De menselijke verhoudingen in het komende Aquariustijdperk – artikel van Frans Spakman uit LOGON 2020-3

DOWNLOAD LOGON 2020-3

Nu we hebben geworsteld met de fundamentele eisen van afstand houden, fysiek en psychologisch, is het van belang de richting te verkennen waarin de verhoging van het vibratieniveau idealiter zou kunnen gaan uitmonden: in de beleving van Aquariuswaarden. Waarom? Omdat het om menselijke verhoudingen gaat. Waarom? Omdat de verhoudingen tussen menselijke soortgenoten essentieel zijn voor álle leven op aarde. Is er dan wel een plaats voor ‘aquariuswaarden’ in het leven op aarde, zo zou je kunnen vragen? Nog niet, overduidelijk nog niet, en misschien zijn we er verder van weg dan ooit. 

Neem bijvoorbeeld de eenendertigjarige journaliste Jia Tolentino (The New Yorker). Volgens haar zijn onze huidige waarden destructief voor ons overleven. In haar boek Spiegeldoolhof geeft ze onder meer aan: ‘Zoals zoveel mensen van mijn generatie ben ik uitgegroeid tot een kwetsbare, paniekerige, instabiele volwassene, doordat ik van jongs af aan zag dat bedrog loont.’

Verlichting en romantiek 

Toch getuigen veel maatschappelijke verschijnselen van de trillingsverhoging die is ingezet om Europa, en vandaaruit de wereld te verheffen. Sinds het einde van de achttiende eeuw is het vooral het menselijk bewustzijn, waarop deze verhoging zich richt. En of het nu veroorzaakt wordt door de Uranusstraling uit ons eigen zonnestelsel, of welke andere oorzaak ook, is daarbij om het even. 

Neem bijvoorbeeld de periode vanaf ongeveer 1789. In veel observaties zegt men dat deze periode cultureel gekenmerkt werd door de Verlichting en Romantiek, waarbij men meteen roept dat die Verlichting en Romantiek ons als mensheid op weg naar eenheid, vrijheid en liefde, of liberté, égalité, fraternité geen stap verder hebben geholpen. 

Ondanks hun idealistische insteek hebben zowel de Franse revolutie als de Amerikaanse vrijheidsstrijd eerder het tegendeel bewerkstelligd, en hetzelfde geldt voor de emancipatorische vernieuwingen die de laatste twee eeuwen hebben plaats- gevonden. Kennelijk zat de vibratieverhoging van het menselijk bewustzijn al heel snel tegen het plafond en botste deze keihard terug naar hardere wereldse verhoudingen van strijd en geweld. Vandaar dat sommigen de impulsen van Verlichting en Romantiek kenschetsen als ‘valse krachtwerkingen op de lange weg naar de waarden van de Waterman’. 

De klassieke maat is geschiedenis 

De verheven principes van Pythagoras en Plato, de maatvoering van het schone, het ware en het goede, waren die van de zuivere verhoudingen, van hele getallen, van perfecte figuren en regelmatige lichamen, als concreties van abstracte begrippen. Concreties die het ideale poogden te belichamen. In het belangwekkende boek De onzichtbare maat van Andreas Kinneging neemt de auteur die klassieke maten als uitgangspunt, die maten die hij ontleent aan Pythagoras, Plato, Aristoteles en Augustinus. 

Hij constateert dat Verlichting en Romantiek schromelijk tekortschoten ten opzichte van de bijna goddelijke uitgangspunten – die van een goed en helder onderscheid tussen goed en kwaad; klassieke waarden die ons wel min of meer bekend zullen voorkomen. Verlichting en Romantiek hebben daarentegen geresulteerd in een enorme toename van de consumptie en het egoïsme. 

Toch kwamen we, juist de laatste eeuwen, meer te weten over de relativiteit van zogenaamde vaste waarden als ‘goed’ en ‘kwaad’, waarmee ook de onomstotelijke maat(voering) van de oudheid in een ander daglicht kwam te staan. Het schone, het goede en het ware, de verheven kapstokken van Plato en Pythagoras, werden relatief. 

