BESTEL HET LEVEN, MEESTERWERK VAN DE GEEST
In deze tijd schijnen de biologen, althans sommigen onder hen, de erfgenaam, de opvolger te willen zijn van al die alchemisten, magiërs en kabbalisten die gezocht hebben om het elixir van het onsterfelijke leven en het universele geneesmiddel te vervaardigen, de doden te doen verrijzen of het leven in de onbezielde materie te introduceren. Dankzij de technische vooruitgang zullen ze bepaalde resultaten behalen, maar het essentiële zal hun altijd ontgaan: als tovenaarsleerlingen zullen ze erin slagen wat in elkaar te knutselen, misschien enkele gedrochten te fabriceren en men zal een poosje kunnen geloven dat er sprake is van een grote wetenschappelijke doorbraak. Maar het is helemaal niet zeker of de mensheid lang blij zal zijn met die verworvenheden.
Het is mogelijk voor de mens om het mysterie van het leven te benaderen, maar op voorwaarde dat hij zijn onderzoek naar boven richt, in de spirituele wereld, in de goddelijke wereld. Wanneer hij zal proberen zich te verheffen naar de sublieme regionen vanwaar het leven komt, erin zal slagen zijn instincten te beheersen en een veel subtieler waarnemingsvermogen te ontwikkelen, ja, dan zal de mens ontdekken wat het leven werkelijk is en hoe hij het intenser, machtiger kan maken, in zichzelf en rondom hem.
‘Alle spirituele tradities hebben van de berg, de boom en de rivier bijzonder rijke en betekenisvolle symbolen gemaakt. Waarom? Omdat de mensen sinds onheuglijke tijden in hen een voorstelling van het kosmische leven hebben kunnen zien. De berg, evenals de boom en de rivier, brengt de wereld hierbeneden in relatie met de wereld daarboven, hij maakt de verbinding tussen de aarde en de hemel. Maar terwijl de berg en de boom zich in de hoogte verheffen, daalt de rivier, die zijn oorsprong vindt in de bergen, neerwaarts en stroomt uiteindelijk in de zee…
Het laatste hoofdstuk van het Bijbelboek Openbaring begint met het beeld van de rivier. Na hem het visioen van de heilige stad getoond te hebben, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt (2), toont de engel aan Johannes ‘een rivier met water dat leven geeft, helder als kristal, die ontsprong aan de troon van God…’ Dit beeld van de rivier van het leven, die neerdaalt van de troon van God, onthult ons in de eerste plaats dat het leven van boven komt.’
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN OMRAAM MIKHAËL AÏVANHOV
DEEL I – MYSTERIE VAN HET LEVEN MYSTERIE VAN GOD
Er is een woord dat de Schepper met de schepping verbindt, maar het verbindt ook alle schepselen onder elkaar en dat woord is ‘het leven’ Het leven is de kwintessens die God in het begin uit Zichzelf heeft genomen om aan de schepselen het bestaan te geven. In verband met de schepping kan men zich afvragen waarom en hoe er iets bestaat in plaats van niets. Dat is een vraag die filosofen, wetenschappers en mystici bezig blijft houden… En ook kinderen vragen het zich soms af en stellen deze vraag aan de volwassenen.., die om te antwoorden behoorlijk in verlegenheid worden gebracht!
De schepselen en het geschapen universum leven het leven van God. Sommigen wachten erop tot men hun Zijn bestaan bewijst om te geloven in een Schepper. Je vraagt Je af tot welke graad van verblinding en verduistering van het bewustzijn men gekomen is om dit als voorwaarde te stellen. Dit leven dat ze ontdekken, dat ze voelen in hen en rondom hen, vanwaar denken ze dat het komt? Indien ze erin toestemmen om te mediteren over het leven, over de verscheidenheid van haar manifestaties, zouden ze geen behoefte hebben aan een bewijs voor het bestaan van God. In de mate dat ze doordringen in dit mysterie van het leven, zouden ze doordringen in het mysterie van de Godheid, want het leven zelf is ook een mysterie dat niemand werkelijk kan verklaren.
