Een angelieke dialoog over de coronacrisis – artikel van Frans Smit in Logon 2021-1

DOWNLOAD EN LEES LOGON 2021-1

Een naamloze engel ging na afloop van de grote en generieke repetitie van het eeuwige engelenkoor in dialoog met een sterveling. Het thema: de coronacrisis

Sterveling: Ik ben naar u toegekomen omdat ik verontrust ben geworden na het lezen van een stuk over hoe de duivel lacht in zijn vuistje.
Engel: Ja, dat heb ik ook gelezen. Beter gezegd: ik heb meegeluisterd naar zijn toespraak. Er blijft voor mij nu eenmaal niets verborgen. 
S: Allereerst: dank u dat u met mij deze dialoog wilt aangaan.
E: Als ik u of wie dan ook daarmee van dienst kan zijn: volgaarne!
S: De duivel koos voor de monoloog.
E: Precies zoals we van hem gewend zijn, heel typerend; hij kan ook niet anders. De engelenschare kiest immer voor de dialoog. Wij kijken naar de grote, klassieke voorbeelden: van Hermes met Tat, van Plato met Socrates. Centraal daarin staat altijd de vraag naar wijsheid. Wat is uw vraag?

S: Er is een diepe crisis gaande in de wereld, zoals u weet. Veroorzaakt door een pandemie, een nieuw virus. Wat is de reden dat deze crisis ons nu treft?
E: Kan er een reden voor zijn? Er wordt gezocht naar oorzaken, maar dat is niet hetzelfde. Vroeger, in de middeleeuwen en nog verder terug tot de prehistorie, werden crises in de gezondheid zoals de zwarte dood toegeschreven aan hogere machten. Nee, niet de duivel kreeg de schuld. Het was God die de mensheid strafte. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog die door mensen was veroorzaakt, liet God zien dat hij nog ergere dingen kon brengen. 

S: Dat geloofde men toen. Nu niet meer.
E: Terecht. Want het beeld van de straffende God is een menselijke uitvinding, een waanbeeld. Nu weten de meeste mensen beter, zelfs in orthodoxe kringen hoor je nu niet dat verhaal. Wel waren de volken door de wereldoorlog gedemoraliseerd, vooral de jongvolwassenen, de mannen die in de loopgraven hadden gevochten. Iemand heeft die oorlog wel eens apocalyptisch genoemd, voor de legers die jarenlang tegen elkaar moesten vechten en maar niet konden winnen was dat zeker zo. Uiteindelijk was het een zinloze slachting, bedacht en uitgezet door volstrekt gewetenloze heersers, politici en legeraanvoerders. Zoals de Duitsers geloofden: een frischer, fröhlicher Krieg, en de Engelsen leefden in de waan van the war that would end all wars. Maar ik dwaal af.

S: De duivel lacht nu in zijn vuistje, zei hij. Niet eens zozeer om de ellende van ziekte en dood, maar meer om andere gevolgen van de pandemie. Elk jaar worden mensen ziek van de griep of gaan er aan dood, veel meer mensen sterven jaarlijks aan andere kwalen. Maar nog nooit werden wereldwijd samenlevingen op slot gezet, met alle nevenschade van dien.

E: Ja, dat ziet iedereen. Het gebeurde niet tijdens de Spaanse griep die veel erger, dodelijker was dan corona; dat had toen niet gekund. Ook in 1918 heerste grote angst, maar nu lijkt men daarvoor besmettelijker te zijn. Kijk, een deel van de mensheid, met name in Europa en Amerika, is de laatste vijftig, zeventig jaar enorm verwend geraakt. Het ging met het merendeel in die streken eigenlijk steeds beter in bepaalde opzichten, uiteraard niet alle. Natuurlijk waren er eerder ook crises, maar die troffen niet iedereen. Zelfs nu niet; een kleine groep kwetsbaren is ziek, erg ziek geworden of overleden. Toch, de meerderheid die niet ziek wordt, heeft mede onder de gezondheidscrisis te lijden. Vrijheden zijn afgenomen, lichamelijk contact met vrienden ontzegd, de geneugten van een avond in een volle zaal muziekliefhebbers, het avondje uit eten, met elkaar sporten – allemaal verbannen zaken. Velen moeten hun collega’s van het werk missen, studenten hun docenten en medestudenten, communicatie is afstandelijk geworden, via een scherm. Maar tegelijkertijd, als je kijkt naar de verschillen tussen degene die werkeloos zijn geworden, qua inkomen erop achteruit gaan, die vereenzamen of die hun zorg zien uitgesteld, tegenover vele anderen die niet hun baan, niet hun welvaart verliezen, dan snijdt de tweedeling die al bestond nu nog scherpere, diepere kloven in de samenleving. En dan heb ik ’t alleen maar over de rijke landen.

