Inleiding van J. van Rijckenborgh op zijn commentaren op ‘De Roep der Rozenkruisers Broederschap’ – Fama Fraternitatis

 


BESTEL DE ROEP DER ROZENKRUISERS BROEDERSCHAP

Het boek ‘De roep der Broederschap van het Rozenkruis’ is het eerste deel van een vierdelige serie van Jan van Rijckenborgh over de drie manifesten van de klassieke rozenkruisers. Het bevat de integrale Nederlandse vertaling van de Fama Fraternitatis R.C. en commentaren door de auteur. Deze tekst roept de zoeker op tot inzicht te komen: ‘opdat toch eindelijk de mens zijn adeldom en heerlijkheid zou verstaan, en inzien om welke reden hij microkosmos genoemd wordt. Hieronder volgen de inleiding van J. van Rijckenborgh en de inhoudsopgave.

BESTEL DE ROEP DER ROZENKRUISERS BROEDERSCHAP

INLEIDING

De mensen die enige studie hebben gemaakt van de esoterische wetenschappen, ontdekken al spoedig dat er in de gehele kosmos een ontzettende en bovenmenselijke strijd wordt gevoerd tussen de machten van het goede en die van het kwade. Als u kennis neemt van de oude godsdiensten, van de mythen en legenden die van de dageraad van de tijden tot ons overkomen, wordt u gegrepen door de ontzaglijke dramatiek van deze eeuwige strijd in hemel en op aarde, de strijd tussen het negatieve en het positieve, tussen goed en kwaad.

In deze strijd spelen wij ons eigen spel, wij zijn deelhebbers aan deze worsteling, aan deze natuurnoodzakelijke louteringsprocessen. Door de strijd heen breken wij door tot de overwinning. Een stuk levensstrijd speelt zich af tussen de poorten van geboorte en dood. De aarde is de smeltkroes waarin wij allen neergeworpen zijn, opdat het goud van de geest zich zal kunnen vrijmaken van het lagere en zichzelf transmuteren in zielegoud.

In die strijd worden allen geroepen tot een keuze: Schaart u zich bij de legerscharen van het Witte Licht, of wenst u te behoren tot de Zwarte Broederschap? Er is hier geen sprake van een dichterlijke, mystieke of vage aanduiding, maar er zijn duidelijk twee kampen te onderscheiden.

In een van deze beide móét u binnentrekken. En onverbiddelijk trekt u mee ten strijde, onafwijsbaar bent u deelhebber aan alle wording. Het staat van tevoren vast welke van de beide legers zal winnen. Het Witte Licht zal uiteindelijk absoluut zegevieren. Het gaat er slechts om binnen de kortst mogelijke tijd de zegepraal te consolideren. Dit is de steeds terugkerende vraag, die de Universele Broederschap zich stelt: Hoe bereiken wij het snelst ons doel?

Deze snelheid is afhankelijk van dat deel van de mensheid dat wij de grote middenmassa zouden kunnen noemen: mensen met nog zeer weinig onderscheidingsvermogen, met zeer weinig dynamische energie, en met buitengewoon veel conservatisme, kortom, de kudde van de onbewusten. Het is feitelijk deze kudde die de zwarte broederschap in stand houdt. Daarom vinden wij in de Bijbel de verzuchting: ‘Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft.’

Voordat definitief kan worden afgerekend met de zwarte vijand, moet de massa uit haar onbewustheid worden losgescheurd en worden opgevoed tot een positieve keuze, een keuze die door de Broederschap van het Licht met grote gerustheid wordt afgewacht.

Welnu, wij stellen ons ten opzichte van u, lezer, op het standpunt, dat u reeds tot een keuze gekomen bent, dat u zich hebt losgescheurd van de massa: dat u dus opgenomen bent in de groepen van de pioniers en u gereedgemaakt hebt tot de strijd voor goedheid, waarheid en gerechtigheid, de magische driehoek van de mystieke vrijmetselaar.

