Theosofie – perspectieven voor een allesomvattende levensfilosofie

BESTEL THEOSOFIE – PERSPECTIEVEN VOOR EEN ALLESOMVATTENDE LEVENSFILOSOFIE

Het boek Theosofie van Charles J. Ryan, Gertrude W. van  Pelt-Leoline en L. Wright geeft een helder en compact overzicht van de grondleringen van de Oude Wijsheid. In vijf hoofdstukken passeren de onderwerpen ‘Wat is Theosofie?’, ‘De zevenvoudige samenstelling van de mens’, ‘Karma – Wet van oorzaak en gevolg‘, ‘Reïncarnatie – Wet van herbelichaming’ en ‘Wat gebeurt er na de dood?’. Deze onderwerpen worden in de breedte en diepte besproken en laten zien dat de Theosofie Goddelijke Wijsheid is. Het is de majestueuze archaïsche Wijsheid-Religie, en is de formulering in menselijke taal van de aard, structuur, oorsprong, bestemming en werkingen van het Kosmisch Universum en van de onnoemelijke grote aantallen wezens die het bewonen.

VOORWOORD

Deze uitgave is geen boek waarin de hoofdstukken en onderwerpen naadloos op elkaar aansluiten. Zij is samengesteld op basis van vijf kleinere boekjes die ieder afzonderlijk in het laatste kwart van de vorige eeuw zijn verschenen. Toch vormen zij, samengevoegd, een geheel. Wat is Theosofie?, De zevenvoudige samenstelling van de mens, Karma – Wet van oorzaak en gevolg, Reïncarnatie – Wet van herbelichaming en Wat gebeurt er na de dood? geven in die volgorde een helder en logisch overzicht van de theosofische grondleringen. In ieder boekje afzonderlijk komen alle andere onderwerpen steeds terug. Dat duidt niet op onnodige herhaling, maar laat juist het betreffende onderwerp steeds vanuit een andere invalshoek zien.

De theosofische leringen vormen een geheel. Men kan het ene onderwerp niet los zien van het andere. Daarom is het voor studie en het begrijpen ervan bijzonder zinvol om de onderwerpen steeds te zien terugkeren in een andere verhouding tot elkaar. Herhaling, telkens vanuit een ander gezichtspunt, is de oosterse methode voor het bestuderen en overpeinzen van de Oude Wijsheid. De Indiase Bhagavad Gītā is daar een goed voorbeeld van. Men leert op die wijze de leringen zowel in de breedte als in de diepte grondig kennen. Derhalve lezen de samengevoegde boekjes als één boek, en dat is ook de bedoeling van deze uitgave.

Wij hopen dat deze publicatie aan onze doelstelling voldoet, namelijk de lezer een breed en helder overzicht van de Theosofie te bieden, en om een bron van inspiratie te zijn!

Een ieder wensen wij uitzicht door inzicht toe!

De redactie
Den Haag, 21 september 2017

BESTEL THEOSOFIE – PERSPECTIEVEN VOOR EEN ALLESOMVATTENDE LEVENSFILOSOFIE

HOOFDSTUK I – WAT IS THEOSOFIE?

‘Theosofie is die oceaan van kennis die zich uitstrekt van kust tot kust van de evolutie van al wat leeft en bewustzijn heeft. Onpeilbaar in zijn diepste gedeelten, biedt hij de grootste denkers een onmetelijk veld van studie, terwijl hij aan zijn kusten toch ondiep genoeg is om het begripsvermogen van een kind niet te overweldigen.’

