Patmos – de hoofdpersoon in ‘Reins licht’, blikt in zijn dagboek terug op zijn leven – roman door Ingrid Huting

BESTEL REINS LICHT

Het zeventiende hoofdstuk van de roman Reins Licht, fragmenten van een zoektocht naar het hart van Ingrid Huting-van Niejenhuis begint met het laatste gedeelte van het dagboek van de hoofdpersoon (Rein), die hieronder integraal is weergegeven.

Heemstede, augustus

Man, weduwnaar, vriend, papa, broer, opa, gepensioneerde, maar ben ik dat in essentie? Er zijn tijden geweest van verdriet in mijn leven. Verlies doet pijn, het schuurt. Verlies van mijn baan, mijn ouders en vooral verlies na de dood van Marion. De pijn heb ik gevoeld en ik vond het niet eerlijk. Meerdere keren ben ik uit balans geweest. Eén ding heb ik wel geleerd: om pijn te dragen en daarbij te blijven. Het vuur laaide hoog op vanbinnen; ondraaglijke vlammen schroeiden mijn hart en ingewanden. Ik voelde me geblakerd en zwart vanbinnen.

Waar was de glans van de hoop? Bijna dacht ik dat het licht mij had verlaten, maar na een tijd was de innerlijke storm gaan liggen en een nieuwe wind bleek mijn geblakerde innerlijk schoongewassen te hebben. Wie had mij geholpen? Ik weet het niet. Nu ervaar ik mijn lichaam af en toe als een vleugje lucht met een gedachte van stof eromheen, in die zin: mijn ‘ik’ heeft niets van zichzelf, slechts wat ervaringen en daaruit enkele wijsheden opgedaan. Het is mijn instrument in de wereld, en dat is goed. Maar het ware wezen waar ik naar op zoek ben, naar hunker en wat ik langzaam leer kennen is de ziel.

Ik merk het nu, zelfs in mijn dagelijks leven, dat er stille hints zijn als het ware. Een beeld dat zomaar in me boven komt als ik aan het autorijden ben, een ontpoppende vlinder, moeizaam zich worstelend uit de kleine spleet om uiteindelijk, na de worsteling in volle glorie zijn kleurrijke vleugels uit te slaan. Een troostrijke zin die zomaar uit mijn mond komt. Een hand op mijn schouder voelen in een moeilijk ogenblik, terwijl er niemand bij is.

De troost van die ervaringen is nauwelijks na te vertellen. Ik kan het ook niet delen, net alsof er geen woorden voor zijn, want ik weet niet zeker waar die ervaringen vandaan komen. Ik kan ook niet uitleggen hoe diep ze in mijn wezen inetsen. Ontroering benadert het nog het meest. Wat ben ik dan nu, in deze levensfase? Alles waar ik waarde aan hechtte, ervaar ik nu anders. De waarde vervloeit als het ware. Ik ben op een eiland terechtgekomen. Het eiland Patmos, waar Johannes de eenzaamheid in gaat.

Om mij heen een oceaan aan drukte: werkende buren, reizende gepensioneerden, opgroeiende kleinkinderen. Ik begeef mij erin, maar van binnen leeft slechts de stilte. En dat is ook het gekke, want eerst is de rust fijn. Dan slaat dat om en word ik er onrustig van.

Dan wil ik weer wat doen, van betekenis zijn voor mijn omgeving. De rust en de onrust zijn als de oceaan in mij, het is eb en dan weer vloed. Soms beuken de golven op mijn bewustzijn, dan weer is het een kabbelend beekje. Een enkele keer bij mijn avondlijke spirituele bezinning is er een spiegelglad oppervlak in mij. Mijn bewustzijn kalm, gericht op de levensbron. Veel meer heb ik niet nodig Het is een geliefde gewoonte geworden Naast een moment van bezinning, is het ook een ‘gesprek’ met de stilte, in die zin dat mijn persoon zich stilhoudt en mijn ziel zich kan onderhouden met het Licht. Tja, vreemd om dat met een hoofdletter te schrijven, maar een ander woord voor dat hoge trillingsniveau heb ik niet. Bovendien kan ik, omdat ik ik ben, zo weinig woorden geven aan die uitwisseling.