Hoe kunt u weten of u reeds pionier bent? Een pionier is een vastbeslotene. Na zijn keuze te hebben gedaan, na zich te hebben gericht op zijn doel, gaat hij met grote vastberadenheid op dat doel af. Hij zal drukte en onnodig geraas vermijden. Hij zal niet geven om tegenstand. Alle tegenstand, gelegen tussen hem en zijn doel, zal hij geleidelijk overwinnen. Ook al zal men zijn pogingen geheel en al verkeerd uitleggen; ook al zal hij het slachtoffer worden van haat, laster, daadwerkelijke vijandschap of wanbegrip; op tactische wijze zal hij deze aanvallen neutraliseren. Hij speelt niet de held, de grote figuur, want er is geen sprake van heldendom in een overwinning die van tevoren vaststaat. Hij weet dat alle eer, alle dank, alle aanbidding toekomt aan de grote Bouwheer, die alles formeerde, en aan de Christus, die alle bouw mogelijk maakt.

Een pionier is een vasthoudende. Nimmer geeft hij de moed op. Hij is geen mens met vlagen van enthousiasme, van daverende actie, die daarna in volslagen nietsdoen vervalt. En mocht hij soms als een storm woeden, dan doet hij dat om de onbewusten te wekken uit de slaap. Een pionier is een wetende. Hij weet wat hij doet. Hij kent de structuur van het grote wordingsplan. Hij weet dat er geen sprake is van een eventuele nederlaag. Hij weet dat iedere mens tenslotte tot die ene levenshouding zal moeten komen; dat er geen sprake is van een blijvende negatie van de magische driehoek: goedheid, waarheid en gerechtigheid. De pionier wordt dus rustig, zo intens rustig dat hij als in koele gelijkmatigheid te midden van de brand van de tijden staat. Stap voor stap gaat hij voorwaarts.

In brede slagorde trekt de Broederschap van het Licht op. Denk niet dat hier slechts sprake is van de oplossing van de kosmische formule, van koele nuchtere zakelijkheid. Nee, de grote motorische kracht, die achter deze kosmische methode staat, is liefde. De pionier weet van deze geopenbaarde liefde. Zij tintelt in alle dingen en zij spiegelt zich in ieder oog. Zij is in, door en tot alle dingen. Het is de Christussynthese.

Deze liefde van God richt zich onpersoonlijk tot al het geschapene, zij is vóór ons en niet van ons, ook al openbaart zij zich in ons. Deze liefde is dus nimmer egocentrisch; eigenliefde vindt daarin geen gestalte; liefde voor een kleine groep, een gezin, een familie, een natie, of een ras komt hierin niet tot uiting. ‘Wie vader en moeder liefheeft boven mij, is mij niet waardig,’ zegt de Christus. De ware pionier heeft iets van deze Christussynthese en hij streeft ernaar er steeds meer van te bezitten.

Deze Christussynthese heeft een uitstralend vermogen. Zij kan niet anders dan stralen in de duisternis van deze wereld. Het is de volledige wapenrusting van de Broederschap van
het Licht, het enige wapen van de Aquarius-mens. Hij strijdt met het vuur van de liefde.

Denk ook hier niet aan een dichterlijke, mystieke of vage dooddoener. De pionier strijdt met het vuur van de liefde. Zoals het vuur van de lagere, egocentrische liefde de mensheid verscheurt en onze samenleving tot een hel maakt, zeer concreet en hels tastbaar, zo is het vuur van de Christusliefde in staat deze lagere levensgemeenschap te verscheuren door het vuur van de daad, opdat uit deze hel de hemel wordt geboren.

Wij constateerden dat het er nu om gaat binnen de kortst mogelijke tijd de zegepraal te consolideren. Dát is de steeds terugkerende vraag, die de Lichtbroederschap zich stelt: ‘Hoe bereiken wij het snelst ons doel?’ Het is een factor die wij niet in de hand hebben, de factor tijd.

De gehele menselijke levensgolf behoort tot één levensgemeenschap en alle wording is afhankelijk van onze collectiviteit in alle dingen, van het ene, geweldige ‘front’ tegen de zwarte vijand. En zo is het dan dat, naast de vastbeslotenheid, naast het weloverwogen richting kiezen, naast de onverzettelijkheid, de pionier gekenmerkt wordt door de brand van de liefde, die van zijn leden slaat. Dat is zijn heilige hartstocht, die al zijn scheppingskracht assimileert.

