PRINCIPE 1, PRINCIPE 2, PRINCIPE 3, PRINCIPE 4, PRINCIPE 5, PRINCIPE 7
DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND (PDF)
BESTEL HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND
Ankie Hettema vertelt in de bovenstaande video over het zesde levensprincipe: alles verandert, alles stroomt. Zij legt uit hoe ze dat voor kinderen beleefbaar maakt en verbindt waarnemingen met innerlijke waarden. Meer over het zesde levensprincipe – en ook over de zes andere levensprincipes – is te lezen in haar nieuwste boek Hemel en aarde in de wereld van het kind – hoe je dichtbij brengt wat veraf lijkt.
Ieder kind komt met een belofte op aarde. Het kijkt met een open ziel de wereld in en verwondert zich. Het draagt de wereld van het licht nog bij zich. Kinderen moeten aarden, zich de menselijke inzichten en afspraken eigen maken. Maar waar blijft het stukje hemel? Hoe kan de belofte zich waarmaken? Deze week het levensprincipe: alles verandert, alles stroomt.
In het Corpus Hermeticum zegt Hermes: ‘Het is een heilige wet dat al wat leeft zal veranderen. Het zal toenemen of afnemen.’ En wat voor ons oog verdwijnt, oplost, wat ontbonden wordt – Hermes zegt daarvan: niets zal verloren gaan.
Van de Griekse wijsgeer Heraclitus zijn de bekende woorden ‘panta rhei’: alles stroomt, alles verandert. Je kan niet twee keer in dezelfde rivier stappen. Maar het was Heraclitus niet in de eerste plaats te doen om die veranderingen, maar dat alle elementen volgens een gepaste maat altijd richting de eenheid stromen.
Nemen wij nu nog een keer voor ons dat ene beginpunt dat zich uitstrekt als een oneindige cirkel. Wij kunnen dit beeld ook zien als ons leven. en dan kun je zeggen dat wij ons bewegen op die buitenste cirkel, op de rand van die cirkel. Daarin vindt ons buitenkant-leven plaats: het fysieke, het zintuiglijke. Alles wat wij zien, wat wij horen, wat wij proeven, wat we denken, alles wat we vormgeven. En dus ook ons lichaam vindt daar plaats. Daar heerst dan de wet opgaan, en groeien en bloeien, en ook weer ondergaan. Daar is de cyclische wet die we in de natuur om ons heen zien.
Boeddha spreekt van een voortdurend wentelend wiel van geboorte en dood. Op de buitenste rand van die cirkel treden veranderingen op als een opbrekende kracht. Daar zijn die veranderingen ook te ervaren als eindeloze herhalingen van hetzelfde. Mensen kunnen daar moedeloos van worden, opgebrand raken, zinloosheid ervaren.
Steeds meer komt aan het licht dat onze huidige tijd op de buitenste rand van de cirkel gericht is. Onze blik is naar buiten gericht, naar die harde, materiële, fysieke, zichtbare wereld. Zelfs ten koste van menselijke waarden en ten koste van de nood van de aarde. Gaan wij voort op die buitenkant voort te leven, of richten wij onze aandacht, en zijn wij bereid, om naar het midden te bewegen, waar die bron is die altijd stroomt.
Waar de gerichtheid op het midden aanwezig is, en ook de verbinding met het midden – in plaats van die eindeloze cirkel – is een spiralengang te zien van alles ontvangen vanuit de bron, alles wegschenken ten dienste van het geheel, en daardoor alles vernieuwen. Altijd voortgaand, altijd vernieuwend. Waar onze sterfelijkheid, ons mens zijn, de geest van onsterfelijkheid aandoet.
Verandering is wereldwet. In welke richting willen wij veranderen?
VOORBEELDEN UIT DE NATUUR
De cyclische beweging van de natuur is met kinderen op heel veel manieren te ervaren. Neem bijvoorbeeld de paardebloem. Die laat het heel mooi zien: de knop, de bloem die uit komt, die vervolgens een pluizenbol wordt. Alles verandert, maar door die pluizenbol gaat helemaal niets verloren. Zou het met mensen dan anders zijn?
Een hele mooie verandering is natuurlijk ook altijd te zien van de rups naar de vlinder. Waarin zou jij dan willen veranderen?
Alles verandert, en dat is natuurlijk heel erg mooi te zien aan de aggregatietoestanden van water. We maken stoom. stoom laten we zien op de spiegel en stoom wordt weer water. Of we spuiten met een spuitbuis het liefste op het raam, dat is het leukste. Als je er lekker op spuit, je ziet het al: het water druipt er weer af.
We kunnen in water ook oplossingen maken. Water met zout. Even roeren. Dan laten we dat water op een schaal vallen en we doen het in een glas. En dan moeten we heel lang geduld hebben, want dat water gaat dan verdampen. En wat gaan we dan zien? In het glas doen we de draadjes. De draadjes zuigen het water onhoog. En na twee dagen gaan we hier prachtige zoutkristallen zien. En op op deze schaal een heel prachtig, het lijkt wel een eiland, patroon van zout wat er dan ontstaat. Water verdampt.
Maar water wordt ook opgenomen. Kinderen zijn gek op gombeertjes. Als je nu drie van die leuke gombeertjes hebt, dan zeg je: één doen we in het water, en als we een nachtje wachten en we komen de volgende dag weer kijken bij het gombeertje, dan zien we dat dat gombeertje heel erg groot gegroeid is in vergelijking tot de twee andere die er nog naast liggen.
Maar er is natuurlijk nog meer te doen met water. We kunnen ook met ijsklontjes iets aan de kinderen laten zien. Wat gebeurt er met een ijsklontje als we dat in het water gooien? Ja natuurlijk, dat ijsklontje gaat smelten. Maar hoek komt het dat het gaat smelten? Wat gebeurt er dan van binnen in dat ijsklontje? Dan kun je dat ijsklontje vergelijken met iets dat uit heel veel blokjes bestaat, en dat noemen de mensen moleculen. En al die blokjes van dat ijsklontje, die moleculen, gaan zwemmen doordat ze in dat water vallen. Want die blokjes willen allemaal opgaan in de eenheid van het water. Dus die blokjes gaan zwemmen. Allemaal komen ze in het water.
Het nodigt uit voor een kind om gelijk een ander bouwsel te maken. Dat ga ik nu niet allemaal doen. Maar op een gegeven moment dacht ik: hé, ik ga er iets anders mee doen. En ik zei tegen de kinderen: dit ben ik. Zie je mijn benen? En zie je mijn hoofd? En mijn armen? Je moet het je even kunnen voorstellen. Maar kijk, stel je voor: ook mijn lichaam gaat een keer oplossen. En wat gebeurt er dan? Ook als die blokjes gaan weer zwemmen. Ze gaan terug naar waar ze vandaan komen, want alles verandert, maar niets gaat verloren. Maar hé, wat zit daar nou?
Een innerlijke waarde hierbij is te beseffen dat alles komt, alles gaat, alles verandert. En dat wij de keuze hebben hoe wij met veranderingen omgaan. En alles blijft stromen.
Alles stroomt, alles verandert richting de eenheid.
De volgende keer, de laatste keer, behandelen we het levensprincipe ‘de kracht van samenwerking’.
DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND (PDF)
Zeer aanschouwelijke. transfiguratie!
Dank.