Tabula Smaragdina – basistekst alchemie van Hermes Trismegistus: muzikale uitvoering, podcast en commentaar

De bovenstaande video is een muzikale bewerking van de beroemde Tabula Smaragdina, de basistekst voor de westerse alchemie die werd uitgevoerd door Magareth Iping (mezzo-sopraan), Liesbeth Meurer (cello) en Ad de Jong (piano) op het symposion Mysteriën van Egypte – tempels, mens en magie. Hieronder volgt een commentaar van J. van Rijckenborgh op de Smaragden Tafel die wordt toegeschreven aan de legendarische Egyptische ingewijde Hermes Trismegistus. De tekst van de Smaragden Tafel en het onderstaande commentaar zijn opgenomen in deel 1 van De Egyptische Oergnosis.   

 

Wij confronteren u eerst met een getuigenis van de ouden, die bekend staat als Tabula Smaragdina (lofzang 2) de Smaragden Tafel. Met betrekking tot deze Smaragden Tafel zijn vele legenden in omloop, die u wellicht zeer bekend zullen voorkomen. De tafel die hier bedoeld wordt, is een grafsteen, overdekt met inscripties die de overgeleverde wijsheid bevatten. Deze klassieke wijsheid was in steen gegrift. Onder deze steen vond men het ongeschonden lichaam van Hermes Trismegistus.

Deze situatie doet ons denken aan de graftempel van Christiaan Rozenkruis. Hier bedekte de bronzen plaat vol universele wijsheidsformules het graf van Christiaan Rozenkruis. Hieronder ontdekte men, volkomen analoog met het verhaal aangaande de Tabula Smaragdina, ‘het ongeschonden lichaam van onze Vader Broeder C.R.C. in vol ornaat’.

Johann Valentijn Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8) en de zijnen waren zeker niet origineel bij het samenstellen van hun Fama Fraternitatis (De Roep van de Broederschap van het Rozenkruis). Zij kónden ook niet origineel zijn, omdat de Roep van de Broederschap door alle tijden heen steeds dezelfde is. Ja, dezelfde moet zijn en zij zal steeds een herhaling van de wijsheid van de Oergnosis bevatten.

In de getuigenis van de ouden is sprake is van een Smaragden Tafel. Een smaragd is een edelsteen van een uitzonderlijk groene kleur. Edelstenen hebben, evenals metalen, de eigenschap vibraties en stralingen op te nemen, vast te houden en te weerkaatsen. Niet iedere steen en niet ieder metaal bezit polariteit met dezelfde vibratie. Ieder metaal en iedere steensoort heeft een geheel eigen karakter, een specifieke eigenschap. Daarom werd en wordt bijvoorbeeld bij de occulte wetenschap en haar toepassing, de wetenschap van metalen, stenen en kleuren veelvuldig beoefend om bepaalde stralingen in hun uitwerking te bevorderen en andere stralingen tegen te gaan.

Ook in de Bijbel wordt veel over edelstenen gesproken. Denk maar aan de stad die in het Boek der Openbaringen het Nieuwe Jeruzalem wordt genoemd. Haar twaalf poorten zijn op bijzondere wijze versierd met edelstenen om duidelijk te maken dat alle verlichtende, helpende en krachtgevende stralingen door deze twaalf poorten naar binnen komen, zodat de stad het licht van de dialectische zon en maan niet meer nodig heeft.

De kleur, de kracht, de straling nu, die aangeduid kan worden als smaragd, wijst op een basis, op een absoluut begin. De Tabula Smaragdina beoogt dan ook het begin van de hermetische wijsbegeerte te zijn. Zonder deze sleutel zal men de oerwijsheid van de Gnosis niet kunnen verstaan. Dat bedoelden de hermetische wijsgeren van voorheen met deze naam: Tabula Smaragdina.

De Tabula Smaragdina, de Smaragden Tafel, de grafsteen, waaronder het ongeschonden edele lichaam van HermesTrismegistus begraven lag, vangt aan met de woorden:

‘Het is waar!
Het is zeker!
Het is de volle waarheid!’

Dus met een drievoudige bevestiging van de wijsheidsformules die de heilige steen vermeldt. Als men deze aanvang oppervlakkig beschouwt, schijnt hij niet vrij van overbodigheden en volkomen in strijd met objectieve nuchterheid. Had de auteur niet kunnen volstaan met te zeggen: ‘De inhoud is volkomen in overeenstemming met de waarheid‘? Nee, dat had hij niet! Want deze drievoudige bevestiging heeft betrekking op een magische formule van zeer diepe inhoud.

