Het kwaad in mens en wereld – Rudolf Steiner

BESTEL HET KWAAD IN MENS EN WERELD

Rudolf Steiner (fakkeldrager van het Rozenkruis 16) heeft in de loop van vele jaren op verschillende plaatsen voordrachten gehouden over het thema ‘het kwaad’. Deze zijn gebundeld in het boek ‘Het kwaad in mens en wereld’. Steiners visie stemt lang niet altijd overeen met de in onze beschaving geijkte opvattingen. Het meest afwijkende standpunt van Steiner over het thema kwaad is wel dat hij betoogt dat je het kwaad niet kunt begrijpen als je uitgaat van één soort kwaad. Ook laat de grondlegger van de antroposofie zien dat we bij het kwaad te maken hebben met geestelijke krachten en wezens. Volgens hem is het leren kennen van het mysterie van goed en kwaad de belangrijkste opgave van onze tijd. Hieronder volgen gedeelten uit het nawoord  ‘De confrontatie met het kwaad’ van Frans Lutters en de inhoudsopgave van het genoemde boek.

DE CONFRONTATIE MET HET KWAAD – NAWOORD VAN FRANS LUTTERS

De confrontatie met het kwaad is enorm. We worden overstelpt door wereldwijd leed in Afrika, in het Midden-Oosten en ook in de Europese steden. De vraag naar het kwaad is een meer dan actuele vraag. Waardoor is de mens in staat tot zulke verschrikkelijke dingen die dagelijks wereldwijd gebeuren? Rudolf Steiner houdt zich in deze vertaalde en gebundelde voordrachten actief bezig met het raadsel van het kwaad. Is de mens kwaadaardig, of is het kwaad een macht die de mens in zijn ban kan brengen?

Onverklaarbaar kwaad

Sinds de late middeleeuwen wordt er gesproken over het kwade als het afwezig zijn van het goede, terwijl in de tijden die hieraan vooraf gingen het kwaad werd benoemd als duivel, satan of demon. Vraagt onze tijd opnieuw om een wezenlijk begrip van het kwaad? Het kwaad toont zich wereldwijd met vele gezichten. Hoe is het kwaad in de wereld te verklaren? En waarom steekt het zo heftig en verschrikkelijk zijn kop op? Deze vragen houden niet alleen ouderen bezig, maar ook jongeren, die er dagelijks mee geconfronteerd worden in hun eigen leven of door de alomtegenwoordigheid van de media.[…]

Het goede op het verkeerde moment 

Het kwaad wordt over het algemeen nog steeds beschouwd als de afwezigheid van het goede. Rudolf Steiner benoemt het kwaad anders; voor hem is het kwade het goede op de verkeerde plaats of het verkeerde moment. Dit verkeerde moment staat in een dynamiek tussen verleden en toekomst. Iets kan te vroeg of te laat plaatsvinden. Steiner gebruikt voor de kracht van vervroeging en vertraging twee verschillende begrippen, die ook in deze bundel veelvuldig aan de orde komen: het proces van vervroeging en versnelling noemt hij ‘luciferisch’ en dat van vertraging en vasthouden noemt hij ‘ahrimanisch’. Luciferisch betekent ‘licht brengend’. Maar dit licht is zo fel dat het verblindt en daardoor tot illusie leidt. Ahrimanisch is in zijn vertraging koud en remmend. Uiteindelijk is het de kracht van de ijskoude macht die niets ontziet en levensvijandig is. 

Luciferisch – ahrimanisch

Dit polaire kwaad werkt zowel in de mens als in de wereld. In de mens werkt het bijvoorbeeld in samenhang met de ontwikkeling van de intelligentie, en in de wereld in een materialistische visie en handelswijze wereldwijd, die klimaatverandering, uitbuiting en dierenleed en vernietiging teweegbrengt. In politiek opzicht zijn er partijen die meer naar het luciferische en andere die meer naar het ahrimanische neigen. Om dit met de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ te verbinden zou iets te simpel zijn.

Wezenlijk kwaad

Rudolf Steiner stelt de vraag hoe het kwaad in de wereldontwikkeling kon ontstaan. Hij is eenduidig in zijn antwoord. Het kwaad ontstaat doordat wezens uit de verschillende engelhiërarchieën achterblijven in hun ontwikkeling. Daardoor vindt hun werkzaamheid op het verkeerde moment plaats en worden zij geestelijke krachten die hindernissen opwerpen voor een weldadige goede ontwikkeling. Steiner ziet de werking van deze twee uitersten verbonden met wezens die tot Lucifer en Ahriman behoren. In religieuze boeken van joden, moslims en christenen wordt Lucifer duivel (Diabolos) genoemd, en Ahriman de gevallen aartsengel Satan. 

