28-3 De wijze zal het hoofd van de werkers zijn – het derde commentaar op strofe 28 van de Daodejing

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

DOWNLOAD THE CHINESE GNOSIS (FREE PDF)

LEES MEER OVER DE INOOPOCHTEND ‘TOEWIJDING AAN TAO’ OP 23 NOVEMBER

Hieronder volgt het derde commentaar dat J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) hebben geschreven op strofe 28 van de Daodejing (of Tao Teh King) in hun boek De Chinese Gnosis. Hun eerste en tweede commentaar, hoofdstuk 28-1 en hoofdstuk 28-2 is ook online te beluisteren en te lezen.

Wij willen trachten alles wat in de beide voorgaande hoofdstukken over hoofdstuk 28 van de Tao Teh King geschreven werd, nog eens zo duidelijk mogelijk voor u te plaatsen.

De microkosmos is toegerust met grote vermogens en krachten, die zich in twee stromen openbaren: de stroom van het goddelijke alvermogen en de stroom van de goddelijke liefde. Deze twee stromen moeten tot openbaring komen in de persoonlijkheid, in het persoonlijkheidswerktuig van de microkosmos. De persoonlijkheid kan deze heerlijke opdracht eerst dan vervullen als zij daartoe geschikt gemaakt is. De persoonlijkheid is een instrument dat in lange dagen van openbaring gereedgemaakt werd om deze taak te kunnen vervullen. Zij is echter geen dood instrument, maar een levend wezen, dat zich bewust en vol van weten aan de microkosmos moet toevertrouwen om haar te dienen en de twee monadische stromen te ontvangen. De gehele persoonlijkheid is daartoe van den beginne geroepen en verkoren geweest.

Het feit nu dat het algeopenbaarde steeds met leven begiftigd is – een leven dat, daar het uit God ontheven is, van den beginne tot vrijheid geroepen is en dus steeds een keuzebepalend vermogen bezit – is er de oorzaak van geweest dat een deel van de persoonlijkheidsmensheid, door verkeerde keuze en vertragingsfouten, haar wezenheden in het labyrint van de natuur des doods heeft doen verdwalen. Zo zijn beschadigingen en kristallisaties veroorzaakt, die eerst moeten worden hersteld en tenietgedaan alvorens de werkelijke, van God verordineerde opdrachten kunnen worden vervuld.

Wie deze weg van heiliging en genezing gegaan is, komt de ‘vallei van het rijk’ binnen – het werkelijke leven in God – en ontdekt en leert hoe hij de twee microkosmische stromen moet gebruiken en aanwenden. Hij treedt dan het werkelijke kindschap Gods binnen en wordt terstond, zoals wij zagen, een waardevol werker in de volstrekte betekenis van het Lichtrijk, namelijk een voorbeeld, een werkelijk type van het Lichtrijk. Het eerste dat de werker in Gods wijngaard nu onderneemt, krachtens de liefde Gods waarmee hij één geworden is, zal het herstel en de uitredding zijn van al het verdoolde en verzonkene.

Op dit punt van bezinning maakt Lao Tse zijn leerlingen duidelijk dat de offergang van de bevrijden voor de nog niet bevrijden niet negatief moet worden verstaan. Van het standpunt van de natuur des doods is de zich offerende mens een mens van smarten, zoals Jezus de Heer ‘de man van smarten’ wordt genoemd. Doch u dient te verstaan dat deze offergang der logica de rechtlijnige doorgang beduidt, de werkelijke opgang naar en in het ene doel. Daarom zegt Lao Tse:

‘Is hij het voorbeeld voor het rijk, dan zal de altijddurende deugd in hem niet falen en zal hij terugkeren tot het eindeloze.’

Zij die nog in driedimensionale boeien opgesloten zijn onderscheiden scherp van elkaar een ‘boven’ en een ‘beneden’. Doch voor een mens die zijn of haar licht kent, is het ‘boven’ ̋ aan het ‘beneden’ gelijk. Hij zal door het ‘beneden’ naar het ‘boven’ gaan. Dit wil zeggen dat de offergang der logica een vreugdegang is, de open poort tot het eindeloze. De mens die geheel en al in de natuur des doods gevangen is, ervaart het offer niet als een vanzelfsprekendheid, doch als een felle smart, die hij zoveel mogelijk tracht te voorkomen. Daarom moeten allen die de Universele Gnosis naderen niet slechts hun levenshouding wijzigen, doch vooral ook hun levensvisie. Dan zal vele malen, door verandering van levensvisie, smart in vreugde verkeren, doodsbesef in leven, moeiten en verdriet in blijdschap, zonder een feitelijke wijziging van de uiterlijke levensomstandigheden.

Sommige mensen zijn zo gewend bepaalde levenssituaties waarin zij verkeren zwaar, moeilijk, vreselijk en ontzettend te vinden, hun mentaliteit is daarmee zo vertrouwd geraakt, zij worden zo door de betrokken gedachtebeelden overheerst, dat zij niet meer tot verandering van levensvisie kunnen komen, ofschoon zij toch over voldoende nieuwe zielenkwaliteit de beschikking hebben. Zij maken van hun onverwelkbare schat dus geen gebruik. Als zij tot een nieuwe levensvisie zouden kunnen doorbreken, zouden zij direct ervaren door de poort te zijn heengegaan en zouden zij het bedoelen van de uiterlijke omstandigheden geheel doortasten. Daarom zegt Lao Tse:

‘Hij die zijn glorie kent en in de schande blijft, is de vallei van het rijk. Als hij de vallei van het rijk is, zal de altijddurende deugd in hem haar volmaaktheid bereiken en zal hij tot de oorspronkelijke staat terugkeren.’

Begrijp tenslotte het woord: ‘Toen de oorspronkelijke, eenvoudige staat zich verspreidde, zijn de dingen gevormd.’

In de oorspronkelijke nadirstaat van de mensheid, toen haar stoffelijke levensschool nog niet tot zonde vervallen was, werden alle dingen, alle waarden, alle stoffelijke vormen die voor het leven in de oefenschool der mensheid noodzakelijk waren, tot aanzijn gevoerd. Al deze waarden, dingen en krachten van het oorspronkelijke begin zijn nog steeds aanwezig. Toen de oorspronkelijke, eenvoudige staat zich verspreidde, zijn de dingen onvernietigbaar gevormd. De wijze nu, de bevrijde mens, zal al deze dingen herkennen, terugvinden en vol vreugde en dankbaarheid aanvaarden en opnieuw aanwenden en toepassen. Daarom zegt Lao Tse:

‘De wijze, als hij dit alles gebruikt, zal het vanzelfsprekende hoofd van de werkers zijn. Hij zal zonder beschadigingen tot heil van allen regeren en niemand kwetsen.’

Bron: De Chinese Gnosis, door J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

DOWNLOAD THE CHINESE GNOSIS (FREE PDF)

LEES MEER OVER DE INOOPOCHTEND ‘TOEWIJDING AAN TAO’ OP 23 NOVEMBER