Christoffel Columbus en de herontdekking van Amerika – de reis met het schip Santa Maria over de Atlantische Oceaan

In de vijftiende eeuw was de Westerse wereld ernstig bezig een zeeroute te zoeken naar het Verre Oosten. Het was het eeuwenoude probleem: er kwamen niet genoeg goederen uit de verafgelegen landen. Deze keer was dat te wijten aan twee machtige groepen. De Turken waren in  staat vele van de landkaravanen te blokkeren, terwijl de Arabieren de wateren in het oosten van de Middellandse Zee en de Rode Zee beheersten. Het leek alsof iedere keer dat er een nieuw contact met het Oosten was gelegd, er een of ander volk opdook om de verdere ruilhandel te beletten. Daarom gingen onderzoekers er nog eens op uit.

Was Columbus de enige die geloofde dat de aarde rond was?

In de vijftiende eeuw waren de meeste mensen vergeten dat het mogelijk was om Afrika te varen. Al geruime tijd was het denkbeeld opgekomen dat men China, Voor-Indië en Oost-Indië zou kunnen bereiken door naar het westen over de Atlantische Oceaan te varen. Dit denkbeeld was juist, maar niemand wist dat twee machtige vastelanden, die zich bijna van pool tot pool uitstrekten, de weg blokkeerden. Dat waren Noord- en Zuid-Amerika.

Wanneer men aannam dat men het Oosten kon bereiken door neer het Westen te varen, moest men ook aannemen dat de aarde een bol is. Een zeekapitein uit Genua, Christoffel  Columbus, geloofde dit, maar hij was niet de enige. Vele eeuwen tevoren, wel 500 jaar v.C., beweerde een Griekse geleerde, Pythagoras, dat de aarde rond was. Een Noors handboek, geschreven in 1250, zei niet alleen hetzelfde, maar gaf ook de oorzaken voor de verschillende klimaten op aarde, de zonnestand in de verschillende jaargetijden en de overheersende winden. Niet alle vroegere kennis was verloren gegaan – deze was alleen maar in het vergeetboek geraakt.

Waarom wilde Columbus naar Oost-Indië varen?

Columbus scheen in zijn leven maar aan één doel gewijd te hebben: een tocht naar Oost-Indië te maken over de Atlantische Oceaan. Hij bestudeerde de sterrenkunde, het maken van kaarten, de zeevaart, en voer zelfs naar Engeland en IJsland, waar hij hoorde van de reizen van de Vikingen. Hij maakter echter een grote fout. Hij nam aan dat de wereld veel kleiner was dan zij in werkelijkheid is, en hij dacht dat Azië veel groter was. Maar hij was vastbesloten de reis te maken. Columbus moet een opdracht vervullen, niet voor een land of een vorst, maar voor zichzelf.

Hoe kwam Columbus aan het geld voor zijn historische tocht?

Columbus ging eerst naar Portugal naar koning Johan II. De Portugezen waren de beste zeelieden van die tijd en hij dacht dat zij zeker achter zijn plan zouden staan. De Portugese koning had echter een eigen plan om een vloot om Afrika naar Voor-Indië te zenden. Het plan van Columbus scheen onzakelijk. Het betekende dat men wekenlang uit het zicht van land zou varen over een onbekende zee. Columbus werd afgewezen en hij verliet Portugal in 1484.

Hij ging naar Spanje in de hoop geldelijke steun voor zijn expeditie te krijgen van koningin Isabella. Evenals in Portugal werd zijn plan hier ongunstig ontvangen. Er waren tegenstrijdige opvattingen en er werd veel geïntrigeerd aan het hof in Spanje. Daarom zond Columbus zijn broer Bartholomeus naar Engeland om de belangstelling van Hendrik VII op te wekken. De tijd verstreek en de zeeman werd ongeduldig toen hij zo lang aan land moest blijven. Het zag ernaar uit alsof zijn grote opdracht nooit in vervulling zou gaan.

In januari 1492 ging hij naar Frankrijk, maar terzelfder tijd hadden zijn vrienden aan het Spaanse hof koningin Isabella er eindelijk van overtuigd dat Spanje machtig en rijk zou worden als Columbus zou slagen. Isabella besloot de expeditie te steunen, zelfs met haar persoonlijk fortuin, en Columbus werd teruggeroepen. Op 17 april 1492 tekenden de koningin en de kapitein uit Genua beiden een contract voor de reis.

Met hoeveel mensen en schepen voer Columbus uit?

Op 3 augustus ging Columbus aan boord van zijn vlaggeschip, de Santa Maria, en raadpleegde zijn kaarten. In de haven van Palos deinden de schepen Nina en Pinta zachtjes op de golven van de zee. De zeilen werden ontplooid en de schepen voeren uit. Voor hen uit doemde de eindeloze Atlantische Oceaan op en de bemanning bekroop een grote angst. De oude verhalen van zeemonsters doken op bij de vrees voor stormwinden en onstuimige golven. Maar hun kapitein spoorde hen aan. Meer dan tachtig mannen en drie kleine schepen gingen die morgen op weg en zouden geschiedenis maken.