William Quan Judge

INLEIDING

Helena Petrovna Blavatsky, oprichtster van de oorspronkelijke Theosophical Society te New York in 1875, samen met Henry Steel Olcott, William Quan Judge en enige anderen, koos voor de moderne weergave van de Oude Wijsheid het woord Theosofie. Dit woord is van Griekse oorsprong en betekent Theos = God en Sofia = Wijsheid, oftewel Goddelijke Wijsheid of Wijsheid van de Goden. Het houdt verband met de filosofische scholen, zoals de kabbalisten, gnostici en neoplatonisten, die de godheid zagen als het Ene Leven waaruit zich alles openbaart en waarmee alles zich tenslotte zal herenigen. In het Alexandrië van de derde eeuw stichtte de inspirator van het neoplatonisme, Ammonius Saccas, een eclectische theosofische school, die de vele vormen van religieuze en filosofische waarheden van het Westen en het Oosten in één stelsel wilde samenbrengen.

In dezelfde traditie streefde H.P. Blavatsky ernaar ‘alle religies, sekten en volkeren in één gemeenschappelijk ethisch stelsel, gebaseerd op eeuwige waarheden, met elkaar te verzoenen’. In haar belangrijkste werk, De Geheime Leer, beschrijft zij het heelal als een levend organisme dat uit bewustzijnskernen op vele gebieden bestaat, die alle met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn, waarin iedere levensvonk haar goddelijke mogelijkheden tot ontplooiing brengt in opeenvolgende levens. Op deze onderlinge verbondenheid van mens en kosmos berust het begrip universele broederschap, dat de mens ertoe brengt meer van zichzelf te geven voor het welzijn van allen.

Verder verklaart ze dat de in haar werk voorkomende leringen noch uitsluitend behoren tot de Hindoese, de Zoroastrische, de Chaldeeuwse of de Egyptische religie noch ook tot het Boeddhisme, de Islam, de Joodse leer of het Christendom. De Geheime Leer is de kern van alle.

Om te begrijpen wat de herkomst is van deze Oude Wijsheid moeten we ons een ruimer beeld vormen van de mens en zijn plaats in de natuur. Een van de belangrijkste ideeën uit de Oude Wijsheid is de gedachte van evolutie, een ook in onze tijd vertrouwd begrip. Het moet echter veel ruimer worden gezien dan men gewoonlijk doet. De kosmos omvat meer leven en meer levende wezens dan onze stoffelijke zintuigen kunnen waarnemen. De keten van wezens: mineralen, planten, dieren en mensen, moet zowel naar omlaag als naar boven worden uitgebreid, wat dus wil zeggen dat de mensheid niet de top van de evolutieladder inneemt, maar dat er boven haar reeksen van wezens zijn die een hoger evolutiestadium vertegenwoordigen, en dat zich onder haar reeksen van wezens bevinden die evolutionair lager staan dan de mineralen. Het begrip zichtbaar of onzichtbaar is van geen belang. leder weet dat onze zintuigen in hun vermogen tot waarnemen zeer beperkt zijn.

De kennis die de mensheid bezit, heeft ze door ervaring verworven. Die wezens die een stadium hebben bereikt van geestelijke groei die het menselijke te boven gaat, hebben een veel diepere wijsheid verworven en beschikken over een kennis van de Natuur en van de mens die veel verder gaat dan de onze. Zij zijn de Bewaarders van de Oude Wijsheid waarvan ze, als de tijd daarvoor rijp is, een deel aan de mensheid bekendmaken door hun vertegenwoordigers of boodschappers die onder verschillende namen aan de mens bekend zijn. Figuren als Jezus, Boeddha, Krishna, Śankarachāryā, en vele anderen behoren tot die broederschap van Wijzen die zich voor de mensheid verantwoordelijk voelt en haar helpt waar dat mogelijk is. H.P. Blavatsky was hun rechtstreekse vertegenwoordiger voor onze tijd, die namens haar leraren, leden van genoemde broederschap, een deel van de Oude Wijsheid heeft bijeengebracht in haar boeken.

