In de vijftiende eeuw was de Westerse wereld ernstig bezig een zeeroute te zoeken naar het Verre Oosten. Het was het eeuwenoude probleem: er kwamen niet genoeg goederen uit de verafgelegen landen. Deze keer was dat te wijten aan twee machtige groepen. De Turken waren in staat vele van de landkaravanen te blokkeren, terwijl de Arabieren de wateren in het oosten van de Middellandse Zee en de Rode Zee beheersten. Het leek alsof iedere keer dat er een nieuw contact met het Oosten was gelegd, er een of ander volk opdook om de verdere ruilhandel te beletten. Daarom gingen onderzoekers er nog eens op uit. Lees verder