Verhaal over de wonderbare visvangst uit de jeugdbijbel van Nita Abbestee – korting vervalt op 30 juni 2023

 

LEES OVER JEUGDBIJBEL

BESTEL JEUGDBIJBEL – TOT 30 JUNI  2023 VAN € 24,50 VOOR € 10,00

De Jeugdbijbel van Nita Abbestee is één van de acht boeken die in de maanden april, mei en juni 2023 met een flinke korting kunnen worden aangeschaft: van € 24,50 voor € 10,00. In deze uitgave van het Jeugdwerk van het Gouden Rozenkruis wordt op bijzondere en directe wijze het Nieuwe Testament opnieuw verteld. Als voorproefje wordt hier hoofdstuk 70 met de titel ‘Jezus komt tot zijn discipelen aan het meer van Tiberias’  beschikbaar gesteld in de vorm van tekst en ingesproken verhaal. Toelichtingen voor volwassenen op dit verhaal zijn te lezen in de hoofdstukken 18 en 19 van het boek De Universele Gnosis over De wonderbare visvangst en Het net van de visser

Korte tijd na de opstanding van Jezus bevonden enkele discipelen zich bij het meer van Tiberias. Petrus, die Jezus verloochend had, was er ook bij. Hij was de leider van deze groep mannen. Petrus keek eens naar de lucht, toen naar het water om te zien of de omstandigheden gunstig waren om uit te varen. Toen zei hij: ‘Vrienden, ik ga vissen!’ De anderen wachtten al lang op dit woord en zeiden dan ook spontaan: ‘Goed, Petrus! Wij gaan met je mee!’

IJverig en vol enthousiasme maakten zij het schip gereed en tegen de avond voeren zij uit. Die lange nacht wierpen zij vele malen hun netten uit en haalden ze weer in, maar …. niet één vis konden zij vangen. En in de vroege morgen keerden zij ontmoedigd en teleurgesteld naar het strand terug. Daar stond Jezus naar hen uit te kijken. Zij schonken echter nauwelijks aandacht aan hem, want zij herkenden hem op zo’n grote afstand niet.

Jezus wist van hun moeizame arbeid in de lange nacht. Hij wilde hen helpen, zoals hij dit al zo dikwijls had gedaan. Daarom riep hij hen over het water toe: ‘Mannen, hebben jullie wat te eten voor mij? Nu moet je niet denken dat Jezus om een vis vroeg om te eten. Het teken vissen uit de dierenriem is symbool van de goddelijke liefdekracht die uit het koninkrijk van God neerdaalt en uitredt. Eigenlijk vroeg Jezus dus aan de mannen: ‘Hebben jullie voldoende liefdekracht?’

Maar de mannen herkenden hem niet en begrepen en daardoor ook zijn vraag niet. Teleurgesteld riepen ze terug: ‘Nee, wij hebben niets gevangen!’ Maar Jezus deed afsof hij de teleurstelling niet merkte. Enthousiast en vol overtuiging riep hij heb toe: ‘Werp jullie netten uit aan de rechterzijde van het schip! Dan zullen jullie vinden!’ Want alles wat naar de wil van God gebeurt wordt in de heilige taal ‘rechts’ genoemd; en wat naar de wetten van deze wereld wordt gedaan heet ‘links’.

De manier nu waarop Jezus zijn discipelen toeriep, wekte zoveel nieuwe moed in hun harten, dat zij hun schip keerden en opnieuw het meer op gingen. Midden in de golven wierpen zij hun netten aan de rechterzijde uit. Maar toen de mannen ze weer wilden ophalen, waren ze zó zwaar van vissen, dat zij ze niet aan boord konden hijsen.

Toen fluisterde één van de discipelen die Jezus zeer liefhad Petrus in het oor: ‘Het is onze heer die daar op het strand staat en ons heeft toegeroepen!‘ Een schok voer door Petrus heen. Snel keek hij of de meester er nog stond. Ja! Daar stond hij – op dezelfde plaats!

Snel voeren ze mer het zware net vissen naar het strand en stapten het schip uit. Vlakbij Jezus zagen zij een groot houtvuur branden, waarop brood en vis lagen. Jezus keek naar het schip en sprak: Breng mij nu eerst de vissen die jullie vangen hebben. Petrus sleepte met inspanning van al zijn krachten het loodzware net naar het strand omzet aan Jezus te tonen. En hoe zwaar het ook was, het net scheurde niet! Honderddrieënvijftig vissen waren er in!

Toen Jezus dat gezien had, zei hij tot allen: ‘Kom, laten wij de maaltijd houden. Blij schaarden de discipelen zich om hem heen. Jezus deelde het brood en de vis die op het vuur lagen aan hen uit. Het waren de heilige spijzen en de liefdekracht die hij hun reikte. En alle discipelen herkenden hem nu en voelden zich gelukkig en volkomen veilig.

Na de maaltijd richtte Jezus het woord tot Petrus. Hij vroeg hem: ‘Petrus, heb je mij werkelijk lief, meer dan je vrienden?’ Hij had natuurlijk wel in Petrus’ hart gelezen, hoe groot het verlangen was om te herstellen wat verkeerd gegaan was! En Petrus antwoordde dan ook vol overtuiging: ‘Ja heer! U weet dat ik u liefheb!’ Ernstig keek Jezus hem aan en zei: ‘Weid mijn lammeren!’

Na enige ogenblikken vroeg hij opnieuw: ‘Petrus, hebt je mij werkelijk lief?’ En nogmaals antwoordde Petrus: ‘Ja heer! U weet dat ik u liefheb!’ ‘Hoed dan mijn schapen!’ luidde de tweede opdracht.