Wie zou eraan denken het leven te ontkennen onder het voorwendsel dat het onverklaarbaar is? Men vraagt geen bewijzen van het leven; het is er overal als een vanzelfsprekendheid. En toch kan niemand zeggen dat hij het leven gezien heeft, want er bestaat geen enkel middel om het voor te stellen als een fenomeen dat je kunt isoleren om het onder de microscoop of met de telescoop te bekijken. We stellen de uitingsvormen ervan vast, dat is alles. We zien dat wezens levend zijn, dat de natuur levend is. Het is echter onmogelijk om precies kennis te verwerven van het leven. Dat wil zeggen de energie, de stroom die in die wezens binnendringt waardoor ze geboren worden, zich ontwikkelen en sterven (inderdaad, ook sterven, want de dood maakt als proces van transformatie deel uit van het leven). We weten niet wat het leven is, waar het vandaan komt noch tot waar het gaat, maar we kunnen het niet in twijfel trekken.
Sommigen zullen zeggen: ‘Jawel, wij weten wat het leven is. Wanneer een kind geboren wordt, weet je dat het zijn leven heeft ontvangen van een man en een vrouw die elkaar hebben ontmoet en men weet tot in detail hoe al deze processen verlopen. En wanneer een boom groeit, weet je dat hij uit een zaadje komt en we weten eveneens heel goed hoe het proces van ontkiemen en groeien daarbij in zijn werk gaat. Dat is waar, iedereen weet nu hoe het leven zich op aarde voortplant en zichzelf in stand houdt. Maar de oorsprong ervan, hoe het in het universum en vervolgens in de mens verschenen is en vooral hoe zover te komen dat we er meester over worden, dat is een andere vraag…
Uit nieuwsgierigheid, uit behoefte om iets te begrijpen wat hun ontgaat, maar ook vanuit de wil om zich te meten met de Schepper, hebben de mensen altijd getracht de geheimen van het leven te doorgronden. Want meester zijn over het leven betekent werkelijke almacht. Hoeveel vorsten die de top van glorie en macht bereikten, hebben hun zwakheid en hulpeloosheid ervaren wanneer ze hun laatste uur zagen aanbreken! Zij hadden over leven en dood van miljoenen mensen beslist, maar over hun eigen leven konden ze dat niet en toen het leven hun ontsnapte, verloren ze alles: koninkrijken, rijkdommen, glorie en gezag. Wat zouden ze er niet voor overhebben als hun nog één druppel leven vergund was!
De mens heeft zijn sterfelijkheid altijd als iets minderwaardigs aangevoeld; daarom heeft hij gedurende eeuwen niet alleen gezocht met welke middelen hij zijn bestaan kon verlengen, maar zelfs hoe hij het leven zou kunnen scheppen. Een van de meest bekende voorbeelden uit de westerse traditie is dat van de golems. Er wordt verteld dat in het getto van Praag in de 17e eeuw rabbijnen zouden hebben geprobeerd levende wezens te fabriceren. Zij lieten zich daarbij inspireren door het boek Genesis waarin staat: ‘Toen maakte God, de Heer, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.’
Ze boetseerden dus menselijke vormen in leem en schreven op hun voorhoofd het Hebreeuwse woord émeth: waarheid, dat, zo geloofden ze, het vermogen had om het leven in te blazen. Deze bezielde wezens stonden tot hun dienst en verplaatsten zich om hun bevelen uit te voeren. Indien het gebeurde dat een van hen aan de controle van zijn schepper ontsnapte, werd hij een gevaar en moest hij vlug vernietigd worden. Het volstond dan om op zijn voorhoofd de eerste letter van het woord émeth uit te vegen, want als je deze letter weglaat, ontstaat in het Hebreeuws het woord maveth: dood, en de golem verging tot stof.
