Vraaggesprek met Anneke Munnik over het boek dat zij heeft vertaald uit het Nederlands in het Engels

BESTEL MYSTERIËN EN SYMBOLEN VAN DE ZIEL

ORDER MYSTERIES AND SYMBOLS OF THE SOUL

Anneke Munnik is professional op het gebied van het geschreven woord en tevens leerling van het Gouden Rozenkruis. Voor onder andere het tijdschrift Logon schreef zij vele artikelen. Ook heeft zij het boek Mysteriën en symbolen van de ziel. Een door de geest bezielde mens worden in het Engels vertaald. In 2018 verscheen het bij uitgeverij Rozekruis Pers onder de titel Mysteries and Symbols of the Soul. Becoming a spirit-inspired person. Hieronder volgt de transcriptie van een vraaggesprek met haar over het boek dat nu wordt gebruikt in de driejarige gratis online leergang Eeuwige wijsheid nu!

Was dat vertalen moeilijk of juist niet?

Heel moeilijk. Vertalen is altijd moeilijk omdat je iedere subtiele nuance moet vangen en die ook nog moet omzetten in een taal die de jouwe niet is. Ik ben geen native speaker. Dus je moet heel goed lezen en heel veel verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor hoe je het vertaalt, want ik denk dat er bij iedere vertaling altijd iets verloren gaat van wat de schijver bedoelde, want je bent de schrijver niet.

Bovendien is er voor dit boek dit boek geput uit een heleboel verschillende tradities, waardoor er ook teksten in staan in een heel mooi verheven Nederlands, maar die vertalen is een vak apart. Daarvoor heb ik moeten vragen of ze iemand konden vinden die dat kon vertalen op zo’n manier, want daar vind ik mezelf niet goed genoeg voor.

Hoe ben je ertoe gekomen om het te willen vertalen?

Het is mij gevraagd door uitgeverij Rozekruis Pers. Ik zou het zelf niet aangeboden hebben. Ik vind het een geweldig boek en vond het een hele mooie opdracht.

De subtitel van het boek is ‘een door de geest bezielde mens worden’. Kun je dat toelichten?

Dat is heel mooi want dat geeft precies de drieheid aan die bij de meeste mensen volstrekt los van elkaar staat en die een eenheid dient te worden. We leven allemaal door een ziel, maar de persoonlijkheid die daaruit leeft is meestal niet via de ziel verbonden met de geest. Dus de eerste verbinding die dient te worden gelegd is wat in het boek wordt genoemd de persoonlijkheidsziel met de ziel. En dan de verbinding met de geestziel zodat uiteindelijk de persoonlijkheidziel via de ziel vanuit de geestziel kan leven. Dat komt erop neer dat de mens een dienaar wordt van het godsplan, dat godsplan leert kennen van binnenuit en dus zijn richtlijnen van binnenuit krijgt, van het goddelijke in zijn wezen.

De subtitel doet mij ook denken aan het Gouden Rozenkruis dat zich profileert als een moderne geestesschool. Ik heb begrepen dat er ook zoiets is als een zieleschool. Wat is het verschil?

Er zijn ook zielescholen. Je zou kunnen zeggen dat zielescholen erop gericht zijn om meer zielekwaliteit te krijgen, om een beter mens te kunnen worden. Je hebt een behoorlijke mate van zielekwaliteit nodig om vanuit de ziel kunnen te gaan leven. Zoals je begrijpt kun je een aards gericht iemand zijn en een spiritueel gericht iemand. Ergens in het boek staat dat heel grappig. Dat zal ik even voorlezen:

‘In zijn geschriften vergelijkt Jacob Boehme de innerlijke geestelijke transformatie met het binnenstebuiten keren van de mens. In de oorspronkelijke mens bevindt het aardse of stoffelijke aspect zich in de lichtmens Adam. Doordat hij eet van de boom van kennis van goed en kwaad, moet hij het paradijs verlaten en wordt hij als het ware binnenstebuiten gekeerd: het aardse wordt de buitenkant en licht wordt daarin gekerkerd. Nu gaat het erom dat de mens op basis van de ontwaakte geestvonk in het midden van de microkosmos gaat meewerken aan een proces waarin hij opnieuw in symbolische zin binnenstebuiten wordt gekeerd, waardoor het licht wordt bevrijd en de oorspronkelijke lichtmens weer in volle glorie kan gaan stralen.’

(Uit: Mysterien en symbolen van de ziel, hoofdstuk 10: De ziel als midden)

Wat doet zo’n tekst met je?

Dat raakt je heel diep. Ik denk dat iedereen die zich aangetrokken voelt tot de universele leer dat herkent. Er zijn veel tradities die zich baseren op de universele leer, en die zijn uitgewaaierd zoals de takken van een boom, maar de boom is de universele leer. Ik denk dat iedereen die werkelijk verlangt naar die onbekende bestemming dat doet op basis van die vonk in zijn hart die in hem is gaan spreken.

Als we over die universele leer spreken kunnen we dat dan ook zien als het principe zo boven zo beneden?

