2 De voetwassing en het avondmaal – een gedeelte uit de Jeugdbijbel van Nita Abbestee

 

1 DE TEMPELREINIGING EN HET PLAN VAN JUDAS ISKARIOT
2 DE VOETWASSING EN HET LAATSTE AVONDMAAL3 GETSEMANE EN PILATUS
4 DE KRUISIGING EN DE BEGRAFENIS5 DE OPSTANDING

BESTEL DE JEUGDBIJBEL VAN NITA ABBESTEE

De Jeugdbijbel van Nita Abbestee is één van de acht boeken die in de maanden april, mei en juni 2023 met een flinke korting kunnen worden aangeschaft: van € 24,50 voor € 10,00. In deze uitgave van het Jeugdwerk van het Gouden Rozenkruis wordt op bijzondere en directe wijze het Nieuwe Testament opnieuw verteld. Als voorproefje worden vijf gedeelten over de laatste dagen van het leven van Jezus op aarde beschikbaar gesteld in de vorm van teksten en en ingesproken verhalen

2 DE VOETWASSING EN HET LAATSTE AVONDMAAL

Op donderdagmorgen riep Jezus de twaalf discipelen bij zich en zei tot hen: Dit is Gods herinneringsdag, en wij zullen het Paas-avondmaal geheel alleen gebruiken. En toen zei hij tot Petrus, Jacobus en Johannes: Ga nu naar Jeruzalem en bereid daar het Paasmaal. En de discipelen zeiden: Waarheen moeten wij gaan om de plaats te vinden, waar wij dit feest mogen bereiden?

En Jezus zei: Ga naar de Fonteinpoort en daar zult gij een man zien, die een kruik in zijn hand draagt. Spreek tot hem en zeg: Dit is de eerste dag van de ongedesemde broden; de heer wenst dat gij de feestzaal voor hem gereed houdt, waar hij zijn laatste Paasfeest zal kunnen vieren. Wees niet bevreesd om te spreken; de man die gij zult zien is Nicodemus, een leider van de joden en toch een man van God.

En de discipelen gingen en vonden de man zoals Jezus gezegd had, en Nicodemus haastte zich naar huis. De feestzaal, een opperzaal, werd vrijgehouden en het avondmaal werd bereid. In de namiddag gingen de heer en zijn discipelen naar Jeruzalem en vonden de feestmaaltijd toebereid. En toen het uur gekomen was, dat het feest zou gaan beginnen, begonnen de twaalf onder elkaar te redetwisten omdat ieder van hen erop uit was om voor zichzelf de meest geëerde plaats uit te zoeken.

En Jezus zei: Mijn vrienden, wilt jullie nog vechten voor uzelf, juist nu, nu de schaduwen van deze nacht van de duisternis reeds naderbij komen? Er zijn op het hemelse feest geen ereplaatsen, behalve voor hem, die nederig de laagste zetel neemt. En toen stond de heer op en nam een bekken vol water en een handdoek en zich neerbukkende, waste hij de voeten van de twaalf en droogde ze met de handdoek. Hij ademde over deze en zei: Moge deze voeten eeuwig op de wegen van de gerechtigheid wandelen.

Hij kwam bij Petrus en was van plan zijn voeten te wassen, en Petrus zei: Heer, wilt gij mijn voeten wassen? En Jezus zei: Je begrijpt nu nog niet de bedoeling van hetgeen ik doe, maar eens zul je het begrijpen. En Petrus zei: Mijn meester, neen, u zult niet bukken om mijn voeten te wassen. En Jezus zei: Mijn vriend, indien ik uw voeten niet was, hebt gij geen deel aan mij. En Petrus zei: Dan, o mijn heer, was mijn beide voeten, mijn handen en mijn hoofd. En Jezus zei tot hem: Hij die gebaad heeft, is rein en behoeft niet meer te wassen, behalve zijn voeten. De voeten zijn ware symbolen van de mens, en hij, die rein wil zijn, moet zijn bewustzijn elke dag goed wassen in de stroom van levend water.

En toen zette Jezus zich met zijn discipelen aan tafel en zei: Hoor de les van dit uur: Jullie noemen mij meester; dat ben ik. Als ik dan, uw heer en meester kniel en jullie voeten was, moeten jullie dan niet elkanders voeten wassen en daardoor uw bereidheid om te dienen tonen? Jullie weten deze dingen en als jullie ze nu doen, zijn jullie driemaal gezegend.

En toen zei hij: Dit is een uur, waarvoor ik de naam van God met mijn gehele hart prijs, want met mijn gehele wezen heb ik gewenst deze feestmaaltijd met jullie te gebruiken, voordat ik door de sluier heen zal gaan. Want ik zal dit niet meer doen totdat ik het op nieuwe wijze met jullie zal eten in het koninkrijk van onze Vader-God. En toen zongen zij de lofzang, die de joden altijd voor de aanvang van het feest zingen.

BESTEL DE JEUGDBIJBEL VAN NITA ABBESTEE

Jezus en de discipelen namen aan de tafel plaats. Ook Judas was erbij. En terwijl zij aten, keek Jezus de kring rond en sprak ernstig: ‘Voorwaar, ik zeg jullie dat één van jullie mij verraden zal.’ Verschrikt keken zij elkaar aan. En ieder voor zich vroeg angstig: ‘Heer, ik toch niet? Want zij kenden hun eigen zwakheden. en plotseling waren zij bang, dat zij misschien onbewust iets gedaan of gezegd hadden, dat voor de meester gevaarlijk zou kunnen zijn.

