Valentinus de gnosticus en zijn Evangelie der Waarheid – woord achteraf door professor Gilles Quispel

BESTEL VALENTINUS DE GNOSTICUS EN ZIJN EVANGELIE DER WAARHEID – € 10,00

Valentinus (circa 100-160) was een groot gnosticus. Hij werd bijna paus van Rome en stichtte een vrije hogeschool voor geesteswetenschap, met vertakkingen door het gehele Romeinse rijk. De kern van zijn leer is, dat in de mens een goddelijke vonk sluimert, die door Christus kan worden gewekt. Professor Gilles Quispel (1916-2006) heeft het leven en de werken van Valentinus intensief bestudeerd en becommentarieerd. Hieronder volgt het woord achteraf en de inhoudsopgave van zijn boek ‘Valentinus de gnosticus en zijn Evangelie der Waarheid’, dat in 2003 verscheen bij uitgeverij De Pelikaan, gelieerd aan de Bibliotheca Philosophica Hermetica.  

WOORD ACHTERAF

Tijdens de tweede Wereldoorlog hadden we tijd in overvloed. Je kon niet uitgaan, of eten, of deelnemen aan het openbare leven. Je kon alleen maar studeren. In een kleine provinciestad in het oosten des lands, Enschede, werkte ik aan mijn proefschrift over de bronnen van het boek van Tertullianus tegen de gnosticus Marcion. Daarvoor moest ik allerlei oude schrijvers tegen de Gnosis lezen. En in die bepaalde constellatie van plaats en tijd ontdekte ik, dat de ketters gelijk hadden, In het bijzonder de ideeën van de gnosticus Valentinus fascineerden me. Hij was van mening, dat de wereld een lach en een traan van de wijsheid was. In de oorlog sprak dat wel aan. 

Van hem waren alleen maar enkele fagmenten van zijn werken bewaard gebleven. Maar van zijn leerlingen warewn grote stukken over. Gedurende de hele oorlog – ik zei al dat wij alle tijd hadden, – vergeleek ik die en trachtte de oorspronkelijke leer van Valentinus zelf in haar originele staat te herstellen.

Na de oorlog richtten wij een tijdschrift op, dat gewijd was aan de oudchristelijke letteren en dat Viligiae Christianae werd genoemd. In de eerste aflevering publiceerde ik een artikel getiteld ‘The original Doctrine of Valentine’. En hoe is dat, je bent jong, als je een ei gelegd hebt, verbeeld je je, dat dat ei een wereldei is. Om kort te gaan, ik stuurde een overdruk van dat artikel naar Aldous Huxeley in Califorenië, naar Karl Barth in Bazel en naar Carl Gustav Jung in Küsnacht-Zürich.

Destijds verwonderde het me, dat ik niets hoorde van Huxley en Barth. Nu verwondert het me, dat Jung, destijds al eden wereldberoemdheid, een waarderende brief terug schreef. Een en ander leidde er toe, dat ik een uitnodiging ontving om een lezing te houden op de Eranos Conferentie in Ascona van 1947, over Valentinus.

Op een dag zei mevrouw Froebe, die de Tagungen organiseerde, dat ik bij het eten maar eens naast een sombere Amerikaan van een jaar of veertig moest gaan zitten. Dat deed ik Hij zei niets. Toen zei ik ook maar niets. Op het eind van de maaltijd vroeg hij me: ‘Do you want to have a scholarship?’ Ofschoon ik niet wist wat dat was, zei ik ja. Het bleek Paul Mellon te zijn, die enige tijd tevoren de Bollingen Foundation voor kunsten en wetenschappen had opgericht, ter nagedachtenis van zijn overleden vrouw Mary. Ik moest een ontwerp voor mijn studie indienen. Dat werd uiteraard: Leven en Werk van Valentinus. Ik kreeg een ruime beurs en kon daarmee met mijn gezin in Rome gaan wonen, waar ik voorstudies verrichtte in de Vaticaanse bibliotheek.

Intussen deed het gerucht de ronde, dat in Egypte gnostische geschriften waren gevonden, waaronder een Evangelie der Waarheid, dat door Irenaeus van Lyon aan leerlingen van Valentinus werd toegeschreven. Snel leerde ik Koptisch en alarmeerde de Bollingen Foundation. En zo werd in 1951 te Ascona besloten, dat de Bollingen Foundation het geld voor de aankoop zou verschaffen en dat de Codex, waar het Evangelie der Waarheid in stond, naar Jung zou worden vernoemd en na uitgave aan de Egyptenaren zou worden teruggegeven.