Ja, dat is een aspect daarvan. De universele leer is de bron van alles waar je weer naar terug kunt. Ik denk dat uiteindelijk alles terugkeert tot zijn bron. En dus ook de de mens, maar niet allemaal tegelijk.

Het boek bestaat uit twee delen: Mysteriën van de ziel en Symbolen van de ziel. Vanwaar deze opzet?

Het eerste deel ‘Mysteriën van de ziel’ zijn de teksten die ook zijn gebruikt voor het online-programma overt dit onderwerp. Dat bestaat telkens uit een spirituele tekst – het zijn negen verschillende tradities waar die vandaan komen – en een beschowing. Dat zijn de teksten en daaraan is toegevoegd het deel over de symbolen van de ziel.

Wat is het grote doel van de kennis die dit boek met zich meebrengt?

Ik denk dat de kennis die hier wordt bedoeld een heel andere route neemt dan kennis die je in de maatschappij opdoet. Die laatstgenoemde kennis is bedoeld om je te handhaven in de maatschappij en om allerlei handige dingen te doen, om je kinderen op te voeden en dergelijke, om microscopen te bouwen en wat dan ook. Dat is allemaal een heel ander iets dan een innerlijke route. Die gaat naar het hart van alles. Die kennis gaat ver voorbij aan die andere kennis en wordt ook op een heel andere manier verkregen, want die kennis ligt in ieders hart opgeslagen. Alleen is die bedekt met een dikke laag van die andere kennis, waar we eigenlijk rijkelijk veel van hebben.

Er komen in het boek ook meerdere levensbeschouwingen aan bod. Er zijn ook veel overeenkomsten denk ik. Kun je daar iets over zeggen?

Ja, dat is weer het verhaal van die takken. Ouspensky heeft daar een heel aardig beeld voor vind ik. Hij zegt: als je de kroon van een boom horizontaal zou doorsnijden, dan zou je een vlak krijgen met allemaal cirkels, dat zijn de doorsneden van de takken. Dan mis je de boom, je weet niet dat het allemaal bij elkaar hoort. Dat is waar deze kennis naartoe werkt: naar de eenheid en niet naar de veelheid. Het is terug naar de wortel, terug naar de bron.

Eigenlijk komt het erop neer dat je achter alles wat je altijd geloofd hebt – al je concepten en al je overtuigingen – een vraagteken zet, zodat je bereid bent om te kijken of die wel kloppen. Dan zal heel vaak blijken dat het heel anders ligt, dat er heel andere dingen spelen dan je weet. Dat is zoveel dat het echt een hele tijd duurt, maar het feit dat je bereid bent om dat vraagteken daar te zetten, en bereid bent om na te denken, aan de hand van bijvoorbeeld de teksten in dit boek, die behoorlijk tot nadenken stemmen. Sommige teksten zijn heel confronterend en daar heb je dan misschien wat tijd voor nodig om te accepteren dat het in principe waar kan zijn.

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zegt: ‘dat zal dan wel waar zijn,’ want dat heeft helemaal geen waarde. Als je echt wilt weten hoe het zit, heb je heel veel aan deze teksten. Daaraan kan je merken dat het gericht is op eenheid.  Het gaat om innerlijk begrip. Begrip over de werking van alles. Waarom is de mens zoals hij is? Waarom is hij hier? Wat is zijn oorsprong? En hoe kan hij weer naar die oorsprong terugkeren?

In hoofdstuk 7 wordt het belang aangegeven voor spirituele ontwikkeling voor kinderen. Waarom is dat zo en vanaf wanneer zou dat kunnen?

Ik denk dat dat meteen kan, want een kind is in eerste aanleg veel spiritueler dan zijn ouders. Zijn ouders hebben al zoveel andere informatie meegekregen, zoveel ideeën ontwikkeld die allemaal weer afgebroken moeten worden. Een kind is nog fris en je kunt het natuurlijk enorm verpesten door het je eigen ideeën op te leggen. En dat geldt ook voor het opleggen van  rozenkruisers-ideeën opleggen, want dat is net zo iets. Wat er wordt geprobeerd op bijvoorbeeld de basisscholen van het Rozenkruis – daar zijn er twee van – om een kind open te houden, om zijn ik en zijn ziel gelijkelijk te laten opgroeien. Door het niet zijn eigenheid af te nemen, door het goede geestelijke voeding te geven in de vorm van goede verhalen. Er zijn heel veel sprookjes en prachtige verhalen waar een kind zijn voeding uit haalt zonder dat je daar als volwassene tussen hoet te gaan zitten met je uitleg, want meestal doe je er dan eerder er iets aan af.

Ik vond het verhaal van Roodkapje wel heel bijzonder, dat staat ook in het boek. Dan is er ook sprake van een donkere kant die we natuurlijk als mens allemaal hebben. Hoe ga je daarmee om?

Daar had ik een aardig fragment voor uitgezocht dat ik zal voorlezen.

