Op woensdagavond 30 juni 2021 verzorgde de School van het Rozenkruis het webinar bezinning en gesprek met de titel: Wat is geluk? In de bovenstaande video-opname wordt onder andere een bezinning uitgesproken, waarvan de transcriptie hieronder is weergegeven.
We willen deze bezinning graag beginnen met een parabel uit de zen-traditie: ‘Een oude man en zijn zoon leefden op een kleine boerderij. Ze bezaten slechts één paard waarmee ze elke dag op het veld werkten. Op een keer liep het paard echter weg. De dorpsbewoners kwamen bij de oude man en zeiden: ‘wat een pech!’ Deze antwoordde rustig: ‘tja, wie zal het zeggen?’ Het paard kwam na enige tijd terug, samen met een kudde wilde paarden. De dorpsbewoners kwamen weer langs en zeiden: ‘wat een geluk!’ De oude man zei: ‘wie zal het zeggen?’ In de dag daarna hield de zoon zich bezig met het africhten van de nieuwe paarden. Daarbij viel hij van de rug van een van de dieren en brak zijn been, waardoor de oude man nu alleen op het veld moest werken. De dorpsbewoners zeiden: ‘wat een pech alweer!’ En hij antwoordde opnieuw: ‘wie zal het zeggen?’ Toen brak de oorlog uit en werden alle jongen mannen uit het dorp opgeroepen. De zoon mocht echter thuisblijven vanwege zijn gebroken been. Tja, wie weet wanneer iets geluk of pech is?’
Wat is geluk? Is het geluk als iets meevalt? En is pech hebben dan een vorm van verlies? Waarom haalt de man uit dit verhaal zijn schouders op voor zowel de pech als het geluk in zijn leven? Een hedendaags wetenschappelijk onderzoek onderschrijft grappig genoeg dit oude zen-verhaal.
Dat onderzoek gaat als volgt. Een grote groep willekeurige mensen werd gevraagd naar wat zij als het ultieme geluk zagen. Veruit de meeste mensen antwoordden iets in de trant van: ‘de jackpot winnen’. Op de vraag wat als zij de grootste pech vonden, reageerden zij met ‘verlamd te raken’. Toen er echter een groep mensen werd gevolgd waarvan de ene helft de jackpot had gewonnen en de andere te kampen had gehad met verlamming van een ledemaat bleek het volgende: Eén jaar na het incident werd gevraagd hun geluk een cijfer te geven. Dat cijfer was bij beide groepen exact hetzelfde als vóór het incident. Kortom: de dingen die van buitenaf op ons afkomen, maken ons in wezen gelukkiger noch ongelukkiger.
Hoe werkt dat dan? Geluk is een zeer diepe aangeboren innerlijke drang: want is niet iedereen op zoek naar geluk? Zijn wij niet uiteindelijk allemaal gelukszoekers? In feite doen we niets anders in ons leven dan daar naar te streven. We zoeken naar een gevoel van vervulling en we proberen gevoelens van verlies te vermijden. We zoeken om ons heen naar dingen die ons kunnen vervullen, want wanneer we vervuld zijn, ervaren we geluk. Zowel het verhaal als het wetenschappelijk onderzoek vertellen ons dat we ons vergissen: waarschijnlijk zullen de jackpot-winnaars voor even ultiem gelukkig zijn geweest en degene die verlamd raakten, zeer ongelukkig, maar na een jaar waren deze gevoelens vervluchtigd en hadden plaatsgemaakt voor nieuwe zorgen of andere vormen van geluk.
Het geluk dat we zoeken, is altijd tijdelijk en voorwaardelijk. En aan de oppervlakte van ons leven herkennen we allemaal dat onze plannen om het alledaagse geluk te vinden, vaak worden gedwarsboomd. Zo willen we de natuur in, maar het gebied is afgesloten. We zouden gaan feesten, maar het feest is geannuleerd en er is geen nieuwe datum bekend. Of op de langere termijn: We hadden plannen om te gaan studeren, een nieuw huis te kopen, een baan te vinden misschien, maar het liep anders en we moesten onze plannen wijzigen. Wat we hebben geleerd in zo’n geval te doen, is onze reis te vervolgen naar de volgende bestemming, om het geluk elders te zoeken.