On een lang verhaal kort te maken: op 10 mei 1952 kocht ik in Brussel de codex. In 1955 ging ik met hulp van koningin Juliana naar Caïro en kwam met de Egyptische autoriteiten overeen, dat de Codex Jung na uitgave naar Egypte zou terugkeren, op voorwaarde dat de andere codices in het Koptisch Museum ‘den zuständigen Gelehrten zue Verfügung gestellt würde’, zoals Jung het uitdrukte. In 1956 werd in Caïro daartoe besloten en uitdrukkelijk bepaald, dat andere geleerden geen toegang zouden krijgen tot deze bronnen.

In de herfst van 1956 vonden de Engelsen en de Fransen het nodig, tijdens de Suez-crisis Egypte aan te vallen. Van onze plannen kwam lange tijd niets. Maar toen mijn vrouw en ik uit Alexandrië moesten vluchten aan boord van het Amerikaanse oorlogschip Thyban, had ik een fotokopie van het Evangelie van Thomas met onbekende woorden van Jezus in mijn koffer.

De bestudering daarvan kostte veel tijd. Maar ook de wetenschappelijke uitgave van de Codex Jung met het Evangelie der Waarheid slurpte veel tijd op. Deze codex bevatte vijf onbekende gnostische geschriften uit de tweede eeuw na Christus, die allen van Valentinus en zijn school afkomstig waren. Van het boek over Valentinus kwam niets.

Later merkte ik, dat professor Elaine Pagels van Princeton University ook een groot bewonderaar was van Valentinus. Zij leek met haar welversneden pen, elegante Engels en grote gaven van hoofd en hart de aangewezen persoon om mijn taak over te nemen. Lange tijd koesterde ik die hoop. Eens kwam zij mij afhalen van het vliegveld van Caïro. Ik werd zo geestdriftig, dat ik mijn tas op de grond wierp, mijn armen ten hemel hief en uitriep: ‘Valentina’. Toen brak de fles whisky in mijn tas. Maar ook zij raakte betrokken bij de Engelse uitgave van de geschriften die bij Nag Hammadi gevonden waren. Het boek over Valentinus kwam er niet.

Eens las ik in de courant, dat Paul Mellon een boek had geschreven over het verschrikkelijke huwelijksleven van zijn oudewrs en zijn voornemen zoveel geld als mogelijk aan kunsten en wetenschappers te besteden. De titel van dat boek was : ‘Reflections in a silver spoon’. Ik schreef hem toen, dat zijn geld aan mij goed besteed was geweest: twee van mijn leerlingen, Jarl Fossum in ann Arbor en William Petersen aan de University of Pennsylvania bestudeerden op wetenschappelijke wijze de Gnosis in een onwetend Amerika. Zijn secretaris antwoordde mij , dat de heer Mellon nu te oud was om zelf te schrijven, maar dat hij zich onze ontmoeting in Ascona goed herinnerde en dat hij mijn carrière had gevolgd. Dat schonk mij voldoening. Maar nog altijd was het boek, dat ik hem had beloofd, niet geschreven.

Op 9 september 2002 kreeg ik bezoek van Joost Ritman en zijn dochter Esther. Zittend in de zon achter ons huis in onze heerljke tuin bezwoer hij mij, dat ik het boek over Valentinus en de vertaling van het Evangelie der Waarheid alsnog zou schrijven. Hij is een ‘daimonisch’ mens, he gets things done. Ik zette mij iedere dag voor mijn bureau en schreef en schreef, met veel genoegen. Zo kon ik uiteindelijk, in mijn ter kimme neigend leven, de gelofte die mij zoveel jaar gekweld had, inlossen.

Ik geef het boek nu over aan de welgezinde lezer, for better and worse.

Gilles Quispel, Bilthoven

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord, J.R. Ritman

  1. Het leven van Valentinus
  2. Brokstukken
  3. De gnostica en de dood
  4. Valentinus en de Hermetische Loge in Alexandrië
  5. De brief van Ptolemeus aan Flora
  6. Het Evangelie der Waarheid uit het koptisch vertaald
  7. De Valentiniaandse catacombe der Aurelii
  8. Een ingewikkeld verhaal
  9. Uitleg bij het gnsotieke systeem volgens Ptolemaeus
  10. De oorspronkelijke leer van Valentinus de gnosticus

Woord achteraf, G. Quispel

BESTEL VALENTINUS DE GNOSTICUS EBN ZIJN EVANGELIE DER WAARHEID – € 10,00

LEES MEER OVER BOEKEN VAN OF OVER GILLES QUISPEL