De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia – beluister of lees hoofdstuk 1 t/m 7 – commentaren van Jan van Rijckenborgh

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

In het boek De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia behandelt Jan van Rijckenborgh het eerste van de zes boeken van Het Evangelie van de Pistis Sophia uit de vierde eeuw en in de 18e eeuw ontdekt (British Museum, Codex Askewianus). Hij plaatst de klassieke teksten in het levende heden voor de mens die het gnostieke pad wil gaan. De Pistis Sophia is als gelovende ziel (Pistis) gekomen tot de grenzen van haar aardse mogelijkheden, verlangend het mysterie voorbij deze grens te ervaren. Gesterkt door de kracht van de wijsheid (Sophia) overwint zij alle hindernissen die de aardse wereld opwerpt bij het oversteken van deze grens. Hieronder zijn de eerste zeven hoofdstukken te beluisteren of te lezen. 

1 De onkenbare mysteriën

 

De Pistis Sophia is de figuur van de denker die, stuk gedacht naar de dialectiek, naar de bevrijdende wijsheid streeft. Zij wordt voorgesteld als een vrouw die naar inwijding zoekt en die, verslagen naar de Pistis, het verstandsdenken, deze nu door en uit de Sophia, de goddelijke wijsheid, ontvangen mag. De Pistis Sophia is een bij uitstek gnostiek evangelie; de gehele geopenbaarde wijsheid van alle tijden is er in samengebundeld en in een nieuwe taal gezegd. Doch zó gezegd, dat geen enkele onbevoegde het kan verstaan en dus evenmin de inhoud verknoeien kan.

Wanneer de natuurmens zijn weg door de eigen mysteriën gaat, komt hij tot aan een grens, tot aan de einden van zijn heelal, van zijn elektromagnetische universum. Dan staat hij – naar de taal van de Pistis Sophia – voor een gebod, waar de meest formidabele magiër niet doorheen vermag te dringen, want dan staat hij voor de ring-niet-verder. Dan komt hij tot zijn werkelijke eerste mysterie, dat onoplosbaar is. De zielenwereld blijft voor hem gesloten.

Het is nu over de gebieden van dat eerste gebod en dat eerste werkelijke mysterie – waarvoor de natuurdrijver staat als voor een muur – dat Jezus zijn discipelen leraarde. Om dat nog eens goed te preciseren herhaalt de Pistis Sophia dat Jezus sprak over het eerste gebod, hetwelk is het vierentwintigste mysterie van binnen-naar-buiten. Op het punt waar het dialectische natuurveld dus eindigt en een ander levensveld begint. Het is een veld buiten alle spiegelsfeer gelegen.

2 Vijf psychologische processen

 

Als wij nu verder in de Pistis Sophia lezen, schouwen wij onder het beeld van de sluiering enkele geweldige psychologische processen, die herkend kunnen worden door leerlingen die eraan toe zijn. Het eerste proces heeft betrekking op een nauwelijks merkbare nieuw-magnetische radiatie die zeer elementair appelleert aan ons geestvonkatoom. Dan kan men iemand horen zeggen: ‘Ik begrijp het niet, doch ik weet dat het waar is en ik kan er niet meer buiten.’ Tegelijkertijd wordt in die eerste aanraking het tweede psychologische proces tot ontwikkeling gebracht. De natuur, waarin u leeft, wordt voor u ontmaskerd als een natuur des doods, waarmee de eigen natuur wezenseen is. Niets wordt onbeproefd gelaten om dit tweede proces zo krachtig mogelijk op u te laten inwerken.

Nu gaat het erom of deze twee psychologische processen u werkelijk pakken zullen en in u worden verankerd. Wanneer dat werkelijk geschiedt, dan ontwikkelt zich een begrijpelijk derde proces: u gaat met alles wat in u is steeds meer verlangen naar de tover van het onbeweeglijk koninkrijk. En u gaat het leven van de natuur des doods steeds meer als vreemdeling ervaren en vaarwel zeggen.

De school van de Christushiërofanten gaat verder en openbaart een vierde proces. Zij zegt tegen u: ‘Nu zal de glorie en de majesteit van het nieuwe leven aan u worden geopenbaard. Voortaan zal niet abstract daarover met u gesproken worden, doch zeer concreet. U zult er op positieve wijze mee worden geconfronteerd. Want u moet op reis gaan! De tijd is daar!’ En uw eerste reactie is blijdschap en verheuging. Dit vierde proces van dankbaarheid en vreugde wordt nu gevolgd door een vijfde proces, dat met het vierde schijnbaar zo volkomen in tegenspraak is, dat de kandidaat in de ontgoocheling daarvan meent alles verloren te hebben, zó definitief alles kwijt, dat de bitterheid en de angst daarom aan het wezen knaagt.

