Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking – hoofdstuk 17 van ‘Het zegel der vernieuwing’

 

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00

Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) doet met weinig woorden werelden doen opengaan in haar boekje ‘Het zegel der vernieuwing’ (uit 1959), deel 2 van de Rozenserie. Daarbij weet zij de evangelische teksten in een verrassend nieuw licht te plaatsen; zó dat men de gnostieke boodschap die in de heilige taal besloten ligt, duidelijk verstaat. Hieronder volgen de integrale tekst van hoofdstuk 17 (Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking) en de inhoudsopgave. 

Het slotgedeelte van het Evangelie van Markus luidt:

‘En hij zei tot hen: Ga heen in de gehele wereld, en predik het Evangelie aan alle creaturen. Wie geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. En degenen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen doen: in mijn naam zullen zij duivelen uitwerpen, met nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs als zij iets dodelijks drinken, zal het hun niet schaden. Op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen genezen worden.’

De staat-van-zijn, die hier in enkele trekken geschilderd wordt, en de uitkomsten daarvan zijn van een zeer bijzondere aard, die in geen enkel opzicht van toepassing is op de onafzienbare scharen gelovigen, die de wereld momenteel in allerlei schakeringen bevat. Ook de leidslieden van deze scharen beantwoorden niet aan het type dat hier in het Evangelie geschetst wordt. Men heeft dat door de eeuwen heen allerwegen bejammerd, en men tracht in een crisistijd der mensheid steeds zulk een schare van evangeliedienaren te kweken, doch al deze pogingen bleven en blijven zonder enig resultaat, en leveren slechts negatieve wanstaltigheden op, die de poging steeds weer tot een karikatuur maken.

Het zal u duidelijk zijn, dat het evangelische type van bevrijdend gehalte, dat het Markus-Evangelie in het vooruitzicht stelt, een uiterst diepe zin heeft en dat de vermogens die hier worden aangeduid een zeer uitvoerige uiteenzetting vereisen. Zulks te doen is niet mogelijk en ook niet wenselijk. Het is dan ook de bedoeling slechts een afschaduwing te geven van een levensstaat, die behoort tot degenen die in de Zevengeest van een magnetisch lichaam wassende zijn; want dát is het waarop de evangelist doelt.

Allereerst wordt op een tweevoudige staat gedoeld, namelijk die van het geloof en die van de doop. De geloofsstaat Christi is, zoals u weet, het verbonden zijn met de Gnosis en haar stralingskracht via het magnetische veld van het sternum; en de staat des doops is: het verbonden zijn met de Gnosis en haar stralingskracht via het magnetische veld van het pinealis-hersengedeelte. Er wordt derhalve gewezen op een kandidaat die met zijn gehele vijfvoudige ziel herboren is in de Gnosis, en het spreekt vanzelf dat deze mens de ‘zaligheid’, dat is de ganse volheid der heilstransfiguratie, zal verwerven. Immers, zo een staat in het proces.

Het is nu ook duidelijk wat wij te verstaan hebben onder het begrip ‘verdoemenis’. Er wordt niet mee bedoeld een bakken en braden in helse pijnen, zoals de ouden dat voorstelden, doch het als sterfelijke zielen beëindigen van een levensstaat die, zonder het pad des heils, geen zin meer heeft, zodat een microkosmos van zulk een nutteloze ballast bevrijd kan worden, niet langer beschadigd wordt, en een nieuwe beelddrager zal kunnen gaan omvatten.

Het is belangrijk het waarachtige zendingsbevel te verstaan: ‘Ga heen en predik het Evangelie aan alle creaturen.’ Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking moet natuurlijk geboodschapt worden aan allen die het horen willen. En de tijd is nu aangebroken om deze evangelie-bediening op de enig juiste wijze te kunnen volvoeren.

Wat doen momenteel de dienaren der Geestesschool? Zij zetten hun enthousiasme en hun liefde en hun intelligentie in als offer voor de scharen die zoekend zijn. Zij brengen ook het offer van hun tijd en dikwijls van hun gezondheid. Zij vermogen niet nog meer te doen dan dat, omdat zij nog slechts in de eerste fase hunner zelfopenbaring staan.
Het sternumstelsel staat open en als zodanig hebben zij de roos reeds aan het kruis gehecht en zijn zij waarlijk rozenkruiser geworden. Doch hun tocht naar de Calvariënberg, de hoofdschedelplaats, hebben zij nog niet volbracht, hun ‘consummatum est’ is nog niet uitgesproken, omdat het magnetische breinstelsel nog niet open is voor de Gnosis. Zij zijn in deze zin nog niet gedoopt.

Doch allen die het innerlijke pad gaan, zullen nu sneller dan ooit wassende zijn in de genade van de Zevengeest, die zich steeds meer openbaar maakt in het Levende Lichaam van de School van het Rozenkruis. En zo nu wordt de ware evangelie-bediening, uitsluitend voor hen die deel hebben aan zulk een levend lichaam, mogelijk.

De werkers van straks zullen duivelen uitwerpen; zij zullen met nieuwe tongen spreken; zij zullen slangen opnemen; de doodsdranken zullen hun niet schaden; en zieken zullen zij genezen.

Stel u de situatie goed voor. Een dienaar van de School, staande in het Levende Lichaam en werkende uit en door de Zevengeest, wordt oog in oog geconfronteerd met een schare van zoekers van het pad. Nu zullen zij alle krachten van Authades en hun dienaren in het ademveld van de betrokkene alleen reeds door hun vlammende woord wegvagen en aldus het ademveld der zoekenden reinigen. Zij zullen het slangenvuur van de zoekenden aantasten en de daarin aanwezige slangen van de dialectische kundalini.

Alle magnetische krachten en stromen der gewone natuur zullen geen vat meer op hen hebben en alzo zullen zij met zeer grote snelheid en met onbegrijpelijke dynamiek de zeer zieke stelsels der zoekers reinigen en genezen, in zoverre deze ontvankelijk zullen blijken voor de directe ingang van de Gnosis. U zult begrijpen dat op deze wijze, met deze methode, een voor onze begrippen enorme schare zal kunnen worden bevrijd.

Dat deze evangelie-bediening voor alle creaturen die het verdienen zo spoedig mogelijk gestaltenis zal verkrijgen, is onze dagelijkse bede.

INHOUDSOPGAVE

Ten geleide

  1. De ster der hoop en vervulling
  2. Geest en Heilige Geest
  3. Het woord van het gnostieke verbond
  4. De ene weg ten leven
  5. Inzicht, de eerste trede tot het gaan van het pad
  6. Judas, het type van de humanist
  7. Het licht van de ontdekkende en ontmaskerende Gnosis
  8. Dit gebied ik u, dat gij elkaar liefhebt
  9. Laven wij ons aan het wijsheidslicht
  10. De zeven treden van de nieuwe ziele-wording
  11. Het hogepriesterlijke gebed (i) Wie het licht kent, gaat van glorie tot glorie
  12. Het hogepriesterlijke gebed (ii) De naam van de Gnosis geopenbaard.
  13. Het hogepriesterlijke gebed (iii) Onvatbaar voor den boze
  14. Het hogepriesterlijke gebed (iv) Heilig u voor allen die nog zoekende zijn
  15. Het hogepriesterlijke gebed (v) De waarachtige Aquarius-mens
  16. De gemeenschap van het Gouden Hoofd
  17. Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking
  18. De witte keursteen

Bron: Het zegel der vernieuwing door Catharose de Petri, Rozenserie deel 2

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00