Tagarchief: J. van Rijckenborgh

16 Het opperste ledig – het commentaar op strofe 16 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 16 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Als men tot het opperste ledig is gekomen,
handhaaft men een onvergankelijke rust.
Alle dingen worden tezamen geboren;
ik zie ze weer terugkeren.
Alle dingen bloeien overvloedig;
daarna keert elk terug tot zijn oorsprong.
Tot de oorsprong terugkeren heet in rust zijn. Lees verder

29-1 De heilige offervaas – het eerste commentaar op strofe 29 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 29 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Als de mens het rijk wil vervolmaken met actie,
zie ik dat hij niet slaagt.
Het rijk is een heilige offervaas,
waaraan men niet mag werken.
Werkt men eraan, dan bederft men haar.
Grijpt men ernaar, dan verliest men haar.
Daarom zijn er Lees verder

32-1 Hemel en aarde zullen zich verenigen – het eerste commentaar op strofe 32 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 32 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het  eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Tao is eeuwig en heeft geen naam.
Ofschoon zo simpel-klein van natuur,
durft de gehele wereld het niet te onderwerpen.
Als prinsen en koningen het konden handhaven,
zouden de tienduizend wezens en dingen
zich aan hen onderwerpen.
Hemel en aarde zouden zich verenigen
en een zoete dauw doen nederdalen,
en het volk zou, zonder bevelen,
vanzelf tot harmonie komen. Lees verder

27-1 Het alleen-goede – het eerste commentaar op strofe 27 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 27 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het  eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Hij die goed gaat, laat geen sporen achter.
Hij die goed spreekt, geeft geen reden tot blaam.
Hij die goed telt, behoeft geen hulpmiddelen.
Hij die goed sluit, gebruikt geen grendel
en toch kan men niet openen wat hij sluit.
Hij die goed bindt, gebruikt geen koorden
en toch kan men niet losmaken wat hij bindt. Lees verder

12 Gezicht, gehoor, smaak – – commentaar op strofe 12 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 12 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het  commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

De vijf kleuren verblinden het oog,
de vijf tonen verdoven het oor,
de vijf smaken bederven de smaak.
Dolle ritten en jachten brengen
het menselijke hart in verdwaling.
Moeilijk te verkrijgen goederen brengen
de mens tot verderfelijke daden.
Daarom maakt de wijze werk van
zijn innerlijk en niet van zijn ogen.
Hij verwerpt wat van buiten komt,
en verlangt naar wat binnen is.

Tao Teh King, hoofdstuk 12

Door de ouden werden vijf kleuren, vijf tonen en vijf smaken onderscheiden. Wij kennen een Lees verder