Jezus antwoordde niet dadelijk. Maar toen even later Judas zijn hand uitstak om nog wat voedsel te nemen, doopte ook Jezus zijn hand in de schotel en sprak: ‘Wie zijn hand met mij in de schotel doopt, die zal mij verraden. Dit moet wel zo geschieden met de Zoon van de mensen. Wee de mens, die mij verraden zal! Het zal beter voor hem geweest zijn, als hij nooit geboren was.’

Toen pas ging er een licht op in het hart van Judas…. Zou de meester dan toch niet tot koning worden uitgeroepen? Zou hij, Judas, dan toch juist de ondergang van de meester bewerkt hebben, inplaats van de glorie, zoals hij zo vurig gehoopt had? En bevend vroeg hij: ‘Ik toch niet, meester?’ Maar ernstig rustte Jezus’ blik op hem, terwijl hij antwoordde: ‘Je hebt het gezegd!’

Het einde van de maaltijd naderde. Toen nam Jezus een brood van de schaal en brak het in stukken. Liefdevol en met grote ernst sprak hij er een dankgebed over uit. Daarna gaf hij iedere apostel een stuk. Zij aten allen met grote eerbied, terwijl Jezus sprak: ‘Neemt en eet, dit is mijn lichaam.’

Daarop vulde hij de beker met het sap van druiven, dankte opnieuw de Vader in de hemel voor dit heilige moment en reikte de beker aan de apostel die naast hem zat, en sprak: ‘Drinkt allen hieruit. Want dit is mijn bloed, dat voor velen vergoten zal worden tot vergeving van zonden. Zie, ik zal van de vrucht van de wijnstok niet meer drinken, voor ik haar in het koninkrijk van mijn Vader opnieuw zal drinken!’ toen dronken allen met grote eerbied uit de beker.

Dit was een groots en plechtig moment voor de apostelen! Want, wat in de heilige taal het brood en de wijn wordt genoemd, zijn in werkelijkheid de zuivere ethers uit het koninkrijk van God, waardoor zij tot in hun bloed met de kracht van dat koninkrijk werden verbonden.

Hiermee schonk Jezus hun tenslotte alle grote en heerlijke mogelijkheden om zijn heilig voorbeeld te volgen en de symbolische kruisgang te gaan. Door die kracht zou alles in hen, wat waarlijk zuiver en rein was, worden versterkt en vergroot. Maar ook zou alles wat nog onzuiver en onwaar in hen was, in het Licht worden gebracht, zodat zij het konden herkennen en er afstand van konden doen.

Daarom kunnen wij wel begrijpen dat Judas dadelijk na deze maaltijd de opperzaal verliet, volkomen verslagen en wanhopig, omdat ook hij plotseling klaar en helder voor zich zag, wat hij had gedaan met zijn belofte aan de priesters en geleerden! Een belofte, die hij niet meer kon herroepen, omdat alles al afgesproken was….

De overige apostelen bleven nog enige tijd samen met Jezus, hoewel zij allen nu wel heel duidelijk inzagen, dat het einde van Jezus’ gang op aarde spoedig daar was. Jezus zei dan ook tegen hen dat hij nog maar een koprte tijd bij hen kon blijven. En hij vroeg hun, elkaar toch voortdurend zeer lief te hebben, elkaar te helpen en te steunen en vooral eensgezind te zijn. Want dat is de enige manier om sterk te staan tegenover het boze in de wereld.

Daarom moesten de apostelen ook trachten een voorbeeld voor alle mensen te zijn. Door hun onafgebroen liefde voor elkaar zou iedereen weten dat zij discipelen, volgelingen van Jezus de Heer waren. En men zou tot hen komen om over zijn Liefde-leer te horen. Ook zei hij tot zijn vrienden, dat zij nu nog niet konden volgen naar de plaats waarheen hij ging. Met die plaats bedoeld Jezus het koninkrijk van God, maar dat begrepen zij niet allen. Vandaar dat Petrus vroeg: ‘Heer, waar gaat u dan heen?’

‘Waar ik heenga, kunt je nog niet volgen, maar later zult je er komen’, antwoordde Jezus. Maar Petrus was nog niet tevreden en vroeg opnieuw: ‘Heer, waarom kan ik u dan nu niet volgen? Ik zal mijn leven voor u inzetten!’

En Jezus antwoordde: ‘Uw leven voor mij inzetten? Voorwaar, ik zeg je, eer de haan in de morgen gekraaid heeft, zult je mij driemaal verloochend hebben.’ Nee, dat kon Petrus zich beslist niet voorstellen. Hij durfde de meester niet tegen te spreken, maar hij voelde zich zo moedig en tot alles in staat. dat hij Jezus’ woordenvoor het ogenblik beslist onmogelijk vond.

Intussen sprak Jezus rustig verder over de plaats waarheen hij ging. En hij zei: ‘In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Ik ga nu heen, om allen een plaats te bereiden. Maar luister. Als alles voor u gereed is, kom ik weer en neem jullie met mij mee. Dan mogen jullie zijn, waar ook ik ben.

Zo met elkaar sprekend sprekend en naar elkaar luisterend bleven zij nog lange tijd samen. Eindelijk stonden ze op en zongen gezamenlijk een lofzang.  Jezus nodigde hen uit met hem mee te gaan naar buiten. Dit samenzijn zouden zij nooit meer vergeten ….. Het was en heilige avond geweest…..

BESTEL DE JEUGDBIJBEL VAN NITA ABBESTEE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE FILOSOFISCHE EN SPIRITUELE BOEKEN VOOR KINDEREN