S: Waar ik mij ook zorgen over maak is de tweespalt die nu is ontstaan, tussen de groep die uit veiligheid en angst, volgzaam zich met het officiële landsbeleid conformeert, die de restricties in acht neemt, en de groep die er lak aan heeft, die zich verzet. Toenemende polarisatie dus. De duivel vindt het allemaal prima.

E: Hij moet wel: hij leeft ervan, hij groeit erdoor. Maar je kunt het hele gebeuren ook zo zien: de bevolking is opeens onvrijwillig in een toestand terechtgekomen waarin van iedereen offers worden gevraagd. Nieuw is dat niet. Denk weer aan vroeger, aan wat we beschouwen als primitieve tijden. Als er toen rampen plaatsvonden of er grote bedreigingen waren, dan stonden de opperpriesters, de sjamanen op die pretendeerden de crisis op te kunnen lossen, het gevaar af te wenden. Maar, niet om niet; hun crisismanagement, zou je nu zeggen, werkte alleen als er door het volk offers werden gebracht. Dierenoffers, mensenoffers zelfs. Daarmee werden de goden en natuurmachten vermurwd, geraakten ze weer welgezind.

S: Niet iedereen wil nu offers brengen, door bijvoorbeeld in quarantaine te gaan of niet meer te knuffelen. Die mensen snappen al die maatregelen niet, en nog minder waarom ze beboet worden als ze die overtreden. Daar staan weer anderen tegenover die dan boos worden vanwege het ontbreken van solidariteit, die roepen: als je geen afstand houdt of je handen niet wast, heb je schuld aan ziekte en dood. Nog meer tweespalt.

E: Waar de duivel zich mee verkneukelt, is de angst die dit coronaspektakel teweegbrengt, en bij velen een bewustzijnsvernauwing veroorzaakt. Zo ging het altijd; u kent natuurlijk het aloude cliché over angst als slechte raadgever. Je immuunsysteem lijdt eronder, je steekt ermee tevens je omgeving aan. Weet u wat nou zo grappig is: steeds meer mensen, zo lijkt het, geloven weer in de duivel. Die hebben het over satanisten die een soort wereldregering zouden leiden. Die duivel met z’n toespraak was wel erg doorzichtig bezig, net als het geloof in die vermeende duivelaanbidders met hun kinderoffers. Mensen kennen de geschiedenis niet of zijn domweg vergeetachtig. De mensen die door de duivel bezeten zijn, lijken niet op de karikaturen uit de films over duiveluitdrijving, nee, de echte duivelse types zijn primair verleiders, misleiders. Ze doen zich voor als dienstbare helpers, als vredestichters, filantropen of altruïsten, liefst met een spiritueel aura. Vroeg of laat blijkt dat dát de grote verleiders, de perfide duivels zijn. Voor hen zou je in elk geval erg voorzichtig moeten zijn. Bang voor de duivel zelf moet je niet zijn, dan geef je hem wat hij vraagt. Dan verkoop je jouw eigen ziel. 

S: Dan vraag je je af: bestaat de duivel wel?
E: Goeie vraag. Er zijn verschillende antwoorden op te geven. Aan de ene kant heb je de bekende personificaties, de karikaturen. Als ‘God de vader’ die ouwe man met een lange witte baard hoog in de hemel is, dan is de duivel een vieze ouwe bok met een afzichtelijk gelaat, verblijvend in een hellevuur diep onder de aarde. Maar dan moet je je afvragen: heeft onze vader louter het beste met ons voor, ook als die de mensheid straft en geselt met plagen? Op een plek waar zich een van de ergste dieptepunten van de wereldgeschiedenis afspeelde, het concentratiekamp van de nazi’s, vroegen sommige slachtoffers zich naderhand hardop af: waar was God? Hij had ons verlaten in de diepste ellende, ik riep hem aan, smeekte om zijn hulp die niet kwam. Voor degene die toen van hun geloof afvielen gold de definitie God = liefde niet langer. Andersom: heeft de duivel louter het slechtste met ons voor? Daar is ook geen afdoend antwoord op. Er zijn er die zich afvragen waarom de tegenstrever, de gevallen engel Satanaël, überhaupt bestaat. Kan het niet zijn dat Satan dienst doet als weerstand die ons sterker en bewuster zou kunnen of moeten maken?

