Tag archieven: geestwet

2 van 7 Het licht der wereld: Het wezen der wet – J. van Rijckenborgh over de Bergrede

 

HOOFDSTUK 1HOOFDSTUK 2HOOFDSTUK 3HOOFDSTUK 4HOOFDSTUK 5HOOFDSTUK 6HOOFDSTUK 7

 HET LICHT DER WERELD IS UITVERKOCHT – DE 7 HOOFDSTUKKEN ZIJN DIGITAAL BESCHIKBAAR

‘Meen niet dat ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaan, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.’ (Mattheüs 5:17-19)

De bovenstaande tekst uit de Bijbel wordt hieronder toegelicht door Jan van Rijckenborgh. De tekst komt uit het boekje Het licht der wereld – zeven lessen uit de Bergrede, dat toespraken bevat die de auteur gehouden heeft in Lees verder

Elementaire wijsbegeerte van het moderne Rozenkruis – hoeksteenserie 5 – J. van Rijckenborgh

 

BESTEL ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE VAN HET MODERNE ROZENKRUIS

Op zijn zoektocht naar waarheid komt de mens heel wat inzichten en methoden tegen, die zich met allerlei benamingen sieren. De wijsbegeerte zoals die door het Gouden Rozenkruis naar buiten wordt gebracht maakt duidelijk waar het in wezen om gaat. In Elementaire wijsbegeerte van het moderne Rozenkruis gaat J. van Rijckenborgh onder andere in op de betekenis van magie en inwijding, involutie en evolutie, geboorte en dood. Hij legt de nadruk op de belangrijke processen van regeneratie en schetst een duidelijk beeld van het levensbedrijf zowel aan deze zijde als aan gene zijde van de sluier, waarbij hij ongemakkelijke consequenties niet uit de weg gaat. Hieronder volgen hoofdstuk 1, het voorwoord en de inhoudsopgave. 

1. DRIE VERMOGENS DIE GEWEKT MOETEN WORDEN

De belangstellende lezer die dit boek in handen neemt en enige indruk wil verkrijgen van de wijsbegeerte van de moderne rozenkruisers, kan niet volstaan met Lees verder

Drie vermogens: goddelijke wil, wijsheid en werkzaamheid – Vader, Zoon en Heilige Geest

 

BESTEL ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE

Drie sluimerende vermogens moeten zich in het leven van de leerling openbaren: het vermogen tot een nieuwe wil, het vermogen tot een nieuwe wijsheid, en het vermogen tot een nieuwe werkzaamheid.

De mens heeft een wil, doch deze is bandeloos terzake van het ene en experimenteel of speculatief terzake van het andere. De uitkomst van een wilsinspanning staat nooit van te voren vast en mocht dat in enige zaak het geval zijn, dan tast men Lees verder