Immers, hij wil het onderwerp van zijn liefde bereiken, hij wil het omvangen met zijn armen, hij haast zich zoveel mogelijk, hij spant alle krachten in tot het bereiken van zijn doel. Hij kan niet rusten voor dat doel is veroverd. En van die dag of het uur van het bereiken weet nog niemand; immers, de factor tijd kan niet door de pionier worden bepaald. De tijd ligt in handen van onze collectiviteit, van het gemeenschappelijke front tegen de zwarte vijand.

Zo brengen wij u op deze wijze dicht bij onze arbeid, dicht bij onze strijd, dicht bij de Broederschap van het Rozenkruis en haar Aquarius-werk, dicht bij de ene en heilige methode; dicht bij de brand van de liefde, die fel woedt in de gehele wereld om het lagere te vernietigen.

Een brand van de liefde? Die fel woedt om het lagere te vernietigen? In onze tijd? Met zijn verwordenheid, zijn verraad, zijn moord in het groot, zijn rode bloedsdrift? Is dat niet zo iets als wat loos gepraat, onverantwoordelijk, volstrekt onbewijsbaar?

Nee, inderdaad is er sprake van de brand van de liefde in onze tijd. Het is de Fama Fraternitatis, de Roep van de Broederschap van het Witte Licht, die wij tot u willen overdragen. Wij verkondigen geen nieuwe dingen; wij hebben niet in het minst de pretentie uw belangstelling te wekken voor iets ultramoderns; wij willen u slechts zeggen dat de Lichtbroederschap reeds vanaf de dageraad van de tijden voor de mensheid werkt en zwoegt, met formidabel succes, zo men althans rekening houdt met de mogelijkheden die zich toespitsen in de noodzakelijkheid een voldoende aantal mensen te vinden en op te leiden voor bewuste arbeid, voor bewuste bouw.

De westerse Lichtbroederschap, waarop wij doelen, staat vooraan bij alle wereldwording en in de moderne wereldgeschiedenis is haar actie duidelijk aan te tonen. Men heeft gedacht dat de westerse esoterie een plant van vreemde bodem was. Inderdaad is of wordt er getracht, met meer of minder succes, planten van vreemde bodem in het westen te doen groeien. Wij kennen het theosofische boeddhisme, de gevaarlijke yoga-oefeningen van Mazdaznan en het oosterse magische humanisme van de soefi. Doch wij zijn ervan overtuigd dat al deze import op den duur zal verdwijnen.

Het westen vraagt en eist iets anders: men kan geen nieuwe wijn in oude leren zakken doen: het westen heeft een eigen esoterie, een christen-esoterie. Wat de eeuwen hebben voortgebracht aan hogere waarden in alle opzichten, is in het christendom gesynthetiseerd en vernieuwd. De esoterie van het westen stelt dan ook een geheel andere eis. Het stelt als onafwijsbaarheid de religie als daad, het stelt een christen-realisme. Niet slechts individueel, maar tevens gemeenschappelijk.

Het individu is niet van de gemeenschap los te maken. Het ik en de gemeenschap vormen een eenheid. Zoals positief en negatief zich verenigen en verinnigen, om daaruit het nieuwe te doen geboren worden, zo moeten wij de individuele vernieuwing zoeken door ons te wijden aan elkaar. In verband hiermee begrijpt u wellicht het kernvraagstuk van onze tijd. Men wil daar niet aan, omdat men zich vastgrijpt aan het ik en de eis van het ik.

Ook nu verkondigen wij niets nieuws. Als u nog eens de moeite wilt nemen uw Bijbel te lezen, dan zult u de wet van de toegepaste naastenliefde ontdekken, de volstrekte eis die een van de basispunten van het christendom vormt. Het christendom van de daad betekent wereldrevolte, een nieuw Jeruzalem, niet in de hemel, maar hier. Wij zoeken dan ook geen aarde-ontvlietende yogi-levenshouding, geen geforceerde heiliging door oefeningen en ascetisme, daarbij de wereld latend voor wat zij is. Wij wensen geen humanisme met speldjesdagen en vredesoptochten, diakenen, armenopzichters, stichtelijke preken en fooienverenigingen. Dat kán in het westen niet. Wij willen de wereld heiligen, de wereld humaan maken, door de ene en noodzakelijke daad, die op het levende christendom berust, en wij willen niet door oosterse import de schijn redden.