Dat zijn uiteraard legenden, ontstaan door bepaalde gebeurtenissen. Ik heb nooit iets van dien aard gekend; ik weet alleen dat vele dingen mogelijk zijn, zelfs indien ze niet exact zijn voorgevallen zoals men ze vertelt. In elk geval onderstrepen zulke verhalen het verlangen van de mensen om de geheimen van het leven te bemachtigen. Men vindt er ook een spoor van terug bij Goethe in zijn Faust II: de schepping van de Homunculus die, tengevolge van ingewikkelde chemische operaties, geboren wordt in een glazen ampul. Goethe, die de esoterische wetenschappen had bestudeerd, heeft ongetwijfeld deze idee overgenomen van Paracelsus en de alchemisten.
Ik ken al dit zoeken en deze ervaringen. De tradities van een groot aantal volkeren vermelden vergelijkbare berichten. Maar ze interesseren me niet. Die interesse heb ik wel voor de macht van het goddelijk leven, maar niet voor de menselijke pogingen om de vermogens van het leven te manipuleren. De mens kan het leven niet scheppen, hij kan het slechts doorgeven. De enige bron van het leven bevindt zich in God: Hij is het leven en het leven behoort slechts Hem toe. Hij vervult heel het universum met Zijn leven, maar Hij bewaart er het geheim van, want het is Zijn geheim.
In deze tijd schijnen de biologen, althans sommigen onder hen, de erfgenaam, de opvolger te willen zijn van al die alchemisten, magiërs en kabbalisten die gezocht hebben om het elixir van het onsterfelijke leven en het universele geneesmiddel te vervaardigen, de doden te doen verrijzen of het leven in de onbezielde materie te introduceren. Dankzij de technische vooruitgang zullen ze bepaalde resultaten behalen, maar het essentiële zal hun altijd ontgaan: als tovenaarsleerlingen zullen ze erin slagen wat in elkaar te knutselen, misschien enkele gedrochten te fabriceren en men zal een poosje kunnen geloven dat er sprake is van een grote wetenschappelijke doorbraak. Maar het is helemaal niet zeker of de mensheid lang blij zal zijn met die verworvenheden.
Het is mogelijk voor de mens om het mysterie van het leven te benaderen, maar op voorwaarde dat hij zijn onderzoek naar boven richt, in de spirituele wereld, in de goddelijke wereld. Wanneer hij zal trachten zich te verheffen naar de sublieme regionen vanwaar het leven komt, erin zal slagen zijn instincten te beheersen en een veel subtieler waarnemingsvermogen te ontwikkelen, ja dan zal de mens ontdekken wat zichzelf en rondom hem.
Het leven werkelijk is en hoe hij het intenser, machtiger kan maken, in Het leven, dat is God Zelf. Buiten Hem is er geen leven. Dat het mensen niet lukt dit te erkennen, komt omdat ze de idee van een scheppende God verwerpen. Het leven, zo denken ze, kan heel goed tevoorschijn gekomen zijn zonder dat er een God aan te pas kwam. Ofwel, indien ze deze idee van God niet verwerpen, is deze niet echt iets om je druk over te maken: er zijn zaken die zoveel belangrijker zijn om over na te denken en om te doen.
De waarheid is echter dat we het leven slechts kunnen kennen door te trachten in onszelf de idee van God te doorgronden en, omgekeerd, we kunnen God slechts kennen door te proberen in onszelf de idee van het leven te doorgronden. Bestudeer dus het leven, maar niet omdat u in verleiding bent gebracht de geheimen ervan te bemachtigen. Dit zou de mens tot de gelijke van de Schepper maken, maar het is een onderneming die bij voorbaat tot mislukken is gedoemd; bestudeer het leven om zo de onmetelijkheid, de pracht van God te ontdekken en de volheid te smaken.
Toen Jezus zei: ‘Het eeuwig leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God’, legde hij een verband tussen het leven en het kennen van God. Het enige leven dat waard is geleefd te worden, is het eeuwige leven, namelijk het leven van de ziel en de geest. Het fysieke leven en zelfs het affectieve en intellectuele leven zijn slechts uiterst beperkte aspecten van het leven. Het ware leven dat ons in verbinding brengt met God en heel het universum, is het leven van de ziel en de geest. Maar voor we erin slagen dit leven te leven, zijn er zoveel dingen om te doorgronden, regels om na te leven, oefeningen om te doen!
