BESTEL RUDOLF STEINER EN JOHANNES, TWEE GEZWOREN VRIENDEN
In ‘Rudolf Steiner en Johannes’ schetst Hans Stolp een dubbelportret. Rudolf Steiner (fakkeldrager van het Rozenkruis 11) en Johannes hadden beiden de opdracht om het esoterische christendom aan de mensheid door te geven. Johannes beschreef die weg in beelden, Rudolf Steiner in taal. Zonder hen zouden wij minder begrijpen van het leven op aarde, onze opdracht en van de nieuwe ontwikkelingsweg die we mogen gaan: bewust en met inzicht, liefde en vreugde. Als geen ander neemt Hans Stolp de lezer mee in deze bijzondere vriendschap.
TEN GELEIDE
Door de ogen van Johannes
Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie en van het esoterisch christendom in zijn hedendaagse vorm, heeft in zijn leven een diepgaande verbinding gekregen met Johannes. Deze was de bijzondere leerling van Jezus Christus die bekendstaat als de Evangelist en de Ziener van Patmos. Hoe meer ik mij verdiepte in de levensgang van Rudolf Steiner en in zijn werk, des te meer ik dat begon te zien.
Zo heeft hij de belangrijkste ervaring van zijn leven: zijn inwijding in de mysteriën van Christus, ofwel zijn ontmoeting met de Christus, te danken aan het feit dat hij (in de geest) door de ogen van Johannes mocht kijken. Daarbij mocht hij zien wat deze op het meest beslissende moment van zijn leven aan de voet van het kruis had ervaren en waargenomen.
Deze allesbeslissende ervaring overkwam Rudolf Steiner in september 1900, toen hij negenendertig jaar oud was. Hem werd het vermogen geschonken om te schouwen wat Johannes tweeduizend jaar geleden aan de voet van het kruis op de heuvel Golgotha had beleefd tijdens de kruisiging en de dood van zijn geliefde Meester Jezus Christus.
Door te mogen kijken door de ogen van Johannes stond Rudolf Steiner daardoor, zoals hij dat zelf formuleerde, in de meest innerlijke en ernstige inzichtsviering voor het mysterie van Golgotha.
Het keerpunt der tijden
Het was door die grootse en meest beslissende ervaring van zijn leven dat Rudolf Steiner begon te begrijpen dat de dood en de opstanding van Jezus Christus het keerpunt der tijden was, zoals hij die gebeurtenis later zo vaak noemde: de allesbeslissende ommekeer in de evolutie van de mensheid.
Johannes heeft bijna tweeduizend jaar geleden zijn ervaringen aan de voet van het kruis en de inzichten die hij daarbij opdeed beschreven in zijn evangelie. Dat evangelie wordt wel het meest spirituele en het belangrijkste boek uit heel de geschiedenis van de mensheid genoemd. Iedereen die zich werkelijk in dat boek verdiept, zal gaan begrijpen waarom. Met name de inleiding van dat boek, de Proloog, heeft door alle eeuwen heen vele mensen geraakt. De tekst daarvan verheft onze ziel naar een hogere sfeer en verbindt ons met de geestelijke wereld.
Vandaar dat deze tekst niet alleen aan stervenden wordt voorgelezen, maar ook aan gestorvenen wordt meegegeven bij het begin van hun reis door de geestelijke wereld. Helaas is het evangelie van Johannes niet meer zo toegankelijk voor de moderne mens, omdat Johannes het schreef in de taal van het beeld, en niet in de logische taal van vandaag. Gelukkig wist Rudolf Steiner – mede dankzij zijn groeiende verbinding met Johannes – die beeldtaal te ontcijferen. Ook wist hij datgene wat hij zo opdeed, in de heldere en logische taal van vandaag aan zijn toehoorders en zijn lezers door te geven: zijn geschenk aan ons.
De visioenen van Johannes
Later volgde een nieuwe stap in hun groeiende verbinding: toen kreeg Rudolf Steiner namelijk ook een diepgaande verbinding met de visioenen die Johannes heeft gekregen op het Griekse eiland Patmos. Die visioenen kreeg Johannes toen hij al meer dan negentig jaar oud was en in een grot gevangen werd gehouden door Romeinse soldaten. Deze visioenen heeft hij gedicteerd aan zijn jonge leerling Prochoros. Uiteindelijk werden ze in de Bijbel opgenomen onder de titel: De Openbaring van Johannes.
