Bewustzijn als de enige werkelijkheid – boek van Rupert Spira, Deepak Chopra voorwoord, Bernardo Kastrup nawoord

BESTEL BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID

Het boek ‘Bewustzijn als enige werkelijkheid’ van Rupert Spira maakt de lezer bewust van het feit dat we onze gewaarwordingen en waarnemingen aanzien voor de werkelijkheid, en dat de zintuigen en het denken daarbij fungeren als prisma’s, aan de hand waarvan de eenheid van het bestaan uiteen lijkt te vallen in tienduizend dingen. Maar de auteur laat de lezer ontdekken dat bewustzijn de fundamentele, onderliggende werkelijkheid vormt van de ogenschijnlijke dualiteit van geest en materie. En dat het vergeten of negeren van die werkelijkheid de diepste oorzaak is van onze dagelijkse existentiële onrust.

VOORWOORD VAN DEEPAK CHOPRA

Eén van de grote mysteries van het menselijk bestaan is zo fundamenteel dat de meeste mensen er nooit bij stilstaan om de vraag te stellen: Kunnen we ooit weten wie we werkelijk zijn? Die vraag alleen al stellen wordt een obstakel als we geloven dat wie we zijn een pakketje op poten is van miljarden en miljarden cellen. Cellen zijn kleine flesjes met zout water die op volkomen voorspelbare wijze chemicaliën verwerken. Dat geldt ook voor hersencellen, en hoe goed je ook een ct-scan of een fmri van de hersenen bestudeert, de plekken die oplichten vertellen ons niets over Shakespeare of Mozart. Niemand heeft op overtuigende wijze kunnen laten zien hoe glucose – ofwel bloedsuiker, dat niet heel veel verschilt van de suiker in een suikerpot – plotseling leert denken nadat het door een dun membraan de hersenen is binnengegaan.

Rupert Spira behoort tot een totaal andere tak van onderzoek, die de vraag ‘Wie zijn we?’ als innerlijke vraag tot uitgangspunt neemt. Menszijn gaat niet over cellen en chemische reacties, maar over het onderzoeken van de ware aard van onszelf en de wereld. Als die weg gevolgd wordt, komt zelfs de wetenschap tot non-duale conclusies. De grote wetenschapspionier en natuurkundige Max Planck, die de term ‘kwantum’ bedacht, beweerde stellig dat ‘de geest de matrix der materie vormt’. In gesprek met een Londense verslaggever zei hij er het volgende over:

‘Ik beschouw bewustzijn als fundamenteel. Ik beschouw materie als een afgeleide van bewustzijn. We kunnen onze vinger niet achter bewustzijn krijgen. Alles waar we over praten, alles wat we als iets bestaands beschouwen, veronderstelt bewustzijn.’

Onnodig te zeggen dat de moderne wetenschap het voorbeeld van Planck niet gevolgd is – integendeel. We zijn hard bezig om alle levensvraagstukken op te lossen door middel van technologie en het verzamelen van bergen data die supercomputers moeten zien te verwerken. Maar het totale onvermogen om bewustzijn te verklaren door het op te bouwen uit moleculen, atomen en subatomaire deeltjes laat het falen van de wetenschap zien. Beweren dat het ontdekken van steeds meer en complexere deeltjes uiteindelijk zal leiden tot de ontdekking van de geest, is net zoiets als zeggen dat je leert pokeren als je maar genoeg kaarten aan het spel toevoegt.

Kortom, je kunt de discussie verdelen in het ‘geest eerst’- standpunt en het ‘materie eerst’-standpunt. Op dit moment heeft het ‘materie eerst’-kamp ver de bovenhand, want iedereen neemt zonder meer aan dat de fysieke wereld ‘buiten ons’ bestaat. Spira zegt, met zijn zachte, geduldige stem die zo kenmerkend voor hem is, dat ‘materie eerst’ en ‘geest eerst’ beide kortzichtig zijn. Uitgaande van het eenvoudigst mogelijke feit – dat er maar één werkelijkheid is – concludeert Spira dat er ook maar één verklaring voor de werkelijkheid is. In deze essays houdt hij onwrikbaar vol dat de enige werkelijkheid zuiver bewustzijn is, en dat alle andere dingen, inclusief geest en materie, een modulatie van die werkelijkheid zijn. Een gedachte is iets wat bewustzijn doet – en geen entiteit op zichzelf; hetzelfde geldt voor een atoom. De natuur put uit dezelfde bron om zowel de geur van een roos als een spiraalvormig sterrenstelsel voort te brengen.