De kosmische Intelligentie heeft de mens uitgerust met subtiele centra die hem in staat stellen in verbinding te treden met de spirituele gebieden. Deze centra kunt u beschouwen in de wereld van de ziel en de geest als het equivalent van de organen op het fysieke vlak. Probeert u deze subtiele organen eerst bewust te worden en neem tezelfdertijd gedragsregels aan die het u mogelijk maken ze te ontwikkelen. Het is belangrijk al deze praktijken en raadgevingen die de Ingewijden ons hebben gegeven te respecteren. Men noemt dat de moraal, die we niet moeten respecteren, omdat we ons zo nodig dienen te onderwerpen aan menselijke conventies noch om een God te behagen die daar ergens boven de wolken woont. Respect is hier het besef dat elke gedachte, elk gevoel, elke daad gevolgen heeft in het diepst van ons wezen, wat ertoe bijdraagt dat het leven zich in ons ofwel verrijkt ofwel verarmt.
God heeft ons het leven gegeven, maar om echt levend te zijn hebben we heel wat werk te doen. Het hangt helemaal van ons af of we dit leven dat we hebben gekregen, versterken, mooier, subtieler en spiritueler maken. Het leven heeft een oneindig aantal gradaties en wie in de lagere daarvan blijft, kan slechts in verbinding komen met de realiteit van dat niveau. Zo iemand verbreekt de band met de Bron en zegt vervolgens: ‘Niets heeft zin. God bestaat niet’. En dat is normaal, hoe zou die persoon iets kunnen vatten van de hogere werkelijkheden? Wanneer men in zijn bewustzijn zo laag blijft, hoe kan men zich verheugen in het bestaan van God? Men voelt Hem niet in zich noch buiten zich. Om het goddelijk leven te voelen, is het zaak aan de slag te gaan om ons eigen leven te vergoddelijken. Juist het goddelijk leven in ons doet onze spirituele centra ontwaken, waardoor wij het bestaan van God kunnen aanvoelen.
Vraag u dus niet af of God bestaat om te beslissen over de zin die u vervolgens aan uw leven zult geven. Het is zelfs veel beter om exact het tegenovergestelde te doen: geef een steeds rijkere betekenis aan elk moment van uw leven. Vervolgens zult u zich niet meer af hoeven vragen of God bestaat: het zal zonneklaar zijn. God is het leven, de volheid van het leven en om zijn aanwezigheid te voelen, moeten we zelf levend worden. Precies dat werk in de diepte aan het leven doet ons in verbinding met God komen. Tot het zover is, kunnen we over Hem slechts verkeerde opvattingen hebben, omdat ze oppervlakkig zijn. In plaats van God in zichzelf te zoeken, in dat leven dat Hij ons gegeven heeft, stellen velen zich tevreden met te herhalen wat anderen over Hem gezegd hebben. Dat weegt men dan tegen elkaar af, men stelt zichzelf vragen, discussieert, twijfelt… Op die manier kom je nooit ergens toe. Laat het leven in u opborrelen en u zult zich niet meer afvragen of God al of niet bestaat.
Ja, het grootste bewijs van het bestaan van God, zult u juist in u zelf vinden. Want in de mens heeft de Schepper zijn zaden gelegd en een zaad is juist voorbestemd te ontkiemen en te groeien tot het een boom wordt. Herinner u de gelijkenis van het mosterdraad. Door aan de slag te gaan met de zaden die de Schepper in u gelegd heeft, zorgt u ervoor dat u in uzelf de goddelijke boom doet groeien. En al naargelang deze groei zult u zich door de aanwezigheid van uw hemelse Vader bewoond voelen. En hoe kun je dan nog twijfelen aan een aanwezigheid die men in zich draagt?