Laatst mijmerde ik in een hangmat in de tuin, voor mijn ogen ontstond een droombeeld. De dag ervoor had ik in een boek van Max Heindel (fakkeldrager van het Rozenkruis 19) gelezen over de sluis tussen het aardse leven en het goddelijke. Ik zag mezelf in een bootje zitten, tussen andere mooie schepen en boten, de ene nog vrolijker uitgedost dan de andere.

De levenszee was groot en de drukte enorm. Mijn bootje voer vooruit en het werd steeds rustiger. Tot ik bij een sluis kwam, een hele grote, diepe sluis. Ik wist waar het heen ging, maar het hoogteverschil was zo groot, dat ik niet over de kant heen kon kijken naar de nieuwe zee erachter.

Mijn bootje voer de sluizen in. Links en rechts en voor mij waren grijze, hoge muren. Daar lag ik in mijn bootje, geen streepje zonlicht op mijn gezicht. Achter mij de bonte wemeling aan bootjes. Maar ik ging verder en gaf me over aan wat komen ging. Langzaam sloot achter mij de sluisdeur en ik wist, dit is voorgoed. Ik verlaat de levenszeeën van het dagelijks leven. Ik begeef mij naar de lichtende zee. Daartoe neem ik afscheid van de bonte veelkleurigheid van het leven hier.

En ik weet nog niet zeker hoe het nieuwe leven er voor mij uit zal zien. De angst grijpt me naar mijn keel. Mijn vrienden, kinderen, kleinkinderen, alles en iedereen laat ik achter. Voorgoed? Toch sluit zich de sluis en de bons van de deur is heftig.

Het is zover. Voor in de sluis begint nieuw water naar binnen te stromen. Is het koraalblauw? Ik draai me om en ondanks mijn brok in mijn keel en mijn hart hevig bonkend, wend ik mijn blik vooruit. Ik pak mijn hoop als het ware beet. Hoop op de nieuwe morgen, hoop op Aurora. Het waterpeil stijgt en tergend langzaam stijgt mijn bootje. Met iedere centimeter neemt mijn vertrouwen toe, stap voor stap. Dit is belangrijk dat ik dit doe, niet voor mijn persoon, maar voor het geheel, voor mijn ziel. Een stem begint in mijn borst te zingen. Net alsof er een vogel in mijn borst verstopt zit.

Het moment is daar, ik ga staan en zie over de sluisdeur de rode zonnestralen. Geruisloos gaat de sluisdeur open. Ik ben verblind door de intense kleurenpracht die de hemelse zon over het wateroppervlak spreidt. Mijn ontroering evenaart mijn dankbaarheid en in mijn ogen wellen tranen op. De boot vaart uit de sluis. Eindelijk thuis. Een hand voert mij mee. En zo, met dit intense gevoel, vaar ik vol vertrouwen verder.

INHOUDSOPGAVE VAN REINS LICHT

Inleiding
Proloog

  1. Heemstede – Thuis
  2. Loslaten – Heel veel is niet wat het lijkt
  3. Reins dagboek: Hans – Hermes Trismegistos
  4. Helder Licht – Lao Zi
  5. De Broeder- en Zusterband – Aan alles ligt een idee ten grondslag
  6. Zwierig bezoek – Roemi
  7. Maurice en Céleste – Katharen
  8. Marion I
  9. Marion II – Wie of wat ik ben? Een vertelling
  10. Rein – moeder – Aramees ‘Onze Vader’
  11. Rein, pubers – Anders denken
  12. Ontmoeting – Max Heindel
  13. Stilte
  14. Kennismaking – Jiddu Krishnamurti
  15. Eigen wijsheid
  16. Samen – de wereld op zijn kop
  17. Patmos
  18. Overgave – Etty Hillesum

Dankwoord

Bron: ‘Reins Licht – fragmenten van een zoektocht naar het licht’ door Ingrid Huting-van Niejenhuis

BESTEL REINS LICHT