Mede door zijn inzicht in de betekenis van deze visioenen kreeg Rudolf Steiner een diepgaand inzicht in de nieuwe weg die de mensheid sinds het keerpunt der tijden gaat en zal gaan. Want in de beeldtaal van deze visioenen ligt de kennis besloten over de zeven incarnaties van de aarde en de verschillende tijdperken van de aarde waar de mens in zijn ontwikkeling – leven na leven – doorheen gaat. Ook deze kennis heeft Rudolf Steiner op een logische en begrijpelijke manier aan ons doorgegeven. Zo raakte Rudolf Steiner nog dieper verbonden met Johannes.
Rudolf Steiner en Johannes hadden beiden de opdracht om het eigenlijke, spiritueel of esoterisch christendom aan de mensheid door te geven. Om dat voor onze tijd mogelijk te maken moest Rudolf Steiner de mensen leren om voorbij de buitenkant van de gebeurtenissen te kijken. Niet alleen moeten wij, de mensen, leren begrijpen waarom ons allerlei gebeurtenissen overkomen (ook die in ons eigen leven), we moeten ook leren ons eigen innerlijk (zoals onze emoties, driften, angsten en verlangens) te begrijpen en te doorzien. Want alleen door die manier van kijken zullen wij ons bewust kunnen worden van onze levensopdracht, ons karma en onze vorige levens. Ook kunnen we ons alleen dan bewust worden van het mysterie van de Christus en zullen we gaan begrijpen wie we zelf eigenlijk zijn. Het zijn maar een paar stamelende woorden voor de grote geheimen die begrijpelijk worden als we eenmaal hebben leren kijken tot voorbij de buitenkant.
Om dat ‘kijken tot voorbij de buitenkant’ mogelijk te maken, liet zowel Johannes als Rudolf Steiner de mensen zien hoe zij sinds het keerpunt der tijden aan een heel nieuwe ontwikkelingsweg begonnen zijn. Johannes beschreef die weg in beelden, Rudolf Steiner in de heldere en logische taal van vandaag. Anders gezegd: de inzichten die Johannes in beelden beschreef en die in zijn tijd alleen door ingewijden begrepen werden, bracht Rudolf Steiner zoveel eeuwen later op een begrijpelijke manier in de openbaarheid, zodat iedereen die dat wil zich daarmee in onze tijd verbinden kan.
Johannes moest deze inzichten wel in beelden beschrijven, omdat de mensen in die tijd nog niet beschikten over het heldere en logische denken waarover de mens nu beschikt: in die tijd waren de mensen nog wel vertrouwd met de taal van het beeld, maar beschikten ze nog niet over de logische taal van de huidige tijd. Daarom is het werk van Rudolf Steiner nodig, opdat de grootse en allesbeslissende inzichten van Johannes niet verloren gaan, maar (weer) toegankelijk worden voor de moderne mens van nu.
Twee grote meesters
Zowel Johannes als Rudolf Steiner behoren tot de kleine groep van grote meesters die regelmatig door de geestelijke wereld naar de aarde worden gestuurd om ons mensen bij te staan en te inspireren op onze weg van geestelijke groei en ontwikkeling. Zonder de hulp van deze meesters zouden wij niets begrijpen van het leven op aarde, van de opdracht die wij te vervullen hebben en van de nieuwe ontwikkelingsweg die wij mogen gaan. We zouden – het zijn maar enkele voorbeelden – de geheimen van karma en reïncarnatie niet begrijpen, de verschillen tussen de oude en de nieuwe inwijdingsweg niet en evenmin de ontzagwekkende mysteriën van de Christus.
Het is Rudolf Steiner die al deze geheimen begrijpelijk en inzichtelijk maakt voor het denken van de hedendaagse mens. Dankzij deze inzichten kunnen wij in onze tijd de moderne inwijdingsweg bewandelen – als we daar tenminste bewust voor kiezen. We kunnen dankzij de inzichten die Rudolf Steiner ons aanreikt leren kijken tot voorbij de buitenkant en we zullen dankzij hem ontdekken wie we eigenlijk zijn en waarom we hier op aarde leven. Ervoor kiezen om op zoek te gaan naar die inzichten betekent dat we stap voor stap de moderne inwijdingsweg leren gaan.