Het mooie van dat uitgangspunt, dat Spira met welsprekende overtuiging tot uitdrukking brengt, is dat de lastige vraag ‘Kunnen we ooit weten wie we werkelijk zijn?’ tot het antwoord ‘Ja’ leidt. Preciezer geformuleerd zouden we kunnen zeggen ‘Ja, maar…’, want erachter komen wie we werkelijk zijn laat zich niet uitdrukken in woorden, maar slechts kennen als intieme ervaring, als een ontwaken. En hoewel die ervaring ieder moment tegenover ons staat en ons uitnodigt om binnen te komen, is hij onvergelijkbaar met welke andere ervaring dan ook. Hij valt tegelijkertijd buiten het fysieke en het mentale domein.

Waar zou zo’n plek zich kunnen bevinden? Overal en nergens. Hoe kom je daar? Voor die reis hoef je nergens anders heen dan naar hier en nu. Die antwoorden, hoe frustrerend ook, zijn de waarheid. Over die paradox van ergens vertrekken en overal aankomen, soms ‘de wegloze weg’ genoemd, valt nog genoeg te discussiëren. Het geijkte advies, dat in iedere spirituele traditie weerklinkt, wijst je de weg naar binnen. Het basisidee is dat zich onder de rusteloze oppervlakte van de geest een dieper niveau bevindt dat onbeweeglijk, stil en vredig is. Die reis verlost ons zelfgevoel van alle opgelegde beperkingen en laat de ware werkelijkheid ervan zien. Illusies vallen weg. Het ego verliest zijn greep. Als de ware aard van het Zelf wordt ervaren vindt er een transformatie plaats. Het overstijgen van ons misplaatste zelfgevoel speelt daar een sleutelrol in, en dan gaat het dagen.

In een ideale wereld zou iedereen het bevel uit het Oude Testament opvolgen om ‘stil te zijn en te weten dat ik God ben’. Niet dat religieuze termen noodzakelijk zijn: de grote Bengaalse dichter Rabindranath Tagore verklaarde:

Luister, mijn hart, naar het fluisteren van de wereld. Dat is hoe ze je bemint.

Met andere woorden, innig contact met het Zelf is overal aanwezig, en de bekoring ervan is dezelfde als die van de liefde.

Als we niet kunnen horen wat de wereld fluistert, is er nog een andere manier, ook weer aangewezen door Tagore:

Ik werd de weg moe toen hij me hier en daar bracht.
Ik trouwde in liefde met de weg toen hij me Overal bracht.

Aanvankelijk lijkt de weg naar buiten oneindig en onuitputtelijk, maar als we hem maar lang genoeg volgen komen we onvermijdelijk tot de conclusie dat het bewustzijn zelf is dat oneindig en onuitputtelijk is. De weg naar buiten loopt dood, en dan wenkt de weg naar binnen.

Als je dat tegen een scepticus probeert te zeggen, loop je steeds tegen hetzelfde bezwaar aan: ‘Ga maar eens in het verkeer staan. Als een bus tegen je aanrijdt, ben je dood. Einde verhaal.’ Materialisten blijven volhouden dat de fysieke wereld het eerste gegeven is en dat geen enkele mentale kronkel om dat feit heen kan. Zelfs welwillende luisteraars en gedreven zoekers klampen zich vast aan het materialisme – misschien heimelijk, misschien met een schuldig gevoel, maar vooral, denk ik, omdat het volledige verhaal nog moet bezinken. Op zijn zachte maar compromisloze manier staat Spira erop om het volledige verhaal te vertellen en het bovendien tot een rechtstreekse, persoonlijke ervaring te maken.