S: U bedoelt te zeggen: elke vraag roept een nieuwe op.
E: Ja maar, pas op! Zoiets kan ontaarden in een eindeloos spelletje. Maar dit zijn de meest wezenlijke vragen, waarop iedereen zelf een antwoord dient te geven. Ik vraag u: bestaan er wel engelen?
S: Ik heb nu met eentje contact, ik voer ermee een dialoog.
E: Hoe weet u zeker dat ik niet de engel van het westelijk venster ben, die John Dee (fakkeldrager van het Rozenkruis 2) op het spoor zette van het stichten van een aards imperium, het Britse. Net zoals de veroveringen van Columbus en het onderwerpen van inboorlingen de zegen van de kerk hadden.
S: Ah! Ik weet waarover u het hebt, ik heb het boek met die titel van Gustav Meyrink gelezen.
E: Dus u zou moeten vragen, nee eisen, mij te identificeren. 

BESTEL DE ENGEL VAN HET WESTELIJK VENSTER

S: Bent u degene van wie ik hoop antwoorden te krijgen op mijn meest prangende vragen inzake van de huidige crisis?
E: Helaas, ik kan de autoriteit die u van mij verlangt niet garanderen. Wist u dat in de hoogste kringen, in de meest ijle sferen van bewustzijn, dat daar onder de engelen illusies kunnen voorkomen? Wie hoog staat, kan heel diep vallen, zoals Satanaël deed waarmee hij de EL van zijn naam verloor; EL is een oud Hebreeuws woord voor god. 

S: Ik probeer het toch. Wat kunnen we leren van de coronacrisis?
E: Er zijn persoonlijke manieren er mee om te gaan. De bekendste is de conformistische. Daar tegenover staat de almaar bekender wordende kritische, al dan niet opstandige. Er zijn nog twee andere omgangswijzen, ten eerste de stoïcijnse. De stoïcijn zegt: waar ik weinig tot niets aan kan veranderen, laat ik rusten. Ik laat het hele spektakel, al dat gekrakeel over me heen gaan, afwachtend, je zou kunnen zeggen: met engelengeduld. Dit is een lastige weg, hij vereist een groot uithoudingsvermogen. De epidemie wordt wel eens vergeleken met een marathon, je moet taai zijn en stevig in je schoenen staan, je zo min mogelijk laten afleiden, om het vol te houden. Ten tweede is er de mogelijkheid om van bovenaf, met een helikoperblik op het hele gebeuren neer te kijken. Daarbij gaat het primair om compassie. Voor de stoïcijn is de opgave neutraal te blijven; voor de blik van bovenaf, waardoor de visie wordt verruimd en het overzicht groter, helderder wordt, komt er behalve neutraliteit en geduld iets essentieels bij: compassie. 

S: Laat ik het concreter vragen: wordt er een psychologisch en sociologisch experiment uitgerold?
E: Dat gebeurt inderdaad, maar niet, zoals een deel van de bevolking denkt, planmatig, opzettelijk en met boosaardige intentie. Als u daarin gelooft, zit u in groep twee, de verzetsgroep.
S: Ik zit tussen drie en vier in. Stoïcijns met weinig compassie.
E: Uw zelfkennis is bewonderingswaardig.
S: Maar hoe heeft het kunnen gebeuren dat de wereldbevolking is gegijzeld door angst?
E: Dat komt door een lange voorgeschiedenis. Ik zei al, dat het welvarende, door de bank genomen westerse deel van de wereldbevolking verwend is. Weliswaar op bepaalde fronten erop vooruitgegaan, met als ijkpunt het midden van de twintigste eeuw. Echter, voor de gebieden waarop achteruitgang is geboekt, moeten we eigenlijk verder terug. Bent u bereid dat ik u meeneem naar een panorama? U zul het ervaren als vanuit een helikopter; voor mij, voor ons als engelen, is het de normale zienswijze, zoals die bestaat in een ander levensveld. Ik zal commentaar geven bij de beelden die u zult meemaken. Klaar?
S: Ik ben er klaar voor.
E: Goed. Ik laat u de globale levensstaat van de huidige mensheid zien. Een startpunt ligt rond het jaar 1600, om van daaruit de ontwikkelingen en veranderingen tot op heden te volgen. Maar eerst wil ik dat u naar een afbeelding van een ander virus kijkt. Het coronaplaatje kent u ondertussen wel; hiervoor in de plaats laat ik dit virus zien. 

