Etty Hillesum (1914-1943), geboren in een Nederlands-joodse familie, kreeg bekendheid door de publicatie van haar dagboek, 38 jaar nadat zij in Auschwitz werd vermoord. In haar beroemde dagboek ‘Het verstoorde leven’ verwoordt ze haar persoonlijke, innerlijke ontwikkeling te midden van de turbulentie en absurditeiten van de Tweede Wereldoorlog. Hieronder volgt een verzameling van korte citaten uit haar werk.
Kennis is macht, maar alleen wijsheid is vrijheid. 1941-03-15
Waar het om gaat is van het kleine ik los te komen, naar het werk, naar de andere mensen. 1941-06-19
Je moet meer leren vertrouwen op je eigen ervaringen en waarnemingen en intuïtie en niet denken, dat je alles uit de boeken moet halen. 1941-10-05
Ontwikkeling rekent niet met tijd. 1941-10-07
Mijn studeren is ook eigenlijk niet het verzamelen van kennis, maar het zoeken naar dingen achter de dingen, heel bescheiden en eenvoudig gezegd: het zoeken naar het raadsel van het leven. 1941-10-21
En het zware en het lichte, het moet toch alles geaccepteerd worden, als zijnde de verschillende kanten van m’n wezen. 1941-11-30
De genade moet bij haar schaarse komsten een welvoorbereide techniek aantreffen. 1941-12-19
Waar houdt de tolerantie op en begint de karakterloosheid? 1941-12-23
Eenvoud, die alleen maar oppervlakkigheid is en eenvoud, verworven door alle gecompliceerdheden heen. Het is heus niet zo eenvoudig met de eenvoud. 1941-12-29
Ik heb zogezegd de moed om fouten te maken en behoud daar toch m’n zelfvertrouwen bij. 1942-01-14
Ik zal door vele landen reizen en de gezichten der mensen zal ik als even zovele landschappen bereizen. Vanuit alle hoeken der wereld, waar ik zijn zal, zal ik iets te zeggen hebben tegen de mensen, op mijn eigen bescheiden wijze, maar ik hèb iets te zeggen op mijn eigen wijze. 1942-02-27
Trouw, werkelijk trouw aan zichzelf en aan de waarden, die men hoogschat en de moed hebben zich ter wille van die trouw onbemind te maken bij anderen. 1942-03-08
Men kan niet relatief genoeg zijn in datgene, wat men eist van anderen en niet absoluut genoeg inde eisen, die men aan zichzelf stelt. 1942-03-28
Dit verdriet moet je in jezelf alle ruimte en onderdak verschaffen, die het toekomt en op die manier zal het verdriet in de wereld misschien verminderen, als iedereen draagt, eerlijk en loyaal en volwassen draagt wat hem wordt opgelegd, Maar als je het verdriet niet het eerlijke onderdak verleent, maar de meeste ruimte openstelt voor haat en wraakgedachten, waaruit weer nieuw verdriet voor anderen geboren zal worden, ja dan neemt het verdriet nooit een einde in deze wereld en zal zich steeds vermeerderen. 1941-03-28
Men moet ondanks de vele mensen, de vele vragen, de veelzijdige studie, altijd een grote stilte met zich meedragen, waarin men zich steeds terugtrekken kan, ook temidden van het grootste gewoel en midden in het intensiefste gesprek. 1942-03-29
En zeer, zeer bescheiden zijn …. En steeds eenvoudiger worden. … Niet alleen voor je zelf, in je stille en beste momenten die eenvoud en wijdte in je voelen, maar ook in je dagelijkse leven, geen sensaties om je heen uitstrooien, niet interessant willen zijn. 1942-04-01
De wereld is toch zeker voor ieder mens afzonderlijk wel eens vergaan en toch bestaat ze nog steeds. 1942-04-24
Die innerlijke geconcentreerdheid richt hoge muren om mij heen op, waarin ik mezelf weer terugvind, me uit alle verstrooiingen weer bijeenraap tot één geheel. 1942-05-18
Aan deze wereld, die zo vol dissonanten is, zou men niet de kleinste dissonant mogen toevoegen. 1942-05-29
Het zal in latere jaren onze trots en onze overwinning zijn, dat iedere vernietigende slag, die men ons heeft willen toebrengen, in zijn tegendeel is omgeslagen en onze kracht en onze ontwikkeling slechts bevorderd heeft. 1942-06-02
De woorden moeten eigenlijk het zwijgen accentueren. … Het zal dan gaan om de juiste verhouding van woorden en woordeloosheid, een woordeloosheid, waarin meer gebeurt, dan in alle woorden, die men bij elkaar vinden kan. 1942-06-05
Wanneer die inzichten, die ik me achter m’n bureau, in omgang met de edelster geesten, verover, niet doordringen tot in de kleinste dingen van het dagelijkse leven, wanneer niet iets van het grote besef over menselijke waarden … doordringt, dan heeft dat ‘geestelijke leven’ … geen zin. 1941-06-10
Men hoeft zijn onrust en zijn treurigheid niet te verstoppen, men moet ze dragen en verdragen, maar men moet zich er niet zo geheel aan overgeven, alsof er niets anders op de wereld meer bestaat. 1942-06-11
En zo moet het toch zijn? Dat men z’n eigen somberheid, treurigheid of wat ook niet wreekt op anderen door onvriendelijkheid? Wanneer wij lijden, hoeven we anderen toch niet mee te laten lijden? Wanneer op dit punt eens de opvoeding der mensheid ter hand genomen werd. 1942-06-11
Wanneer men de kracht voor de kleine dingen heeft, heeft men ze ook voor de grote. 1942-06-17
Al blijft ons één nauwe straat, waardoor we mogen gaan, boven die straat staat toch de héle hemel. 1942-06-21
Bron: Het verstoorde leven – Dagboek van Etty Hillesum