Gulden middenweg

Dat geeft ook meteen een goede ingang om de remedie tegenover Lucifer en Ahriman te vinden, en wel door steeds weer het midden te zoeken. De gulden middenweg is een dynamisch gebeuren en vraagt in iedere situatie om maathouden. Aristoteles gaf in zijn deugden-ethiek al aan dat de deugd het midden tussen twee uitersten is. Moed staat tussen angst en overmoed. Angst wordt door Ahriman veroorzaakt en overmoed door Lucifer. De middenweg is een dynamisch principe dat steeds opnieuw gerealiseerd moet worden.

Tegenkracht 

Rudolf Steiner gebruikte voor het kwaad ook wel het begrip ‘tegenkracht’. Het kwaad als tegenkracht daagt ons uit om eigen kracht te ontwikkelen. Door de ontmoeting met het kwaad kun je sterker, bewuster en spiritueler worden. Kunstenaars en wetenschappers ervaren deze ontmoeting met de tegenkrachten soms heel intens. Aan deze ontmoeting ontlenen ze soms de kracht om tot bijzondere kunstwerken te komen, ofwel bijzondere wetenschappelijke ontdekkingen te doen. […]

Asoera’s

Er zijn situaties in ons leven en in de wereld waar we niet uitkomen met deze polariteit. Soms zien we gebeurtenissen die de vraag doen rijzen of er ook een absoluut kwaad bestaat. Steiner is hierover voorzichtig in zijn werk. Voor hem was het duidelijk dat de ultieme inzichten in het geheim van het kwaad voor de mensheid in dat moment van zijn ontwikkeling nog ondraaglijk zouden zijn. Toch geeft dit aan dat het raadsel van het kwaad juist het grote raadsel voor de ontwikkeling van de bewustzijnsziel is. Af en toe sprak Steiner over geestelijke entiteiten die totaal mens- en aarde-vijandig zijn. Hij gebruikte daarvoor de naam Asoera’s.

Deze geestelijke wezens vragen niet om evenwicht maar om tegenwicht van de mens. Het zijn vernietigers, zij versplinteren: en zelfs het menselijk Ik is hier niet van uitgesloten. Het is de Christusimpuuls die deze versplintering kan tegengaan met de kracht van de liefde. In de brief van  Paulus aan de Korinthiërs (1 Korinthe 13) wordt dit heel concreet aangeduid: ‘Zonder de liefde is het leven verlaten en leeg.’ Dit kwaad is het kwaad dat vernietigt, dat koud en zonder liefde is. Het maakt mensen bezeten en sleurt hen mee in een spiraal van zinloze haat en vernietiging, zoals tijdens de gruwelen van de Holocaust en het zinloze, niets ontziende terrorisme op dit moment.[…]

Evenwichtig lopen

En dan het voortschrijden zelf dat de ‘representant van de gehele mensheid’ doet. Met zijn rechtervoet stapt hij naar voren. Rechts zoekt hij de toekomst, links rust hij in het verleden. Maar hij zou gespleten worden als hij zou blijven staan. Dan zouden de Asoera’s vanuit zijn rug hem kunnen versplinteren. Het is juist de voortgaande weg, ondanks alle hindernissen die het Ik beschermt tegen versplintering. In de beweging, in het lopen verbinden we ons met ons lot. Het lot kunnen we als goed ervaren als we het kunnen ervaren als een hemels geschenk waaraan we zelf hebben meegewerkt. 

Intelligentie

Steiner beschrijft in de hier opgenomen teksten hoe de intelligentie sinds de vijftiende eeuw, de tijd van Faust, enorme sprongen heeft gemaakt, met grote gevolgen voor de mensheid en de aarde. Kort geformuleerd ziet Steiner de ontwikkeling van de intelligentie steeds meer in relatie tot het kwaad. De intelligentie zal steeds meer de neiging hebben geen onderscheid meer te maken tussen goed en kwaad. De morele waarde gaat verloren, dat wat intelligent is mag er zijn en is per definitie bruikbaar. We worden nu met de gevolgen geconfronteerd: op het gebied van milieu, geboorteregulatie, stervensbegeleiding, de opslag van persoonsgegevens en noem maar op. 

Mani

Hoe hiermee om te gaan? Mani legde de grondslag voor een creatieve kijk in de omgang met het kwaad. Hij zag het als de taak van de mens om het kwaad om te vormen door het op te nemen en te verteren. De filosoof Roland van Vliet (1960-2016) heeft in zijn dissertatie kunnen aantonen dat manicheïsme tot in de middeleeuwen in Azië een hoofdstroom van het christendom was, en wel degelijk de menswording van Christus Jezus erkende. Door die menswording van Christus is de mens in staat het kwaad om te vormen. 

Van Vliet sprak hierbij van de deugd van de ‘ongedeelde aandacht’ voor ieder mens, de aarde en alles wat is. Die ongedeelde aandacht is juist wat Mefistofeles bij Faust probeert te voorkomen. Ongedeelde aandacht is de bron voor de liefde die Faust voor Gretchen voelt, het kwaad wil deze aandacht afleiden door haast, of door streven naar macht. De liefde gaat verloren, terwijl de liefde juist de kracht in zich draagt om het kwade om te vormen door aandacht en warmte. 

