Omraam Mikhaël Aïvanhov over geheimen uit het boek van de natuur

BESTEL GEHEIMEN UIT HET BOEK VAN DE NATUUR

Wij leven in een beschaving die van ons eist dat we kunnen lezen en schrijven en dat is heel goed. het zal altijd nodig zijn te lezen en te schrijven, maar dit zijn twee vaardigheden die je ook op andere gebieden moet leren gebruiken.  In de wetenschap van de ingewijden betekent ‘lezen’ in staat zijn om de subtiele en verborgen kant van de dingen en de schepselen te ontcijferen, de symbolen en de tekens door de kosmische intelligentie overal in het grote boek van het universum zijn neergeschreven, te interpreteren. En schrijven is een indruk achterlaten in dit grote boek, inwerken op de stenen, de planten, de dieren en de mensen door de magische kracht van de geest.  Je moet dus niet alleen op papier kunnen leen en schrijven, maar in alle gebieden van het universum. Hieronder volgen hoofdstuk 1 en de inhoudsopgave van het boek ‘Geheimen uit het boek van de natuur’ (uit de Izvor-reeks) van Omraam Mikhaël Aïvanhov.

1 HET BOEK VAN DE NATUUR

Sinds onheuglijke tijden wordt de mens beschouwd als een samenvatting van het heelal. In de oude tempels werd hij voorgesteld als de sleutel waarmee de poorten van het paleis van de Grote Koning geopend konden worden, omdat alles wat in het heelal bestaat aan materie en energie, in mindere mate in de mens aanwezig is. Daarom wordt het heelal ‘macrokosmos’ (grote wereld) genoemd en de mens ‘microkosmos’ (kleine wereld); en God is de naam van de sublieme Geest die de grote en de kleine wereld heeft geschapen, die ze bezielt en in leven houdt. Om te leven en zich te ontwikkelen moet deze microkosmos, die de mens is, voortdurend in contact en verbonden blijven met de macrokosmos, de natuur; hij moet onophoudelijk met haar uitwisselen en deze uitwisseling noemt men het leven.

Het leven is niets anders dan een onafgebroken wisselwerking tussen de mens en de natuur. Als deze wisselwerking wordt geblokkeerd, volgen ziekte en dood. Alles wat wij eten, drinken en inademen, is het leven van God zelf. Niets bestaat in de kosmos, wat geen leven ontvangt en wordt bezield door de goddelijke Geest. Alles leeft, alles ademt, alles klopt en heeft deel aan de grote stroom die uit God voortkomt en die het heelal doordringt, van de sterren tot aan de kleinste deeltjes. De apostel Paulus heeft gezegd: ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij.’ (Hand. I7:28)

Uitwisseling is de sleutel van het leven. Gezondheid of ziekte, schoonheid of lelijkheid, rijkdom of armoede, intelligentie of domheid, enzovoort, zijn afhankelijk van de manier waarop de mens uitwisselingen heeft. Alles is voeding, ademhaling, eindeloze uitwisseling. Wanneer wij eten, wisselen wij uit in de fysieke wereld; wanneer wij gevoelens ervaren, wisselen wij uit in de astrale wereld; wanneer wij denken, wisselen wij uit in de mentale wereld. Door de manier waarop zij zich voeden, ademen, enzovoort, blokkeren veel mensen de kanalen van hun organisme; er kan dus geen normale uitwisseling meer plaatsvinden tussen de natuur en henzelf, en ze worden ziek. Hetzelfde geldt voor het verstand en het hart. Als het verstand en het hart niet op de juiste manier heldere gedachten en hartelijke gevoelens ontvangen en als ze de negatieve gedachten en gevoelens niet verwerpen zoals men as of afval wegwerpt, gaan ze ten onder.

Om volmaakt gelukkig te zijn, moeten de mensen leren op de juiste manier uitwisselingen te hebben en vooral hun hart te openen voor de natuur, te voelen dat ze met haar verbonden zijn, er deel van uitmaken. Wie zijn hart opent voor deze goddelijke stroom die het heelal doordringt, verwezenlijkt de volmaakte uitwisseling en een nieuw begrip ontwaakt in hem, waardoor hij de meest subtiele filosofische vragen begint te bevatten. Men vraagt hem: ‘Weet u dat die en die filosoof heeft geschreven wat u daar zegt?’ Nee, dat weet hij niet, maar het is ook niet erg noodzakelijk dat hij dat weet. Wat hij werkelijk kent, is de uitwisseling, omdat hij die beleeft en doorvoelt.