Daarna vroeg Jezus voor de derde maal: ‘Petrus, hebt je mij werkelijk lief?‘ Petrus werd er een beetje bedroefd van. Hij dacht dat Jezus maar niet geloven kon dat hij hem liefhad. En nog eens, met al zijn overtuigingskracht antwoordde hij: ‘Heer, u weet alles! U wéét dat ik u liefheb!’ Toen sprak Jezus tot hem: ‘Weid dan ook mijn schapen!’

En met deze derde opdracht schonk Jezus zijn volle vertrouwen aan Petrus en gaf hij hem de leiding over het nieuwe werk, dat spoedig moest beginnen. Want met de ‘lammeren’ en de ‘schapen’ bedoelde hij al de dolende en dwalende mensenkinderen in de wereld, die alleen de weg naar Vaderhuis niet konden vinden en dus beschermd en geholpen moesten worden.

BESTEL JEUGDBIJBEL – TIJDELIJK VAN € 24,50 VOOR € 10,00

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

  1. De kinderen Gods
  2. Zacharias en Elisabeth
  3. Maria
  4. De geboorte van Johannes
  5. De komst van Jezus onder de mensen
  6. Jezus bezoekt voor het eerst de tempel
  7. Het werk van Johannes
  8. Jezus in de woestijn
  9. Jezus roept zijn eerste discipelen
  10. De bruiloft te Kana
  11. Jezus spreekt in de synagoge
  12. Jezus geneest een zieke
  13. ‘Sta op, en ga naar huis!’
  14. De Bergrede (I) De zaligsprekingen
  15. De Bergrede (II) ‘Gij zijt het zout der aarde’
  16. De Bergrede (III) Het bidden
  17. De Bergrede (IV) ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn!’
  18. De Bergrede (V) ‘Gaat in door de enge poort …’
  19. De Bergrede (slot)
  20. ‘Ik wil het! Word rein!
  21. Het Schip
  22. De tollenaar
  23. Het oogstveld
  24. Gelijkenissen (I) ‘Een zaaier ging uit om te zaaien …’
  25. Gelijkenissen (II) ‘Laat beide samen opgroeien tot de oogst’
  26. Gelijkenissen (III) ‘Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje’
  27. Gelijkenissen (IV) ‘De verborgen schat’
  28. Gelijkenissen (V) ‘De kostbare Parel’
  29. Gelijkenissen (slot) Het sleepnet
  30. De wonderbare spijziging
  31. Jezus gaat over de zee
  32. Jezus spreekt met een Samaritaanse vrouw
  33. Het dochtertje van Jaïrus
  34. Jezus zendt zijn twaalf discipelen uit
  35. Jezus spreekt voor de eerste keer over zijn terugkeer naar het Koninkrijk der Hemelen
  36. De verheerlijking op de berg
  37. ‘Ik zeg u, indien ge een geloof had, zo klein als een mosterdzaadje …
  38. Het verloren schaap
  39. De koning en de slaaf
  40. Jezus zegent alle kinderen
  41. De rijke jongeling
  42. Goed-en-kwaad
  43. De gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard
  44. Allerlei gesprekken op de weg naar Jeruzalem
  45. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
  46. Martha en Maria
  47. Het resultaat van een hebzuchtig leven
  48. Allerlei lessen voor allerlei mensen
  49. Nog meer wijze lessen
  50. Het feestmaal
  51. De verloren zoon
  52. De twee mannen in de tempel
  53. Aan God de eer!
  54. Bar-Timéus, de blinde bedelaar
  55. Zacheüs,de kleine opper-tollenaar
  56. De gelijkenis van de talenten
  57. De intocht in Jeruzalem
  58. In de tempel te Jeruzalem
  59. De gelijkenis van de hebzuchtige landbouwers
  60. Een gesprek met spionnen
  61. De valstrik van de wetgeleerde
  62. De wijze en de dwaze maagden
  63. In Judas rijst een onbegrijpelijk plan
  64. Het avondmaal
  65. Het verraad in de Hof van Getsémané
  66. Petrus verlochent zijn Heer
  67. De bekroning van de Rozenkruisgang
  68. Overdenking van de bekroning van de Rozenkruisgang
  69. De opstanding
  70. Jezus komt tot zijn discipelen aan het meer van Tiberias
  71. De hemelvaart
  72. Het pinkstervuur
  73. De bedelaar aan de poort
  74. Ananias en Saffira
  75. Hoe de apostelen bevrijd werden
  76. Stéphanus
  77. Philippus en de opper-schatbewaarder
  78. Saulus
  79. Saulus in Damascus
  80. Jezus’ voorspellingen worden bewaarheid
  81. Hoe Petrus bevrijd werd
  82. De onbekende God
  83. Paulus keert terug in Jeruzalem
  84. Paulus naar de keizer in Rome
  85. Iets over de brieven van de apostelen
  86. Uit een brief aan de Romeinen
  87. Uit een brief aan de Korinthiërs
  88. Uit een andere brief aan de Korinthiërs
  89. Uit een brief van Paulus aan de Galaten
  90. Uit een brief van Paulus aan de Efeziërs
  91. Uit een brief van Paulus aan de Thessalonicenzen
  92. Uit een brief aan de Hebreeën
  93. De belangrijkste raadgeving in alle brieven van de apostelen
  94. Uit een brief van Johannes
  95. Uit het Openbaringenboek

Verklaring van de symbolische tekeningen

Bron: Jeugdbijbel van Nita Abbestee

LEES OVER JEUGDBIJBEL

BESTEL JEUGDBIJBEL – TIJDELIJK VAN € 24,50 VOOR € 10,00

LEES OVER DE BOVENSTAANDE SPIRITUELE EN FILOSOFISCHE KINDERBOEKEN