De interkosmische ethers uit de oersubstantie

Centraal bij de hierboven genoemde concreties stond het begrip ether, als vormgevende kracht. Nu geeft J. van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) in hoofdstuk XV van De komende nieuwe mens weer dat alléén buiten de stofsfeer en haar spiegelsfeer de ethertoestanden zuiver, en dus geheel anders zijn, omdat daar de interkosmische ethers direct en harmonisch uit de oorspronkelijke oersubstantie ontstaan. Bijgevolg mogen we in de overgangstijd naar Aquarius, in onze concrete werkelijkheid, niet de manifestaties van het goede, het schone en het ware zo benaderen, dat ze daarmee zouden overeenstemmen. Zeker niet in hun afzonderlijke werkingen. 

De klank van de zuivere illusie 

Wat mogelijk in de oudheid nog zeggingskracht had, kan in onze tijd zijn maatvoering niet handhaven. Een voorbeeld in dit opzicht is Pythagoras’ muziekleer van de zuivere klankverhoudingen. Daarin werd altijd al gewerkt met een ‘pythagorische rest’ om de vibratie, het systeem, kloppend te maken. Maar in de (bewustzijns) behoefte die ontstond aan modulaties in alle toonsoorten kon dit systeem niet standhouden: de klankverhoudingen konden hun zuivere getallen niet vasthouden en moesten daarvoor ‘knijpen’, oftewel iets minderen en, behalve bij het octaaf, onder de ‘ronde’ getalsverhoudingen kruipen. Ze gingen daardoor zweven in hun trillingsrelaties, de ene verhouding erger dan de andere. 

In de zeventiende eeuw heeft Simon Stevin daar wat op gevonden: als de zwevende stemming gemiddeld werd, zodat er een gelijkzwevende stemming ontstond, kon een temperatuur worden gemaakt die nauwelijks hoorbaar vals was: Das Wohltemperierte Klavier was geboren. Het wachten was alleen op een groot componist als Bach die met een scala aan werken een universum van maximale modulaties wist te illustreren. 

Een ander voorbeeld, dat door Kepler in het bewustzijn kwam, zijn de banen van de planeten rond de zon, die anders dan Plato aangaf, in een ellips lopen. Maar ook essentiële verhoudingen zoals pi en phi (gulden snede) zijn in het geheel niet gebaseerd op de zuivere getallen, en in de beperkte realiteit van de ethers die ons levensveld vormgeven is schoonheid een leugen. 

Een schitterend Frans dorpje lijkt vanuit de verte prachtig en romantisch, maar kom je dichterbij dan zie de werkelijkheid van stinkende stallen en onbegaanbare wegen, zoals in De Chinese Gnosis, eveneens van J. van Rijckenborgh, wordt aangegeven. Zo kan ‘het lelijke een bewijs van de schijn van het mooie’ genoemd worden (hoofdstuk 2). Evenzo is het slechte het bewijs dat het goede niet goed is. En het ware dan, hoe heeft dat in de laatste eeuwen standgehouden?

Meer en meer kwam duidelijk voor het bewustzijn te staan dat waarheden aangenomen begrippen zijn, nodig om een burgerlijke ‘beschaving’ in stand te houden. Nietzsche formuleerde het zo: waarheden zijn illusies waarvan men vergeten is dat zij illusies zijn, metaforen die versleten zijn en letterlijk krachteloos zijn geworden. 

Eenheid, vrijheid en liefde hangen samen

De trillingsverhoging op weg naar Aquarius verdraagt de maat der oudheid niet. Het is als met het Oude Testament, dat in ons nieuw zou moeten worden maar dat niet kan omdat de wijnzakken oud zijn. De nieuwe waarheid kan niet als een enkele definitie, als onwrikbare, vormvaste formule worden gegeven. Voor de aquariustijd is die waarheid een organische eenheid in onderlinge afhankelijkheid: Het is als een gelijkzijdige driehoek (wel met dank aan Pythagoras!) van eenheid, vrijheid en liefde. Maar let op de samenhang: want er is géén eenheid zonder vrijheid, er is géén liefde zonder eenheid, er is géén vrijheid zonder liefde. 

Vibratieverhoging resoneert met de ‘mannelijke jonkvrouw’

De actuele vibratieverhoging resulteert in een bewustzijnshandeling. Een staat van zijn en doen die in ieder geval met mensen te maken heeft. Een staat van zijn die als energie de vuurether heeft, de eerste ether die losstaat van de dwangmatige natuurhuishouding van de dialectiek. Maar de menselijke soort wordt geregeerd door het begrip twee; de mens is verre van eenduidig en het begrip twee staat daarin centraal, wat zich bijvoorbeeld sterk uitdrukt in de scheiding van de geslachten. 

Zou dat nu in de interkosmische etherruimte buiten de wrekende dialectiek ook overal zo zijn? Zou er in de domeinen van de spiegelsfeerloze zuiverheid toch scheiding van geslachten zijn, zoals we dat hier op aarde kennen? Althans wat betreft de menselijke levensgolf, die immers ook bestaansrecht heeft in andere kosmische werkelijkheden? Dat lijkt niet zo te zijn, tenminste niet wat Jacob Boehme (fakkeldrager van het Rozenkruis 7) betreft. Hij spreekt over de androgyne hemelse mens als ‘mannelijke jonkvrouw’. Aquarius vraagt ons derhalve ons gereed te maken als getransfigureerde mens, als de man-vrouw die we oorspronkelijk zijn geweest. En we worden daarbij geholpen door de vibratieverhoging van mensen en van de aarde die is ingezet, maar we moeten wel leren leven uit een eenheid die onlosmakelijk met vrijheid en liefde is verbonden. 

Vuur vernieuwt de natuur 

Waterman is eigenlijk geen man, maar mens. Mens uit één stuk, waarin het vrouwelijke en mannelijke een chemische samensmelting hebben ondergaan, aangeblazen door de vuurether. In de profane astrologie is Waterman de meest vrouwelijke mannelijkheid en de meest mannelijke vrouwelijkheid. Hij-zij woont in ‘de vallei van het rijk’, waarvan in de Daodejing (strofe 28) wordt gezegd: ‘Hij die zijn mannelijke kracht kent en toch vrouwelijke zachtmoedigheid behoudt, is de vallei van het rijk.’

Maar het teruggaan naar die oorspronkelijke (man-vrouw)eenheid is natuurlijk geen sinecure en terecht dat de esoterische alchemie dat als een vuurproces voorstelt, waarbij lichaam, ziel en geest een nieuwe eenheid gaan vormen. In de christelijke openbaring is dat vuurproces afhankelijk van een geestelijke kracht (hij die de twee één maakt) en is die geestelijke kracht gerelateerd aan vrijheid (waar de geest des heren is, daar is vrijheid). En het wordt daarom niet zozeer een ‘terug’ naar de oorspronkelijke eenheid, maar een ‘vooruit’ naar de nieuwe eenheid. Door een (hopelijk spoedig) komend samensmeltingsproces in de kracht van die ‘geest des heren’. 

Hogere dimensies van ontwikkeling 

In zijn boek Thiaoouba Prophecy schetst Michel Desmarquet de wonderlijke eigenschappen van deze ongescheiden menselijke wezens. In zijn beschrijving zijn het alleen mensen aan wie de Schepper de mogelijkheid tot regeneratie gaf, om te komen tot een hermafrodiet wezen. Een wezen op weg naar perfectie, geestelijk groeiend door negen stadia van ontwikkeling. Stadia die overeenkomen met de dimensies van de universele werkelijkheid, die zowel planetair als ook psychisch-energetisch kunnen worden aangegeven. 

