Mikhaïl Naimy schrijft zijn bundel ‘Gesprek met de ander’ over zijn eigen leven op een moment dat hij niet meer weet wat hij moet doen. Het is een innerlijk gesprek waarin de dood een grote rol speelt. De rede, het verstand en het gevoel bieden hem geen houvast meer. In deemoed keert hij zich naar de Andere die hem toont dat alles zich in de mens afspeelt. Het hoogste in de mens is de Liefde, de overgave aan Gods wil. Hieronder volgen het woord vooraf, het eerste gedicht met de titel ‘Duizenden wonderen’ en de inhoudsopgave.
WOORD VOORAF
‘Wrijft uw ogen uit en weest wakker! Want ge zijt meer dan de aarde. Uw bestemming is meer dan te leven en te sterven en overvloedig voedsel te verschaffen aan de immer hongerige kaken van de dood. Uw bestemming is vrij te zijn van leven en van sterven, van hemel en hel en alle elkaar bestrijdende tegenstellingen die tot de dualiteit behoren.’
Dit zijn woorden die Mirdad spreekt in Het Boek van Mirdad, geschreven door de Libanese schrijver/ dichter Mikhaïl Naimy, dat in het jaar 1960 vanuit een Engelse vertaling bij de Rozekruis Pers werd uitgegeven, en inmiddels aan de derde druk toe is. Naimy vond voor Het Boek van Mirdad een unieke, zeer geïnspireerde vorm om een roep, een boodschap aan de mensen te brengen – helder, confronterend en vol wijsheid.
In het begin van zijn literaire leven was Naimy bevriend met een groep Arabische en Libanese schrijvers, waaronder Kahlil Gibran . Gibran geeft in een van zijn vele brieven aan Naimy blijk van zijn bewondering voor de wijze waarop Naimy het poëtische werk van anderen recenseert. Hij zegt onder andere: ‘Meesha, als je hart niet verbonden zou zijn met de taak die poëzie heeft, zou je de poëtische ervaringen van anderen niet hebben kunnen ontdekken. Wanneer je zelf niet een lange wandeling in de tuin van de poëzie had gemaakt, zou je niet in opstand zijn gekomen tegen hen die alleen de donkere, nauwe paden van ritme en rijm bewandelen.’
Het ‘gesprek’ dat Naimy vele, vele jaren later, toen hij reeds 83 jaar was, in dit boekje voert, heeft hij in een poëtische vorm gegoten: wilde zijn ziel misschien liever zingen dan spreken….? Al spoedig bemerkt de lezer dat het gaat om een soort van balans opmaken over het leven in de vorm van een innerlijk gevoerd gesprek. Naimy staat zeer bewogen in het leven, hij worstelt met de voorstelling ‘dood’ en hij klaagt de wetmatigheid van het kortstondige leven aan.
Vele levensuitingen en menselijke hoedanigheden verontrusten zijn innerlijk. Deze verontrusting wordt zó hevig, dat rede, verstand en gevoel het niet meer kunnen dragen. Op dit punt van het gesprek, op dit cruciale moment van niet-meer-verder-weten, en geen oplossing vindend op het niveau waar de worsteling plaatsvindt en de aanklacht vandaan komt, is er plaats voor deemoed. Dan kan het Andere, het ziele-aanzicht in de mens zijn suggesties als Inzicht mededelen.
Dat is als het ware het ‘antwoord’ in de innerlijke dialoog: Inzicht. Alles speelt zich in de mens zelf af. Het constateren, de aanklacht, de verontrusting, het oordeel, de opstandigheid…, maar ook het stilvallen van dit alles, waardoor een open ruimte geschapen wordt voor Inzicht.
Naimy voert ons uit de verontrusting tot een Inzicht dat uiteindelijk voert tot de Liefde. In Het Boek van Mirdad zegt hij: ‘Wij leven opdat we zullen leren lief te hebben. Wij hebben lief opdat we zullen leren te leven. Geen andere les wordt van de mens gevraagd…..De liefde die een deel van het geheel uitsluit, veroordeelt zichzelve tot smart… Zolang gij door liefde smart lijdt, hebt ge uw ware zelf niet gevonden, noch de gouden sleutel der Liefde. Omdat ge een kortstondig zelf liefhebt, is ook uw liefde kortstondig.’