Het is goed om te zeggen dat deze of gene denker dit of dat heeft geschreven, maar het is beter om uit eigen ervaring te putten. In plaats van boeken te lezen, kan men zich beter verbinden met de enige bron die werkelijk onuitputtelijk en onsterfelijk is, namelijk de natuur. Laten we van nu af aan leren citeren uit het grote boek van de natuur, waarin alles staat geschreven, want alle mensen zullen vergaan en aangezien zij onvolmaakt zijn, hebben ze zich allemaal min of meer vergist, terwijl de natuur eeuwig levend en waarachtig blijft.

Een groot Meester, een groot Ingewijde, is iemand die de structuur van de mens en de natuur kent en die weet wat hij met haar moet uitwisselen door zijn gedachten, gevoelens en daden. Daarom zeggen de oosterlingen dat je meer leert in vijf minuten bij een echte Meester, dan in twintig jaar aan de beste universiteit van de wereld. Bij een Meester leert men de kennis van het leven, omdat elke grote Meester het ware leven in zich draagt.

Het grote verschil tussen studeren aan de unversiteit en studeren aan een Inwijdingsschool is, dat je aan de universiteit alles leert over de buitenkant van het leven en na enige jaren studeren ben je nog steeds dezelfde gebleven, met dezelfde zwakheden, dezelfde onvolkomenheden. Natuurlijk, je bent misschien een vooraanstaand en beroemd wetenschapper geworden, je hebt geleerd instrumenten te bedienen, auteurs te citeren, je goed uit te drukken en zelfs veel geld te verdienen, maar de mogelijkheden om de geest van je medemensen te vervormen zijn ook toegenomen. Daarentegen ervaart degene die de wetenschap der Ingewijden bestudeert, na enige tijd een diepgaande verandering in zichzelf: zijn onderscheidingsvermogen en zijn morele kracht zijn toegenomen en hij is een zegen voor de anderen.

Studeren aan de universiteit wil zeggen dat men in een laboratorium een vrucht analyseert met behulp van alle natuurkundige en chemische methodes; men leert uit welke elementen de schil, het vruchtvlees, de pit en het sap bestaan, zonder ooit de vrucht te proeven, zonder ze ooit te leren kennen met behulp van de natuurlijke instrumenten die God ons ter beschikking heeft gesteld, zonder er de effecten van te ervaren. De wetenschap der Ingewijden leert u misschien niets over de natuurkundige samenstelling van de vrucht, maar zij leert u hoe u deze moet eten en na korte tijd komt u tot de ontdekking dat al uw inwendige radertjes in beweging zijn gezet, dat hun nieuw leven werd ingeblazen, dat zij in balans werden gebracht. En dan kunt u zich toeleggen op de studie van het grote boek van de natuur; u zult er de natuurkundige, scheikundige en astronomische aspecten in ontdekken, beter verklaard dan in wetenschappelijke boeken en u zult zien hoe ze onderling verbonden zijn.

Het is nuttig bepaalde disciplines uit te diepen, elk van hen onthult ons een kant van het heelal en van het leven, maar door de manier waarop men momenteel onderzoekt, dringt men slechts door tot de dode kant van de dingen. Op een dag zal men ontdekken dat de wetenschappen tot leven gebracht moeten worden, dat wil zeggen dat ze betrokken moeten worden op alle terreinen van het bestaan. Dan zullen wiskundige formules, bijvoorbeeld geometrische vormen en eigenschappen, een andere taal spreken en zal men ontdekken dat dezelfde wetten onze gedachten, onze gevoelens en ons handelen bepalen. Deze wetenschap beschouw ik als de ware wetenschap. Momenteel kent men te veel astronomie, te veel anatomie, te veel wiskunde… zonder deze wetenschappen met elkaar te verbinden en vooral zonder ze met de mens, met zijn leven te verbinden.

Ik zal u een voorbeeld geven. U meent de vier hoofdbewerkingen te kennen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Maar in werkelijkheid kent u ze niet zodanig dat u ook weet, dat hetgeen in ons optelt, het hart is. Ja, het hart kan slechts optellen, het voegt altijd toe en vaak mengt het alles door elkaar. Dat wat aftrekt, is het verstand. wat betreft het vermenigvuldigen, dit is de activiteit van de ziel en het delen die van de geest. Kijk maar eens naar het leven van de mens. Wanneer hij nog heel klein is, raakt hij alles aan wat hij vindt, hij raapt het op en brengt het naar zijn mond.

De kindertijd is de fase van het hart, van de eerste hoofdbewerking, het optellen. Wanneer het kind in de pubertijd komt en zijn verstand zich begint te openbaren, gaat het alles wat nutteloos, schadelijk of onaangenaam voor hem is verwerpen, kortom het trekt af. Later stort de mens zich op het vermenigvuldigen, dan wemelt het in zijn leven van vrouwen, kinderen, huizen, filialen, allerlei aankopen… Wanneer hij tenslotte oud geworden is, denkt hij weldra te overlijden en stelt hij zijn testament op, waarin hij zijn bezittingen aan deze en gene weggeeft, dat wil zeggen: hij deelt. Men begint met vergaren, vervolgens gooit men veel weg.