3 De fundamentele verontrusting

Door alle eeuwen heen is er een samenzwering op touw gezet jegens allen die de rozelaar tot bloei willen brengen. Die samenzwering stelt een gevaar. Dat gevaar is ieder uur acuut. Wij suggereren u geen duivelengeloof en wij willen u geen angst aanjagen, maar wij willen u drijven tot een elementaire zelfkenniservaring. Gevoelt u zich als waarachtige lichtzoeker nog steeds verontrust, weet u zich een voorwerp van strijd en staat u daarom in de bewogenheid van een zeer grote activiteit, zodat u er van siddert, hebt u in u iets van die spankracht van de psalmist, die het ene ogenblik juicht en zich een volgend moment zeer bedreigd voelt tot in het diepste diep van de ziel, voelt u muren om u heen – dan staat u in de genade van het levende leerlingschap.

Is er niets dan rust in u, zit u terneer zonder enige levende activiteit binnen in u, dan heeft een kristalliserende invloed macht over u gekregen, die uw rozelaar zijn grond ontnomen heeft. Zo u daar nog kracht voor hebt, moet u de oorzaak opsporen. En als wij in staat zijn geweest door onze woorden u, lezer, in de oude verontrusting te jagen, als wij daarin geslaagd zijn, dan zijn wij zeer dankbaar. Dan hebben wij u ontrukt aan de worgende greep van uw particuliere vijand.

Iedere mens met de rozenknop wordt in het hart getroffen door de elementaire stralingskracht van de Gnosis. Een grote verontrusting ontstaat er in hem. En nu gaan er van de Gnosis dienaren uit. Zij spreken van het licht. Zij getuigen daarvan. Zij willen echter uw verontrusting niet stillen, maar zij willen het richting geven. Dat is de signatuur: het recht plaatsen van de betrokkenen op een pad.

4 De leerling op de tweesprong

Wie door de radiaties van de zevenvoudige wereldbroederschap tot in het hart getroffen wordt en derhalve de heilige verontrusting ondergaat, en wanneer vervolgens aan die onrust richting, doel, wordt gegeven door de werkers die van de universele broederschap uitgaan, dan liggen er twee mogelijkheden voor de hand: de eerste is de ontwikkeling van een machtig verlangen naar het deelhebben aan de werkelijkheid van het nieuwe leven; wij noemen dat verlangen: heilbegeren; de tweede mogelijkheid is de ontwikkeling van tegenstand, weerzin en vijandschap, en tenslotte een pertinente afwijzing van het pad.

Derhalve wordt iedere leerling tot een tweespring gevoerd , waarna een petinente keuze zal moeten volgen: óf een mateloos verlangen naar het nieuwe leven, waarbij de gewekte spankracht der heilige verontrusting dan voor voldoende energie zorgt om het doel te kunnen bereiken, óf de afwijzing van het pad, met de daaropvolgende zelfneutralisatie. Het krachtveld van de geestesschool is voldoende sterk om deze reacties te scheppen. U moet erop letten of u de keuze, die iedere leerling, op de tweesprong gekomen, moet maken, in haar diepste wezen goed verstaat.

Het betreft hier geen keuze die u te doen hebt na de een of andere verstandelijke overweging, of waartoe u bereid zou zijn in momenten van gewekte emotie. Nee, het gaat hier om een onvermijdelijke psychologische reactie, een ‘niet anders kunnen’. Niet in de zin van zelfdwang, of van een dwang die uitgeoefend wordt door derden, maar om de manifestatie van een onmogelijk af te wijzen innerlijke werkelijkheid, waarbij waan, exaltatie en suggestie geheel uitgesloten zijn. Men zou dus kunnen spreken van een soort zelfballotage, waarbij met zulk een volkomen zekerheid de innerlijke werkelijkheid aan het daglicht wordt getild, dat elke vergissing volkomen uitgesloten is.

5 Het openbaringsbewustzijn

De dienaren die uitgaan van de universele broederschap proberen hun leerlingen te voeren tot een zeer innige, harmonische en particuliere verhouding tot het bewuste magnetische spanningsveld. Deze harmonische verhouding kan men ‘geloof’ noemen. Geloven in het nieuwe leven, hopen op de verinniging daarmee, liefhebben van de geestesschool en haar arbeid. En bijgevolg een steeds meer om zich heen grijpende vervreemding van het dialectische leven. Men kan ook spreken van een mateloos, alles vervullend verlangen.