Er zijn ook mensen die niet meer reizen, niet meer zoeken, die de bakens om in de richting van nieuw geluk te kunnen navigeren zijn verloren of niet meer in staat zijn om geluk te ervaren. Er niet meer in geloven. Wanneer we dat geloof verliezen en bij de pakken neer gaan zitten, besluipt ons soms bitterheid en cynisme.
Maar we kunnen ook doorslaan naar de andere kant en ons geluk najagen met een grote focus en doelgerichtheid; er zijn talloze zelfhulpboeken die ons vertellen hoe we onze dromen na kunnen jagen. Het verlangen of de begeerte naar geluk kan zo een zelfzuchtige drive worden die anderen voorbijschiet en die soms in een obsessie veranderd.
Want wat je aandacht geeft, groeit, en wanneer we met grote heftigheid aan hetzelfde denken, voortdurend maar weer, kan de begeerte ons gaan beheersen, kan het een verslaving, een dwangbuis worden, waarin onze gedachten worden geperst. In de neuro-psychologie wordt dit uitgelegd als de paden in ons hoofd: steeds dezelfde gedachten, leggen snelwegen aan in ons hoofd, waarover steeds dezelfde gedachten zoeven. Zo komen we in dienst te staan van onze eigen verlangens, zonder dat zij ons ooit kunnen vervullen. In de woorden van Kierkegaard: ‘De meeste mensen jagen zó bezeten het geluk na, dat ze er aan voorbijlopen.’
Zo bekeken hebben we dus een weegschaal die rusteloos heen-en-weer gaat: aan de ene kant het terneergeslagen bij de pakken neerzitten en aan de andere kant het bezeten najagen van verlangens. Naar beide kanten kunnen we doorslaan.
BESTEL DE STOÏCIJNSE GIDS VOOR GELUK
Dan maar go with the flow? Zoals Epictetus, Romeins stoïcijns filosoof zei: ‘Er is slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen maken over dingen waar je geen invloed op hebt’. Is het zo simpel wat de oude man uit ons zen-verhaal deed? Is dat wat hem rust gaf: go with the flow?
Het voelt alsof er meer achter het zen-verhaal zit. Want simpelheid is iets anders dan eenvoud. In eenvoud schuilt wijsheid. Wat betekent het meegaan met de stroom? En de stroom van wat dan?
In onze samenleving hebben wij geleerd dat het leven van ons is, dat het een product van ons naarstig streven is en dat wij er actief richting aan moeten geven. Voor een deel is dit natuurlijk zo, maar voor een groter deel is het zo dat grote gebeurtenissen in ons leven voorbestemd lijken. Wij ontvangen dingen in ons leven, maar er wordt ook van ons afgenomen. We hebben daardoor steeds weer afscheid te nemen om ruimte te geven aan iets nieuws. Daarom blijft bijvoorbeeld de oude man in onze parabel volhouden dat hij niet weet wat geluk of pech is, hij houdt zich daar niet mee bezig. Ook wij kunnen de dingen die we in ons leven ontvangen benutten om tot bewustzijn te komen. Dat is iets anders dan simpelweg go with the flow – alleen dode vissen drijven immers mee met de stroom – en wij leven! Wij leven, wij ervaren, wij voelen, en in al die ervaringen is er ruimte om te ontwikkelen.
Eén besef is daarbij wat ons betreft van groot belang. Het is hetgeen alle grote wereldleraren door de tijden heen hebben gezegd: ‘het is niet hier.’ Het tijdelijke geluk van de wereld die wij kennen, is gebouwd op verwachtingen, op beelden, die ons niet ten volle kunnen vervullen. Op de plek waar we het geluk zochten, is het wel te vinden, maar de bron ervan, is niet onuitputtelijk en droogt onherroepelijk op. De vraag is dus: uit welke bron putten wij?
