Lohengrin, het verhaal van de zwaanridder – Max Heindel herkent mysteriewijsheid in opera’s van Richard Wagner

BESTEL DE OPERA’S VAN RICHARD WAGNER

LEES OVER HET SYMPOSION ‘MEER DAN EEN MELODIE’ OP 19 NOVEMBER 2023

Hoe onvoorwaardelijk kan de liefde zijn? En hoe blind vertrouwen? Die vragen worden in meerdere van de opera’s van Richard Wagner gesteld, maar ze kregen zelden zo schrijnend gestalte als in Lohengrin. De Nationale Opera verzorgt van 11 november t/m 3 december 2023 acht uitvoeringen van Wagners Lohengrin in Amsterdam. Max Heindel (fakkeldrager van het Rozenkruis 19) herkende mysteriewijsheid in opera’s en beschreef dat uitgebreid in zijn boek ‘De mysteriën der groote opera’s’ dat in 1921 verscheen. Die uitgave is niet meer in druk verkrijgbaar, maar kan wel gratis worden gedownload als pdf. Na de onderstaande korte beschrijving van het verhaal en de afbeelding van het recent verschenen boek over de opera’s van Wagner (waaronder natuurlijk Lohengrin) door Peter Franken, volgt de volledige tekst van Max Heindel over Lohengrin. 

Elsa bevindt zich in het middelpunt van een politiek conflict en wordt beschuldigd van de moord op haar broer, de troonopvolger. In wanhoop roept ze een ridder aan die in haar dromen aan haar verschenen is. Plots manifesteert haar droombeeld zich en schiet haar te hulp. De liefde tussen de twee bloeit op, maar de vreemdeling stelt een bijzondere voorwaarde: Elsa mag niet vragen wat zijn naam is. Kan de mens zo’n groot mysterie verdragen?

LEES OVER DE OPERA’S VAN RICHARD WAGNER

BESTEL DE OPERA’S VAN RICHARD WAGNER

LOHENGRIN – HOOFDSTUK 19 UIT DE MYSTERIËN VAN DE GROTE OPERA’S DOOR MAX HEINDEL

Onder de opera’s van Wagner is misschien geen andere zo geliefd als Lohengrin. Dit komt waarschijnlijk omdat de geschiedenis, oppervlakkig bezien, heel eenvoudig en mooi schijnt. De muziek is voortreffelijk en spreekt tot iedereen op een manier die haar gelijke niet heeft onder de andere opera’s van Wagner, die op mythen zijn gebaseerd zoals Parsifal, De ring van de Nibelungen of zelfs Tannhäuser.

Hoewel de laatstgenoemde werken een grote invloed op het geestelijk welzijn van de mensen uitoefenen – ongeacht of men zich hier al dan niet van bewust is – is het niettemin een feit, dat zij bij de meerderheid van het publiek, speciaal in Amerika waar de geest voor mystiek niet zo sterk is als in Europa, niet geliefd zijn.

Met Lohengrin is dat anders gesteld. Hier hebben wij een geschiedenis uit de tijd dat het ridderschap bloeide. Hoewel er in de aankomst van Lohengrin en de zwaan, in antwoord op het gebed van Elsa, een betoverende sfeer is, is dit niet meer dan een mooie dichterlijke verbeelding, zonder diepere betekenis. In de mythe wordt één van de hoogste eisen van inwijding geopenbaard: vertrouwen. Wie deze deugd niet bezit zal nooit slagen. Haar bezit dekt een massa tekortkomingen in andere richtingen.

In het kort is de intrige als volgt: De erfgenaam van het hertogdom Brabant is verdwenen. Hij is nog maar een kind en de broer van Elza, de heldin van het stuk, die in de openingsscène door Ortrud en Telramund – haar vijanden – wordt beschuldigd haar jongere broer uit de weg te hebben geruimd om in het bezit van het vorstendom te komen. Daardoor wordt zij voor de koninklijke raad gedaagd om zich tegen haar aanklagers te verdedigen. Maar er heeft zich nog geen ridder aangemeld om haar zaak aan te nemen en haar lasteraars te verslaan.