Maar ook is het mogelijk dat er een afwijzing van deze verinniging ontstaat, een fundamentele angst daarvoor, omdat men nog niet vastgelopen is in de materie en er nog geen voldoende ervaringsbewustzijn aanwezig is om afscheid van deze natuur te kunnen nemen. Maar wanneer het mateloze verlangen in een mensenziel groeien gaat en de volle stroom van het gnostieke magnetische veld bij de kandidaat via het oeratoom binnenstroomt, ontstaat er een geheel nieuwe toestand. De glans, de glorie en de majesteit van het nieuwe leven worden nu aan de kandidaat geopenbaard en zij vervullen hem met grote dankbaarheid, blijdschap en tomeloos enthousiasme.

U moet goed verstaan dat hier gesproken wordt van openbaring en niet van vervulling of bereiken. Het gaat hier slechts om een hogere trap van geloofsweten, die ‘openbaring’ wordt genoemd. En die openbaring brengt een zeer particuliere kennis met betrekking tot de ware aard van de gnosis.

6 De magnetische storm

Wanneer de fase van de openbaring door de kandidaat kan worden binnengegaan en er dus sprake is van een persoonlijk kennen, van een persoonlijk proeven, wanneer het bukken voor gezag en leerstelligheid heeft plaatsgemaakt voor een eerstehands omvatten en dus de roep wordt verstaan en begrepen en men een persoonlijke verantwoordelijkheid voor een keuze kan aanvaarden, wordt in het gehele microkosmische systeem van de leerling een magnetische storm teweeggebracht.

Deze magnetische storm is zo overweldigend, zo intens, zo vreemd, zo totaal ongewoon, dat er in eerste instantie grote ontreddering ontstaat, wanhoop. Men meent eerder de verdelging nabij te zijn dan de verlossing. Welnu, uit deze verslagenheid ontwikkelt zich het verdere proces van de actuele renoverende vrijmaking. Mits de kandidaat de eis van de magnetische storm aanvaarden wil.

De ervaring van de dood, waarvan allen die haar doorstrijden moeten, getuigen, vloeit voort uit het feit dat door de hevigheid van de nieuwe magnetische aanraking het ik der natuur als het ware wordt verlamd, buiten werking wordt gesteld, terwijl het nieuwe bewustzijnsbrandpunt nog niet tot werkzaamheid gekomen is. Met andere woorden, de bedoelde ervaring bewijst dat de kandidaat bij zijn nadering van het brandpunt van het nieuwe magnetische veld tot een crisispunt gekomen is. Hij is als het ware voor een muur gekomen. Het is echter een muur waarin zich een poort bevindt. Die poort is inderdaad te openen, doch men moet de sleutel bezitten, men dient daartoe het vermogen te bezitten.

7 Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

Zodra een verzonken mens weer deel zou kunnen krijgen aan het oorspronkelijke magnetische veld, zou dat oorspronkelijke universum zich weer aan hem vertonen. Want het deelhebben aan een ander magnetisch veld beduidt een ander bewustzijn, een andere persoonlijkheid, een andere microkosmos. Wij willen u dan ook zeggen dat er een andere aarde is en een andere zon, een ander zonnestelsel, een ander heelal. Dat oorspronkelijke universum is niet opnieuw in de maak. Het was er steeds, het kan niet verdwijnen. Het is gisteren en heden hetzelfde.

Als u de heilige taal bestudeert, dan leest u van twee verschillende zaken. Ten eerste van een kosmische ramp in de natuur des doods, in het dialectische heelal, het opgaan en ondergaan der dingen. En ten tweede van de kandidaat, die opnieuw het oorspronkelijke, het werkelijke, het goddelijke heelal gaat schouwen door nieuw bewustzijn. Die twee mededelingen worden dikwijls met elkaar verward en er wordt gelezen dat er een hemel voorbijgaat door een ramp en dat er een nieuwe hemel gaat komen ná die ramp.

Maar wat voorbijgaat en opnieuw komen gaat, is de wisseling en de wenteling van de dialectiek, die wij zien in microkosmos en macrokosmos en in het gehele heelal van de natuur des doods. Wanneer wij echter lezen in Openbaringen 21: ‘Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan,’ dan wordt daarmee gedoeld op de leerling die het heelal van de waan voorbij ziet gaan door transfiguratie en opgaat in het heelal van God. De geestesschool en de wereldbroederschap, zij willen u tot dezelfde belevenis stuwen in het nu.

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE PISTIS SOPHIA