragraaf uit ‘Gnosis, de derde component van de Europese cultuurtraditie’

BESTEL GNOSIS, DE DERDE COMPONENT VAN DE EUROPESE CULTUURTRADITIE

Het boek Gnosis, de derde component in van de Europese cultuurtraditie beschouwt de cultuurgeschiedenis van Europa als een driestromenland. Naast de rede vanuit Athene en het geloof vanuit Jeruzalem kwam de Gnosis voort vanuit Alexandrië, uitmondend in Theosofie, Antroposofie en Rozenkruis. Via achttien bijdragen van zeer diverse auteurs wordt Gnosis steeds belicht als een innerlijke ervaring, een ‘kennis des harten’, die volgens de experts van alle tijden is. Hieronder volgt uit het boek de paragraaf ‘De gnosis in de nieuwe tijd’ uit het hoofdstuk ‘De universele gnosis’. 

DE GNOSIS IN DE NIEUWE TIJD

Met betrekking tot de gnostieke impuls waar zij duidelijk terugkeert aan de oppervlakte van de samenleving, kunnen wij verwijzen naar de Theosofische Vereniging, gesticht in 1875 door H.P. Blavatsky en voortgezet door Annie Besant. Rond de eeuwwisseling kunnen wij refereren aan de onvermoeibare arbeid van George Mead en zijn werk The thrice greatest Hermes. Voorts zien wij tot ontwikkeling komen de Antroposofische Vereniging van Rudolf Steiner, met een grote invloed binnen Europa, en The Rosicrucian Fellowship van Max Heindel aangevangen in de Verenigde Staten.

Vanaf 1924 is de geestesschool van het Gouden Rozenkruis onder het grootmeesterschap van de heer Jan van Rijkenborgh en mevrouw Catharose de Petri werkzaam als de jong gnostieke broederschap, waarin de gnosis als uitgangspunt centraal staat. Uit de door hen voortgebrachte literatuur verwijzen wij naar de bijzondere benadering van de klassieke gnostieke teksten en het daarbij gevoegde commentaar, zoals De Egyptische oergnosis en haar roep in het eeuwige nu waarin het Corpus Hermeticum en de Tabula Smaragdina behandeld worden.

Verder De Manifesten der Rozenkruisers broederschap waaronder het Scheikundig Huwelijk van Christiaan Rozenkruis, De Roep en de belijdenis der Rozenkruisers broederschap, waar de christelijke mysterieaanzichten als een zevenvoudige ontwikkelingsweg centraal staan. De behandeling in conferentieverband van het Evangelie van de Pistis Sophia, het commentaar op het Nuctemeron van Apollonius van Tyana, zij alle bevestigen de gnostieke impuls waardoor de geestelijke leiders zijn geïnspireerd.

Op een zuiver gnostieke basis is een zevenvoudig geopenbaarde geestesschool gesticht, ontwikkeld en tot op de huidige dag voortgezet, waarin de levensbeschouwelijke benadering tot de gnosis wordt omgezet in een gnostieke levensdaad, die de leerling door toepassing van de klassieke mysteriesleutel van Hermes Trismegistus toegang geeft tot de werkelijke beleving van de drie levensaanzichten, naar Geest, Ziel en persoonlijkheid. Over deze ontwikkelingsweg schrijft Jan van Rijckenborgh (in hoofdstuk 14-I van De Chinese Gnosis):