Als we die weg leren gaan en als we dat doen met een groeiend inzicht, met liefde en met vreugde, zullen de grote geheimen van het leven stap voor stap voor ons opengaan. Moge dit boek u daarbij helpen.
1 DRIE BIJZONDERE ONTMOETINGEN
Drie inspirerende mensen
Iedereen die oud(er) wordt, begint als vanzelf wat vaker terug te kijken op het leven dat achter haar of hem ligt. Ik dus ook. Daarbij begon ik mij steeds sterker te realiseren hoeveel ik te danken heb aan drie uitzonderlijke en unieke mensen. Geen van deze drie heb ik ooit ontmoet. Ze zijn alle drie gestorven, de een nu al lang geleden, de beide anderen later in de tijd. In mijn huis hangt van ieder van hen een afbeelding: van twee een grote foto en van de derde een grote icoon. Dat realiseerde ik mij pas toen ik begon na te denken over de bijzondere rol die ieder van hen speelt in mijn leven. De drie zo bijzondere mensen die ik bedoel zijn achtereenvolgens Carl Gustav Jung, Johannes de Evangelist en Rudolf Steiner.
Het begon in mijn studententijd met Carl Gustav Jung. Later kreeg ik een groeiende verbinding met Johannes de Evangelist en toen ik al voorbij het midden van mijn leven was en inmiddels al ‘Abraham had gezien’, kwam Rudolf Steiner op mijn pad.
Laat mij kort mogen vertellen hoe deze drie ontmoetingen tot stand kwamen. Zonder deze drie had ik immers nooit dit boek kunnen schrijven. En vooral: zonder hen had ik nooit de inzichten opgedaan die mij zo rijk gemaakt hebben en waarover ik in dit boek zo graag vertellen wil.
Carl Gustav Jung
In mijn studententijd werd ik steeds nieuwsgieriger naar de betekenis van mijn dromen. Als kind droomde ik altijd al veel en sommige van die dromen waren zo indringend dat ik ze nu nog steeds tot in detail kan navertellen. Wat ze betekenden wist ik niet. Toch hadden ze, zo voelde ik als kind al, mij wat te zeggen. Maar wat? Begrijpelijk dus dat later de innerlijke drang steeds sterker werd om op de een of andere manier iemand te vinden die mij zou kunnen leren om mijn dromen te begrijpen en mij zou kunnen inwijden in de droomsymboliek.
Toen las ik op een zeker moment een artikel over de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung: hij zou veel inzicht verworven hebben in de symboliek van dromen en in zijn boeken uitleggen hoe je die zou kunnen duiden. Sindsdien ben ik zijn boeken gaan lezen. Eerst in mijn eentje, later ook in een studiegroep. Van hem heb ik een grote kennis van symboliek opgedaan, met name ook van droomsymboliek. Nog steeds pluk ik de vruchten van die opgedane kennis, want ik kan daardoor niet alleen mijn dromen begrijpen, maar ook de beelden die een mens soms opdoet op de grens van waken en slapen. Het zijn deze dromen en deze beelden die mij helpen mijn levensgang en mijn levensopdracht te begrijpen. Kortom: C.G. Jung heeft mij met zijn inzichten een groot geschenk gegeven.
INHOUDSOPGAVE
Ten geleide
- Drie bijzondere ontmoetingen
- Slechts één regel
- Kijken door de ogen van Johannes
- Gezworen vrienden
- De mysteriën worden openbaar
- Het beroemde congres in 1907 in München
- De grootste martelaar onder de mensen
- Een aanslag op Rudolf Steiner
- De Christusdaad van Rudolf Steiner
- Het geheim van de etherische Christus
- Denk ik aan…
- Hoe de band steeds sterker werd
- Het geestelijk testament van Rudolf Steiner
- De eenwording
- Getuige van de toekomstige mens
Tot slot
Bijlage 1
Noten