S: …O, ik ben bang dat ik nu … niet iets zie.
E: Niets herkenbaars?
S: Nee, niks.
E:Wat ik u laat zien is het virus dat bekend staat, al eeuwenlang, als egoïsme.
S: Sorry, maar ik zie nog steeds niets.
E: Nogal wiedes. Hoe vat je egoïsme in een logo of ‘n plaatje samen? Iedereen weet nu hoe corona eruitziet, maar de geleerden weten nog steeds niet alles ervan. Tegelijkertijd weet iedereen precies wat egoïsme is, maar kan niemand het visueel uitbeelden.
S: Tja. Hoe ziet zelfzucht als afbeelding eruit?

E: Nu de mensen zogezegd allemaal in hetzelfde schuitje van de pandemie zitten, zijn sommige begonnen na te denken over hoe de samenleving anders ingericht kan worden. Of eigenlijk, móet worden, want de urgentie is hoog. Egoïsme is evenwel minstens zo besmettelijk als welk virus dan ook, zo niet besmettelijker. Daarbij: die zelfzucht zoals u het noemt gaat nu steeds vaker gepaard met een ongekende hoogmoed. Ik had het over het jaar 1600 als uitgangspunt, maar we moeten nog veel verder terug in de tijd. De tijd van het begin van de zogenaamde beschaving. De grote ommekeer was toen, dat de mens begon de grond, de aarde zich toe te eigenen. Daarvóór waren er nomaden en stammen, maar ergens in de prehistorie is de mens zich gaan settelen en is eigenaar geworden. Eerst, eeuwen en eeuwen lang, was de aarde er voor de dieren en de mensen, voor alle levende wezens. Na de grote breuk in de geschiedenis werd de aarde ván de mensen. En waarom werd er sindsdien van beschavingen gesproken? Omdat de steden ontstonden, de culturen en een nieuwe hiërarchie opkwam. Denk nou niet dat de ‘nobele wilde’, behalve in de hoofden van de romantici, ooit echt heeft bestaan. Ook binnen de stammen bestond een rangorde. Kijk naar de laatste restanten, de indianen van Noord-Amerika voordat zij door de geciviliseerde Europeanen werden uitgeroeid: daar hadden de oudsten de leiding, en die voerden soms krijg met andere stammen. De nieuwe hiërarchie, van koningen, keizers, vorsten enzovoort, was veel machtiger en grootschaliger. Tirannen stonden op, de eerste landveroveringen vonden plaats, grote legers werden gevormd, genocides uitgevoerd. En dat allemaal als gevolg van hét breekpunt: eigendom. 

Nu neem ik ’n reuzenstap naar het jaar 1600. Toen veranderden het mensbeeld en het natuurbeeld; de nieuwe natuurwetenschap met z’n mechanistische, materialistische opvatting veroverde de wereld. De volgende stap was de verlichting van de achttiende eeuw, een verdere verdichting en intellectuele afsnoering maar ook een reactie op de dogma’s van het christelijke geloof. Tweede helft achttiende en deels negentiende eeuw kwam de Eerste Industriële Revolutie, dankzij nieuwe technieken die het gevolg waren van wetenschappelijke ontdekkingen. Daarna kwamen de tweede en derde industriële revoluties. Deze gingen gepaard met de emancipatie van de massa’s, die weer tot maatschappelijke revoluties leidde. 

Dan zijn we in de twintigste eeuw beland met zijn twee bloederige wereldoorlogen. Na 1950, weer zo’n ijkpunt, voltrok zich een volgende omwenteling: de emancipatie van de vrouw, de ineenstorting van de westerse koloniën, de zegetocht van het kapitalisme. En nu vangt een beslissende crisis aan, nu staan het milieu, het klimaat, de toekomst van de aarde op het spel. Kijk, dit liet een groot natuurvorser en filmmaker zien: de mensheid beslaat ruim een derde qua gewicht en hoeveelheid van de aardbol; 60 procent bestaat uit dieren die wij industrieel fokken en afslachten voor onze vleesbehoefte; de 4 procent die overblijft, van muis tot olifant, wordt bedreigd in z’n voortbestaan. En dan zijn er nog de bossen en planten en koralen en wat dies meer zij die opgeofferd worden voor ’s mens hoogmoedige, desastreuze verslaving aan economische groei en winstbejag. Hoe heeft het zover kunnen komen? Ik heb u de voorgeschiedenis in grote lijnen geschetst. Alles wat onder het banier ‘vooruitgang’ in gang werd gezet, had ook achteruitgang tot gevolg, een achteruitgang die na 1950 de overhand kreeg, eerst sluipend, dan onrustbarend toenemend en uiteindelijk verwoestend. Verlies niet alleen van uiterlijke zaken als vervuiling en verkwisting, verlies vooral van morele waarden, gezond verstand en gezondheid. 