‘Het koninkrijk van God is binnenin ons, het is nader dan handen en voeten’. Vanuit dit Bijbel-citaat keren we terug naar de man uit het parabel. We schetsen graag dit beeld voor je: de man heeft dit koninkrijk in zichzelf gevonden en staat er mee in verbinding. Als gevolg daarvan staat hij als in de as van een wiel, waarvan de spaken om hem heen bewegen, rond en rond en rond. Alles beweegt, maar hij staat in de stilte. Omdat hij uit die stilte put, kan hij het geluk en de pech van de wereld van alledag zien als slechts beweging, het deinen van golven, het wentelen van een wiel.
Deze wereld is een leerschool, harmonie en vervulling kunnen we hier niet vinden, want werkelijke harmonie komt uit een andere wereld, vanuit een ander vibratieniveau. Alles wordt doordrongen door een ander levensveld, een intelligentie die het gehele universum vervult en die ons aanraakt in het hart: dat is het koninkrijk van God, dat ons dus nader is, dan handen en voeten. In de woorden van Goethe:
‘Wilt u alsmaar zoekend blijven?
‘t Goede is zo dichtbij.
Leer slechts het geluk te grijpen,
want het ligt binnen uw bereik.’
Hoe kom je hiermee in verbinding? Hoe vind je deze bron in je eigen hart? We geloven dat de sleutel ligt in hoe we reageren op onze ervaringen in het leven: zijn we bezig met het zoeken van zoveel mogelijk geluk en het zoveel mogelijk vermijden van pijn, zoals Krishnamurti zegt, of nemen we een plek in de leerschool in? Want wat je overkomt in je leven, kun je niet kiezen, maar hoe je erop reageert wél. Wat je meemaakt is overigens ook niet altijd bepalend voor wat je aan geluk ervaart, want onze eigen ogen kleuren onze ervaringen en onze begeertes sturen onze emoties. Vaak juist in tijden van leemte of ruimte, wanneer we ziek zijn bijvoorbeeld of in de teruggetrokkenheid van een lockdown, merken we hoeveel er in onszelf zit qua onrust en verlangens.
Wijzelf en de wereld om ons heen zijn vol tegenstellingen, het geluksgevoel en het gevoel van somberheid of terneergeslagenheid horen daar bij. Ze zijn onderdeel van het systeem van voortdurende tegenstellingen en verandering. Net als wij zelf: we hebben dagen dat we vol energie en vervuld van goede moed zijn en op andere dagen voelen we ons vermoeid en somber. In onze wereld wisselen licht en donker elkaar af, om ons heen en in onze eigen geest, in ons innerlijk.
Je kunt niet weten hoe de reis van je leven verloopt, wie je tegenkomt en wat je mee maakt. Maar je kunt wel bepalen hoe je er op reageert. Hoe je op de wereld om je heen én op de woelingen in je eigen hart reageert. Dat is dan weer afhankelijk van de bron waaruit je je kracht put.
Onze tijd-ruimtelijke wereld waarin alles ten dele en tijdelijk is, is een gesloten systeem in wetenschappelijke zin en ook in spirituele zin. Als we bij de metafoor van de bron blijven, en we kijken naar de kringloop van het water in onze wereld, dan zien we dat in dit gesloten systeem hetzelfde water circuleert. Het neemt wel steeds andere vormen aan, zo is het op een gegeven moment damp, dan weer vloeibaar en soms verschijnt het als ijs, maar het verdwijnt niet en er komt ook niets nieuws bij.
Het is wellicht een wat simplistische voorstelling van de werkelijkheid, maar de kern is dat de talloze bronnen die opwellen in spelonken en holtes dus niet iets nieuws brengen. Ze lessen wel onze dorst, maar slechts in tijdelijke zin. De bronnen van deze wereld zijn in het beste geval tijdelijk en in het slechtste geval zelfs troebel en vervuild.