Met de eerste strofe wordt uitgesproken dat de waarheid waarvan de Tabula Smaragdina getuigt, door ondervinding in de eigen persoonlijkheid en in het eigen microkosmische stelsel volkomen bevestigd is.

Als de hermetische mens zegt: Het is waar!, bedoelt hij geheel wat anders dan de dialectische mens. De hermetische mens spreekt en getuigt eerst van waarheid als hij het pad bewandeld heeft en de betrokken waarden heeft ervaren. U kunt, indien u zo’n getuigenis van deze magische mens hoort, volkomen geloven en vertrouwen stellen in de juistheid ervan en beseffen dat, wanneer u eenmaal op uw beurt het pad van de ervaring bewandeld zult hebben, ook u met dezelfde zekerheid juichende zult spreken: Het is waar!

Waarheid heeft alleen waarde, is voor u alleen wáár, wanneer u haar zelf ervaart en eerstehands beleeft. Wat zou u hebben aan een waarheid die u niet navolgt, die u niet beleeft ? De waarheid-zonder-meer kan niemand vrijmaken, maar wel oordelen; dat wil zeggen, dat een mens met de waarheid in conflict kan komen als hij tracht een eigen weg te gaan. Maar zodra de mens poogt de waarheid naderbij te treden, te belevendigen, en door eigen levenshouding te bevestigen, komt hij vrij van het oordeel. Daarom heeft de oud-testamentische mens alleszins reden de waarheid te vrezen en voor haar oordeel te sidderen, terwijl de nieuw-testamentische mens, die de waarheid vervult, haar uitermate lief gaat hebben.

Met de tweede strofe Het is zeker! wordt bedoeld dat de waarheid niet verder gaat dan de eigen ervaring reikt, als zodanig niet verder gaan kán. Ieder speculatief-wijsgerig element houdt de mens van de waarheid verwijderd.

Het is u bekend, dat alle dialectische wijsbegeerte nagenoeg volkomen speculatief is, zoals de geestesschool reeds vele malen heeft aangetoond. Daarom zijn er zoveel elkaar weersprekende wijsgerige stelsels. Ze zijn dikwijls het bewijs van hoge gedachtegangen, van mateloos verlangen naar waarheid, maar van de waarheid zelf zijn zij heel, heel ver verwijderd.

De waarheid waarvan de hermetische mens getuigt, is ten eerste ervaren, en ten tweede is zij ontdaan van ieder speculatief element. Ten derde moet zij de vólle waarheid zijn. Eerst als de waarheid vol is, kan zij verlossend zijn.

De mens zegt dikwijls: ‘Wat waar is voor u, behoeft het nog lang niet voor mij te zijn.’ Er wordt mee bedoeld dat er veel zogenaamde tegenstrijdige waarheden in de wereld naar voren dringen. Er wordt mee gezegd dat de worstelende natuurmens in zijn eenzaamheid dikwijls een weg gaat die voor hem noodzakelijk is en waar, maar die voor een ander volstrekt nutteloos en schadelijk zou kunnen zijn. De volle waarheid echter, in hermetische zin, is alomvattend, heeft betrekking op allen, is bestemd voor wereld en mensheid.

Daarom bedoelt de Tabula Smaragdina reeds in eerste aanhef te zeggen: wij spreken u niet over een waarheid die op een gegeven moment van veel betekenis was voor één bepaalde mens, maar over een waarheid die ervaren moet worden, die geen enkele speculatie bevat, en volkomen vol is, dat wil zeggen: bestemd is voor de gehele mensheid. Deze drievoudige, volkomen, onaantastbare waarheid bevat de Tabula Smaragdina. Zij gaat verder:

‘Wat beneden is, is gelijk aan wat boven is,
en wat boven is, is gelijk aan wat beneden is,
opdat de wonderen van het ene zich voltrekken.
Zoals alle dingen uit het ene geworden zijn door één middelaarschap,
zo zijn zij alle uit dit ene geboren.’

U herkent in deze uitspraken het bekende hermetische axioma: Zo boven zo beneden. Het is goed bij dit axioma even stil te staan. Want zo in het algemeen bekeken klopt er iets niet in deze zo absolute stelling. Immers, men kan toch onmogelijk volhouden dat het waarachtige Lichtrijk, met zijn glorie en goddelijkheid, zich projecteert in de wereld van de dialectiek. In deze zin dat de dialectiek daarvan het bewijs zou zijn. Er is, integendeel, een enorm conflict tussen het ‘boven’ van de Gnosis en het ‘beneden’ van de doodsnatuur.