Dan verschijnt er een zwaan op de rivier, waarop een ridder staat die naar de plaats waar de raad gehouden wordt, gaat. Hij springt aan wal en biedt aan Elsa te verdedigen, op voorwaarde dat zij met hem trouwt. Ze stemt meteen toe, want hij is geen vreemde. Zij heeft hem vaak in haar dromen gezien en hem leren liefhebben. In het duel tussen de onbekende ridder en Telramund wordt de laatste verslagen, maar zijn leven wordt grootmoedig door de overwinnaar gespaard, die dan Elsa als zijn bruid opeist. Hij had echter nog een andere voorwaarde gesteld, namelijk dat zij hem nooit mocht vragen waar hij vandaan kwam.
Omdat hij zo goed en zo edel schijnt en als antwoord op haar gebed gekomen is, verzet zij zich ook niet tegen deze voorwaarde, en het paar trekt zich in de bruidskamer terug.

Hoewel voorlopig verslagen, geven Ortrud en Telramund in geen enkel opzicht hun samenzwering tegen Elsa op. Hun eerste handeling is om haar gemoed tegen haar edele beschermer te vergiftigen zodat zij hem zal wegsturen en zij dan weer aan hun genade is overgeleverd. Want zij hopen zich uiteindelijk van het vorstendom te verzekeren, waarvan Elsa en haar broer de rechthebbende erfgenamen zijn. Met dit doel voor ogen vertonen zij zich allebei aan Elsas deur en slagen er in om toegelaten te worden. Zij beweren erg veel spijt te hebben over wat zij misdaan hebben en tonen zich erg bezorgd over het welzijn van Elsa. Het doet hun zeer veel verdriet, zeggen zij, dat zij ingepalmd is door iemand wiens naam zij zelfs niet kent en die zo bang is dat zijn herkomst bekend zal worden dat hij haar verboden heeft, onder bedreiging met de straf haar te verlaten, om hem naar zijn naam te vragen.

Zij beweren dat in zijn leven iets moet zijn waar hij zich voor schaamt, wat het daglicht niet kan verdragen. Waarom zou hij anders zijn identiteit en afkomst willen verbergen voor de enige aan wie hij zijn leven wil verbinden? Met deze argumenten zaaien zij twijfel in Elsas ziel. Na nog wat gepraat gaat zij veranderd terug naar Lohengrin. Die merkt dat zij anders is en vraagt naar de oorzaak. Uiteindelijk bekent zij zich onzeker over hem te voelen, en dat zij graag zijn naam wil weten. Hiermee heeft zij de belofte die hij haar heeft opgelegd, verbroken. Hij deelt haar dan mee dat, omdat zij aan hem twijfelt, het voor hem onmogelijk is om te blijven. Voor haar, de koning, en de Brabanders bekent hij: ‘Daarom werd ik van de graal naar jullie gezonden: Mijn vader Parsifal draagt zijn kroon, ik, zijn ridder – werd Lohengrin genoemd.’

Tranen noch verzet kunnen dit besluit veranderen zodat zij samen naar de rivier gaan, waar Lohengrin zijn trouwe zwaan roept. Als die verschijnt, maakt hij zijn herkomst bekend door te zeggen: ‘Ik ben Lohengrin, de zoon van Parsifal.’ De zwaan die dan komt, is veranderd en staat als de broer van Elsa voor hen. Die wordt dan haar beschermer in plaats van de vertrekkende Lohengrin.

Zoals gezegd bevat de geschiedenis van Lohengrin een van de belangrijkste lessen die op het pad van inwijding geleerd moeten worden. Iemand zal nooit ingewijd worden totdat deze les is geleerd. Laten wij om dit goed te begrijpen eerst het symbool van de zwaan bezien en nagaan wat daar achter schuilt en waarom dit symbool wordt gebruikt. Zij die de opera Parsifal hebben gezien of de literatuur over de graal met aandacht hebben gelezen, zijn al bekend met het feit dat de zwaan het symbool is dat door alle graalridders werd gebruikt.