‘Op het spirituele pad word je onherroepelijk geconfronteerd met donkere kanten in jezelf waarvan je misschien niet eens wist dat je die had zoals hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, gulzigheid, woede en luiheid – ondeugden die ook bekend staan als de zeven hoofdzonden. Die waren er natuurlijk al lang, maar je wilde ze niet bewust erkennen omdat je dacht dat de mensen in je omgeving je dan niet meer aardig zouden vinden. Zo bouwde je een onecht zelf op dat je met veel energie in stand hield, en waardoor je niet bij je eigen innerlijke energiebron kon komen.

In de psychologie van de psychiater Carl Gustav Jung wordt in dit verband gesproken over de schaduw. Die wordt gevormd door de kant in je zelf die je tot dan toe hebt veronachtzaamd of ontkend of genegeerd, maar die er toch echt bijhoort en geïntegreerd wil worden. Het is dus helemaal niet per definitie een ‘slechte’ kant, maar wel een kant die er door je opvoeding, sociale omgeving en zelfbeeld niet mocht zijn.

In de sprookjes van Sneeuwwitje, Hans en Grietje en Roodkapje kunnen we het valse ego herkennen in respectievelijk de stiefmoeder, de heks en de wolf. Die worden tegen het einde van de verhalen gedood, verbrand en verdronken, geheel in overeenstemming met de hermetische uitspraak: Door te sterven, herwint hij het ware leven en blijven gevangenschap, vernedering en ontwaarding verre van hem.’

(Uit: Mysteriën en symbolen van de ziel, hoofdstuk 5: De vijf denktoestanden besturen)

Dat prachtig en doet me denken aan een citaat van Steven Covey dat ook in het boek staat: we zijn geen menselijke wezens op een spirituele reis, we zijn spirituele wezens op een menselijke reis.

Dat is weer de mens binnenstebuiten keren!

Als we gaan kijken naar de ziel als wereldwerker. Dat is ook iets wat in het boek staat. Dan moet ik denken aan collectiviteit en individualiteit. Is dat in de huidige maatschappij een haalbare kaart? Individueel zijn, maar toch gewoon samenwerken met elkaar voor een gemeenschappelijk doel?

Zeker, daar zijn geestesscholen prachtige voorbeelden van. Het gaat niet zonder samenwerking. Het is niet voor niets dat in de Bijbel de uitspraak staat: ‘Als twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden’. Het gaat erom dat er een dimensie bijkomt. Zoals er in een voetbalstadium een bepaald krachtveld hangt omdat die mensen allemaal op hetzelfde zijn gericht, en daar dingen gebeuren die niet zouden gebeuren als het allemaal losse figuren waren, zo kan dat de andere kant op ook gebeuren met mensen die zich richten op hun diepste innerlijk als zij dat samen doen. Het is niet zo dat zij dezelfde weg gaan, maar die weg heeft wel dezelfde structuur. Ze stuiten allemaal op bepaalde belemmeringen, maar niet allemaal in dezelfde volgorde en ook niet op dezelfde manier want iedereen heeft zijn eigen levenspad omdat iedere microkosmos uniek is.

Kun je wat dat betreft zeggen dat we allemaal zelf spelers zijn op het oude ganzenbordspel?

Ja, dat staat helemaal uitgelegd in het boek. Dat vond ik zelf een heel leuk stukje. Ik zal er iets uit voorlezen.

‘Het spirituele pad is een weg naar binnen, want je nadert de goddelijke kern van de microkosmos, de geestvonk. Dat komt op een bijzondere wijze tot uitdrukking in de symboliek van een klassiek bordspel: ganzenbord. Ganzenbord bestaat al sinds de veertiende eeuw en is meer dan alleen een kinderspelletje, het is te zien als een wijsheidsspel waarin de levensweg van de mens in vele symbolen wordt verbeeld. De spelers van het ganzenbord gaan hun levensweg met een reiskameraad: de gans. In veel culturen staat deze watervogel, die kan opstijgen en neerdalen als hij dat wil, symbool voor de menselijke ziel. Ganzen worden ook in verband gebracht met ziele-kwaliteiten als waakzaamheid, liefde en trouw. Bij onraad beginnen ze namelijk meteen te gakken en een ganzenpaartje blijft levenslang bij elkaar.

De nummers op het ganzenbord kunnen we zien als een verwijzing naar de leeftijd of een signatuur van de mens die wordt weergegeven door de betreffende aantal levensjaren. Het getal 63 geeft aardig weer welke leeftijd mensen destijds ongeveer bereikten en is tegelijkertijd symbolisch omdat het negen maal zeven jaren betreft.’

(Uit: Mysteriën en symbolen van de ziel, hoofdstuk 13: De ziel als reiziger)

Zo staat het hele ganzenbord met de symboliek uitgelegd en het is echt reuze interessant.

Het hele boek is sowiezo interessant en ik kan me voorstellen dat die vertaling geen ‘walk in the park’ is geweest.

BESTEL MYSTERIËN EN SYMBOLEN VAN DE ZIEL

ORDER MYSTERIES AND SYMBOLS OF THE SOUL

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKENSERIE VOOR DE LEERGANG ‘EEUWIGE WIJSHEID NU!’