Het is noodzakelijk het hermetische axioma geheel anders te benaderen dan de dialectische mens dat doet.Vooral de occulte mens bezondigt zich aan verkeerde interpretaties. Met behulp van de hermetische wijsbegeerte tracht hij het eigen ik-centrale streven goed te praten. In zijn gerichtheid op het koningschap van het ik, beweert de occultist de wegen Gods te volgen, om aldus het ‘zo beneden’ gelijk te maken aan het ‘zo boven’, wat uiteraard een onmogelijkheid is. Uitgaande van de zekerheid, in de Tabula Smaragdina de volstrekte wijsheid te ontmoeten, kunnen wij in één seconde juist door het hermetische axioma vaststellen dat er in de alopenbaring een groot conflict werkzaam is: het ‘zo beneden’ is niet als het ‘zo boven’!

De kracht van de Tabula Smaragdina is dat zij ons onmiddellijk voor dit grote conflict in de alopenbaring plaatst. Niet slechts om het te accentueren, maar juist om erop te wijzen dat het in mens en wereld zal kunnen worden opgeheven, ja, zal móeten worden opgeheven. Uit het hermetische axioma blijkt de grote zending van de Tabula Smaragdina.

Alles in het algeopenbaarde is eenmaal uit de kracht Gods geworden. Wanneer het in geschondenheid blijkt te existeren, kan het uit de kracht Gods óf verdwijnen, óf weer tot de oorspronkelijke staat worden verheven. Uit deze kracht kan het ook transfigureren.

Het hermetische axioma bevat en schenkt het grote heilsgeheim als een wetenschappelijke formule, als een onaantastbare these: Als u zich verbindt met de wonderbare kracht van de geest der liefde, met Pymander – welke naam ‘herder’ of ‘gids van de mens’ betekent – dan wordt, het kan niet anders, het lagere wederom gelijk aan het hogere. Daarom gaat de Tabula Smaragdina verder:

‘Zijn vader is de zon,
zijn moeder is de maan,
de lucht heeft het in haar schoot gedragen,
de aarde was zijn voedster.
De vader van alle talismans in de ganse wereld is alomtegenwoordig.
Zijn kracht blijft ongerept, wanneer zij in de aarde wordt aangewend.’

Deze korte formulering is een wonder van duidelijkheid. De auteur zegt: Let wel, er zijn twee Vaders: de Vader van het natuurrijk en de Vader van het Geestveld. En het natuurrijk moet uit het Geestveld geworden en worden onderhouden.

Nu is het mogelijk dat een mens louter gaat leven uit het natuurrijk (hetgeen kan, omdat het natuurrijk zelf een volkomen toegerust scheppingsveld is), in dit natuurrijk ondergaat, en aldus de Vader van het Geestveld verlaat en vergéét – zoals met de dialectische mensheid het geval is. Dan ontwikkelt zich het conflict. Van stonde aan is dan het ‘zo beneden’ niet meer gelijk aan het ‘zo boven’. Er ontstaat dan een verharding van het raslichaam, en ook andere kristallisaties begeleiden de natuurmens, die verbroken is van het Geestveld. Er dient er een oplossing te komen, een verlossing. Deze verlossingsmogelijkheid is er, want:

‘De vader van alle talismans in de ganse wereld is alomtegenwoordig.
Zijn kracht blijft ongerept, wanneer zij in de aarde wordt aangewend.’

Als u deze kracht wilt aanwenden, luister dan naar de receptuur die de Tabula Smaragdina u geeft:

‘Scheid liefdevol, en met groot inzicht en wijsheid,
de aarde van het vuur, het fijne van wat hard, dicht en gestold is.
Van de aarde stijgt het op tot de hemel,
en daalt vandaar weer af tot de aarde;
en neemt daarbij de kracht van wat boven is en die van wat beneden is tot zich.
Zo zult u de glorie van de ganse wereld bezitten
en deswege zal alle duisternis van u vluchten.’

Tast in de kracht van de Gnosis, in de kracht van de liefde-adem Gods, uw gehele natuurwezen aan, dat van de Alvader, van de Geest, verbroken is.

Ga het pad van het endura, het pad van de grote omzetting, dat al zovele jaren door de geestesschool verkondigd en onderwezen wordt. En u zult, met zekerheid, overwinnen. Wie het werkelijk waagt met de machtige sterkte aller sterkten, zal de zege eenmaal wegdragen.

Dan is voleindigd alles wat de Gnosis u over de toebereiding van het goud, de werkzaamheid van de geestelijke zon, verkondigd heeft.

Bron: De Egyptische Oergnosis, deel 1 door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE EGYPISCHE OERGNOSIS DEEL 1

BESTEL DE VIER DELEN VAN DE EGYPTISCHE OERGNOSIS