Die mens, volgens Desmarquet existerend vanaf de vijfde dimensie, heeft dan iets meer vrouwelijke dan mannelijke eigenschappen, vooral in het uiterlijk: gelaat en elegantie van beweging zijn meer bepaald door de waarden van harmonie en schoonheid, waarmee een karakterisering van mannelijke jonkvrouw relevanter lijkt dan bijvoorbeeld vrouwelijke jonker. Het boek eindigt met een krachtig eerbetoon aan de schepper van het Al, die hij hermetisch interpreteert en het eerbetoon heeft de kwaliteit en strekking van het loflied van Hermes. 

Liefde en compassie 

Als het menselijk bewustzijn op weg is naar aquariuswaarden, hoe verloopt dan de vibratieverhoging van eenheid, vrijheid en liefde? Als de vuurether van de Christusimpuls geassimileerd kan worden, wat is de rol van de liefde daarin?

Dat is een liefde die vanuit een hoge eenheid en in vrijheid aandacht geeft aan wereld en mensheid. In deze eeuw wordt steeds meer duidelijk dat die aandacht-liefde niet zozeer een ‘houden van’ is. Aquariaanse liefde is onpersoonlijker en zonder aanziens des persoons. Empathie kan, door een te grote hechting, mensen meezuigen in een negatieve emotie, maar ‘compassie’ wijst op betrokkenheid. De ‘aandacht’ van compassie blijft positief gericht, maar hecht zich als stralingskracht niet onnodig (lang). 

In zijn boek De meeste mensen deugen zegt Rutger Bregman dan ook: ‘Temper je empathie, train je compassie’, en besteedt hij aandacht aan het belangrijke verschil daarin. Stond het Vissentijdperk nog in de triadegeloofhoop – en liefde, maar de meeste daarvan is liefde’, Aquarius leert ons: ‘eenheid-vrijheid-liefde en de meeste daarvan is liefde’. 

Ongehechtheid voorkomt verlies 

Liefhebben is in de vibratie van Waterman niet een vorm van gehechtheid, eenvoudig omdat er geen verlies is. Omdat er geen ‘grijpen naar’ is. In het besef dat je wat je vasthoudt weer kwijtraakt, maar wat je loslaat bij je blijft. En ten slotte het mysterie: dat wat je vrijlaat, komt naar je toe. Als vernieuwd. Dat is de energiehuishouding van ‘alles ontvangen, alles prijsgeven en daardoor alles vernieuwen’. 

Een natuurlijke staat in die realiteit is liefde zonder gehechtheid. En alleen vanuit vrijheid kan die liefde worden gegeven, uitgestraald, geschonken. Eenheid gijzelt daarbij die vrijheid niet, omdat het uitgangspunt is: ‘In het huis van mijn vader zijn vele woningen’: een bij uitstek aquariaanse uitspraak. Als de eenheid de vrijheid zou gijzelen zou er slechts eenheidsworst ontstaan, géén ontknechting, een van de kenmerken die voor het aquariusbeleven zo belangrijk zijn. 

Slavernij? 

Daarvoor is het wel nodig dat de huidige slavenstaat beseft wordt: dat we ons realiseren dat we geknecht zijn en we zelf dat slaaf-zijn mede veroorzaken en in stand houden. De afhankelijkheid van digitale info in het algemeen en de smartphone in het bijzonder kun je daarbij als voorbeeld zien. Wat overigens niet wil zeggen dat de horigheid aan het financieel-economische ‘systeem’ minder zou zijn. De momentele pandemie wordt bewust of onbewust ook gebruikt om die afhankelijkheid te bevorderen: communicatie buiten de smartphone, iPad, laptop en computer om wordt moeilijker gemaakt. Zo ligt er het plan van een ‘gezondheidsapp’ die je bijna verplicht moet installeren. 

Positief gesteld zou je ook kunnen zeggen dat social distancing, een andere maatregel die de samenleving zichzelf lijkt op te leggen, onpersoonlijke aandacht in overeenstemming met de moderne liefdevibratie van de aquariusziel bevordert. Immers, compassie blijft zeer zeker mogelijk en negatieve empathie wordt vaak vermeden door géén fysiek contact. En een meer dan Victoriaanse fysieke afstand tot elkaar maakt ook de aandacht voor en de hechting aan mensen, dingen, voorwerpen duidelijk minder. 