Ze noemt in haar boek De Geheime Leer drie grondbeginselen die het fundament van de Oude Wijsheid vormen. Deze luiden:

  1. Een Alomtegenwoordig, Eeuwig, Grenzeloos en Onveranderlijk BEGINSEL, waarover alle bespiegeling onmogelijk is, daar het het menselijk bevattingsvermogen te boven gaat en slechts kan worden verminkt door elke menselijke uitdrukking of vergelijking. Het ligt buiten het gebied en bereik van het denken en is daarom ondenkbaar en onuitsprekelijk; een absolute Werkelijkheid die voorafgaat aan al het gemanifesteerde voorwaardelijke zijn.
  2. De Eeuwigheid van het Universum in toto als een grenzeloos gebied; periodiek ‘het veld van talloze onophoudelijk manifesterende en verdwijnende Universa’ die ‘de manifesterende sterren’ en de ‘vonken der Eeuwigheid’ worden genoemd.
  3. De gelijkheid in wezen van alle Zielen met de Universele Overziel, welke laatste zelf een aspect is van de Onbekende Wortel; en de verplichte pelgrimstocht voor elke Ziel – een vonk van eerstgenoemde – door de Kringloop van Incarnatie (of ‘Noodzakelijkheid’) in overeenstemming met Cyclische en Karmische Wet gedurende het gehele tijdperk.

Het eerste is het bestaan van een overal aanwezig, eeuwig, grenzeloos en onveranderlijk BEGINSEL, dat de onkenbare oorzaak is van alles en waaraan geen andere naam kan worden gegeven dan DAT.

Het tweede beginsel houdt in dat het heelal het terrein is van eeuwige, nooit eindigende cyclische bewegingen, openbaringen van het eeuwige leven, waardoor sterren, planeten en andere hemellichamen verschijnen en weer verdwijnen als ‘vonken der eeuwigheid’. Dat wil zeggen dat melkwegstelsels, zonnen, planeten, mensen, dieren en planten voortdurend geboren worden en sterven, in een streven naar volmaking.

Het derde beginsel spreekt van de fundamentele gelijkheid van alle zielen en de verplichte pelgrimstocht van iedere ziel door de cyclus van hergeboorten. Dat geeft ieder wezen de gelegenheid door een lange cyclus van ervaring, van de meest geestelijke gebieden omlaag naar de meest materiële, eerstehands kennis op te doen.

In opeenvolgende cyclussen van activiteit en rust, over tijdperken van kosmische, solaire of wereldomvang tot aan de ons vertrouwde perioden van slapen en waken, manifesteert het onkenbare zich in de dualiteit van geest en stof. Een voorbeeld van de universele cyclische werking is de evolutie van de menselijke ziel door middel van herhaalde incarnaties in een menselijk lichaam, die worden afgewisseld door perioden van rust in een geestelijke toestand.

In het Oosten noemt men dit proces wel de Grote Adem. Tijdens de uitademing ontwaken de goden; hiërarchieën van ontelbare graden van geestelijke en ander wezens worden actief. Bij de inademing voltrekt zich het proces in omgekeerde richting: het geopenbaarde heelal keert, verrijkt door ervaring, tot de ‘Vader’ terug.

De mens op aarde is een levensatoom van het goddelijke, die in de stoffelijke wereld is afgedaald om ervaringen op te doen en die als een pelgrim de weg terug zoekt naar de bron. In een bepaald stadium van zijn bestaan vindt er een innerlijk ontwaken plaats en dan is hij in staat bewust het pad te betreden dat naar de god in hem voert. De enige manier om dat pad te vinden is het persoonlijke te overwinnen en te handelen naar de ingevingen van de innerlijke god, dat wil zeggen een onzelfzuchtig leven te leiden van mededogen en broederschap. Deze boodschap van liefde is in alle eeuwen door alle voorgangers van de mensheid gebracht.

