Levenshouding – hoofdstuk 31 van ‘Het levende woord’ van Catharose de Petri

BESTEL HET LEVENDE WOORD

De zesenveertig op zichzelf staande hoofdstukken van dit boek van Catharose de Petri (één van de oprichters van de School van het Rozenkruis) vormen een nimmer opdrogende bron van kracht, een waarlijk Levend Woord, waar iedere zoeker die hunkerend uitziet naar zieleverlossing, steeds weer dankbaar uit zal putten. Het Woord, de Logos waar het Johannesevangelie mee begint, is de emanatie van de scheppende goddelijke macht. Hij die de woorden van het eeuwige leven, de macht van het Woord bezit, kan hen die de waarheid zoeken overtuigen, transformeren, veranderen. Hieronder volgen de tekst van hoofdstuk 31 (levenshouding) en de inhoudsopgave. 

Zoals u waarschijnlijk weet is de natuurgeboren persoonlijkheid slechts een derde deel van de goddelijke schepping. Zij is de schepping van het instrumentarium van de volstrekte mens. Die mens kan evenwel eerst waarlijk ‘Mens’ heten als de twee andere aanzichten van de ware mens zich met het instrumentarium, of de lichaamsgestalte, kunnen verenigen, zodat de drievoudige mens geopenbaard zal zijn, namelijk de geest, de ziel en het lichaam.

Daarom dient de natuurgeborene die zijn roeping beseft, in zelfovergave de heilige binding met de andere twee – de ziel en de geest – te zoeken, te vinden en mogelijk te maken. Deze weg te gaan, dit proces toe te passen, is het bedoelen van de Universele Gnosis.

Het kernbeginsel der bevrijding is gelegen in het bezit van het zielelichaam. Dit zielelichaam ontstaat, wordt geboren, zodra de nieuwe zielestaat in binding treedt, in binding kan treden met de Zevengeest. Dan ontstaat er namelijk een vurig, stralend, dus lichtend veld, dat zich als een bolvormig gewaad om de leerling plooit. Dit lichtende, sprankelende veld is het grootse beginsel der vernieuwing.

Wanneer kan de binding tussn ziel en geest met haar heerlijke gevolgen tegemoet worden gezien? Zodra de ziel op haar plaats zal zijn gesteld. Waar is die zetel van de ziel? Het is de open ruimte achter het voorhoofdsbeen.

Doch de ziel kan die plaats niet automatisch innemen. Die ruimte moet worden veroverd, want in het natuurgeboren lichaam is de voorhoofdsholte de zetel van het ik, van het natuurgeboren bewustzijn. Indien de leerling er niet in slaagt de ziel op de plaats van het ik te stellen, zal de Geest niet verwerkelijkend kunnen indalen en zal het bruiloftskleed – de ziel – zich niet kunnen manifesteren.

Het eerste dat dus nodig is, is verlangen naar bevrijding, hetgeen gepaard moet gaan met het zich innerlijk losmaken van de bedrieglijke wereld. Dan ontstaat, ten tweede, de ziele-ingang in het hartheiligdom. De derde opgaaf is dan het opstuwen van de ziel naar boven, hetgeen alleen mogelijk is door dagelijks toegepaste ikverlorenheid. De vierde werking is de vereniging van geest en ziel in het heiligdom, met als gevolg de manifestatie van het nieuwe zielegewaad. De vijfde taak moet dan zijn het overbrengen van het nieuwgeboren bewustzijn in het nieuwe gewaad, en het als zodanig ontwaken van de Pymander, zoals Hermes deze nieuwe zielebewustzijnsstaat noemt.

De leerling die deze vijf treden bestegen heeft, beheerst en controleert dan zijn gehele stelsel vanuit een geheel nieuw levenspunt. In die levensstaat zegt Hermes: ‘Ik ben uit mijzelf weggegaan en in een onsterfelijk lichaam opgestaan. Ik ben nu niet meer degene die ik was, doch ben wedergeboren uit het gemoed.’

Zie hier een korte schets van het geboren worden van het vijfvoudige zielelichaam, van de vijfpuntige stralende geboortester van Bethlehem, het uit het zelf uitgaan ten leven. Ziet u voor u de grootse mogelijkheden tot bevrijding die in het menselijke stelsel aanwezig zijn? Wie in het zielelichaam leeft, is herboren tot het kindschap Gods en is de eeuwigheid binnengegaan.

Wie nu dit ene doel voor zich plaatst, verstaat waarom er gesproken wordt van een Driebond van het Licht, namelijk van een Broederschap van het Rozenkruis, van een Broederschap der Katharen en van de Broederschap van de Heilige Graal.

