Tag archieven: Tao Teh King

29-1 De heilige offervaas – het eerste commentaar op strofe 29 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 29 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Als de mens het rijk wil vervolmaken met actie,
zie ik dat hij niet slaagt.
Het rijk is een heilige offervaas,
waaraan men niet mag werken.
Werkt men eraan, dan bederft men haar.
Grijpt men ernaar, dan verliest men haar.
Daarom zijn er Lees verder

Gebondenheid van de wil – strofe 43 van de Tao Teh King en een berijming door C. van Dijk

BESTEL TAO EN TEH

LEES MEER EN DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN TAO EN TEH

Hieronder volgt strofe 54 van de Daodejing van Lao Zi in de vertaling van E.J. Welz en parafrasen op door C. van Dijk.

Het zachtste wint het van het hardste.
Het niet-zijnde doordringt het ondoordringbare.
Dit bewijst mij het nut der onbedrijvigheid.
Weinig talrijk zijn de Lees verder

32-1 Hemel en aarde zullen zich verenigen – het eerste commentaar op strofe 32 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 32 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het  eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Tao is eeuwig en heeft geen naam.
Ofschoon zo simpel-klein van natuur,
durft de gehele wereld het niet te onderwerpen.
Als prinsen en koningen het konden handhaven,
zouden de tienduizend wezens en dingen
zich aan hen onderwerpen.
Hemel en aarde zouden zich verenigen
en een zoete dauw doen nederdalen,
en het volk zou, zonder bevelen,
vanzelf tot harmonie komen. Lees verder

27-1 Het alleen-goede – het eerste commentaar op strofe 27 van de Daodejing uit de Chinese Gnosis

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgen de tekst van strofe 27 van de Daodejing (of Tao Teh King) en het  eerste commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) daarop hebben geschreven in hun boek De Chinese Gnosis.

Hij die goed gaat, laat geen sporen achter.
Hij die goed spreekt, geeft geen reden tot blaam.
Hij die goed telt, behoeft geen hulpmiddelen.
Hij die goed sluit, gebruikt geen grendel
en toch kan men niet openen wat hij sluit.
Hij die goed bindt, gebruikt geen koorden
en toch kan men niet losmaken wat hij bindt. Lees verder

Tweede fase: de gebedshal (1) – deel 4 van het taoïstisch midwinterritueel

Het taoïstisch midwinterritueel – online programma – deel 4 van 9
Tweede fase: de gebedshal (1)
27 december 2022

DEEL 1DEEL 2DEEL 3DEEL 4DEEL 5DEEL 6DEEL 7DEEL 8DEEL 9

In vers 6 van de Daodejing wordt over Hemel en Aarde het volgende gezegd:

De dalgeest sterft niet,
dit wordt het mysterieuze vrouwelijke genoemd.
De poort waaruit het mysterieuze vrouwelijke voortkomt
wordt de wortel van hemel en aarde genoemd.

Daodejing 6

De dalgeest is een verwijzing naar de onverbrekelijke eenheid van Tao en Teh. Het dal slaat op Tao, de oorsprong, en deze is ‘leeg’. Leeg aan vorm. Daarin is stilte. Vanuit stilte kan de geest, de Teh van Tao, zich manifesteren. Tao en Teh zijn één. Zij werken in al het bestaande samen, dus ook op aarde, en ook in ons. Lees verder