Tao – hoofdstuk 4 uit het boekje ‘Transfiguratie’ van Catharose de Petri

 

HOOFDSTUK 1HOOFDSTUK 2HOOFDSTUK 3HOOFDSTUK 4HOOFDSTUK 5HOOFDSTUK 6HOOFDSTUK 7

BESTEL TRANSFIGURATIE VOOR € 2,50

BESTEL DE ROZENSERIE VOOR € 15,00

Hieronder volgt de integrale tekst van het vierde hoofdstuk van het boekje Transfiguratie van Catharose de Petri. Het heeft de titel ‘Tao’ en er worden parafrasen op strofe 51 van de Tao Teh King van Lao-Zi toegelicht die C. van Dijk publiceerde in 1934, en die in 2019 opnieuw uitgegeven zijn onder de titel Tao universeel bewustzijn – Teh, universeele bewustwording.

De Baan is eerste oorzaak, in zichzelf besloten;
Zij was – is – en zal zijn, in alle eeuwigheid.
Haar almacht wordt begrensd door ruimte en door tijd
En aan haar Logos is de wereldziel ontsproten.

 

BESTEL TAO EN TEH

LEES MEER EN DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN TAO EN TEH

‘De baan is eerste oorzaak’, zo getuigen alle mysteriën; want uit de heilige Godskrachten is het ware leven geopenbaard. En het is duidelijk dat dit ware leven zal zijn in alle eeuwigheid. Het gaat er nu maar om dat allen deel krijgen aan dit eeuwigheidsleven; dat allen dit leven opnieuw zullen zien en kennen. Daarom voert het ware leven een stralenbundel van licht, kracht en schoonheid in de wereld der versterving, opdat de mens, over deze brug heentrekkend, het oorspronkelijke Vaderland weer zal kunnen binnengaan.

Als de leerling zich in ‘de baan’ beweegt, of, in onze terminologie gesproken, als hij zich opgenomen weet in het nieuwe levensveld, dan weet hij dat de wereld van ruimte en tijd er nog aan grenst.

De rechte weg is: in haar ritme trillen,
In ied’re ademtocht erkennend ‘t albestaan;
Zo in haar geest’lijk stralend lichten op te gaan
Dat niets kan zijn dan ‘t albezielend willen.

De leerling staat op de rechte weg; dat is het pad dat zonder omwegen of zijwegen naar het bevrijdende nieuwe leven voert. En het ritme van de bevrijdingsbaan is om en in hem. Het is als een lied des Heren. Het is als het stromen van de Godsrivier door de Eeuwige Stad.

Een ademtocht is een harteklop. Een ademtocht is: het levende bloed stuwen door de aderen. Zo nu, van ademtocht tot ademtocht, beseft de leerling zijn verbondenheid met het goddelijke universum. Zijn gehele wezen gaat er naar uit en er is maar één goddelijk albezielend willen dat hem voortdraagt, voortstuwt.

Uit erkenning groeit onderscheidingsvermogen,
Het wezen spiegelt zich in ‘t fenomeen.
Zo vormt cohesie de granieten steen,
Opdat begrip zich bindt voor onze ogen.

Zo gaat de leerling als een natuurlijke vanzelfsprekendheid een nieuw zintuiglijk waarnemingsveld binnen. Hij leert onderscheiden, dat wil zeggen: hij schouwt, hij smaakt de goddelijke aanraking. Als hij in het nieuwe waarnemingsveld binnenkomt, is het logisch dat hij eruit gaat leven; en de gevolgen daarvan bewijzen zich alom. Het goddelijke wezen weerspiegelt zich in deze wonderbaarlijke pelgrim.

De kracht van samentrekking gaat zich voor de ogen van de kandidaat bewijzen. Zoals de wet van samentrekking, de wet van cohesie, de atomen van een granieten steen bijeenhoudt, zo zal diezelfde goddelijke wet het nieuwe wezen van de leerling tot grootse glorie bijeenvoegen.