In zijn boek Levensvragen (pag. 111-112) heeft de schrijver, dr. G. de Purucker, dit als volgt onder woorden gebracht:

‘Liefde is het cement van het heelal; ze houdt alle dingen op hun plaats en onder haar eeuwige hoede; haar werkelijke aard is hemelse vrede, haar kenmerk is kosmische harmonie die alle dingen doordringt, die grenzeloos, onvergankelijk, oneindig, eeuwig is. Ze is overal en is het hart van het hart van al wat is. … Liefde is een beschermende kracht; liefde is machtig; ze is allesdoordringend; en hoe onpersoonlijker ze is des te hoger en krachtiger is ze. Ze kent geen grenzen in ruimte of tijd, want ze is de fundamentele werking van de natuur, de hoogste wet van de natuur en ze is de universele band van eenheid tussen alle dingen.’

Zij die het pad van mededogen zijn gegaan, die zich hebben gezuiverd van ieder spoor van persoonlijke zelfzucht en de levende belichaming zijn geworden van liefde en wijsheid, zijn de Meesters van wijsheid, mededogen en vrede, ook Mahatma’s genoemd. Zij hebben de waarheid van de meest fundamentele leer van de Wijsheid-Religie, de eenheid van de mens met het heelal, tot een levende werkelijkheid gemaakt. Zij hebben het goddelijke, de innerlijke god in zichzelf gevonden en waren en zijn de werkelijke inspirators van de theosofische beweging, zowel als van andere ware geestelijke bewegingen op aarde.

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

Hoofdstuk I – Wat is Theosofie? – Charles J. Ryan
De mens als een zevenvoudig samengesteld wezen
Het stoffelijk lichaam
Het astraal- of modellichaam
Prāṇa of het levensbeginsel
Kāma en Kāma-Rūpa
Manas
Atman en Buddhi
Reïncarnatie
Karma
Na de dood
Theosofie en de moderne wetenschap Theosofie en de Darwinistische
evolutieleer
De theosofische evolutieleer
Theosofie en psychologie
Leraren van de mensheid
Theosofie en mythologie
Theosofie en godsdienst
Theosofie en de Bijbel
De oorspronkelijke Theosophical Society en haar doeleinden

Hoofdstuk II – De zevenvoudige samenstelling van de mens – Leoline L. Wright
Inleiding
De Monade
De Hogere Triade
Het Lagere Viertal
Kāma-Manas – De persoonlijkheid
De mens – Kind van een zevenvoudig heelal
Een nieuwe psychologie op basis van een zeer Oude Leer

Hoofdstuk III – Karma – Wet van oorzaak en gevolg – Gertrude W. Van Pelt
Inleiding
Is Karma een blinde kracht?
Wij zijn ons eigen Karma
Het vraagstuk van de erfelijkheid
Fatalisme of lotsbestemming
Waarom Karma is vergeten
Karma en straf
Het Karma van landen, rassen en groepen
De praktische waarde van Karma
Karma Aforismen

Hoofdstuk IV – Reïncarnatie,Wet van herbelichaming – Leoline L. Wright
Inleiding
Welk deel van de mens reïncarneert? Herinnering aan vorige levens
Enkele tegenargumenten en misvattingen Het proces van reïncarnatie
De invloed van reïncarnatie
Reïncarnatie in de geschiedenis Reïncarnatie en lotsbestemming

Hoofdstuk V – Wat gebeurt er na de dood? – Leoline L. Wright
Inleiding
Slaap en dood
Waarom sterven wij?
Devachan, de hemelwereld
Kunnen wij contact hebben met overledenen?
Een terugblik
De dood en de Monade
De zwerftochten van de Monade
De waarde van deze leringen
Dood en hergeboorte
Enkele vragen en antwoorden

Aanhangsel
Grondstellingen van de Theosofie
Toelichting op het schema De zevenvoudige samenstelling van de mens vanuit het perspectief van bewustzijn
Schema De zevenvoudige samenstelling van de mens vanuit het perspectief van bewustzijn

BESTEL THEOSOFIE – PERSPECTIEVEN VOOR EEN ALLESOMVATTENDE LEVENSFILOSOFIE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER THEOSOFIE