Wat goed is, moet men planten om het te vermenigvuldigen. Wie geen gedachten en gevoelens kan planten, kent het ware vermenigvuldigen niet. Terwijl degene die kan planten, weldra een oogst ziet ontstaan, en daarna kan hij delen, dat wil zeggen de verzamelde vruchten verdelen. In het leven worden wij voortdurend geconfronteerd met de vier hoofdbewerkingen. Iets brengt ons gemoed in beroering dat wij maar niet kunnen aftrekken; of ons verstand wijst een echte vriend af, zogenaamd omdat hij niet heeft gestudeerd of geen topfunctie bekleedt. Soms vermenigvuldigen wij wat slecht is en verzuimen te planten wat goed is.

Laten we er dus mee beginnen de vier hoofdbewerkingen in het leven zelf te bestuderen. Vervolgens kunnen wij ons gaan bezighouden met machten, vierkantswortels, logaritmen… Maar laten we er vooralsnog genoegen mee nemen de eerste vier hoofdbewerkingen te bestuderen, want tot nu toe hebben we zelfs niet geleerd hoe we op de juiste manier moeten optellen en aftrekken. Soms maken wij een optelling met een echte schurk, of we bannen een goede gedachte, een verheven ideaal uit ons hoofd, omdat de eerste de beste ons zegt, dat we met dergelijke ideeën zeker van de honger zullen omkomen.

Alles wat wij om ons heen zien, alles wat we nodig hebben om te leven, alles wat we doen, heeft een zeer diepe betekenis. Zelfs onze dagelijkse gebaren bevatten grote geheimen, alleen moet je ze kunnen ontcijferen. Meester Peter Deunov (de spiritueel leraar van Omraam Mikhaël Aïvanhov) zei: ‘De natuur biedt vertier aan de gewone mensen, zij onderwijst de discipelen en slechts aan de wijzen onthult ze haar geheimen.’ Alles in de natuur bezit een vorm, een inhoud en een betekenis. De vorm is er voor de gewone mensen, de inhoud voor de discipelen en de diepe zin voor de wijzen, de Ingewijden.

De natuur is het grote boek dat we moeten leren lezen. Het is het grote kosmische reservoir waarmee we in verbinding moeten treden. Hoe kunnen we deze verbinding tot stand brengen? Heel eenvoudig: door het geheim van de liefde. Als wij de natuur liefhebben, niet voor ons plezier en ons vertier, maar omdat zij het grote Boek is, geschreven door God, zal er een bron in ons opwellen, die al onze onzuiverheden afvoert, de geblokkeerde kanalen vrijmaakt en er zal een uitwisseling ont- staan, waardoor wij begrip en kennis verkrijgen. Zodra de liefde tevoorschijn komt, opent elk wezen en elk ding zich als een bloem. Daarom zal de natuur in ons spreken als we de natuur liefhebben, want ook wij vormen een onderdeel van de natuur.

Jakob Boehme, een groot Duits mysticus, was schoenlapper… Ongetwijfeld had hij dit voorrecht verdiend in een vorige incarnatie, maar op een dag werd hij plotseling verlicht door een schijnsel, zo groot, dat hij het niet kon verdragen: alle dingen om hem heen gaven licht. Buiten zichzelf verliet hij zijn huis en vluchtte het open veld in, maar in de natuur was het nog erger, want de stenen, de bomen, de bloemen, het gras, alles was slechts licht en sprak tot hem door dit licht heen! Veel helderzienden en mystici hebben dezelfde ervaring gehad en weten dat alles in de natuur leeft en vervuld is van licht.

Al naargelang wij onze mening over de natuur wijzigen, veranderen we ons levenslot. Als wij denken dat de natuur dood is, verminderen we het leven in onszelf; als wij denken dat de natuur leeft, bezielt alles wat zij bevat aan stenen, planten, dieren en sterren ons wezen en vergroot het de kracht van onze geest.

INHOUDSOPGAVE

  1. Het boek van de natuur
  2. De dag en de nacht
  3. De bron en het moeras
  4. Het huwelijk, een universeel symbool
  5. De werkzaamheid van de geest: de kwintessens winnen
  6. De macht van het vuur
  7. De naakte waarheid aanschouwen
  8. De bouw van het huis
  9. Rood en wit
  10. De stroom van het leven
  11. Het nieuwe Jeruzalem en de volmaakte mens – De poorten van het Nieuwe Jeruzalem: de parel – De grondvesten van het Nieuwe Jeruzalem: de edelstenen
  12. Lezen en schrijven

BESTEL GEHEIMEN UIT HET BOEK VAN DE NATUUR

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN OMRAAM MIKHAËL AÏVANHOV