Hoogtepunt in het voor uw liggende boekje is dan ook het ‘Hooglied’ van de Liefde – de totale overgave aan Gods Wil. Zonder deze zelfovergave kan de mens nimmer tot een wezenlijke verandering en vernieuwing komen. Want Liefde behoort niet toe aan het domein van de dualiteit. In die zin zou van dit boekje gezegd kunnen worden: het voert de lezer tot de verontrusting. Wie verontrust is, wordt geroepen tot levensverandering – wie door Inzicht verandert, zal – het kán niet anders – door de Liefde totaal vernieuwd worden.
Rozekruis Pers
DUIZENDEN WONDEREN
Sinds ik de schoot van mijn moeder verlaten heb,
tot het uur waarin mijn zon zal ondergaan
omgeven Uw wonderen mij, o God.
En zelfs het kleinste van deze wonderen is zo groot
dat het menselijke verstand
het niet kan bevatten –
onvermoed en onvoorstelbaar,
met geen penseel te schilderen,
met geen pen te beschrijven,
en er is geen tong die het vertellen kan.
Temidden van al deze wonderen
word ik – zelfvergeten – stil…
en zo peinzend komt het mij voor
dat ik zelf het grootste van alle wonderen ben.
Telkens als ik mijn ogen of mijn mond
open of sluit,
ontmoet ik duizend wonderen;
ik voed mij ermee
en ik les mijn dorst ermee,
met wonderen kleed ik mij
en over duizend wonderen loop ik,
met wonderen ga ik slapen
en temidden van wonderen ontwaak ik.
Mijn ziel is een wonder
en ook mijn bloed,
ja iedere cel van mijn lichaam.
En het allerwonderbaarlijkste
zijn de cellen in mijn brein,
waar al drieëntachtig jaar lang
de sporen van mijn leven zich hebben ingeprent.
Ik heb geen idee bedacht,
geen droom gedroomd,
geen plan gesmeed,
geen schilderij bekeken,
geen stem beluisterd,
geen spijs geproefd,
geen ding gevoeld,
geen geur genoten
en geen woord gesproken
zonder dat het zich inprentte
in deze wonderbaarlijke cellen.
O, wonderbaarlijk bent U, mijn God
en wonderbaarlijk ben ik!
In Uw grenzeloze ruimte
zijn talloze manen, zonnen en sterrenstelsels –
hun afstanden, omvang en inhoud zijn onmetelijk
evenals de banen die zij beschrijven.
Er zijn er die om hun eigen as draaien,
andere cirkelen om elkaar.
Maar alle bewegen ze met een ongelofelijke snelheid,
zonder dat ze met elkaar botsen
of elkaar de weg versperren.
Ze wentelen en draaien
al miljoenen jaren
en ze zullen blijven ronddraaien,
nog miljoenen jaren
zonder uit hun baan te raken
en zonder moe te worden.
En terwijl ze ronddraaien, zingen ze.
Maar mijn afgestompte gehoor
verneemt niet hun gezang,
want er zijn te veel stemmen
die zich aan mij opdringen.
Alleen mijn ziel luistert naar hun gezang
en verheugt zich.
INHOUDSOPGAVE
Woord vooraf
- Duizenden wonderen
- De symfonie van de aarde
- Tussen spreken en zwijgen
- De wonderbaarlijke schatkist
- Fantasie vult de kruik van mijn ziel
- Het schitterende licht van de intuïtie
- De wil van de wetende en onwetende mens
- Afspraak met de dood
- De prachtige menselijke tempel
- Wat geschreven staat, blijft!
- Tot ik alleen nog maar geest ben
- Het heldere gelaat van mijn leven
- Wij tiranniseren onszelf
- Spelonken van de duisternis
- Het altaar van het geld
- De menselijke betrekkingen
- De macht van de liefde
- Denken alleen is niet genoeg
- Hoogtepunten en dieptepunten
- Leven is liefde
- Een zachte hand
Bron: ‘Gesprek met de ander’ door Milkhaïl Naimy
LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN EN OVER MIKHAIL NAIMY