Sommigen zullen zeggen: ‘Maar men heeft nooit op deze wijze met ons over God gesproken. Wat men ons verteld heeft, was zo oppervlakkig, kinderachtig, belachelijk zelfs, dat je er niet in kon geloven en je het geloof hebt verloren. Maar wie heeft u verplicht dit beeld van God dat men u voorstelde, te aanvaarden? Waarom zou u accepteren dat u jets essentieels voor uw bestaan wordt ontzegd onder het voorwendsel dat men u over de Godheid niet heeft kunnen spreken? Waarom hebben de mensen er behoefte aan om het van een ander te horen? Voelen ze deze aanwezigheid niet, in henzelf en bij alle wezens, van iets of iemand zo oneindig groot, lichtend, mooi, machtig en vol liefde, met wie of wat ze in contact moeten blijven om een fundament en een richting aan hun leven te geven?
Niets is reëler en waarachtiger dan het bestaan van God. Dat men het niet kan bewijzen, is juist een argument in zijn voordeel. Indien God was zoals we het verlangen, om Hem te kunnen zien, te horen en aan te raken zoals dit met de wezens om ons heen het geval is, zou Hij zich zodanig moeten beperken, verzwakken, verduisteren dat Hij God niet meer zou zijn. Mag het voor ons volstaan zijn bestaan gewaar te worden in zijn schepping, in de schepselen en vooral in onszelf, zonder er bewijzen van te willen hebben met de zo armzalige en ontoereikende middelen van de vijf zintuigen of van het verstand.
Dus, wat men u ook zegt, welke filosofieën er ook overal de ronde doen, klamp u vast aan deze idee dat u de Godheid slechts zult vinden indien u Haar in uzelf begint te zoeken. Zoek Haar, denk aan Haar, bemin Haan, roep Haar aan, want op die manier zult u buitengewoon krachtige energieën ontvangen, die u in staat stellen met vertrouwen vooruit te gaan op uw levensweg.
De christenen zingen de psalm: ‘De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water.’ Maar voor hen is het slechts een lied, woorden die ze mechanisch, automatisch uitspreken, zonder zich er bewust van te zijn dat het magische woorden zijn. In werkelijkheid bevindt zich deze herder die ze bezingen, in henzelf en juist daarom kan hij zijn macht en bescherming uitspreiden over die onmetelijke kudde – hun cellen – die hij voedt en laaft. Niets is belangrijker dan het bewustzijn van de aanwezigheid van God in u; dankzij deze aanwezigheid – dankzij de gedachte aan deze aanwezigheid – ordent zich alles, komt alles tot rust, laat zich organiseren, harmoniseert zich en komt in evenwicht. En zelfs al lukt het u niet onmiddellijk om tot zulke merkbare resultaten te komen, dat doet er niet toe, u hebt tenminste het essentiële bereikt: u bent op de goede weg.
Waarom is de mens zwak, waarom ongelukkig? Omdat hij alles, zelfs God, buiten zichzelf wil zoeken. Maar God is in ons, wij kunnen ons niet van Hem afscheiden, maar hoogstens tussen Hem en onszelf donkere schermen, ondoorzichtige lagen plaatsen. Wanneer de zon versluierd is door de wolken, is zij niet verdwenen, zij gaat verder met het verspreiden van haar licht en haar warmte. En als de wolken eindelijk verdwijnen of indien we hoog genoeg in de atmosfeer kunnen opstijgen, stellen we vast dat zij altijd daar is. Een identiek fenomeen doet zich voor in onszelf. Zoals de zon is God altijd daar, aanwezig, onveranderlijk. Onophoudelijk zendt Hij ons Zijn licht (zijn wijsheid) en Zijn warmte (zijn liefde).
Wie echter wolken in zichzelf vormt door disharmonische, egoïstische, kwaadwillige gedachten, gevoelens en verlangens, blijft van dit licht, deze warmte verstoken. En in plaats van in te zien dat zo iemand als enige verantwoordelijk is voor zijn situatie, omdat hij is afgedaald in de mindere lagen van zijn bewustzijn, beklaagt hij zich dat God niet bestaat of door Hem in de steek is gelaten! Er zijn zelfs onder gelovigen, heiligen en mystici velen die perioden hebben gekend waarin ze aan God hebben getwijfeld of hebben door Hem verlaten te zijn. Alsof het al of niet bestaan van God gevoeld afhankelijk kan zijn van de toestand waarin we ons bevinden! Alsof Hij het is die ten opzichte van ons kan veranderen!