Diffuse angst 

Maar nadere beschouwing zal ieder doen inzien dat hierbij van geen enkele vrijheid sprake is. De basis van social distancing is angst en de zucht naar controle. Beide tegengesteld aan Aqua- rius’ uitgangspunt voor zielevorming. Liefde in haar hogere aanzicht heeft op die basis geen schijn van kans.

Veel van de menselijke verhoudingen in het komende watermantijdperk zal afhangen van de bewustzijnsvoortgang van mensen in de shift, de vibratieverhoging die gaande is. Deze wordt vaak opgehangen aan de ‘astrale’ factor: zal die verhoging ons tot een niveau van werkelijk doorleefde éénheid brengen, door de werking van lichtkrachten in ons, of laten we ons terugvoeren naar een nieuw dialectisch beginpunt, tot de strijd van allen tegen allen aan alles een einde maakt? 

Zelfrealisatie van de ‘waarnemer’ 

Binnen die eenheid heeft degene die zich ‘ontknecht’, in zijn nieuwe zelfstandigheid een heel belangrijk vermogen verworven. Het wordt algemeen als ‘zelfrealisatie’ aangeduid en is eigenlijk bij uitstek een aquarius-‘handeling’. Dat zelfrealisatie vrijheid nodig heeft, is evident, zolang die vrijheid meebeweegt met liefde en eenheid. Hierin staat waarneming centraal.

Nu is er iets bijzonders aan de hand met de mens als waarnemer. Een waarnemer co-creëert de werkelijkheid, geeft zelf mede vorm aan die werkelijkheid die hij of zij waarneemt. Het standpunt van jezelf als waarnemer is daarbij beslissend voor de werkelijkheid die je ervaart. Dit is een kwantummechanisch inzicht, dat ons direct bepaalt bij het grote belang van de waarnemer als potentieel creërend wezen. Waarneming zou daarmee magisch worden, als een scheppende handeling die de werkelijkheid mede vorm en inhoud geeft. 

Nu zijn we natuurlijk nuchter genoeg om te doorzien dat die creatieve waarneming niet de hele werkelijkheid kan omvatten, kan scheppen. Je kunt niet zeggen: ‘ik creëer alles’, dat is onzin. De materiële werkelijkheid laat zich niet zomaar dematerialiseren, of met een oud begrip ‘ontstoffelijken’. Je kunt haar niet door ‘magisch schouwen’ omtoveren tot iets wezenlijk anders. Dat zou neerkomen op een aardige variant van wishful thinking. 

Maar we kunnen de materiële werkelijkheid natuurlijk wel ‘laden’ met onze aandacht en dat heeft zeker uitwerking. Aandacht geven aan iets of iemand betekent magnetische energieverstrekking. Meestal is die energie geladen met sympathie of antipathie omdat we een onvolkomen en onvolwassen besef van goed en kwaad hebben. Onze waarneming heeft nog niet tot ‘belangeloze aanschouwing’ kunnen komen. Dat wil zeggen, een waarneming waarbij onze begeerte en onze wil niet tussen ons en het object van waarneming komen te staan. 

Grenzen aan de waarneming van de vijf zintuigen

Waarméé aandacht wordt geschonken (het is vooral een geven), met welk zintuig, bijvoorbeeld oog en oor, bepaalt het niveau van trilling van magnetische werking. Je zet er als het ware een magnetische lijn mee uit. Deze lijn komt vanuit je bewustzijn. Dat gaat allemaal zeer direct en buitengewoon snel. Maar aandacht is niet alleen een geven. In het aandacht-ontvangen, of liever gezegd het openstaan voor de radiaties van de wereld, zit een grens, uitgedrukt in golflengte en frequentie. 