Nagenoeg alles wat het westen voortbrengt aan humanisme, idealisme en religie is, en daartonder begrepen gereformeerd, jong-, oud- en nieuw-gereformeerd, is, met alle scheldpartijen op het oosterse heidendom, niets anders dan oosterse levenshouding. Als u het maar onderzoeken wilt, zult u de polariteit onmiddellijk ontdekken.

Doch dit alles kán in het westen niet. Dat is het dramatische van onze tijd. Wij zijn meer gematerialiseerd, meer geïndividualiseerd dan de oosterling. Als wij dus vasthouden aan oosterse ontwikkelingsprocessen, die ten doel hebben de mens dieper de stof in te brengen, moet het gevolg een volslagen ontreddering zijn.

Om die ontreddering te voorkomen, of zoveel mogelijk tegen te gaan, kwam de nieuwe religie, het christendom, de godsdienst voor de westerling. Deze religie, de daarin opgesloten waarden, dienstig voor de verdere ontwikkeling, moeten macht over de mensheid krijgen, wil er sprake zijn van verdere vooruitgang. Het christendom leert niet het zich vermeien in hogere werelden, een globetrotten in het land aan gene zijde, maar daadwerkelijke naastenliefde: alle krachten, alle dynamische energie, worden aangewend om het ene verloren schaap tot de kudde terug te brengen.

Zie dit niet als een dichterlijke, mystieke uitspraak. Zie het als een van uw christelijke richtlijnen om de gehele mensheid levensvernieuwing te geven. U kunt niet keurig netjes, eenvoudig of bar gewichtig christelijk fraseren en uw ogen sluiten voor de realiteit. U kunt u niet opsluiten in de een of andere filosofie en de rest laten voor wat ze is. Het levende christendom richt uw aandacht op de werkelijkheid en eist zelfrevolte, dat wil zeggen een volkomen omwending van levenshouding, als de praktijk van het christendom. Wie tot deze omwending overgaat, bewijst daarmee volkomen vrij te zijn van de greep van het oosten en welbewust zijn levensbestemming te volgen.

Hoe zal deze vernieuwing tot stand komen? Dat ligt geheel aan u. Als de mensheid zich tegen de ontwikkelingsstroom van de Aquarius-krachten, die in steeds intensievere mate onze atmosfeer doordringen, blijft verzetten, zullen de gevolgen ontzettend zijn. Als wij echter elkaar tot bezinning brengen, als u de westerse roeping verstaat, als u iets van het Christusbedoelen begrijpt en de onmisbare zuurdesem bezit, namelijk een greintje ware liefde en vriendschap, als u de massa kunt wekken tot de daad, dan zal de ontzetting aan ons voorbij kunnen gaan.

De Oudere Broeders van de mensheid, namens wie wij ons tot u trachten te richten, houden rekening met de mogelijkheid van een ontzaglijk en machtig reveil, dat als een stormwind door de wereld zou kunnen varen. Dit reveil, zo het in voldoende mate tot ontwikkeling komt, mag echter in geen enkel opzicht een compromis zoeken, maar zal eisen: alles of niets, volstrekte fundamentele levensvernieuwing volgens de richtlijnen van Christus, dus beëindiging van het ikcentrale en het aardgerichte leven. Als niet een voldoende aantal mensen deze fundamentele levensvernieuwing, deze evangelische wedergeboorte uit water en geest, tot werkelijkheid maakt, dan kan het niet anders of de correctie, die van Godswege door middel van een kosmische, atmosferische en geestelijke revolutie bezig is zich te voltrekken, zal zich met onweerstaanbaar geweld over de wereld uitstorten.

Zal de stroom van de vernieuwing deze laatste bedding kiezen, ook dan zal de Broederschap van het Licht, gedreven door de storm van de liefde, trachten zoveel mogelijk mensen te redden voor de apocalyptische uitbarsting die door de natuurlijke loop van de dingen is opgeroepen door het van God afgekeerde leven van de mensheid.

