Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) maakt in het boekje Het Gouden Rozenkruis – het vierde en laatste deel van de Rozenserie – duidelijk hoe de mens weer een levende bouwsteen kan worden in de Universele Tempel. In de fysieke tempels van de School van het Gouden Rozenkruis vindt daartoe een afstemming plaats van hart, oog, stem, hypofyse, medulla en de twaalf paar hersenzenuwen. Andere magnetische stromingen worden zo in de menselijke tempel aangetrokken. Hieronder volgen de tekst van hoofdstuk 21, dat gaat over tempelsymboliek en de inhoudsopgave.
De mogelijkheid is niet uitgesloten dat het voor velen in en buiten de Geestesschool van de jonge gnostieke Broederschap niet geheel duidelijk is waarom in haar tempels en gewijde werkplaatsen op de plaats-van-dienst als symbool het gouden Rozenkruis is aangebracht. Ook ziet men Lees verder