Die grens zit natuurlijk in de eerste plaats in de hoeveelheid indrukken die je nog kunt integreren in je bewustzijn en je dagelijks leven. Als je de hoeveelheid indrukken niet meer aankunt, omdat je je aandacht daar niet meer bij kunt bepalen, kun je beter segmenteren – dingen tijdelijk parkeren – dan integreren. Maar veel belangrijker is de kwaliteit, zowel bij het geven van aandacht als bij het ontvangen van aandacht. Want daarmee kan het bewustzijn bouwen of co-creëren, nu een tijd van verhoging van de astrale factor van aarde en mensheid is aangebroken. 

Er is een natuurlijke grens aan het ontvangen van aandachtenergie, en die kan worden overschreden. In de kunst werkt die kwaliteit door in haar schoonheid: op het toppunt van schoonheid treedt bij het ontvangen van impulsen vaak ‘ontroering’ op, dat wil zeggen dat de esthetische impuls ons zo sterk aanraakt, dat we het niet droog houden. Als we daar nog net wel in slagen, kan een verheffing van het bewustzijn ontstaan of een beleving van intense stilte en harmonie. 

Waarom is het voor sommigen een grens? Omdat de schoonheidsimpuls dan niet verdragen kan worden, hetgeen men intuïtief beseft, gevolgd door het uitschakelen van de ontvangbereidheid. Men weet bij het waarnemen vrijwel direct dat men de schoonheid niet kan verwerken. Dit kan zelfs optreden door aanschouwing in de natuur. De schoonheid sluit door haar hoge kwaliteit het bewustzijn gelijk af, men kan er niet tegen. Het is het syndroom van Stendhal; de schoonheid is niet te verdragen. Iets soortgelijks kan optreden bij het ware, dat wil zeggen de hoge vibraties van de energieaandacht die niet geassimileerd kunnen worden door ons organisme-bewustzijn. Dan treedt slaperigheid op en kan men werkelijk in slaap vallen. 

Herschepping door hogere zielekwaliteit 

Het is daarom van groot belang om bij de ‘shift’ of vibratieverhoging die nu atmosferisch is ingezet, aandacht te besteden aan de kwalitatieve eisen van co-creatie.We moeten als het ware de nieuwe energieën ‘laden’ zodat de nieuwe aquariaanse menselijke waarden zich in ons kunnen vormen. In de gelijkzijdige en dynamisch samenhangende driehoek van eenheid, vrijheid en liefde is co-creatie een zekerheid. 

Maar als er gestreefd wordt naar afzonderlijke eenheid, vrijheid of liefde in de dialectiek, blokkeren op den duur wetmatige grenzen onze voortgang. Onze ogen en oren lopen dan in hun waarnemingen aan tegen die grenzen, hoezeer wij ook ontroerd kunnen worden door schoonheid en in slaap gesust door het ware. Welke waarneming kan wel tot een belangeloze aanschouwing leiden, waarbij onze wil en onze begeerte niet tussen ons en het waargenomene komen te staan?

Het is de waarneming van de ziel. Het waarnemingsorgaan dat ons verbindt met de ingang van intuïtie, namelijk het derde oog, vormt de poort naar hogere dimensies, tegelijkertijd verbonden met eenheid en liefde.

Is co-creatie van die waarneming dan zonder begeerte en zonder wil? Komt er dan wel iets tot stand, dat wil zeggen is er dan wel energievorming, wanneer alles statisch en stil is geworden door de neutraliteit en objectiviteit? Kan dan eigenlijk wel co-creatie van de werkelijkheid plaatsvinden?

Ja, dat kan. Want het nieuwe bewustzijn vormt zich naar de wil van het Al, die nu regeert vanuit de waarneming van de ziel, vanuit het derde oog. De wil en het verlangen van de Ene Oneindige Schepper, die overeenkomen met de mens die uit de tweeheid kwam, en heel werd in de Ene. Waardoor de mede-scheppende kracht van de Liefde als energieoverdracht aan de realiteit kan plaatsvinden. Die liefde hecht zich niet aan objecten, mensen, natuur, maar geeft de lichtkrachten vrij om de overgang naar Aquarius mogelijk te maken. 

Bron: LOGON 2020 nummer 3

BESTEL LOGON 2020-3

NEEM EEN (PROEF)ABONNEMENT OP LOGON