Zo ontdekt u wat het Rozenkruis beoogt en wil, aan welke krachten de Aquarius-beweging geparenteerd is, welke stuw ons drijft op het pad van alverwerkelijking.

U moet deze woorden beschouwen als een inleiding op een analyse van de authentieke geschriften van de rozenkruisers, waaruit u zult bemerken dat de Aquarius-beweging geen nieuwe beweging is, voorbereid door en opgekomen in de hoofden van enkele moderne geestdrijvers. Nee, de basis van deze beweging grijpt oneindig dieper en gaat terug tot de dageraad van de wording van de huidige mensheid.

Er is geen sprake van dat de waarden van het christendom, het essentiële van het christendom, door het egoïstische drijven van mensen geschonden kan worden. Als een slagorde staat daar de Broederschap van het Licht geschaard rondom het kruis, het symbool van de in Christus herboren mensheid.

Wij horen onder andere reeds in het jaar 1617 van de Aquarius-beweging van de Rozenkruisers in de ‘Invitatio Fraternitatis Christi’, namelijk de Societas Christiana (van Johann Valentin Andrea, fakkeldrager van het Rozenkruis 8) die tot stand kwam om, zo staat er: ‘Christus op zijn plaats te zetten in het werkelijke leven en alle godheidjes van hun voetstuk te stoten.’

De christelijke magie is daarbij niet primair, zoals velen zo graag zouden willen, doch slechts middel tot het doel: het stichten van de ware menselijke gemeenschap. En de ‘Invitatio Fraternitatis Christi’ besluit: ‘Nimmer, onder geen voorwaarde, zullen wij de ware christelijke Broederschap verlaten die onder het kruis naar rozen riekt.’

Een stuk levensstrijd speelt zich af tussen de poorten van geboorte en dood. Aanvaard die strijd met ons voor de mensheid, gedreven door de wet van de naastenliefde, en besef uw taak in het heden. Ontsteek met ons de brand van de liefde. Christus Luciferus Verus!

BESTEL DE VIERDELIGE BUNDEL DE GEHEIMEN DER ROZENKRUISERS BROEDERSCHAP

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord van de schrijver bij de eerste druk (1939)
Voorwoord van de schrijver bij de tweededruk (1965)

Fama Fraternitatis R.C.

Aan de lezer die wijsheid verstaan kan
Fama Fraternitatis R.C. of Een mare van de Broederschap van het Rozenkruis

Esoterische analyse van de Fama Fraternitatis R.C.

Inleiding

  1. De onbekende helft der wereld
  2. De waan van de wetenschap
  3. Het boek M
  4. Over de Sinus Arabicus naar Egypte
  5. De geheimen van Fez
  6. De reis naar Spanje
  7. De vurige driehoek
  8. Theophrastus
  9. Terug naar Duitsland
  10. De moderne hervorming in Duitsland
  11. De geheime taal uit het woorden boek der Aquariusrevolutie
  12. Het nieuwe gebouw van de Heilige Geest…
  13. De onloochenbare grondstellingen der rozenkruisers
  14. De zesvoudige overeenkomst
  15. De magische werkmethode der Broeders van het Rozenkruis
  16. De graaf van Norfolk
  17. De drie treden
  18. De geheimzinnige spijker
  19. Het geheim van de rota
  20. Het ronde altaar
  21. De drie delen van de grafkelder van C.R.C.
  22. Het woordenboek, het reisboek en de levensbeschrijving van Paracelsus
  23. Het boek T
  24. Het elogium van het boek T
  25. Het geheim van Gaza
  26. Minutus mundus
  27. De algemene reformatie
  28. De godsdienst der rozenkruisers
  29. De twee sacramenten der rozenkruisers
  30. De politieke belijdenis der rozenkruisers
  31. De geheime hulp der rozenkruisers
  32. Jesus ex omni parte
  33. Het goudmaken door alle eeuwen heen
  34. De verboden index
  35. Een ontmoeting met de Oudere Broeders van het Rozenkruis
  36. Het onzichtbare gebouw

Bron: De Roep der Broederschap van het Rozenkruis door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE ROEP DER ROZENKRUISERS BROEDERSCHAP

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE ROZENKRUISERS