Het is een Driebond die onlosmakelijk verenigd is tot een negenvoud, het aanzicht van het waarachtig menselijke. En het waarachtig menselijke in de zin Gods is, dat men in toepassing brengt wat men geleerd en beleden heeft en dat men met de vruchten daarvan wereld en mensheid zal gaan dienen. Wij menen dat dit de grote roep is die van de jonge Gnosis uitgaat:

de leer ontvangen,
de levenshouding klaar bewijzen,
en met dit resultaat bevrijdend arbeiden.

Nu de kernwetenschap algemeen tot een praktisch toegepaste wetenschap verheven is en er in vele landen kernreactoren staan voor allerlei doeleinden, gaan wereld en mensheid hun ontstoffelijkingsgang in zeer versnelde mate binnen. En zo gaan de oude dagen van Atlantis weer herleven.

Er is niets nieuws onder de zon. De oude legenden verhalen ons van de twee eilanden van de Atlantische beschaving: het Witte Eiland en het Zwarte Eiland. Het Zwarte Eiland zien wij nu, in de Arische beschaving, zich duidelijk opnieuw aftekenen.

Zien wij nu ook reeds duidelijk het Witte Eiland? Is er reeds sprake van een Wit Eiland? Is er reeds een gebied, een sfeer, een levensstroom, waarin allen die van goeden wille zijn, kunnen worden opgenomen in veiligheid en in een andere ontwikkelingsgang?

Ziet u duidelijk in dat zulk een burcht van veiligheid en bevrijding zich zeer spoedig zal moeten bewijzen? Voelt u dat het de hoogste tijd is?

Wat moet er worden gedaan? Wij dienen te bezitten een zo groot mogelijke groep van levende zielen. Een levende ziel is een mens die het bruiloftskleed bezit. Zulk een levende ziel is in waarlijke zin een kind Gods geworden. Zulk een levende ziel is alomtegenwoordig, staat in de eeuwigheid, is onaantastbaar, en heeft bovendien nog de beschikking over het natuurgeboren lichaam als instrument om de oogst binnen te halen.

Hoe bereikt u, als leerling van de Gnostieke Geestesschool, deze levende zielestaat? Voeg u daartoe naar de normaturen van de Driebond van het Licht. U bezit de leer. Breng haar met onmiddellijke ingang, in dagelijks beleven, van uur tot uur in toepassing en dus: levenshouding. Dan zullen de vruchten spoedig blijken gaan. Dan zal door vele hongerenden van deze vruchten gegeten kunnen worden. De spil waarom alles draait is: levenshouding.

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf

  1. Het dagelijks wandelen met God
  2. De vierde dimensie
  3. De drie fundamentele stralen van de Zevengeest
  4. Het zevende zegel
  5. Johannes op Patmos
  6. De opdracht van de Geestesschool
  7. Dood, waar is uw overwinning?
  8. Het rijk van de zonen der slangen
  9. De geboorte van de slangenstaf
  10. De opstanding van de tempelmens
  11. Levensstrijd, levensdoel, levensverwerkelijking
  12. De drie vuren der genade
  13. Een reis door het Morgenland des Geestes
  14. De stem van de stilte
  15. De Driebond van het Licht
  16. Alle verandering begint met het bloed
  17. De Apocalyps en de taak van de Geestesschool
  18. Het geheim van gnostieke magie
  19. De Emmaüsgangers
  20. De centrale plaats van het etherlichaam
  21. De ademhaling van de mens
  22. Een lofzang van Hermes
  23. De geboorte van het denklichaam
  24. Het fundamentele beginsel der goedheid
  25. De interne secretie en haar betekenis voor de levensgang der mensheid
  26. Jezus en Johannes
  27. Van natuurgeboorte naar Godsgeboorte
  28. Kundalini: de kracht van de eeuwigheid
  29. Intelligentie en verstandelijkheid
  30. Een nieuw Shamballa
  31. Levenshouding
  32. De leer, het leven en de kruisweg Christi
  33. De verantwoordelijkheid van de werker
  34. Het mysterie van de Sfinx en de Piramide
  35. Zalig zijn de hunkerenden naar de geest
  36. Het goed dat niet vergaat
  37. Transfiguratie in de tijd van het einde
  38. Het vuur van de Heilige Geest
  39. Maak u gereed voor de grote Dag des Heren
  40. Wat moet ik laten?
  41. De komst van het volk Gods op aarde
  42. Het eerste en het tweede pad
  43. De tijd is daar
  44. Innerlijke verlichting
  45. Eenheid – verantwoordelijkheid – gerichtheid
  46. De roeping van de vrouw

Bron: ‘Het levende woord’ door Catharose de Petri

BESTEL HET LEVENDE WOORD

LEES OVER DE BOEKEN VAN CATHAROSE DE PETRI