O grote kracht, die vormen doet bezielen,
Die uit het tere zaad opstuwt de eik :
Die went’len doet de macht’ge hemelwielen
En schept de Lotos uit het duis’tre slijk.

Zo gaat dan het feest van de opwaking verder. De eikeboom rijst omhoog uit het tere zaad der vernieuwing. Symboliseert deze woudreus niet de binding van de leerling met de heilige universele Geest? En duidt de lotos, de tere, witte en reine, als oprijzend uit het slijk, niet op het openbloeien van het Heilige Geestkrachtbeginsel in de leerling, het ontwaken van de latente roos?

Daarom zoekt ied’re sterveling in ‘t leven
Dat wat hem bindt aan een vergeten woord;
Vaak trilt er, even slechts, een teer akkoord
En vol ontzag erkent hij ‘t godd’lijk streven.

Zo zult u ongetwijfeld met ons zoeken naar het vergeten machtswoord, naar het ‘Sesam open u’ der mysteriën. Soms komt een zeer zwakke suggestie van het vergeten woord tot u. Dan komt uw wezen in beroering en u ‘kent’ van aangezicht tot aangezicht, als voor een moment, het goddelijke bedoelen met u, als verzonken mensenkind. Maar:

Is eenmaal ‘t licht in ‘t duister doorgebroken.
Erkent de mens zichzelve in ‘t heelal.
Dan kiemt het woord, dat eenmaal uitgesproken,
Hem vrij maakt van het aardse tranendal.

Bent u eenmaal van begrip tot bewustzijn doorgebroken, en ziet u de plaats waar u in dit grote veld van verschrikking staat, dan is u een grote genade geschonken, want dan kan het woord, het heilige woord, waarvan tot nu toe wellicht nog maar zwakke suggesties doorkwamen, in u ontkiemen, als het goddelijke zaad. Als dit zaad in uw hartheiligdom ontkiemt, dan breekt u door alle belemmeringen heen, door uw bestaanscirkel, door alle banden van bewustzijn, ziel en stof; dan verliest de overste dezer wereld alle macht over u. En dus wordt het begrijpelijk en wetenschappelijk zeker:

De Baan verwekt en doet ‘het’ groeien,
Ontwikkelt, voedt, en vervolmaakt;
Rijpt, en behoedt, doet sterven, bloeien,
In cirkeling die nimmer staakt.


Zij is de macht die alle dingen leidt
En niets bezit dan ‘t eigen diepe leven;
Niets doende, ademt zij de eeuwigheid;
Zij is ‘t geheim dat nimmer werd omschreven.

Voor ons bewustzijn staat nu de mens te stralen die alles van de dialectische natuur heeft afgelegd. Hij is gestorven en herrezen. Niets doende, ademt hij de eeuwigheid.
De mens van deze natuur is altijd in beweging, vol actie; immers, hij wil dóén! De pelgrim op het pad gaat het geheim doorgronden van Lao-Tse’s woorden: niet-doen. Niet het ikwezen de boventoon laten. Hij is het, de Heer van alle Leven, die beide in u werkt, zowel het willen als het doen.

Als de leerling opnieuw aan ‘het’ , aan het pad, aan Tao, aan de Gnosis, gebonden wordt, staat hij in vrije gehoorzaamheidsbinding met de Eeuwige, met het Koninkrijk Gods in hem, met de Jezusmens in hem. En dan is het zo dat de Andere, die niet uit deze natuur te verklaren is, doet, leeft en is. Het ikwezen is heengegaan; het is gestorven, om niet meer te wezen in der eeuwigheid.

Besluiten wij te zamen deze eeuwigheidsgang te gaan. Ga met ons door de Eeuwige Deuren. Naar het Eeuwige Leven!

Bron: Transfiguratie, Catharose de Petri

BESTEL TRANSFIGURATIE VOOR € 2,50

 

BELUISTER OF LEES MEER OVER DE VIERDELIGE ROZENSERIE

BESTEL DE ROZENSERIE VOOR € 15,00