Het volledige verhaal is niet nieuw. De oorsprong ervan ligt in het verre verleden van India, ook al zijn er door de loop van de geschiedenis en de verwarring van de mens vele andere verhalen ontstaan die gedeeltelijk met die oorsprong samenvallen en zich ermee vermengd hebben. Iemand die iets van Indiase spiritualiteit weet zal een paar bladzijden van dit boek lezen – of slechts de titels van de essays – en zeggen: ‘Ah, Vedanta. Dat is wat hij onderwijst.’ Maar als je dat zegt plak je alleen maar een etiket op de benadering van Spira, die ook de inzichten bevat die je kunt vinden in de tantrische tradities van het Kashmir Shaivisme en dzogchen boeddhisme.

De Veda’s zijn de heilige geschriften van India, en Vedanta betekent, letterlijk vertaald, het einde van de Veda’s. Met andere woorden, Vedanta is het laatste woord op het gebied van spirituele kennis, de plek waar je uitkomt nadat je alle andere dingen die de heilige teksten je kunnen leren in je op hebt genomen. De belofte van Vedanta kan in één enkele spreuk worden weergegeven: ‘Ken dat ene aan de hand waarvan alle andere dingen gekend worden.’

Vedanta’s waarheid-in-een-notendop bezit een enorme aantrekkingskracht, dus waarom is ze niet een soort universele spirituele weg geworden? Waarom zou je niet het grootste deel van het spirituele onderricht – niet alleen de Indiase versie, maar alle bronnen – overslaan en die gouden draad gaan volgen? Rupert Spira is zeldzaam en vrijwel uniek omdat hij precies dat doet. In India heeft Vedanta de reputatie complex en intellectueel te zijn, een onderwerp waar professoren en dwepers hun hele leven aan wijden. Wat bedoeld was als praktisch advies – je hoeft alleen maar dat te weten en alle kennis valt je in de schoot – is op de een of andere manier tot iets abstracts verworden dat je uitput omdat het zo vaag is.

Vedanta moest opnieuw tot leven gewekt worden voor de moderne mens, die praktische resultaten verlangt; anders zouden de prachtigste waarheden onbereikbaar blijven. Vedanta was, kort door de bocht gezegd, als het openen van een blik tonijn met een sliert slappe spaghetti. Spira is daar allemaal doorheen gegaan – ook al leunt hij in al zijn bescheidenheid niet op zijn geleerdheid – en er aan de andere kant weer uitgekomen. Hij heeft één ding te zeggen omdat er maar één ding te weten valt: Het is allemaal bewustzijn. Omdat bewustzijn alles schept, hier en nu, en omdat die schepping eindeloos fascinerend is, vindt hij prachtige manieren om één ding tot uitdrukking te brengen, vaak op poëtische wijze, altijd vol mededogen. Met een diamant in zijn hand wil hij ons ieder facet laten zien.

Voorwoorden lopen het risico kruiperig te klinken, maar in alle eerlijkheid heb ik een dieper inzicht verkregen door naar Rupert Spira te luisteren dan aan de hand van enige andere exponent van moderne spiritualiteit. De werkelijkheid stuurt ons een boodschap die we dringend moeten horen, en op dit moment overtreft geen enkele boodschapper Spira en de transformerende woorden in zijn essays.

Deepak Chopra
september 2016

 

BESTEL BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord door Deepak Chopra
Dankbetuiging
Inleiding

  1. Het harde bewustzijnsprobleem
  2. De aard van de geest
  3. Alleen bewustzijn is zich bewust
  4. Panpsychisme en het ‘alleen-maar-bewustzijn’-model
  5. De naar binnen gerichte weg: het onderscheid tussen bewustzijn en objecten
  6. De rechtstreekse weg naar verlichting
  7. Zelfonderzoek en zelfherinnering
  8. De ervaring van je bewust zijn
  9. De kern van meditatie, de naar buiten gerichte weg, het wegvallen van het onderscheid tussen bewustzijn en objecten
  10. Het bestaan valt samen met bewustzijn
  11. De witte gloed der eeuwigheid
  12. Het vernauwen van bewustzijn
  13. Er bestaan geen bewustzijnstoestanden
  14. Wordsworth en het verlangen naar god
  15. Het gedeelde medium van de geest
  16. De herinnering aan onze eeuwigheid
  17. De droom van bewustzijn
  18. De zoektocht naar geluk

Nawoord door Bernardo Kastrup

BESTEL BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID