Gerechtigheid – arcanum 8 of 11 van de hermetische tarot – het achtste of elfde symbool van de Egyptische mysteriën

Op de achtste dag sprak de hogepriester aldus:

Waarheid en rechtvaardigheid noemen we het symbool dat we vandaag nader gaan bestuderen. Zoals symbool VII met symbool IV en symbool I is verbonden, zo staat symbool VIII met symbool V en symbool II in verband. Met symbool II en V ontving je de belofte dat je geopenbaard zou worden wat zich achter deze voorgang bevindt, namelijk de waarheid.

Je behoeft niet de onderling tegenstrijdige systemen van de filosofen te leren kennen. Je hoeft je evenmin voor de leringen van de priesters van deze of gene tempel nederig in het stof te buigen. Je moet, nadat je gewogen en niet te licht bevonden bent, datgene erkennen wat werkelijk en echt is. Je bevindt je nu op de Isisweg, die over de symbolen II, V, VIII, XI, XIV, XVII en XX door het boek Thoth loopt. Schriftelijke en mondeling onderricht kunnen je naar erkenning van de waarheid leiden en je laten inzien hoe de wet van zaaien en oogsten, van klank en weerklank, van actie en reactie werkt.

Laat symbool VIII goed tot je doordringen. De heerseres houdt, zittend op een troon, met geblinddoekte ogen een zwaard en een weegschaal in haar hand. Het zitten duidt op rust en evenwicht. De geblinddoekte ogen zeggen ons dat zij zonder aanziens des persoons plaatsvindt en onpartijdig is. Zij laat zich noch door schoonheid, noch door rijkdom beïnvloeden of omkopen. Zij overweegt en straft rechtvaardig.

Moed en magisch vermogen vormen de toetssteen om te weten of je werkelijk de waarheid gevonden hebt, want slechts waarheid en kunnen brengen moed voort. Je zult in de eerste plaats moed hebben de dood tegemoet te treden, niet de moed van de dappere, die zich op de tanden bijt en wilskrachtig de dood in de ogen ziet, maar de moed van de wijze, die weet dat de dood een zich dikwijls herhalend gebeuren is, een overgang en geen einde.

Je zult echter niet alleen de moed opbrengen ten opzichte van sterven, maar ook ten opzichte van lijden en ten opzichte van het verdedigen van je mening. Je zult lijden kunnen verdragen omdat je de vergankelijkheid ervan inziet, waardoor je er geen angst meer voor koestert. De waarheid behoedt je voor vrees, je hebt immers niets te vrezen: alles, lijden en vreugde, brengt je nader tot je doel: de volmaaktheid.

Dit is het eerste kenmerk van de waarheid. Het andere is dat je vermogens  in jezelf zult ontdekken en tot ontwikkeling ziet komen, die je vroeger niet kende. Zoals de sterren rustig hun banen door het luchtruim zweven, zo zul jij in harmonie met het ritme van de kosmos naar je bestemming toegroeien. Je evenwicht en vrede zullen groot zijn, want je zult in alles en in allen de rechtvaardigheid van de grote wet ontdekken. Je zult oorzaak en gevolg van de dingen, die je heden beleeft, in lang voorbije tijden en in de verre toekomst zien. Je zult de onzichtbare draad van mens tot mens, van leven tot leven kunnen volgen. Je evenwicht zal onschokbaar zijn en je geluk onbewolkt. Ga nu heen en dank de goden.

De jonge priester wachtte met ongeduld de avond af. Onbevreesd. Hij had begrepen dat de bewoner uit hogere sferen hem er geleidelijk aan wennen wilde, zijn aanwezigheid en zijn aanblik te verdragen. Na zijn meditatie strekte hij zich op zijn bed uit en sprak het woord luid uit.

De maan scheen. Hij wachtte af. Daarna hoorde hij muziek van ongekende, nooit vermoede schoonheid en zag de wolk, die zich geleidelijk oploste en plaats maakte voor een lichtende gestalte in een wit gewaad. En een ernstige eerbiedwaardige man sprak: ‘Ik ben de geest die je van geboorte tot graf, van leven tot leven, begeleidt’

Hoewel de man sprak, hoorde de jonge priester geen stem. Hij vernam de woorden in zijn innerlijk en was niet in staat iets te vragen. Hij wilde wel, maar kon niet. ‘Morgen zul je spreken kunnen’. De geest was verdwenen.

Bron: Egyptische Mysteriën, Inwijding in de Esoterische Tarot door Woldemar von Uxkull