Columbus was uitgerust met de beste instrumenten van zijn tijd: kompas, steekpasser, kwadrant, zandloper en de beste kaarten die beschikbaar waren. De belangrijkste kaart was getekend door een Italiaanse arts en sterrenkundige, Toscanelli, en toonde aan dat de aarde rond was. Met behulp van deze kaart en een grote kennis van de stand van de vaste sterren, was Columbus in staat pal naar het westen te koersen en naar Azië te varen, zoals hij meende.

Na een oponthoud op de Canarische Eilanden, voer de kleine vloot naar geheel onbekende wateren. Vanaf dit punt waren alle gebeurtenissen nieuw, zelfs voor de meest ervaren zeelieden. Hun kompasnaalden vertoonden een grotere westelijke afwijking, zij zagen het drijvend zeewier van de Sargasso-zee en zij zagen zelfs een meteroriet in zee vallen. Maar toen augustus en september voorbij waren en oktober kwam, strekte de Atlantische Oceaan zich nog altijd voor hen uit, een vergezicht van deinende golven tot aan de horizon toe. Er was geen land in zicht, alleen maar water aan alle kanten.

Waarom wilden de kapiteins van Columbus naar Spanje terugkeren?

In de tweede week van oktober brak er een muiterij onder de bemanning uit, en de kapiteins van de Nina en de Pinta kwamen Columbus vragen terug te keren. Zij hadden gegronde redenen hiervoor. Geen van beiden was bijgelovig en beiden waren even moedig als Columbus zelf, maar er waren enige praktische dingen. De voorraden slonken, de overheersende winden waaiden van Spanje af en zij wilden terugkeren vóór zij allen van honger omkwamen op de eindeloze oceaan.

Columbus hield stand. Hij had zijn hele leven besteed aan de voorbereiding van deze reis en hij was er zeker van dat er land dichtbij was. Dit was geen gissing van hem. Zij hadden trekvogels zien overvliegen en daarom bedong hij nog drie dagen. Maar zijn kapiteins stelden een voorwaarde. Zou er de avond van 12 oktober geen land in zicht zijn, dan zou de vloot naar Spanje teruggaan.

Waar landden Columbus en zijn bemanning?

De schepen gingen verder naar het westen en op 11 oktober zagen ze enkele takken op de oppervlakte van het water drijven en verscheidene met de hand gesneden palen werden opgevist. Er scheen land voor hen te liggen. Om tien uur diezelfde avond, zag Columbus licht ver voor zich uit, en om twee uur de volgende morgen zag de uitkijk op de Pinta land aan de horizon. Bij zonsopgang bereikte de kleine vloot een ankerplaats bij een eiland van de Nieuwe Wereld en Columbus zelf was de eerste die voet aan wal zette. Het was bijna vijfhonderd jaar geleden dat Leif Ericsson de beboste kusten van Noord-Amerika gezien had en het werelddeel was nu opnieuw ontdekt. Maar niemand wist dat. Zij dachten allemaal dat zij Azië bereikt hadden.

Columbus landde op een eiland dat hij San salvador noemde. De ware naam, zoals de inlanders die hij ontmoette hem vertelden, was Guanahani. Dit is één van de Bahama-eilanden. Columbus nam dit eiland in bezit voor Spanje en imponeerde de inboorlingen zeer door zijn rijke kledij. Omdat hij dacht dat hij ergens in Oost-Indië was, noemde hij de inlanders Indianen.

Welke andere gebieden in Amerika onderzocht Columbus?

Columbus deed enkele onderzoekingen in het Caribische Zeegebied, nadat hij de voedselvoorraad van zijn vloot had aangevuld. Nadat hij nog veel meer eilanden van de Bahama-groep ontdekt had, landde hij op Cuba en daarna op Haïti. De Santa Maria strandde op Haïti tengevolge van een verkeerde manoeuvre, en moest daar achtergelaten worden. Columbus maakte van dit ongeluk gebruik en bouwde een fort van het hout van het schip, noemde dit La Navidad en liet vierenveertig man achter als basis voor een kolonie. Er waren geen problemen met de inlandse bevolking van de eilanden die vol ontzag was voor de Europeanen. Zij behandelde hen als hun gasten, niet beseffend dat hij ‘gasten’ in de volgende jaren de voorlopers zouden blijken te zijn van meedogenloze veroveraars.

Columbus keerde op 15 maart in Spanje terug. Het was een triomfantelijke thuiskomst. Hij ontmoette koningin Isabella in Barcelona en liet haar de vele exotische dingen zien die hij verzameld had. Vreemde vogels en dieren, katoen, ingewikkeld houtsnijwerk en, het interessantste van alles, enkele Indianen. Maar hij bracht ook goud mee. De Spaanse heersers maakten snel van de gelegenheid gebruik en steunden nog drie reizen van Columbus. Tenslotte bezocht hij bijna alle grote eilanden in het Caribische Zeegebied, landde op verscheidene plaatsen in Midden-Amerika en ontdekte Zuid-Amerika. Hij stichtte vele koloniën, en grote hoeveelheden goud en Indiaanse slaven kwamen naar Spanje.

Bron: ‘Het hoe en waarom boek van de ontdekkingen’ door Irving Robbin (niet meer in druk verkrijgbaar)