De hoofdloze weg – spirituele klassieker van Douglas Harding – Zen en de herontdekking van onze identiteit

BESTEL DE HOOFDLOZE WEG

Op een dag, begin jaren 1940, loopt een keurig sprekende Engelse architect met de naam Douglas Harding (1909-2007) over een bergpad in de Himalaya. Plotseling komt hij erachter dat hij geen hoofd heeft. ‘Dit is geen goeddoordachte openingszin, geen woordgrap alleen maar bedoeld om de aandacht te trekken,’ schrijft hij in dit prikkelende kleinood De hoofdloze weg, dat inmiddels meer dan zestig jaar oud is. De kern van zijn werk zijn de experimenten – bewustzijnsoefeningen die je uitnodigen om te zien wie je bent. Ze omzeilen woorden en verwijzen direct, non-verbaal, naar je ware natuur.

Lang voordat het fictieve ‘Hitchhiker’s Guide to the Galaxy’ bekendheid verwierf, zwierf dit eveneens kleine, goedkope en verstrekkende boekje al over de wereld en vond het zijn weg van de ene vriend naar de volgende. Er zijn niet alleen exemplaren aangetroffen op koffietafels, maar ook op bergpaden, in hostels, huizen en scholen. Het zijn meestal versleten exemplaren, licht gekruld aan de randen maar in orde aan de binnenkant, net als degenen die ervan genieten. Want de boodschap van dit boek gaat diep, raakt het hart en moedigt mensen aan om notie te nemen van hun diepste innerlijke bewustzijn en dat met anderen te delen.

Het is (goddank) geen academisch boek, en ook niet moeilijk te lezen. De opzet en betekenis ervan worden in ieder geval ondersteund door een paar goed uitgevoerde onderzoeken.

Douglas Harding (1909-2007), was een Brits filosoof, auteur en mysticus. Hij studeerde vervolgens architectuur in Londen en werkte eerst in Engeland en later in Indië. Op 33-jarige leeftijd doet hij naar eigen zeggen een ontdekking over de aard van bewustzijn die hij de ‘hoofdloze toestand’ noemt en die zijn leven een andere wending geeft.

VOORWOORD

In dit boek beschrijft Douglas Harding hoe hij voor het eerst zijn hoofdloze Ware Zelf ontdekte toen hij tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het wandelen was in het Himalayagebergte. Harding zag toen zijn Ware Zelf – zijn Oorspronkelijk Gezicht, zoals zen het beschrijft – maar dat kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Nee, zoals hij in dit boek aangeeft diende zijn ‘hoofdloze ervaring’ zich pas aan na een lange periode van zelfonderzoek.

Harding was vroeg in de jaren dertig diep gaan nadenken over zijn ware identiteit, toen hij in Londen werkte na te zijn afgestudeerd als architect. (Harding werd geboren in 1909.) Tegen de tijd dat hij in 1939 met zijn vrouw naar India trok (hij kreeg een baan in Calcutta) had hij zijn eerste boek al voltooid, waarin hij onderzoekt wat het is om mens te zijn: The Meaning and Beauty of the Artificial. In 1941 schreef hij een tweede boek, An Unconventional Portrait of Yourself, waarin hij zijn ideeën verder uitwerkte over het feit dat we uit lagen bestaan, en overtuigend aantoonde dat er in de kern van al die lagen – diep verborgen – een tijdloos, vormloos Zelf huisde.

Vervolgens zag Harding in 1942 een zelfportret van de natuurkundige en filosoof Ernst Mach in The Grammar of Science, geschreven door Karl Pearson. Zoals je kunt zien tekende Mach zichzelf vanuit zijn eigen standpunt – zonder hoofd. Harding keek en zag dat hij zich in dezelfde positie bevond. Plotseling besefte hij dat het vormloze Zelf dat zijn kern vormde niet verborgen was. Het was juist volledig zichtbaar – hij keek vanuit die kern! In plaats van zijn hoofd boven zijn schouders zag hij de grenzeloze Leegte, gevuld met de hele wereld. Dat moment veranderde heel Hardings leven. Hij had iets ontdekt wat uiterst betekenisvol en waardevol was, niet alleen voor hemzelf maar voor de hele mensheid.

In de acht jaar daarna (Harding keerde aan het einde van de oorlog terug naar Engeland) werkte hij toegewijd aan de uitwerking van de betekenis van deze ontdekking en bracht hij alles ten slotte onder woorden in The Hierarchy of Heaven and Earth – A New Diagram of Man in the Universe. Hij stuurde het manuscript naar C.S. Lewis, die hem een uiterst enthousiaste brief terugschreef waarin hij het boek beschreef als ‘een hoogst geniaal werk’. Het werd in 1952 gepubliceerd door Faber & Faber, met een inleiding van Lewis.

Na de publicatie van The Hierarchy ging Harding weer aan de slag als architect. In 1960 werd hij uitgenodigd om een artikel te schrijven voor The Saturday Evening Post, een Amerikaans tijdschrift met een grote lezersschare. Hij schreef twee artikelen en stuurde een ervan, The Uni- verse Revalued, naar het tijdschrift. Daar werd het goed ontvangen. Het tweede artikel werkte hij vervolgens om tot De hoofdloze weg. (Vrienden hadden hem erop gewezen dat dat artikel, vanwege het feit dat het begon met de bewering dat hij geen hoofd had, te vreemd zou zijn voor The Post.) Hij zond het manuscript naar The London Buddhist Society, waar hij eerder al contact mee had opgenomen, en zij accepteerden het met enthousiasme.

Harding vangt van begin af aan de aandacht van de lezer met wat misschien wel een van de meest dramatische beginregels ooit is: ‘De mooiste dag van mijn leven – de dag dat ik als het ware opnieuw werd geboren – was de dag waarop ik ontdekte dat ik geen hoofd had.’ Dan gaat hij verder en vertelt hij dat hij aan het wandelen was in het Himalayagebergte. Zoals ik al heb aangegeven was dat niet het moment waarop hij voor het eerst Zag. Het is dus strikt genomen niet waar, maar het is evenmin helemaal onwaar. Harding zag zijn hoofdloze Ware Zelf wel degelijk toen hij tijdens de oorlog aan het wandelen was in het Himalayagebergte. Het was alleen niet de eerste keer. (Harding is daar altijd heel open over geweest.) De eerste keer was toen hij de tekening van Mach zag.

In de jaren zestig werd De hoofdloze weg een soort spirituele klassieker, en is het sindsdien altijd verkrijgbaar gebleven. Dit is een boek dat fris blijft en steeds nieuwe generaties lezers blijft inspireren. In 1986 voegde Harding er een nieuw hoofdstuk, ‘De actuele versie van het verhaal’, aan toe, waarin hij putte uit meer dan veertig jaar ervaring met het leven van ‘de hoofdloze weg’. (Harding overleed in 2007 op de rijpe leeftijd van 97 jaar, na de hoofdloze ervaring met duizenden mensen gedeeld te hebben.)

Dat is de geschiedenis van het boek. Maar voor jou, beste Lezer, is het vooral van belang dat je jouw hoofdloze Ware Zelf nu ervaart. Je bent, terwijl je dit leest, waarschijnlijk niet aan het wandelen in het Himalayagebergte. Zoals Harding keer op keer heeft benadrukt is dat ook niet nodig. Overal waar je bent kijk je vanuit je gezichtsloze Ware Zelf. Lees dus maar door… wijs naar waar anderen je gezicht zien… kijk en… herontdek je identiteit!

Richard Lang, april 2013

BESTEL DE HOOFDLOZE WEG