Het oordeel, de wedergeboorte of onsterfelijkheid – arcanum 20 van de hermetische tarot

Op de twintigste dag sprak de hogepriester aldus: 

‘Je staat vandaag voor het symbool dat onsterfelijkheid heet. Je ziet een bode van de goden die, staand op een wolk, een bazuin blaast. Uit de graven rijzen mannen en vrouwen met opgeheven armen op. Zij stellen de mensheid voor die het graf – de dood – voorgoed achter zich laat. Verheugd begroeten zij het bazuingeschal dat het begin van een nieuw tijdperk, dat van onsterfelijkheid, aankondigt. Dood, ziekte, oorlog en onrecht zullen voor eeuwig verdwenen zijn. 

Symbool XX ontstaat uit symbool XIX, dat wil zeggen uit de volheid van het leven ontstaat onsterfelijkheid, net zoals blakende gezondheid ziekte uitsluit. Je staat vandaag, mijn zoon, aan het einde van de Isisweg, je kunt nu je ontwikkeling overzien:

Nadat je gewijde geschriften bestudeerd had en de toezegging gekregen dat de poorten van de onzichtbare wereld zich voor je zouden openen (symbool II) heb je mondeling onderricht ontvangen en de belofte is vervuld (symbool V). Daarna ben je door onpartijdige rechters gewogen en heb je gerechtigheid ervaren (symbool VIII). Daardoor heb je moed en magische kracht verworven (symbool XI) en aanvechtingen van het kwade kunnen overwinnen (symbool XIV). Je hebt je ontworsteld aan de aardse wetten en daardoor aan de nauwe aardse moraal. 

Je hebt je aan de goden gewijd, bent tot de oer-godin ingegaan en je met haar verenigd (symbool XVII) en zo tot onsterfelijkheid geraakt (symbool XX). Wat je in het begin beloofd is, heb je ontvangen. De poorten van de onzichtbare wereld hebben zich voor je geopend en je hebt achter de voorhang kunnen schouwen. […] Ga nu heen in vrede en kom vanavond terug.

Het was nacht. De geest van de jonge priester zweefde met zijn begeleider boven de slapende stad. De begeleider zei: ‘Vandaag zul je inzicht in de hemelse hiërarchiën krijgen. Kom!’ Ze vlogen hoger en hoger – door schier eindeloze ruimten. Ze naderden de regionen van de oerbeelden, welke de wil en wijsheid van de goden ontstegen waren toen deze tot de schepping van de wereld en van de evolutie van het heelal besloten. 

De jonge priester zag een geweldig gebergte voor zich opdoemen dat uit zeven trapsgewijs boven elkaar liggende hoogvlakten bestond. Zijn begeleider sprak: ‘Dit zijn de vlakten van de machtigen, die weten en zien, willen en kunnen, leiden en dienen. Op de eerste hoogvlakte bevinden zich de geesten die wij begeleiders noemen en die elk een mens toegewezen krijgen om deze door zijn levens te voeren. Ze zijn velen in aantal. 

Op de tweede vlakte zie je de machtigen die de bestemming en de aard van de volkeren bepalen. Hoewel ze verder van ons afstaan, komen ze ons machtiger voor daar hun invloed vele malen sterker is dan van die geesten welke de individuele mens vergezellen. Zoals de geesten van de eerste vlakte een mens stap voor stap aan een onzichtbare draad meevoeren, hem opvoeden en laten oogsten wat hij gezaaid heeft, zo begeleiden de geesten van de tweede hoogvlakte hele volkeren.

Ook volkeren worden geleid en beïnvloed, opdat hun lot zich voltrekt en ze de gevolgen en beslissingen leren dragen, zodat ook zij oogsten wat ze gezaaid hebben. Het zijn de machtige geesten van het tweede plan die zowel vriendschap als vervreemding, haat en oolog ontketenen. Want oorlog (het zwaard) is de ware veroorzaker van omwentelingen in de politieke verhoudingen op aarde. Maar in wezen ontstaan oorlogen altijd in de onzichtbare wereld, daar zij weerspiegelingen zijn van de wrijvingen tussen de geesten van de tweede en de derde vlakte over de vraag hoe de ontwikkeling van de mens zich zou moeten voltrekken.’

‘Wanneer een mens of volk,’ vroeg de jonge priester, ‘door hogere machten tot vriendschap of vijandschap gedisponeerd wordt, wat blijft er dan van zijn eigen verantwoordelijkheid over?’

‘De verantwoordelijkhied is er, want binnen het grote plan bepaalt zijn vrije wil zijn lot. En zo hij beslist, zo zal hij oogsten. Hij zal de gevolgen van zijn daden, zijn keuze moeten dragen. Wat hij zaait zal hij oogsten. De hogeren gebruiken hun macht niet om het zaaien te beïnvloeden, maar om de oogst, hoe die ook mag uitvallen, binnen te halen. De wet van oorzaak en gevolg is tijdloos. 

Kijk nu eens naar de geesten van de derde hoogvlakte, ze zijn machtiger dan de vorigen. Ieder van hen is de beschermgeest en bestuurder van een planeet en waakt over de ontwikkeling, de bewustwording en het lot van zijn bewoners. Want het lot van de planeet is ten nauwste verbonden met het ontwikkelingsniveau van zijn bevolking.

Wat zegt ons de vierde vlakte?

Nòg grotere macht, een schier onverdraaglijke glans omstraalt deze geweldigen. In de oneindige ruimte cirkelen miljoenen zonnen, waar omheen grote aantallen planeten draaien. Elk zonnestelsel op zichzelf vormt één geheel, net als een familie of een staat. Ook zij worden geleid en wel door één van de verheven wezens van deze vlakte. 

Op de volgende vlakten, de vijfde, zesde en zevende verblijven in gestaag toenemende rangorde van macht, geesten die veel goddelijks zien én uitstalen. Van hun wijsheid en macht kunnen we ons geen voorstelling maken, noch hun nabijheid verdragen. Zij zijn goden geworden. De geesten van de zesde en zevende vlakten zien altijd de Zon van Osiris. Ook jij zult eenmaal tot hen behoren. Voor vandaag is het echter genoeg.’

Weer voelde de jonge priester zich door duizeligheid en bewusteloosheid overmand om dan in de tempel achter het altaar te ontwaken. 

Bron: Egyptische Mysteriën, Inwijding in de Esoterische Tarot door Woldemar von Uxkull