Michaël

Van oudsher wordt Michaël gezien als de aartsengel die de intelligentie in de kosmos beheert. Intelligentie is werkzaam in de samenhang van de dingen. Op hoge plaatsen op aarde, op bergen en op de grens van land en zee zoals de Mont Saint Michel, Mount Michael en Monte Gargano, wordt de werkzaamheid van Michaël ervaren. Hoogte en diepte, water, lucht en land raken elkaar. Michaël is verbonden met de zon, het licht en de warmte in de intelligentie; daarom wordt hij aan de zee en in de bergen gezocht. De wijde blik, de kracht van de zon, allemaal metaforen voor de intelligentie die vrij is en goed. 

Waar verharding optreedt wordt het gebruik van de intelligentie gewelddadig en leidt het tot strijd en oorlog. Intelligentie kan zo gemakkelijk levensvijandig worden. Michaël strijdt voor de levende intelligentie, maar is daarvoor afhankelijk van de daden van de mens. De mens kan kiezen hoe hij zijn intelligentie gebruikt en deze kracht ten goede dan wel ten kwade inzet. 

Ter afsluiting 

Het kwaad lijkt in onze tijd enorm machtig te zijn, en toch: het goede is overal. Op straat, in de klas, in de ziekenhuizen, in de kleine bergdorpen, in Ankara, New York, Moskou en zelfs in Aleppo. Overal zijn mensen die zich met liefde en aandacht voor anderen inzetten. Dit gebeurt altijd weer en zelfs onder de meest barre omstandigheden. Veel mensen hebben de ervaring dat de confrontatie met het kwaad je in een situatie van onmacht brengt. 

Zo beschrijft bijvoorbeeld Etty Hillesum dit in haar dagboek Het denkende hart van de barak. Zij ziet moeders ten onder gaan in het leed om hun kinderen in de concentratiekampen, en toch beleeft zij dat ze het denkende hart van de barak moet zijn. Ze ervaart dat ze het bewustzijn van alle moeders draagt als het denkende hart van de barak. Etty Hillesum gebruikt haar intelligentie om het goede in haar bewustzijn te blijven dragen. In de onmacht treedt het goede in haar bewustzijn binnen, zij denkt op het kruispunt van hoofd en hart, zij ervaart dat er iemand met haar meedenkt, maar benoemt deze goede kracht niet als wezen.  

BESTEL HET DENKENDE HART VAN DE BARAK

Binnen alle levensbeschouwingen wordt dit wezen ook anders benoemd, maar voor Steiner is dit de opgestane Christus, die in situaties van onbegrijpelijk kwaad, in situaties van grenzeloze onmacht het bewustzijn kan binnentreden als troostende en als helende kracht. Hij herstelt in ons de mishandelde, gepijnigde, verworden mens. Hij fluistert stil: ‘Zie de Mens, Ecce Homo’. Door dit menselijk gelaat zwijgt het kwaad en wordt de innerlijke balans, ook in de moeilijkste situaties hersteld. Dit gebeurt overal, in iedere cultuur, in ieder land.

INHOUD

Aan de lezer

  1. De oorsprong van het kwaad
  2. De verleiding van de onmondige mens
  3. De ‘oerschuld’ van de goden
  4. Hoe ontstaat het kwaad? – intermezzo: het sprookje van goed en kwaad
  5. De drievoudige gestalte van het kwaad Lucifer, Ahriman, Asoera’s
  6. Faust en het probleem van het kwaad
  7. Goed en kwaad, geweten en karma
  8. De menselijke intelligentie en het kwaad
  9. Het overwinnen van het kwaad
  10. In het krachtenveld van het kwaad ligt tevens een bron van geestelijk inzicht
  11. Christus, Ahriman en Lucifer, hun verhouding tot de mens – intermezzo: bij de schetsen voor de Michaël sculptuur
  12. Michaël en het wankele evenwicht
  13. Michaël en de geesten van de duisternis
  14. Verleiding Luciferisch verleden, ahrimanische toekomst
  15. De manichese opvatting van het kwaad
  16. Michaëls taak in de sfeer van Ahriman
  17. Het kwaad en het Ik
  18. Van de natuur naar de ondernatuur

Nawoorden

  • De opgave van het kwaad – Jacques G. Meulman
  • De confrontatie met het kwaad – Frans Lutters

Aantekeningen bij deze uitgave
Aantekeningen bij de tekst
Aantekening bij de nawoorden

Bronvermelding
Literatuur
Uitvoerige inhoudsopgaven

Rudolf Steiner over de verslagen van de voordrachten

Bron: ‘Het kwaad in mens en wereld’ door Rudolf Steiner

BESTEL HET KWAAD IN MENS EN WERELD

LEES OVER DE BOVENSTAANDE VIJF BOEKEN VAN RUDOLF STEINER