Wel, God is degene die veranderlijk is nietwaar? Wij, wij zijn standvastig, onberispelijk, onveranderlijk in ons geloof, in onze liefde en Hij is grillig, wispelturig! In de gewijde geschriften wordt God de Trouwe, de Waarachtige genoemd en hoewel de gelovigen deze woorden herhalen, zijn zij het die zich afvragen waarom Hij niet naar hen omkijkt, niet naar hen luistert, waarom Hij zich heeft teruggetrokken en hen in de steek laat. Maar God verlaat ons niet, wij verlaten Hem! In plaats van met ons bewustzijn boven de wolken te blijven, gaan we eronder zitten en natuurlijk voelen we ons dan in het duister en in de kou. Het is dus beter om er alles aan te doen ons boven de wolken te verheffen, waar de zon van het goddelijk leven schijnt, want daar verblijft God en daar kunnen wij ook verblijven en Zijn leven leven.
INHOUDSOPGAVE
Deel I – Mysterie van het leven, mysterie van God
Deel II – ‘Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft’
- Het ontstaan van de werelden
- ‘In het begin was het Woord’
- ‘Het leven: het werk van de geest in de materie
Deel III – De mens in de Boom des Levens
- Het systeem van de zes lichamen
- Over de natuur van de ziel
- Van de wortels tot de vruchten: de verovering van de vrijheid
Deel IV – De dierenriem, sleutel tot mens en universum
- Het ontstaan van het universum en de verschillende leeftijden van de mens
- Hoe de dierenriem onze zes lichamen beïnvloedt
- De twee assen Ram – Weegschaal en Stier – Schorpioen: ‘de zondeval’
- Het opbouwen van het verheerlijkt lichaam
Deel V – Het evenwicht van de Weegschaal
- De kosmische Weegschaal
- De sefiroth van de centrale zuil – De sefira Daath
- De zuil van de strengheid – De sefira Binah
- De onderscheidingstekens van ons innerlijk koningschap: de scepter en de globe
- De mythe van Adam en Eva
Deel VI – De niveaus van bewustzijn
- Het scherm van het bewustzijn
- Het inwerken op het onderbewuste
- Het hoger Zelf. De neerdaling van de heilige Geest
- De Inwijding, een verandering van bewustzijnstoestand
Deel VII – Wetenschappelijke waarheid en waarheid van het leven
- Talent is niet voldoende
- De intuïtie, eigenschap van het causaal lichaam
- De waarheid over het leven. Objectiviteit en subjectiviteit
- Het geraamte van het universum. Analyse en synthese
- ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’
Deel VIII – De verovering van de top
- ‘Ga door de nauwe poort naar binnen’
- Het huis op de rots: de macht van de gedachte
- Het beklimmen van de spirituele bergen
- Binah, het gebied van de standvastigheid
Deel IX – De eenheid van het leven
- De rivier van het goddelijke leven
- De gelijkenis van het onkruid tussen het graan
- Het kennen van de eenheid
Deel X -De mysteriën van Jesod
- De toegang tot de psychische wereld: Jesod
- Isis ontsluierd aanschouwen
- Van Jesod naar Kether: de sublimatie van de seksuele kracht
- De ervaringen van de slaap
- Hel, Vagevuur en Paradijs
- Welke relatie onderhouden met de ziel van overledenen?
Deel XI – Malkuth, opvangschaal van de kwintessens van Kether
- Malkuth in de Boom des Levens: de band met de goddelijke wereld
- De wortels van de materie: de vier heilige Wezens
- De vier elementen in de opbouw van onze verschillende lichamen
- Het water, baarmoeder van het leven
- Het vuur van de geest
- Een edelsteen worden in de kroon van de Eeuwige
Deel XII – ‘En aan weerskanten van de rivier stond een levensboom’
- Het principe van het leven en het principe van de dood: Iona en Horev
- ‘Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid’
- ‘En aan weerskanten van de rivier stond een levensboom’
Verwijzing naar Bijbelteksten
Index
LEES OVER DE BOVENSTAANDE TRILOGIE VAN OMRAAM MIKHAËL AÏVANHOV