En dan nu. Nu worden we teruggeworpen, niet door een virus op zich, maar door hoe we erop reageren in al onze paniek uit controleverlies en acute bewustzijnsvernauwing. Nu komt het hele mechanische, economische, medische circus in één klap tot stilstand. Het heeft geen zin meer om met een beschuldigende vinger te wijzen naar de kapitalisten of de elite of de plutocraten of de politici, want deze rampspoed heeft alleen maar zo ver kunnen komen omdat onbewust of half verdoofd de massa z’n zelfzucht bevredigt. 

Nog ’n laatste stukje geschiedenis dan. Aan het eind van de negentiende eeuw ontwaakte spiritueel gesproken een klein deel van de mensheid. Achteraf kun je zeggen, dat desondanks door de meerderheid de verkeerde afslag is genomen. Ja, er waren uiterlijke verbeteringen zoals bijvoorbeeld de Verenigde Naties als blijk van globaal bewustzijn, maar het doorslaggevende, de innerlijke verbeteringen die hadden moeten plaatsvinden bleven uit, waren in ieder geval onvoldoende. Nu de vraag: is de coronacrisis die iedereen treft en een geforceerde saamhorigheid zou moeten brengen, een soort correctie? Oorzaken zijn veelvuldig aan te wijzen, maar zit er ook een reden achter? De omslag naar een spirituele revolutie is uitgebleven, slechts af en toe flakkerde er iets op zoals in de jaren ’60 toen her en der de aquariaanse of ‘opstandige mens’ zich liet horen. Waarna al weer spoedig een nieuwe knechting van de massa zijn beslag kreeg. Tegelijkertijd, eigenlijk pas echt in de nieuwe eeuw, brak op groeiende schaal het bewustzijn door dat een halt aan de afbraak en vernietiging van het aardeleven moet worden toegeroepen. 

Komt die bewustzijnsverandering op tijd, krijgt die voldoende steun, voldoende macht om doorslaggevende veranderingen te realiseren? Essentieel is toch de innerlijke omwenteling naar een nieuw mensbeeld en een nieuwe ordening, de daarmee samenhangende levenshouding. Die kan slechts uit één ding voortkomen: het overwinnen van de zelfzucht. 

Zo heb ik u dan meegenomen op deze panoramische vlucht. De tijd van preken is voorbij, ook de tijd van schuld en straf. Ieder wordt op zichzelf teruggeworpen en staat voor een nieuwe afslag: zelf bewust te kiezen voor een spirituele omwenteling, of ondervinden dat er voor jou op onvrijwillige basis gekozen wordt.

S (na een lange, diepe zucht): Ik wou nog tenslotte memoreren aan wat de duivel allemaal uitkraamde. Aan het eind van zijn betoog had hij ’t net als u over Aquarius. Ik geloof dat ie daarvoor bang was, dat het hem ging om een aanhang van 100 procent. Ik schrok ervan dat hij van het streven van de vrije geesten op de hoogte was en wilde verhinderen dat zij zijn streven naar absolute macht konden tegenhouden. 

E: Hij weet donders goed dat hij niet met 99 procent kan volstaan, dat is ook de reden waarom het absolute kwaad niet bestaat. In de wereld zijn de krachten van goed en kwaad in een wankel evenwicht. De duivel weet veel, behalve dat hij nooit heeft gehoord van het ‘alleen goede’, dat ten grondslag aan deze wereld ligt. Er leven altijd, zonder onderbreking, minimaal twaalf mensen op aarde die de toekomstige wereld vertegenwoordigen. Zonder hen zou de huidige vergaan, zo zeggen de mystici onder de joden. Daarom zal de missie van de duivel nimmer slagen. Die twaalf bevrijde zielen zullen er zijn zolang deze wereld in deze toestand er is. Maar die garantie hoeft u als sterveling er niet van te weerhouden om voor aanwas van dit twaalftal te zorgen. Pieker dus niet over de demonen en over het kwaad. U weet dat ze er zijn en waardoor.

Richt u zich op het ‘alleen goede’, laat u niet afleiden. Wij, engelen, verheugen ons over alle stervelingen die dat bewust opnemen en nastreven. Zo zij het!’ 

Bron: Logon 2021-1, artikel van Frans Smit

DOWNLOAD LOGON 2021-1 (PDF, 80 PAGINA’S)

LEES OP ISSUU.COM (BLADEREN)

BESTEL HET TIJDSCHRIFT LOGON 2021-1 OP PAPIER

NEEM EEN (PROEF)ABONNEMENT OP LOGON

Eén gedachte op “Een angelieke dialoog over de coronacrisis – artikel van Frans Smit in Logon 2021-1

Reacties zijn gesloten.