In onze zoektocht naar het geluk dienen we ons te wenden naar het Levende Water, het water dat Leven-gevend is, dat vervuld is van de Liefdekracht. In die zin is er maar één echte bron, en dat is de Eenheid zelf. Het is de bron waar al het leven uit voorkomt en uit bestaat.
Hoe vind je die bron? Waar moet je beginnen met zoeken? Door de tijden heen zijn er tal van wijsgeren geweest, die ons als gids kunnen dienen, we hebben er al een aantal genoemd maar lichten hier graag Kierkegaard uit.
Hij spreekt van de verwachting van geloof die uitkomst biedt in het heen-en-weer-geslinger dat wij als mensen ervaren tussen onze verwachtingen van het geluk en de rauwe werkelijkheid, tussen het in het nu proberen te genieten en de toekomst zeker proberen te stellen. Hij zegt onze verwachting in het geloof te leggen, vertrouwen te hebben.
Wat is dat vertrouwen, de verwachting van het geloof dan precies? Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Het is je eigen beelden loslaten, het is de begeertes, verlangens en dromen opzij schuiven, want, zoals Tagore het zegt “de begeerte naar de vrucht mist de bloem”. Of zoals een schrijver op internet zegt: “Het is naar de toekomst kijken met een onverdeeld hart, dat ervan uit durft te gaan dat alles zal meewerken ten goede. Het is stoppen met zoeken naar bevestigingen voor concrete verwachtingen. Op die manier is het een gids om je te richten op die ene bron, op het Eeuwige. Het helpt om uit je eigen, piekerige midden te stappen en aandacht te hebben voor de Liefde.”
Want het is je blik naar binnen richten, naar de stilte van je hart en vanuit dat midden is het je ogen opslaan naar de berg vanwaar de hulp komen zal. De hulp uit dit woord uit de Bijbel (Psalm 121), is de Liefde, waar wij onderdeel van zijn. Wij zijn onderdeel van de Eenheid.
Wanneer we luisteren naar het Eeuwige in ons, horen we dat het ons zegt daarin vertrouwen te hebben. Dat is dus méér dan mee drijven met de stroom, het vraagt om grote activiteit. Het vraagt te leven vanuit dit vertrouwen en het vraagt om een voortdurende gerichtheid op de stilte en de eenheid die in het eigen hart besloten ligt.
Kierkegaard schrijft, dat het ons zegt te vertrouwen, omdat de toekomst overwonnen is. De toekomst is reeds overwonnen! Wat een prachtig beeld. Tijd-ruimtelijk als wij gewoonlijk denken, is er een verschil tussen nu en toekomst, is er de ervaring van het ploeterend zoeken naar de Ene Bron. Maar in de eeuwigheid, in de Eenheid, is er niets anders dan het nu, niets anders dan het Levende Water, dan de Liefdekracht. Geluk is een aspect van de Eenheid. Werkelijk geluk ervaren we dan ook als we deel worden van de Eenheid, het Eeuwige.
Wanneer we zeker weten dat ons leven zich beweegt in de richting van de Eenheid, dat, wat er ook gebeurt, dát sowieso het einddoel is dat vaststaat, dan zijn we in staat nu al iets van het Eeuwige Geluk te ervaren.
Het tijdelijke is een sluier, die weggeschoven kan worden. We zijn in staat de bron van de Eenheid in ons eigen hart te laten opwellen en ons steeds weer te verbinden met deze bron, deze kracht. We kunnen via onze ervaringen en vooral via onze reacties op dat leven van alledag, door vertrouwen, ons verbinden met het Eeuwige Licht, met de Liefde.
Door woorden en prachtige gedachtegangen word je niet vrij, maar door daden. Durf het te doen. Daarom sluiten we af met een versregel van Tagore: ‘Ontsteek de lamp van de Liefde met je leven!’