Het werk is blijvend, de mens is een voorbijganger – hoofdstuk uit ‘De vuurgloed van de ontstijging’ door Peter Huijs

BESTEL DE VUURGLOED VAN DE ONTSTIJGING

Vanaf het tweede kwart van de twintigste eeuw gaven de stichters van de geestesschool van het moderne rozenkruis uitdrukking aan een impuls uit het geestelijke veld, die hun innerlijk kon bereiken, die zij konden omvatten en als opdracht aanvaarden. Met hun arbeid veroorzaakten zij de spirituele golfbewegingen die duizenden een werkelijk lichtend perspectief boden en nog steeds bieden. Vanuit dat geestelijke veld ontstaken zij het vuur, dat nu in het innerlijk van velen net zo vlamt als toentertijd bij hun.

Het werk zal zich in de komende periode in een nieuwe dynamiek ontwikkelen, maar onverminderd voortbouwen op de grondslag van die eerste tempel, gewijd aan de eerste straal van de zevengeest, de Haarlemse hoofdtempel: ‘Predikt het evangelie en geneest de zieken.’ Daarom is het goed, te getuigen van grote dankbaarheid aan de oudsten onder ons die het werk gedragen hebben.

Onze zekerheid vinden we in de grote groep vrienden die hun weg van inwijding binnen de mysterieschool voortzetten. Onze hoopvolle verwachting vestigen we op een belangwekkend aantal jongeren die het werk op hun wijze gestalte zullen geven. Het aloude voorwoord van onze Fama drukt het als volgt uit:

‘De ware discipelen van de wijsheid en de waarachtige beoefenaren van de spagirische [alchemische] kunst zullen deze dingen beter waarnemen en doorschouwen en er een geheel ander oordeel over vellen. […]
Thans zal het gezegende morgenrood aanbreken, dat met zijn glans, na het einde van de duistere nacht van Saturnus, het schijnsel van de maan en de zwakke vonkjes van de hemelse wijsheid die nog bij de mensen zijn blijven bestaan, volledig zal doen verbleken. Het is een voorbode van de lieflijke zon, die met haar reine en vurig glanzende stralen de gezegende dag, waarnaar vele vrome harten hunkerend uitzien, zal doen aanbreken. In het licht van deze dag kunnen alle hemelse schatten der goddelijke wijsheid en ook het geheimenis van alle verborgen, onzichtbare dingen der wereld, overeenkomstig de leer der eerste vaderen en der oude wijzen, herkend en doorschouwd worden.
Dit zal de echte, koninklijke robijn zijn, de edele, stralende karbonkel, waarvan gezegd wordt dat hij een vurige glans en een stralend licht in de duisternis uitzendt, voor alle lichamen een volmaakt geneesmiddel is, onedele metalen kan omzetten in het puurste goud, en alle ziekten, angst, nood en droefenis van de mens vermag weg te nemen.’

Op deze wijze opnieuw verbonden met het zegel van Christiaan Rozenkruis, worden naast de aloude waarden van een broederschap in Christus, ook de lijnen van het oude hermetisch-christelijke ideaal – als een wereldwerk – modern en actueel.

Z. W. Leene heeft de eerste tempel geconcipieerd; het is te beschouwen als de vrucht van zijn leven. Het werk werd verder gedragen door J. Leene en H. Stok-Huizer, later bekend als Catharose de Petri. Eenendertig jaar lang, vanaf 4 september 1937 tot 24 juni 1968, hebben de grootmeesters van het Lectorium Rosicrucianum in de eerste vuurtempel van de broederschap, in Haarlem, bijna wekelijks de actuele tekenen van de tijd en de grote geestelijke schatten van de menselijke microkosmos aan de studenten en leerlingen van het Rozenkruis verklaard. Catharose de Petri droeg in 1969, een jaar na het overlijden van haar broeder, de praktische leiding van de arbeid over aan het college van de internationale spirituele leiding. Sindsdien is de Haarlemse hoofdtempel, zoals deze wordt aangeduid, de plaats-van-dienst waar veel werkers in dezelfde voetsporen hun arbeid en hun dienst verrichten.

De aanleiding voor dit boek is de diepgevoelde behoefte een getrouw getuigenis voor Z.W. Leene af te leggen, nu deze tempel, op 4 september 2012 vijfenzeventig jaar onafgebroken werkzaam is geweest.

De tempel zelf bedoelt te zijn één straal van het heilige, het midden van alle leven, dat innerlijk is. Het brandpunt van de tempel behoedt in beeld, in symboliek en in opklimmende vibraties de diepere en geestelijke waarden van het mens-zijn.

De bedoeling van de tempel is, dat het brandpunt – gewijd aan de zonnelogos Christi, geladen door de Lichtenergie van de Orde en de broederschap, opgewekt door de aspiratie van alle vrienden – samenvalt met het geestelijk brandpunt in de mens.

In de ontmoeting met de tempel slaan Licht, energie en inspiratie als een weldadig vuur door de mens heen, en wekken hem om zelf de vleugels uit te slaan, op weg naar zijn eigen vrijheid, op weg naar verbinding, en naar dienst voor anderen.

De energieën van de tempel, vurig, liefdevol en werkzaam, verbinden de mens als microkosmos, de vlammende creatie van de geest, met de Schepper, de Al-Ene, die alles in allen is. Zij worden tot één – en het blijkt, dat er nooit enige scheiding is geweest, slechts onwetendheid. Onwetendheid en vergetelheid over de ware afkomst en aard van de mens is de geestestoestand, waaruit de zoeker ontwaakt. Veel mensen in de post-postmoderne tijd, de tijd van het einde van alle grote verhalen, herkennen zich in die toestand. En omdat rond hun bewustzijn de mist opklaart omtrent de elementaire bestaanswaarheden, schudden zij steeds meer de gedroomde werkelijkheid van zich af.

In het Evangelie van de Waarheid stelt Valentinus het aldus: ‘Zoals bij iemand die onwetend is diens onwetendheid vanzelf verdwijnt wanneer hij tot kennis komt, zoals het duister verdreven wordt wanneer het Licht verschijnt, zo lost het tekort op in de volkomenheid.’

Aan het verlichten van die onwetendheid wijdde Z.W.Leene zijn leven. En het is precies daarop dat hij aansloot, toen hij aan het begin van zijn arbeid schreef:

‘Ja vrienden, dan pas kunt u gaan ontwikkelen dat wat tot nu toe sluimerende was – en u zult verstomd staan van de heerlijkheid der wetenschappen die voor ons zijn weggelegd. Wat dan voor u nodig is? Allereerst honger naar de geest en in de tweede plaats ernst, diepe ernst. Vervolgens eerbied! – Dan dienst voor anderen, en vervolgens dienst voor anderen en dienst voor anderen en nogmaals dienst voor anderen. U zult dan ervaren dat er grote schatten voor u klaar liggen – grote geestelijke schatten.’

Bron: De vuurgloed van de ontstijging door Z.W. Leene en Peter Huijs

BESTEL DE VUURGLOED VAN DE ONTSTIJGING

Eén gedachte op “Het werk is blijvend, de mens is een voorbijganger – hoofdstuk uit ‘De vuurgloed van de ontstijging’ door Peter Huijs

  1. Mee

    Did you know? In English, twelve is the largest number that has just one syllable.

Reacties zijn gesloten.