In de opera worden twee zwanen genoemd, bezig een genezend bad voor de lijdende koning Amfortas voor te bereiden. In de openingsscene schiet Parsifal één van deze zwanen neer. Na deze onverantwoordelijke daad voorspellen de graalridders hem veel toekomstig leed.

De zwaan is in staat zich in verschillende elementen te bewegen. Hij kan met grote snelheid in de lucht vliegen. Hij beweegt zich ook majestueus op het water voort. Door middel van zijn lange hals kan hij zelfs de diepten onderzoeken en nagaan wat zich op de bodem van een niet al te diepe vijver bevindt. Daarom is de zwaan een geschikt symbool van de ingewijde die, op grond van zijn geestelijk ontwikkelde kracht, in staat is zich in de geestelijke sferen te verheffen en zich in verschillende werelden te begeven. Zoals de zwaan door de lucht vliegt, kan ook iemand die de krachten van zijn zielenlichaam heeft ontwikkeld, daarin over bergen en meren reizen. Zoals de zwaan onder het oppervlak van het water duikt zo kan de ingewijde in zijn zielenlichaam beneden het oppervlak naar de diepten gaan, zonder gevaar voor: vuur, aarde, lucht of water.

Eén van de eerste dingen die aan de onzichtbare helper moet worden geleerd is dat zij niet vatbaar zijn voor welk gevaar ook – dat hen in hun stoffelijk lichaam kan overkomen – als zij gehuld zijn in het gouden bruiloftskleed waar zoveel over is gesproken. Zij kunnen dus zonder gevaar een brandend huis binnengaan en daar, soms op een wonderlijke manier, hen helpen die in gevaar zijn. Of zij kunnen aan boord van een zinkend schip degenen bemoedigen die zich tegenover de grote verandering gesteld zien.

De oude Noorse mythologie vertelt ons hoe grootmoedig de oude strijders – als zij de strijd geleverd hadden en uiteindelijk overwonnen waren of dodelijk gewond – hun zwanenzang zongen. Maar men moet geen ogenblik denken dat alleen de felle strijd op het slagveld met zwaard en lans werd bedoeld; het was eerder de innerlijke strijd. De verborgen betekenis dat een edele ziel, die de levensstrijd goed had gevochten, ten slotte, als hij het mogelijke in die dagen had bereikt, zijn zwanenzang zong. Dat wil zeggen toen hij zijn eed van ingewijde aflegde en in staat was om een ander rijk te betreden om daar anderen te helpen, zoals hij hen hier geholpen had. Want het was altijd de heilige plicht van een edele ridder om diegenen te ondersteunen die onder zorgen gebukt gingen.

Elsa is een koningsdochter. Zij is dus van hoge afkomst en van edele geboorte. Alleen iemand die van zulke goede huize komt kan op die manier beslag leggen op de diensten van zo’n ridder als Lohengrin. Onder de mensheid bestaat geen hoog en laag, behalve als wij het niveau van ontwikkeling bedoelen. Als een ziel lang op het levenstoneel en tijdens vele levens naar school is geweest krijgt die ziel geleidelijk die adel die komt van het leren van de lessen en het werken langs de lijnen door onze Oudere Broeders uitgestippeld die ons nu de levenslessen leren. De adelijkheid, verkregen door ijverige daden van barmhartigheid tegenover onze minder ver gevorderde medemensen, is de sleutel tot hun gunst. Daarom werd er, toen Elsa in nood verkeerde, een edele ziel gezonden om haar te helpen en te leiden.

