De witte keursteen, het laatste hoofdstuk uit het boekje ‘Het zegel der vernieuwing’ van Catharose de Petri

 

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING

Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) doet met weinig woorden werelden doen opengaan in haar boekje ‘Het zegel der vernieuwing’ (uit 1959), deel 2 van de Rozenserie. Daarbij weet zij de evangelische teksten in een verrassend nieuw licht te plaatsen; zó dat men de gnostieke boodschap die in de heilige taal besloten ligt, duidelijk verstaat. Hieronder volgen de integrale tekst van hoofdstuk 18 (De witte keursteen) en de inhoudsopgave. 

Wanneer uit het hart van de universele gnostieke keten een graankorrel wordt neergelegd in de duistere gronden van de natuur des doods, dan weten wij, dat in dat beginsel tot leven de gehele openbaring van het heil verborgen ligt. Daar begint het mee. Voordat u begint het pad te gaan, ligt dus in het hart van de School van het Rozenkruis, in het brandpunt van de School, alles verborgen wat tot uw praktische verwezenlijking op het pad voeren moet. Zelfs voor u zich aansluit bij de School, ligt het heil reeds op u te wachten.

De magnetische kracht in het hart van de School verborgen ligt, de formule des heils, wordt in de gewijde taal dikwijls ‘de naam’ genoemd. Wanneer er wordt gezegd: ‘Allen die de naam van de Heer zullen aanroepen, zullen zalig worden’ (Handelingen 2:21), dan wordt daarmee bedoeld, allen die zich geheel en al verbinden met de magnetische formule, die aan de geestesschool ten grondslag ligt.

Als in Openbaring 2 aan de gemeente van Efeze wordt gezegd: ‘En u hebt moeilijkheden verdragen, en volharding getoond. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden’, dan wordt daarmee zonder meer de werker getypeerd, die in de eenheid met de fundamentele kracht van de graankorrel werkzaam is.

Het kan evenwel ook zijn, dat enig werker met die naam in zijn algemeenheid werkzaam is. Zoals zovelen in de geestesschool, die spreken over de gnosis en haar heil, zonder ook maar enige kracht te doen. Hoe is dat dan te verklaren? Wel, omdat hij de eerste liefde verlaten heeft. Reden waarom er in het volgende vers van Openbaring 2 wordt verklaard: ‘Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten.’

De gnosis die haar arbeid aanvangt in de duistere oorden van het leven, vangt aan zich volledig te openbaren. Haar volkomen liefde, waarmee alles moet worden geopenbaard, is verbonden met het hart van iedere gnostiek arbeid, in deze wereld begonnen. Daar begint het mee!

De liefde van God is primair altijd geopenbaard in volkomenheid. Zij hangt samen met het hart van de geestelijke tempel en zijn daartoe geroepen beschermers. Daarom moet u hier niet denken aan een abstractie. Want de liefde van God moet in onze bestaansorde altijd worden geopenbaard in het vlees.

De liefde van God, wil zij werkzaam zijn, moet immers worden uitgedragen, bekend worden gemaakt, bevestigd worden in de tijd, want zonder dit wonderlijke magnetische vermogen zou de arbeid niet kunnen worden verricht en kan een resultaat niet worden verwacht. Daarom is de liefde van God altijd verbonden met enkele geroepen dienaren en dienaressen die haar beschermen en uitdragen en brandende houden, dwars door alles heen.

Wie deze primaire basis van alle ware hogere wording negeert of miskent, verlaat de eerste liefde. Daarom moet de zoekende mens leren inzien, leren bedenken waarvan hij uitgevallen is, waarmee hij het contact mist, waarvan hij geen gebruik maakt. Wanneer dat nu lukt, dan kan zo een vervolgens gaan leren de basisarbeid te benaderen en toe te passen. Dan keert zo een terug tot de primaire liefde, die op hem ligt te wachten.

Wie dat doet verandert. Hij ontvangt of wordt de dusgenaamde ‘witte keursteen’. De liefde van God, de primaire liefde is de hoeksteen en in de Petrusbrief wordt gezegd: ‘Zo wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap’ (1 Petrus 2:5).

Hij die de witte keursteen ontvangt, is een verbijzonderd mens, een uitverkorene die in de gloed van de goddelijke liefdewet, rein wordt gemaakt. Op die witte keursteen wordt een nieuwe naam geschreven. de naam die volgens de oude legende bestaat uit zeven letters. De ouden zeggen dat de naam van God bestaat uit zeven letters; welnu, de witte keursteen moet weerspiegelen de liefde van God, geopenbaard door en in de mens, zodat zij kan worden gemetseld op de hoeksteen en aldus de nieuwe tempel kan oprijzen tot in de eeuwigheid.

Dat de gnostieke magie u spoedig zulk een witte keursteen doet worden. Wie dit nu kan verstaan, die vatte het!

INHOUDSOPGAVE

Ten geleide

  1. De ster der hoop en vervulling
  2. Geest en Heilige Geest
  3. Het woord van het gnostieke verbond
  4. De ene weg ten leven
  5. Inzicht, de eerste trede tot het gaan van het pad
  6. Judas, het type van de humanist
  7. Het licht van de ontdekkende en ontmaskerende Gnosis
  8. Dit gebied ik u, dat gij elkaar liefhebt
  9. Laven wij ons aan het wijsheidslicht
  10. De zeven treden van de nieuwe ziele-wording
  11. Het hogepriesterlijke gebed (i) Wie het licht kent, gaat van glorie tot glorie
  12. Het hogepriesterlijke gebed (ii) De naam van de Gnosis geopenbaard.
  13. Het hogepriesterlijke gebed (iii) Onvatbaar voor den boze
  14. Het hogepriesterlijke gebed (iv) Heilig u voor allen die nog zoekende zijn
  15. Het hogepriesterlijke gebed (v) De waarachtige Aquarius-mens
  16. De gemeenschap van het Gouden Hoofd
  17. Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking
  18. De witte keursteen

Bron: Het zegel der vernieuwing van Catharose de Petri, Rozenserie 2

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING

 

BELUISTER OF LEES MEER OVER DE VIERDELIGE ROZENSERIE

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00