1 van 5 Het hogepriesterlijk gebed – wie het Licht kent gaat van glorie tot glorie

 

DEEL 2DEEL 3DEEL 4DEEL 5

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00

In haar boekje Het zegel der vernieuwing – deel 2 van de 4-delige Rozenserie – besteedt Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) 5 van de 23 hoofdstukken aan toelichtingen op het hogepriesterlijk gebed . Volgens het evangelie van Johannes sprak Jezus die tekst uit in de hof van Getsémané, vlak voor zijn gevangenneming). Hieronder volgt hoofdstuk 11 uit Het zegel der vernieuwing. Daarin beschrijft Catharose de Petri dat het – in tegenstelling tot wat algemeen wordt uitgedragen – een jubel is, een lofzang vanwege de volbrachte taak.

Wij vestigen uw aandacht op de woorden van Johannes 17, die bekend staan als het hogepriesterlijk gebed. U zult deze zeer verheven taal gelezen hebben en wellicht de magische invloed ervan hebben ondergaan. Doch u verstaat dat het ook belangrijk en noodzakelijk is om de inhoud van dit gebed te omvatten in het licht van de moderne geestesschool.

Reeds eerder mochten wij u zeggen hoezeer het Johannes-evangelie bij de gnostieken van onze jaartelling in hoog aanzien stond en staat en dit evangelie een bron is van grote schatten, die onvergankelijk zijn en voor ons allen van onverwelkbare waarde. Wij zouden u gaarne willen bepalen bij de eerste drie verzen van het Johannes-evangelie, hoofdstuk 17.

Vader, het uur is gekomen, verheerlijk uw zoon,
opdat ook uw zoon U verheerlijkt,
zoals U hem macht gegeven hebt over alle vlees,
opdat hij eeuwig leven geeft aan allen die U hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen,
de enige waarachtige God, en Jezus Christus,
die U gezonden hebt.

U weet dat deze woorden gesproken werden even voor de gevangenneming van Jezus. Ontdaan van de gewilde opzettelijk gepropageerde en gecultiveerde sentimenten van het natuur-religieuze publiek, wil dat zeggen, dat dit juichende hogepriesterlijk gebed vol is van de jubel van een volbrachte taak.

‘Het uur is gekomen’ wil niet zeggen het uur van de martelgang, het uur van de aanvang van een lijdenstijd, doch het uur van de bekroning van een rozenkruisgang is gekomen. U kunt zulk een rozenkruisgang zien als een gang die u zelf hebt te gaan; u moet er evenwel ook in schouwen de weg die wij als groep hebben te bewandelen. En eveneens is het van belang op te merken, dat de gnosis een gang gaat, een proces volvoert, teneinde allen die haar volgen willen, te kunnen dienen. 

Dit laatste is nu het geval in het hogepriesterlijk gebed. Deze lofzang heeft niet zozeer betrekking op een bepaalde ‘dan en dan’ in de historie optredende persoonlijkheid, doch op het Gode zij dank talloze malen in de historie naar voren tredende overwinningsfeit van de gnosis. 

Wij plaatsen u voor deze verheven jubel omdat wij hierin niet willen gedenken een gebeuren van bijna 2000 jaar geleden, doch de bekroning van een actueel gnostiek werkstuk voor déze eeuw, voor onze tijd, voor alle door de gnosis verbijzonderden. 

Daarom is het uur gekomen voor de verheerlijking van de zoon, opdat de zoon de Vader zal verheerlijken. Zie duidelijk voor u de hier bedoelde zoon als het stralende Licht van het eerste mysterie. De zoon is het Licht, het gnostieke vuur, dat nu in onze tijd van de Fundamentele straal uitgaat tot onze mensheid. En de verheerlijking van dat Licht wil zeggen dat het zijn doel bereikt heeft, dat het zijn resultaat zal gaan bewijzen, dat het zijn oogst zal bergen in de schuren. 

De verheerlijking wil niet zeggen: een sombere dood na onzegbare pijn, doch dat een gnostieke straal is geboren, een mateloos heerlijke taak heeft vervuld en nu de volheerlijke resultaten gaat tonen. Dat is het waarvoor wij u willen plaatsen. De verheerlijking van de gnostieke zoon die nu gekomen is, het Licht dat nu zijn werk heeft verricht, met overwinningsglanzen. 

Wat zijn die overwinningsaccenten? Het gaat om het glorieuze feit dat een gnostiek Licht, een goddelijk vermogen, ‘niet van deze wereld’, macht gekregen heeft over ‘vlees’, over natuurgeboren mensenkinderen die, in duisternis dolende, binding met dat Licht verkregen hebben, zó definitief binding, dat van ‘eeuwig’ kan worden gesproken. 

Wie binding heeft verkregen met de zoon, met het Licht van het eerste mysterie, heeft de eeuwigheid verkregen. Wat is het eeuwige leven? ‘Dat zij u kennen, de enige waarachtige gnosis.’

U moet ‘kennen’ hier verstaan als het binding verkregen hebben. Wie nu dat Licht zo kent, gaat voort van glorie tot glorie en van kracht tot kracht. Zullen ook wij afspreken voortaan uit dat besef van zulk een binding te leven? Ons, door het Licht gegrepenen, ons is de eeuwigheid die boven alle tijd verheven is. 

INHOUDSOPGAVE

Ten geleide

  1. De ster der hoop en vervulling
  2. Geest en Heilige Geest
  3. Het woord van het gnostieke verbond
  4. De ene weg ten leven
  5. Inzicht, de eerste trede tot het gaan van het pad
  6. Judas, het type van de humanist
  7. Het licht van de ontdekkende en ontmaskerende Gnosis
  8. Dit gebied ik u, dat gij elkaar liefhebt
  9. Laven wij ons aan het wijsheidslicht
  10. De zeven treden van de nieuwe ziele-wording
  11. Het hogepriesterlijke gebed (i) Wie het licht kent, gaat van glorie tot glorie
  12. Het hogepriesterlijke gebed (ii) De naam van de Gnosis geopenbaard.
  13. Het hogepriesterlijke gebed (iii) Onvatbaar voor den boze
  14. Het hogepriesterlijke gebed (iv) Heilig u voor allen die nog zoekende zijn
  15. Het hogepriesterlijke gebed (v) De waarachtige Aquarius-mens
  16. De gemeenschap van het Gouden Hoofd
  17. Het transfiguristische evangelie der ware vrijmaking
  18. De witte keursteen

Bron: Het zegel der vernieuwing door Catharose de Petri, deel 2 van de 4-delige Rozenserie

BESTEL HET ZEGEL DER VERNIEUWING VOOR € 7,50

BESTEL DE VIERDELIGE ROZENSERIE VOOR € 15,00