‘Wij volvoeren een pelgrimage, weloverwogen, methodisch. Wij willen niet meer sterven en wij willen niet leven. Wij willen nergens meer gevonden worden, in geen enkele sfeer van deze natuurorde. Wij willen gaan in het Eeuwige Niets, zoals de dialectica en al haar eonen en entiteiten dat noemen.
Wij hebben de alverschijning der dialectische natuur onderzocht. Dat konden wij, omdat wij in deze natuur zijn. Met ons ikwezen konden wij alles wat deze wereld te bieden had, doortasten en doorproeven. En alles was… moeite en verdriet. Wij hebben deze natuur een ‘natuur des doods’ bevonden. En wij verlangden er niet naar met de zaligen te juichen voor de troon; en ook niet te ijveren om deze vervloekte orde aannemelijk te maken, op welke wijze dan ook. We concludeerden na jarenlange steekproeven, dat dit de zin van het ware leven niet kon zijn en dat het niet goed was, nog langer mee te doen met hen die de mensen in deze natuur-des- doods begoochelen.
Men kan zulke conclusies trekken, doch daarna moet men onherroepelijk een besluit nemen. Men moet op een gegeven moment over het bestaan van het heden kunnen regeren. Bijgevolg waren we verplicht, objectief en niet aan de hand van autoriteiten, het Tao van de Oudheid te doorgronden. Wij ontdekten daarbij al spoedig, dat van alle zijden van alles werd gedaan om dergelijke ontdekkingen tegen te houden. Vele bronnen waren vernield, andere bronnen niet te bereiken. De rest was zwaar verminkt. We vingen aan met brokstukken uit de heilige Taal, die waren overgebleven.
Uit het onderzoek bleek duidelijk, dat er, behalve deze natuurorde, een Oorspronkelijk Rijk was, een Rijk ver en ver buiten het hoogste Nirwanische gebied, een Rijk dat zich zeer nadrukkelijk distantieerde van deze natuur-des-doods met haar beide sferen. Toen we dit gevonden hadden, gingen we op onderzoek uit, om na te gaan of er mensen, of groepen van mensen waren, die naar dat andere Rijk gestreefd hadden, welke levensloop zij hadden en welke kenmerken deze levensloop vertoonde. Wij onderzochten of mensen van die aard, hoewel zeer ver van elkaar verwijderd en door eeuwen gescheiden, toch dezelfde wegen gingen. En wij ontdekten dat al deze mensen en groepen georganiseerd streefden, in volkomen gelijke zin.
Toen gingen wij over tot zelfvrijmetselarij. Want wie het begin weet van het oorspronkelijke, heeft de draad van Tao in handen. Wat is het begin? Dat begin, dat door al onze voorgangers werd toegepast? Wat zou het anders zijn, dan de toepassing van de vijfvoudige Universele Gnosis: inzicht, heilbegeren, zelfovergave, nieuwe levenshouding en daardoor ten slotte: openbaring. Geen persoonlijke existentiële binding, doch een elektromagnetische verbondenheid met de gnosis. En daardoor het ontwaken en het zich bewustworden van de Ziel, van de gans Andere. Dat is: het gehecht worden aan de keten der Universele Broederschap.’

En mevrouw Catharose de Petri:

‘Een gnostieke geestesschool bedoelt dan ook enerzijds te zijn: het stellen van inzicht en klaar begrip ten aanzien van de Leer, anderzijds: het zich openstellen voor en het zich wijden aan de ene Naam, Jezus, de Christus, die daar is van de grondlegging der tijden. Zó wordt de spontaniteit van de nieuwe ziele-levenshouding gehandhaafd en geopenbaard. En daarom is het de signatuur van de eeuwig levende Ziel elke tegenstrijdigheid op te heffen, opdat alles wat op haar groei betrekking heeft tot vervulling kan komen, namelijk: de Mens-van-den-beginne te doen ontstijgen aan het graf der natuur.
Men wordt dan wel een vreemdeling in deze wereld, maar existentieel én direct een burger van het Koninkrijk Gods. Daarom zal al deze Wijsheid altijd in conflict komen of zijn met de wijsheid van hen die volgens hun eigen maatstaven zich verstandelijk voor wijs houden. Hoevele malen werd deze waarschuwing u reeds in de loop der tijden voorgehouden! Maar zij die eenmaal toebehoren aan de Vader der Lichten, zullen, wanneer zij op de juiste wijze versterkt zijn in hun geloof, elkaar kennen en herkennen. Zij herkennen én worden herkend – zij worden verheerlijkt, zoals zij zullen verheerlijken!’

Laten wij niet vergeten, dat de kerk van de geest, het geestelijk aanzicht van de Paracleet, de kerk van de gnosis vanaf haar vroegste begin, zich altijd heeft gedeclareerd als de sleuteldraagster der mysteriën. Laten wij weten, dat het mysterieuze verbond tussen de Schepper – hoe wij hem ook mogen noemen – en zijn schepsel onafgebroken aanwezig is geweest in toegewijde mensenharten, mensenhoofden en mensenhanden.

Laten wij begrijpen dat zij zich altijd manifesteerde als waarachtig kennisdraagster van geestelijke levensprincipes. In de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling declareerde deze gemeenschap zich reeds als een mysteriegroep, waarin heden, verleden en toekomst van de wereld en mensheid gekend en behoed werden. Daarom is de spirituele wijsheidsstroom van de voorchristelijke, de vroeg-christelijke en nachristelijke gnosis onafgebroken vertegenwoordigd geweest in de aanzichten, die wij samenvattend de westerse mysteriën kunnen noemen.

De mysterie-aanzichten der Egyptenaren, Perziërs, joden, Grieken en andere volken, zijn niet verloren geraakt in het stof der geschiedenis: zij hebben zich onafgebroken vernieuwd in die kring van broeders en zusters, die vanuit de Christus-impuls tot daadwerkelijke navolgers zijn geworden van de Philosophia Tripartita, de drievoudige wedergeboorte van de Geest-Ziel-persoonlijkheid.

BESTEL GNOSIS, DE DERDE COMPONENT VAN DE EUROPESE CULTUURTRADITIE