In Openbaring 21 [21:9; 19:7, 9] lezen wij over het mystieke huwelijk van de bruid en het lam. In iedere ervaring van de ziel is er dat huwelijk en altijd onder gelijke omstandigheden. Eén van de eerste vereisten is, dat de ziel door iedereen verlaten moet zijn; zij moet in de wereld alleen staan zonder een enkele vriend of vriendin. Als dat punt is bereikt, als de ziel geen enkele hulp van enige aardse bron ziet, en zich met zijn hele hart naar de hemel keert en om bevrijding bidt, dan komt de bevrijder en ook het huwelijksaanzoek. Met andere woorden, de ware Leraar komt altijd in antwoord op serieuze gebeden van de aspirant. Maar alleen als hij zich van de wereld heeft afgekeerd, en door de wereld wordt gemeden. Hij biedt aan voor iemand te zorgen die heel graag naar hulp verlangt, en overwint meteen onwaarheid met het zwaard van de waarheid. Als echter dit bewijs gegeven is, eist hij voortaan een absoluut, zonder vragen te stellen, vertrouwen.

Vergeet het niet; laat het goed op uw verstand inwerken; laat het met vurige letters in uw wezen zijn gegrift dat: gekomen in antwoord op uw gebed – wat niet alleen uit woorden maar uit een leven van streven moet bestaan – het ontwijfelbare, onbetwistbare bewijs van de macht en bekwaamheid van de Leraar om te onderwijzen, te leiden, en te helpen wordt gegeven. En dat er vanaf dat moment een volstrekt vertrouwen in hem moet zijn, anders wordt het voor hem onmogelijk om met de aspirant te werken.

Dat is de belangrijkste les die door Lohengrin wordt gegeven, en zij is van het allergrootste belang. Want er zijn duizenden en nog eens duizenden mensen die overal rondlopen op zoek naar een leraar. Sommigen beweren hem te hebben gevonden, of hebben zich in dat geloof vergist. Maar de behoefte in Lohengrin aangeduid, is een echte behoefte. De Leraar moet, wil, en bewijst zijn bekwaamheid dan ook. Hij is aan zijn vruchten te herkennen. In ruil vraagt hij trouw. Als dit geloof, deze trouw, deze bereidheid om te dienen, de bereidheid om te doen wat vereist wordt niet door de aspirant wordt nagekomen, zal het contact worden beëindigd. Als de aspirant zijn Leraar ontrouw is zal, ongeacht hoe heet de tranen van berouw ook zullen zijn, en hoe oprecht zijn berouw ook is, deze gelegenheid zich in hetzelfde leven niet meer voordoen.

Het is daarom van het allergrootste belang dat zij, die naar inwijding streven, begrijpen dat de algemeen erkende leraar aan hen een verplichting heeft, voordat zij hem aannemen. Hij moet hun de vruchten van zijn werk tonen. Want zoals Christus zei: Aan hun vruchten zul je hen herkennen.’ Matt. 7:16. Dit doet de echte Leraar altijd zonder dat hiernaar gevraagd wordt en; zonder de schijn aan te nemen alsof; of het geven van een teken nodig te hebben. Hij geeft altijd één of ander bewijs van zijn buitengewone kennis en bekwaamheid waaraan het verstand van de aspirant zich kan vasthouden. Als dat getoond is, is het absoluut noodzakelijk dat trouw aan de Leraar moet volgen. Ongeacht of iemand iets anders zegt, de aspirant moet zich niet van de wijs laten brengen, maar stevig aan het bewezen feit blijven vasthouden, blijven bij wat men voor waar houdt en met vertrouwen degene steunen tegen wie hij als zijn Leraar opziet. Want alleen als dat vertrouwen er is heeft de voortzetting van de relatie zin.

Het is echter tekenend dat Elsas broer, zoals wij in de slotscene zien, de zwaan was, die Lohengrin naar zijn zuster leidde en weer tot zijn natuurlijke gedaante terugkeerde toen Lohengrin vertrok. Hij had de inwijding doorgemaakt. Ongetwijfeld kende hij de benarde toestand van zijn zuster omdat een gevorderde ziel, die langs deze lijnen werkt, de moeilijkheden van anderen kent. Maar hoewel hij de toestand van zijn mooie aspirant, zijn zusters ziel, zag, was hij niet bang. Want was hij niet het middel om haar de steun te brengen die zij voor altijd had kunnen bezitten als zij hetzelfde vertrouwen had bezeten als hij?

BESTEL DE OPERA’S VAN RICHARD WAGNER

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN RICHARD WAGNER OVER MUZIEK